Hoofdstuk 50

Vanuit de Bentley, die met stationair draaiende motor voor de ingang van Baltazars landgoed stond bekeken Austin en Flagg het toegangshek.
'Jij zei toch dat deze lieden niet al te gastvrij waren,' zei Flagg. 'Maar zo te zien worden we verwacht.'
'Dat vrees ik ook,' reageerde Austin.
Ze waren minstens een uur lang op zoek geweest naar een tweede toegang tot Baltazars grondgebied maar waren steeds weer op ondoordringbare bossen en een elektrisch beveiligd hek gestuit. Ze waren in een web van ongeplaveide landweggetjes de weg kwijtgeraakt tot ze uiteindelijk weer voor de hoofdingang stonden. Het hek stond wijdopen.
Austin leunde op het stuur. 'Zo moet een kreeft zich voelen vlak voordat hij de val in kruipt. Carina is mijn vriendin, niet de jouwe. We kunnen wachten tot de versterkingen er zijn.'
'Versterkingen zitten ons toch maar in de weg,' bromde Flagg. Hij toverde een derde pistool tevoorschijn. 'Rij langzaam. Dan let ik op de roodhuiden in het struikgewas.'
Austin schakelde en reed door het hek. Flagg zat met in beide handen een pistool op de rugleuning van zijn stoel. Niemand probeerde hen tegen te houden. De weg liep het bos uit en Austin reed naar het toernooiveld. De tenten waren allemaal neergehaald. Het doek was gescheurd en bevlekt met bandensporen. Het inspectiepodium was onveranderd al was er wel iets aan toegevoegd.
Toen ze dichterbij kwamen verstrakte Flagg. 'Wat is dat, verdomme?'
Aan de voorkant van het podium hing een menselijke figuur met het hoofd op de borst geknikt. Armen en benen bungelden los.
Austin omklemde de Glock in zijn hand en reed er langzaam op af.
'Wel verdomme,' zei hij. 
'Een bekende?'
'Ik vrees van wel,' antwoordde Austin.
Het was Squire. Met een lans was hij als een vlinder in een uitstalkast tegen het hout geprikt.
Austin reed langs het podium met de macabere versiering door tot ze bij de SUV kwamen die hij in de luren had gelegd en de auto waar hij bovenop was geknald. Ze waren alle twee zwaar beschadigd.
'Wat is hier gebeurd?' vroeg Flagg.
'Botsproeven,' zei Austin, waarna hij doorreed naar de kloof.
Het veld dat vol had gestaan met auto's en de mannen van Baltazar lag er verlaten bij. Zelfs de paarden en de trailers waren verdwenen. Er liepen diepe bandensporen door het gras, die erop wezen dat er met vrachtwagens was gereden.
Austin vertelde over het steekspel met Baltazar en zijn confrontatie met de stand-in voor Carina. Daarna keerde hij de Bentley en reed terug naar het podium. Hij zei tegen Flagg dat hij Squire nog een gunst schuldig was. Ze trokken de lans los en wikkelden Squire voorzichtig in een stuk tentdoek. Nadat ze het lijk op het podium hadden gelegd, verkenden ze een aantal zijwegen tot ze bij een lege hangar en een landingsstrook kwamen. Dit verklaarde Baltazars snelle aftocht.
Ze besloten om een kijkje in het landhuis te nemen, waarna Austin over de oprijlaan naar de villa reed. De twee verdiepingen hoge haciënda leek zo van het Spaanse platteland geplukt. De muren waren met een lichtbruine gladde pleisterlaag bestreken. Onder het met rode pannen bedekte dak liep een ronde sierbalustrade. Gewelfde ramen omgaven een grote, complex geconstrueerde veranda.
Austin parkeerde voor het huis. Nog steeds geen enkele reactie. Austin en Flagg stapten uit de auto en liepen over een erf naar een hoge dubbele, uit donkere houten panelen bestaande deur. Austin duwde de deuren open. Hij werd niet door zijn hoofd geschoten, waarop hij voorzichtig de ruime hal inliep.
Om beurten dekten ze elkaar bij het binnengaan van een volgend vertrek. Zo werkten ze de hele benedenverdieping af, waarna ze de eerste verdieping doorzochten. Ze vonden de kamer met het balkon. Het was een werkkamer met een groot bureau en leren fauteuils. Austin liep het balkon op, vanwaar hij een weids uitzicht over de omliggende gazons en weilanden had. Afgezien van een paar kraaien bewoog er niets in zijn gezichtsveld.
'Hé, Austin,' riep Flagg. 'Je vriend heeft een briefje voor je achtergelaten.'
Flagg wees op een vel van Baltazars postpapier dat met plakband aan een afstandsbediening was bevestigd die op een bijzettafeltje lag. Onder het logo met de stierenkop stond: Beste Austin, bekijk dit filmpje alsjeblieft. VB
'Te beleefd. Kan een boobytrap zijn,' zei Flagg.
'Dat denk ik niet. Baltazar martelt graag voordat hij toeslaat.'
Flaggs gezicht weerspiegelde hevige twijfel, maar hij pakte de afstandsbediening op en drukte op de ON-toets.
Een wegschuivend muurpaneel onthulde een groot televisiescherm. In beeld verscheen het glimlachende gezicht van Baltazar. De film was in de werkkamer opgenomen, want achter Baltazar was de deur naar het balkon zichtbaar.
'Dag, Austin,' zei Baltazar. 'Ik bied je mijn excuses aan voor dit nogal haastig opgenomen bericht, maar ik werd door familieomstandigheden weggeroepen. Mevrouw Mechadi is bij me. Jij wist niet dat zij een directe afstammelinge van Salomo en Sheba is. Ik moet me aan mijn familieverplichtingen houden en haar aan Baal geven. Ik was van plan haar te sparen, maar Baal heeft me jou als gesel gestuurd om me eraan te herinneren dat ik naar mijn familiewortels terug moet keren. Adriano zal teleurgesteld zijn, maar hij is wel door je geobsedeerd geraakt. Ik raad je aan goed over je schouder te blijven kijken. Bedankt, Austin. Het was een leuk steekspel.' Hij glimlachte. 'Je mag mijn auto houden. Ik heb er meer.'
Het beeld verdween.
Flagg fronste zijn wenkbrauwen. 'Die vent is goed mesjokke, zeg.'
'Helaas is hij levensgevaarlijk mesjokke. En hij heeft Carina. Jij hebt deze plek hier gevonden. Heb je toevallig niet nog een ander hol gevonden waarin hij zich zou kunnen verschuilen?'
'Om deze hut hier te vinden was al lastig genoeg,' antwoordde Flagg hoofdschuddend. 'We zijn er nog hard mee bezig, maar met alle dekmantelfirma's die hij heeft opgezet, is dat niet zo eenvoudig. Wie is die Adriano?'
'Een wandelende nachtmerrie.' Austin hield zijn hand op. 'Ik heb je telefoon nodig.'
Zavala klom de cockpit van de helikopter in toen hij het 'La Cucaracha'-deuntje uit de zak hoorde waar zijn telefoon zat. Hij hield zijn mobieltje bij zijn oor en hoorde een bekende stem.
'Je neemt nog op, dus neem ik aan dat je 'm nog niet met Salomo's goud naar Mexico bent gesmeerd,' zei Austin.
Zavala schoot in een grinnikende lach. 'En Baltazar is waarschijnlijk doodziek geworden van die kwinkslagen van jou, want je maakt ze nog steeds.'
'Zoiets ja,' reageerde Austin. 'Heb je de mijn gevonden?'
'Ja. Geen goud, Kurt, maar we hebben er wel een andere schat gevonden. Het ontbrekende deel van de vellumkaart, in een kistje dat volgens het opschrift van Thomas Jefferson is geweest.'
'Jefferson dus weer! Dan laat ik het aan jou en Trout over om daar verder achteraan te gaan. Baltazar heeft Carina nog steeds. Kun je me Saxon even geven.'
Zavala gaf het mobieltje aan Saxon. 'Kurt,' zei hij, 'dit geloof je toch niet?'
Austin hield het kort. 'Ik wil er alles over weten, maar nu even niet. Baltazar heeft een boodschap voor me achtergelaten. Ik laat 'm je nu horen. Zodra je uit iets kunt opmaken wat hij van plan is, hoe subtiel ook, moet je me dat meteen laten weten.'
Austin drukte op de afstandsbediening van de televisie en hield de telefoon omhoog zodat Saxon Baltazars huiveringwekkende afscheidswoorden kon horen.
Het was even doodstil aan de andere kant van de lijn tot de stomverbaasde Saxon uiteindelijk reageerde. 'Denkt hij echt dat Carina een afstammelinge van Salomo is?'
'Kennelijk. Wat bedoelt hij met die verwijzing naar Baal?'
Saxon was snel van zijn verbazing bekomen.
'Hij zegt dat hij Carina aan Baal gaat geven. Dat kan maar één ding betekenen. Hij gaat haar aan de god Baal offeren! De klootzak! We moeten haar vinden voor het te laat is.'
'Jij kent de man langer dan ik. Heb je enig idee waar hij haar naartoe kan hebben gebracht?'
'Nee, niet direct.'
'Zijn bedrijf bezit een schip voor zijn huurlingen. Is dat een mogelijkheid?'
'Dan denk ik niet. Hij heeft het over familiewortels. Dat betekent vaste grond. Misschien bedoelt hij Spanje, waar de familie Baltazar zich na de kruistochten heeft gevestigd. Maar zijn voorouders hebben ook op Cyprus gewoond. Daar hebben ze heel lang een bloeiend bedrijf gehad. Het is Spanje of Cyprus. Daar durf ik mijn leven om te verwedden.'
'Wat is het, Saxon. Het gaat me nu even niet om jouw leven.'
'Sorry. Ehhh... wacht es. Nadat mijn boot in de fik was gestoken, heb
ik me in de familie Baltazar verdiept. Een geheimzinnig zooitje. Maar in de geschiedenis van de tempelridders heb ik verwijzingen naar hen gevonden. De familie had banden met de Tempelorde, maar die werden kennelijk verbroken of ze werden er door de overige tempelieren uitgezet. Het symbool van de orde was een stierenkop. De stier was een van de verschijningsvormen van de god Baal.'
De stierenkop!
Austin ging met zijn gedachten terug naar de helikoptervlucht die hij na de kaping van het containerschip met Joe had gemaakt. De heli was laag over een ertstanker gevlogen waarop ze voor het eerst het symbool met de stierenkop hadden gezien. Onder de naam van het schip stond de naam van de haven waar het schip geregistreerd was: Nicosia. Cyprus.
'Bedankt, Saxon. Je hebt me enorm geholpen. Zeg tegen Joe dat hij contact houdt.'
Austin verbrak de verbinding en vertelde de hoofdzaken van het gesprek aan Flagg.
'Cyprus,' zei Flagg. 'Dat is aan de andere kant van de wereld.'
'Niet ver van de Turkse kust. Als ik had geweten dat Baltazar daar waarschijnlijk nu weer naartoe gaat, was ik in Istanbul gebleven. Hebben jullie daar iemand?'
'We hebben daar iemand zitten die op het eiland is opgegroeid. En we hebben nog wat mensen in de regio. Ik zou een paar kerels kunnen optrommelen om dat heerschap op een warme ontvangst te trakteren.'
'Baltazar is levensgevaarlijk. Hij is niet iemand die zich zonder slag of stoot van zijn familiebestemming laat afhouden. Hij zal Carina doden voordat ook maar iemand de kans krijgt in zijn buurt te komen. Laat die mensen van jou hem opsporen en alleen in actie komen als het echt niet anders kan. Ondertussen kijk ik of ik een vliegtuig van de NUMA kan regelen. Dan heb ik maar een paar uur achterstand.' Austin schudde zijn hoofd. 'Helaas kan hij in die korte tijd een hoop onheil aanrichten.'
'Daarom zat ik te denken of je daar niet eerder dan hij zou kunnen zijn.'
Austin was niet in de stemming voor geintjes. 'Ik wist niet dat de CIA al over zulke geavanceerde teleportatieapparatuur beschikte.'
'Nee, zover zijn we nog niet. Ik dacht meer aan de Blackbird.' 
Uit zijn tijd bij de CIA kende Austin de in luchtvaartkringen gebruikelijke bijnaam voor de SR-71, een extreem snel en hoog vliegend toestel dat de CIA voor geheime verkenningsvluchten gebruikte tot het aan het eind van de jaren negentig door radiografisch bestuurde toestellen en satellieten werd opgevolgd. Het legendarische vliegtuig vloog in twee uur de Atlantische Oceaan over.
'Ik dacht dat ze de hele vloot Blackbirds met pensioen hadden gestuurd' zei hij.
'Dat is het verhaal naar buiten,' reageerde Flagg. 'We hebben er één bewaard voor het vervoer van personeel in noodgevallen.'
'Ik geloof dat we dit wel een noodgeval kunnen noemen,' zei Austin.
'Grote denkers zijn het altijd eens,' zei Flagg. Hij klapte zijn mobiel open. Hij werkte zich geduldig door de bureaucratische molen en stond nog druk te redeneren, toen ze het whoefff-whoefff van de rotorbladen van een helikopter hoorden.
Austin liep naar het balkon en zag twee helikopters boven het landhuis cirkelen.
'De cavalerie is gearriveerd' zei Austin.
Flagg stak de telefoon in zijn zak. 'Ik ben altijd voor de indianen geweest, maar omdat ik in een goede bui ben, maak ik een uitzondering. Ik heb zojuist met een héél hoge piet gesproken. Het was niet gemakkelijk, maar ik heb een eersteklasticket voor de Blackbird voor je.'
Dat was goed nieuws, maar Austin bleef realistisch. Hij stond tegenover een geweldige overmacht.
De blik in zijn ogen verhardde. Als Carina ook maar een haar was gekrenkt, zou Austin zich tot en met het kleinste vezeltje van zijn lijf nog maar aan één taak wijden. En dat was Baltazar voorgoed het zwijgen opleggen.