Hoofdstuk 25
'Vandaag is het mijn dag,' stelde Paul Trout met een
onwrikbare beslistheid vast.
Trout stond wijdbeens in een roeiboot en reikte visspullen aan
zijn vrouw Gamay aan, die op het dek van hun zes meter lange
motorkruiser stond. Gamay zette de hengels in een rek en zei:
'Haha...' Ze bracht haar handpalm naar haar lippen en deed alsof ze
een geeuw onderdrukte. 'Ik herinner me dat mannelijk gebral van jou
nog geen vierentwintig uur geleden, hier, op dezelfde plek, nog
heel goed. Grootspraak, net als de dag daarvoor.'
Trout klauterde met een behendigheid aan boord die je van
iemand met het forse lijf als van een profhonkballer niet zou
verwachten. Hoewel hij toch ruim een meter negentig was, bewoog hij
zich met een katachtige souplesse die hij zich in de talloze jaren
op schepen aan de zijde van zijn vader, die beroepsvisser was, had
eigen gemaakt. Hij drukte de startknop op het bedieningspaneel in.
Met wat schor gesputter en een blauwe rookwolk uit de uitlaat
sprong de binnenboordmotor aan.
'Geen gebral. Als je uit een oud Cape Cod-geslacht stamt dat
in de loop der jaren ettelijke tonnen vis heeft gevangen, dan
accepteer je dat het ook wel eens tegenzit.' Hij stak als een
bloedhond zijn neus in de lucht. 'Er ligt een joekel van een
zeebaars in zijn schuilhol te wachten om door mij aan de haak te
worden geslagen.'
'Jaja, ik begin zo langzamerhand steeds beter te begrijpen
waarom vissers altijd sterke verhalen vertellen.' Gamay gooide de
meertouwen los.
Trout gaf een lichte dot gas en stuurde de boot met een rustig
vaartje over de Eel Pond naar de ophaalbrug in Water Street. Ze
passeerden een café waarvan het terras over het meer uitkeek en
Trout smakte met zijn lippen. 'Een lekker koud biertje lijkt me wel
wat.' 'Laten we de inzet nog iets opkrikken,' zei Gamay. 'De
verliezer trakteert ook op het eten.'
'Akkoord,' reageerde Trout zonder aarzeling. 'Gebakken
mosselen zijn heerlijk bij bier.'
De boot voer langzaam onder de ophaalbrug door de haven in,
langs de aanlegplaats van de veerdienst van rederij Martha's
Vineyard en het onderzoeksschip de Atlantis, dat aan de steiger van
het wereldberoemde Woods Hole Oceanographic Institution lag, waar
al op heel jeugdige leeftijd Trouts belangstelling voor de
zeewetenschappen was gewekt.
Ze voeren de haven uit en Trout trok de gashendel verder open.
De boeg kwam uit het water en hij stuurde op de Elizabeth Eilanden
aan, een langgerekte eilandengroep ten zuidwesten van Cape Cod.
Gamay was op het dek met de visspullen in de weer.
Voor Trout waren er maar weinig dingen in het leven die het
genot overtroffen van het op deze manier over de golven scheren met
de zilte zeelucht in het gezicht en het vooruitzicht van een
heerlijk dagje vissen op zee. Nu alleen nog een grotere vis vangen
dan Gamay, dan was het helemaal volmaakt. De competitie met zijn
vrouw verliep altijd heel gemoedelijk, maar nu irriteerde het hem
mateloos dat ze hem de afgelopen twee dagen had afgetroefd.
Gamay was aan de oever van Lake Michigan opgegroeid en beslist
geen doetje als het om boten en vissen ging. Hoewel ze een
bijzonder aantrekkelijke, vrouwelijke uitstraling had, schemerde er
altijd nog iets van de wildebras in haar door die ze als jonge meid
was geweest. Haar opgewekte pesterige opmerkingen over Trouts
gebrek aan succes botsten met zijn New Englandse neiging tot
understatement. Hij knarsetandde. Vandaag moest het verdomme zijn
dag zijn, anders kon hij een revanche verder wel vergeten.
Bij het eiland Naushon, dat niet meer dan een lage bult was,
richtte Trout de steven van de boot op een zwerm meeuwen die in het
water doken op jacht naar aas dat door grotere schakels in de
voedselketen naar de oppervlakte werd gedreven. Op het scherm van
de visdetector doken vormeloze gele vlekjes op. Er hing een scherpe
visgeur in de lucht. Hij zette de motor uit en de boot kwam
schommelend tot stilstand.
Gamay gaf Trout een hengel aan en nam het stuurrad over. Het
was gebruikelijk dat de beste van de vorige tocht de mindere liet
voorgaan. Trout ging in de draaistoel zitten en wierp zijn hengel
uit. Met rukjes bewoog hij de hengel op en neer, er zo voor zorgend
dat het lokaas in het water voortdurend in beweging bleef.
'Beet!' gilde hij.
Fel zwengelend aan de molen haalde hij een tachtig centimeter
lange gestreepte zeebaars op. Na het meten gooide hij de vis terug.
Gamay ving er al snel een van zeventig centimeter. Ook nu gooiden
ze de vis weer overboord. Om beurten vingen ze zeebaarzen van
ongeveer gelijke grootte tot de school verdween. Daarna verkasten
ze naar een andere plek waar de vangst niet minder was.
Ze bleven de score trouw bijhouden en het ging nog altijd
gelijk op toen Trout een zo harde ruk aan de lijn voelde dat zijn
arm haast uit de kom werd getrokken. Deze zou de beslissing gaan
brengen. Hij was zo geconcentreerd dat hij zijn mobieltje niet
hoorde afgaan. Gamay nam op en zei, na even te hebben geluisterd:
'Kurt wil je spreken.'
Trout zwengelde als een bezetene aan de molen. Het
zilverachtig glinsterende lijf van een gigantische vis flitste
onderlangs de waterspiegel. Verdorie. Dit leek wel een walvis. Hij
probeerde zich te concentreren.
'Laat 'm maar even wachten,' riep hij over zijn
schouder.
'Hij kan niet wachten,' zei Gamay. 'Hij is met Joe onderweg
naar Turkije.'
Turkije? Het laatste wat Trout van Austin en Zavala had
gehoord, was dat ze ergens bij Newfoundland waren. Op datzelfde
ogenblik verloor Trout zijn concentratie en de vis. De lijn viel
slap. O, klote... Hij stond op, gaf de hengel aan Gamay en nam de
telefoon van haar over.
'Hopelijk stoor ik je niet,' zei Austin.
'Ach...' antwoordde Trout. Verongelijkt staarde hij naar de
rimpels waar hij de reuzenbaars had zien verdwijnen. 'Wat is er,
Kurt?'
'Kun jij een computermodel voor ons maken, een reconstructie
van een trans-Atlantische scheepsreis? Ik weet dat het een flinke
klus is.'
'Ik kan het proberen,' antwoordde Trout. 'Als ik de datum heb,
kan ik stromingen, weersomstandigheden en snelheden in een model
verwerken, voor zover die informatie beschikbaar is
tenminste.'
'Ik vrees dat er niet veel beschikbaar zal zijn. Het gaat om
een Fenicisch schip. En de oversteek was ongeveer negenhonderd voor
Christus.'
Trout raakte hierdoor eerder geïntrigeerd dan ontmoedigd. 'Wat
weet je nog meer?' vroeg Trout.
'Ik heb je met een speciale koerier een heel pakket gestuurd.
Het zal er ondertussen wel zijn. Dan weet je alles. Het is urgent.
Ik bel je zo gauw het weer kan. Hoi.'
'Wat gaat het over?' vroeg Gamay, nadat Trout had opgehangen.
Hij vertelde wat Kurt van hem wilde. Ze moesten ermee kappen voor
die dag. Verlangend staarde hij naar een krioelende zwerm meeuwen.
'Eeuwig zonde van die vis.'
Gamay kneep hem in zijn wang. 'Ik heb 'm gezien. Het was een
monster. Ik geloof dat het nu mijn beurt voor een rondje is.'
Het pakket van Austin stond tegen de voordeur van zijn
tweehonderd jaar oude woonboerderij aan de oever van een rond
ketelmeer. Trout had zijn hele jeugd in dit huis met langgerekt
puntdak gewoond. Het lag op loopafstand van het oceanografisch
instituut, waar de wetenschappelijke medewerkers zijn jeugdige
interesse in de zee hadden gestimuleerd.
Gezeten aan de houten keukentafel verorberden hij en Gamay de
broodjes ham en kaas die ze voor de lunch onderweg hadden
meegenomen, voordat ze zich op het document van Jefferson
concentreerden. Op een gegeven moment keek Gamay op van het vel
papier dat ze aan het lezen was en veegde een lok donkerrode haren
uit haar ogen.
'Dit is ongelooflijk!'
Trout nam een slok van een blikje Buzzards Bay-bier. 'Ik
probeer te verzinnen wat we kunnen doen. Mijn ervaring met
computermodellen blijft toch voornamelijk tot diepzeegeologie
beperkt. Jij bent van nautische archeologie naar zeebiologie
overgestapt. Samen kunnen we wel iets uitvogelen, maar dat lijkt me
toch niet genoeg. Hier hebben we hulp bij nodig.'
Gamay glimlachte, waardoor het spleetje tussen haar voortanden
zichtbaar werd dat weliswaar een tandtechnisch schoonheidsfoutje
was, maar bij haar juist extra verlokkend werkte. 'Heb je
gisteravond niet goed naar de roddels geluisterd?'
Trout herinnerde zich de onschuldige plagerijen die hij naar
aanleiding van zijn viswedstrijd met Gamay van de stamgasten te
verduren had gekregen. Daarbij schoot hem opeens te binnen dat
iemand een bekende naam had genoemd. Hij knipte met zijn vingers.
'Charlie Summers is hier ook.'
Gamay gaf Trout de telefoon aan en hij belde de werf waar het
onderzoeksschip lag. Hij werd doorverbonden met Summers, die daar
aan een modernisering van de Atlantis werkte, en vertelde
wat het probleem was.
'Dat is heel wat interessanter dan waar ik nu mee bezig ben,'
zei Summers. 'Kun je nu meteen hiernaartoe komen?'
Een paar minuten later liepen Trout en zijn vrouw de werf op.
Daar werden ze door een gedrongen man met een hoekige kin en dun
strogeel haar met een uitbundige omhelzing begroet.
Summers was een gerenommeerde scheepsarchitect gespecialiseerd
in het ontwerpen van onderzoeks- en opleidingsschepen. Zijn
expertise werd ook vaak bij de bouw van luxejachten ingeroepen en
hij was vooral deskundig met betrekking tot de stabiliteit van
grote zeilschepen.
Hij gaf Gamay een vette knipoog. 'Ik dacht dat jullie vandaag
aan het vissen waren?'
'Dat we een wedstrijdje doen, gaat hier snel rond' reageerde
Trout meesmuilend.
'Het gesprek van de dag. Je weet wat voor roddelaars vissers
en wetenschappers zijn.'
'Vandaag had Paul bijna van me gewonnen,' zei Gamay
vergoelijkend.
Summers schaterde het uit. 'Ga me nou alsjeblieft niet
vertellen dat die juist is ontsnapt.' Hij wreef de tranen uit zijn
ogen. 'Maar goed, hoe zit het met die Feniciërs?'
Trout haakte gretig in op deze kans van onderwerp te
veranderen. 'We zijn vanochtend door de NUMA gebeld. Iemand doet
daar onderzoek naar precolumbiaanse contacten en heeft hulp nodig
bij de reconstructie van een reis. Wij krijgen echt de raarste
verzoeken.'
'Helemaal niet zo raar. Over Fenicische scheepsbouw heb ik
enorm veel gelezen. Er bestaat geen enkele twijfel dat zij
scheepsbouwtechnisch gezien in staat waren overal te komen waar ze
naartoe wilden.'
'Dus dan kun je ons helpen bij het uitzetten van een mogelijke
route?' vroeg Gamay.
Summers schudde zijn hoofd. 'Dat is niet zo simpel,' zei hij.
'Van de Feniciërs zijn geen plattegronden of zeekaarten
overgeleverd. Ze hebben hun kennis van de zeeën mee het graf in
genomen.' Omdat hij de teleurstelling op Gamays gezicht zag, voegde
hij er aan toe: 'Maar we kunnen er een gooi naar doen. Laten we een
schip gaan bouwen.'
Summers ging hen voor naar een bakstenen gebouw, waarin hij
zijn tijdelijke kantoor had ingericht. Hij ging voor een computer
zitten en klikte de bouwtekening van de Atlantis weg die op het
scherm te zien was.
‘Ik begrijp dat we een virtueel schip gaan bouwen,' zei
Trout.
'Dat zijn de beste,' zei Summers grijnzend. 'Ze zinken nooit
en over muiterijen hoef je je ook geen zorgen te maken.' Hij klikte
een programma aan en haalde een bestand op, waarna er een tekening
van een schip met een vierkant zeil op de monitor verscheen.
‘Is dat een Fenicisch schip?' vroeg Gamay.
'Dit is een bepaald type, gebaseerd op afbeeldingen op vazen,
munten en beeldhouwwerken. Het is een vroeg ontwerp. Het heeft een
kiel, een gebogen romp, roeiriemen en een verhoogde plaats voor de
roerganger.'
'We zoeken naar iets waar je oceanen mee over kunt steken,'
zei Trout.
Summers leunde achterover in zijn stoel. 'Hun scheepsontwerpen
waren aan de behoefte aangepast. De Feniciërs groeiden van
kustvaarders die 's nachts voor anker gingen, uit tot zeevaarders
die lange, ononderbroken reizen maakten. Ik maak gebruik van een
programma dat is ontwikkeld voor architecten die in Portugal en aan
de Texas A&M University onderzoek doen. Zij hebben een methode
ontworpen voor het testen en evalueren van de zeileigenschappen van
schepen waar geen bouwtekeningen van beschikbaar zijn. Het doel was
daar een zo breed mogelijk beeld van te krijgen. Ze gingen uit van
de Portugese nau's, de handelsschepen die van Europa om Afrika heen
naar India en terug voeren. Kijk!'
Summers boog voorover en na een muisklik verscheen er een
driemaster op het scherm.
'Dat lijkt wel een spookschip,' merkte Gamay op.
'Dit is nog maar een fundament. Ze hebben alle
onderzoeksgegevens van een gevonden wrak in de computer ingevoerd.
Met behulp van deze software hebben ze modules ontwikkeld voor het
reconstrueren van de tuigages, zeilen en het rondhout van schepen.
Wat je nu ziet is het resultaat van zo'n reconstructie. Aan de hand
van een hypothetische reconstructie van de scheepsromp hebben ze
het gedrag van het schip op zee en in slechte weersomstandigheden
geanalyseerd. Het model dat ze met die berekeningen konden maken,
hebben ze vervolgens in een windtunnel getest.'
'En dat zou u ook voor een Fenicisch schip kunnen doen?' vroeg
Trout.
'Geen probleem. We gaan uit van drie Fenicische wrakken die in
het westelijk Middellandse Zeegebied voor de kust van Israël zijn
gevonden. De schepen lagen rechtop en waren in het koude water
perfect geconserveerd. Met de Jason, de onbemande duikrobot waarmee
men ook de Titanic heeft gefotografeerd, hebben we een
fotomontage gemaakt. Al die gegevens heb ik in mijn computer
ingevoerd.'
Op het scherm verschenen schetsen die op blauwdrukken voor
scheepsbouwers leken. Achtereenvolgens zagen ze de tekeningen van
een schip van bovenaf gezien, van opzij en van voren.
'Volgens deze bouwtekeningen is het schip maar zestien meter
lang,' concludeerde Trout.
'Dit is een reconstructie van de Israëlische schepen. Ik zal
'm iets langer maken. Het programma zit zodanig in elkaar dat het
automatisch alle benodigde aanpassingen die het gevolg zijn van een
vergroting van het formaat van het schip in het ontwerp
verwerkt.'
Op de monitor verscheen het geraamte van een schip, een
driedimensionale voorstelling van de spanten en andere structurele
elementen. Vervolgens werden een voor een de ruimtes tussen de
spanten ingevuld. Zo werden dekken, riemen, tuigage en zeilen
zichtbaar, evenals een stormram op de voorsteven. De laatste
toevoeging was een gebeeldhouwde paardenkop op de boeg.
' Voila! Een schip van Tarsis.'
'Wat fantastisch,' zei Gamay. 'De bouw is functioneel, maar
toch ook gracieus.'
'Ze is een meter of zestig lang. Daar ben ik van uitgegaan,'
zei Summers. 'Met dit schip kun je alle plaatsen op deze aardbol
bereiken.'
'En daarmee zijn we terug bij ons oorspronkelijke probleem,'
zei Trout. 'Hoe komen we erachter langs welke routes ze de
Atlantische Oceaan zijn overgestoken?'
Summers tuitte zijn lippen en zei: 'We zouden het op dezelfde
manier kunnen doen als die gasten het met hun nau hebben gedaan.
Daar heb je de gegevens van stromingen en weersomstandigheden voor
nodig, plus berekeningen van de mogelijke snelheden van het schip,
de conclusies die de stuurman op basis van het scheepsontwerp zou
trekken, en ook historische gegevens moeten worden
toegevoegd.'
Gamay slaakte een diepe zucht. 'We hebben een hoop werk te
doen.'
Summers keek op zijn horloge. 'Ik ook. De Atlantis moet
over drie dagen klaar zijn om uit te varen.'
Trout en zijn vrouw bedankten Summers en liepen terug naar de
hoofdstraat van Woods Hole. 'Hoe moeten we nu verder, dacht je?'
vroeg Gamay.
'Moeilijk te zeggen. Kurt heeft ons ook maar een paar kruimels
informatie gegeven. Hier gaat hij niet blij mee zijn, maar we
hebben gewoon niet genoeg om er iets van te maken. Misschien moeten
we het op een andere manier aanpakken.'
Net als veel getrouwde stellen kenden Paul en Gamay elkaar zo
goed dat ze eikaars gedachten konden lezen. Door hun werk voor de
Speciale Eenheid van de NUMA, waarbij communicatie zonder woorden
van levensbelang kon zijn, had zich dit bij hen haast tot een
tweede natuur ontwikkeld.
'Dat dacht ik ook,' zei Gamay. ‘iedere zeereis begint op het
land. Laten we het document van Jefferson nog eens onder de loep
nemen. Misschien hebben we iets over het hoofd gezien.'
Thuisgekomen gingen ze aan de keukentafel zitten, lazen
allebei een helft van het document en daarna het deel dat de ander
gelezen had. Ze waren ongeveer tegelijk klaar met lezen.
Gamay legde de papieren neer en zei: 'Wat is jou
opgevallen?'
'Meriwether Lewis,' antwoordde Trout. 'Hij was onderweg om
Jefferson te vertellen wat hij had ontdekt toen hij stierf.'
'Ja, dat intrigeerde mij ook.' Ze bladerde door de stapel
papieren die voor haar lag. 'Lewis had tastbaar bewijs dat hij aan
Jefferson wilde laten zien. Ik stel voor dat we proberen uit te
vinden wat daarmee is gebeurd.'
'Dat zou wel eens net zo lastig kunnen zijn als het
reconstrueren van een Fenicische zeereis,' zei Trout.
'Er is een aanknopingspunt waar we misschien iets aan hebben,'
zei Gamay. 'Jefferson was voorzitter van het Amerikaans Filosofisch
Genootschap in Philadelphia. Hij stuurde Lewis er heen om er de
wetenschappelijke kennis op te doen voor zijn historische
expeditie. Terwijl Lewis in Philadelphia was, creëerde Jefferson de
geheimtaal die ze zouden gebruiken.'
Trout knipperde met zijn grote bruine ogen als een nauwelijks
waarneembare uiting van zijn herwonnen enthousiasme en trok de lijn
door. 'Jefferson schreef een brief aan de leden van het genootschap
waarin hij hen over zijn onderzoek naar Indiaanse talen vertelde en
over de diefstal van zijn werk. Hij nam contact op met een
wetenschapper van het genootschap, die de woorden bij de op het
vellum getekende plattegrond als Fenicisch identificeerde. Het
document over de artisjokken is in het archief van het genootschap
gevonden.'
'Dat brengt ons verder dan de zes stappen in het spel van
Kevin Bacon,' zei Gamay. Ze keek het dossier door en vond het
nummer van het Filosofisch Genootschap en de naam van de
onderzoeker die het document had ontdekt. Ze belde Angela Worth,
stelde zich voor en maakte een afspraak voor een ontmoeting de
volgende dag.
Toen Gamay de verbinding verbrak, zei Trout grinnikend: 'Je
beseft dat we onze vakantie verder kunnen vergeten.'
'Dat vind ik best,' reageerde Gamay ik geloof dat ik dat
vissen onderhand wel heb gezien.'
Trout haalde futloos zijn schouders op.
'Dat weet ik wel zeker,' zei hij.