DE VIOLISTE
Z'n zuster was zwanger en dat kwam heel slecht uit. Ze was getrouwd met een brouwersknecht en zelf was ze van adel, weliswaar verarmde adel, maar toch van adel. Geen mens die het haar kwalijk nam dat ze beneden haar stand getrouwd was, want haar vader was een kranig iemand, die goed kon zwemmen en menigeen van de verdrinkingsdood gered had.
En toch kwam het heel slecht uit. Het echtpaar had namelijk al twaalf kinderen, een hond en twee ezels en dat vonden ze genoeg, mede in verband met de kosten die daaraan verbonden waren.
En er was nog iets: ze hadden net een grote, diepe vijver laten aanleggen, want ze wilden daar een of twee nijlpaarden laten rondzwemmen. Dat was niet zonder ruzie gegaan. De vrouw wilde twee elanden hebben, de man wilde de nijlpaarden. 'Dat gedoe met dat water, dat geplons,' had de vrouw gezegd, maar de man had z'n zin doorgezet.
Een paar maanden later werd het kind geboren, maar wat moesten ze ermee. Gelukkig waren er in die tijd veel kinderloze gezinnen, dus het was niet moeilijk om het wicht kwijt te raken, ze hebben het verkocht. Ze waren erg blij met het geld, want nu kreeg de vrouw ook haar zin: ze kocht twee elanden.
Het echtpaar heeft nooit meer naar hun dochter omgekeken, het heeft geen enkele belangstelling getoond in de loopbaan van het kind.
Misschien hadden ze dat beter wel kunnen doen: het meisje werd een beroemd violiste, wie had dat gedacht. Maar wat kon hun dat schelen. Ze vonden vioolmuziek niet om aan te horen en dat is het soms ook niet.