Ze had hoegenaamd geen ervaring in het assisteren bij een operatie. Toen ze bij de kliniek was komen werken, was ze nog maar net vijftien geweest, en het eerste halfjaar was haar werk beperkt gebleven tot de hokken schoonmaken, de afwas doen en baliewerk. Maar langzamerhand had Tracey haar aangespoord zwaardere taken op zich te nemen en te leren assisteren bij operaties. Connie ontdekte dat ze absoluut niet bang uitgevallen was. Ze durfde best dieren pillen te geven of zelfs een onderhuidse injectie toe te dienen. Maar operaties vond ze eng. Zowel Aisha als Brendan had benadrukt hoe belangrijk het was de verdoving goed in de gaten te houden, en ze hadden haar de noodhandelingen bijgebracht voor het geval een dier op de operatietafel slecht reageerde op de anesthesie. Maar de harde realiteit was heel anders: ingewikkelde beademingsslangen en wijzers van de monitoringapparatuur, en een haast verlammende angst dat het dier blauw zou aanlopen en in coma zou raken. Maar ze wist dat Aisha er helemaal niet mee geholpen zou zijn als ze daar angstig en paniekerig over deed. Aisha was net klaar met de laatste klant en Connie pakte uit haar brievenbakje een lijst die ze maanden geleden had getypt. Geholpen door Tracey had ze een overzicht gemaakt van alles waar ze bij een operatie aan moest denken. Ze haalde de operatiekit tevoorschijn die ze nodig zouden hebben, en handschoenen en een scalpel voor Aisha, en daarna legde ze de injecties voor het dier klaar.

Ze had altijd van dieren gehouden, maar toen ze klein was, hadden ze nooit een hond of kat gehad – daar waren haar ouders te vaak voor verhuisd. Maar haar tante was dol op poezen en Connie was het aristocratische karakter van die beesten ook gaan waarderen en bewonderde hun onafhankelijkheid en onbeschaamde luiheid. Geen sprake van dat ze Bart of Lisa ooit weg zou doen. Maar ze zou ook graag ooit een hond willen hebben. Een grote, lieve doedel van een hond waarmee ze lange wandelingen kon maken en die ’s nachts naast haar zou slapen.

De herdershond zat ineengekropen in een hoekje van het hok te janken. Zijn vochtige ogen stonden verdrietig. De hond rook bang, alsof hij zich zo dadelijk zou onder poepen en plassen. Connie keek even op het gele plakbriefje waar ze de voornaam van zijn bazinnetje en andere gegevens op had geschreven. De hond heette Clancy. Connie ging op haar knieën zitten, maakte het hok open en krauwde de hond zachtjes achter zijn oren. Stil maar, Clancy, fluisterde ze. Welwillend likte de hond haar hand. Ze trok hem naar zich toe, haalde met haar tanden de dop van de injectiespuit af en stak de naald in de dikke huid achter de nek van de hond. Het beest gaf geen krimp. Ze deed de dop terug op de naald, stak de spuit achter haar oor en haalde een andere uit de zak van haar uniform. De penicilline was dik en romig. Opnieuw stak ze een naald in de huid, maar dit keer jankte Clancy en trok hij zich terug in het hok, waardoor de dikke vloeistof over zijn vacht spoot.

‘Fuck.’

‘Je moet voorzichtig zijn als je penicilline toedient. Dat spul bijt.’ Aisha was binnengekomen en liep naar de tafel om een andere spuit te pakken. ‘Heeft hij iets binnengekregen?’

‘Ik denk het niet.’

Aisha gaf de spuit aan Connie. ‘Probeer het nog een keer. Ik houd hem wel vast.’

Connie vond zichzelf stom en was razend op zichzelf. Waarom voelde ze zich zo onzeker? Ze wist dat Aisha haar vertrouwde. Ze trok de huid van de hond omhoog, spande hem tussen haar duim en wijsvinger en stak de naald erin. De hond jankte, maar Aisha hield hem stevig vast. Connie gaf de hond de injectie. Het beest jankte nog een keer en kroop daarna weg in het hok. Aisha deed het deurtje dicht en liep naar de computer.

‘Wat is de achternaam van zijn baasje?’

Connie kromp ineen. Ze had de vrouw en Clancy nooit eerder gezien. En ze had niet gecheckt of ze al in hun cliëntenbestand zaten. Dat was het eerste wat ze had moeten doen. Stom, stom, stom. Ze werd zenuwachtig en raakte in paniek.

‘De hond heet Clancy Rivera. Ik heb niet in de computer gekeken. Sorry.’

Aisha keek naar het beeldscherm en toetste de naam in. ‘Het is al goed, ik heb hem gevonden.’

Connie slaakte een lange, diepe zucht.

De operatie verliep snel en voorspoedig. Connie keek bewonderend toe hoe Aisha haar werk deed. Binnen twintig minuten had ze het anesthesieapparaat afgezet en wachtten ze tot de hond bijkwam.

‘Rosie beweert dat Hugo dol op je is.’

Connie bloosde en er verscheen een brede grijns op haar gezicht. ‘Ik ben ook dol op hem.’

‘Nou, ik weet dat Rosie het enorm waardeert dat je haar helpt. Ze heeft het moeilijk.’

Connie keek op naar haar werkgeefster. Het was lastig uit te maken wat Aisha dacht, behalve wanneer ze ontstemd was: dan kneep ze haar mond samen tot een smal streepje. Dat was de gezichtsuitdrukking waar ze in de kliniek allemaal bang voor waren, het gezicht waar Brendan en Tracey grapjes over maakten als Aisha weg was, maar meestal lief bedoeld en niet gemeen. Connie voelde zich heel jong, maar was ook trots dat Aisha, die veel ouder was, haar in vertrouwen nam. ‘Ja, Gary en zij hebben vaak ruzie, hè?’ stamelde ze.

Aisha’s mond vertrok meteen. De zure-melkblik, zoals Brendan dat noemde. Heel even was Connie bang dat ze dat van Aisha niet mocht zeggen, maar toen besefte ze dat Aisha Gary helemaal niet mocht.

‘Dat hebben ze altijd al gedaan. Of liever gezegd: dat heeft híj altijd al gedaan. Gary is zo’n onzekere man met een grote bek die met iedereen ruzie maakt omdat niemand hem wil optillen om zijn kont voor hem af te vegen.’

Connie aaide de hond zachtjes. Hij kwam bij en begon op de beademingsslang te knauwen.

Aisha haalde die er snel uit. ‘Die rechtszitting die binnenkort is, vreet aan haar. Ze kan nergens anders meer aan denken. Ik wou dat ze haar lieten weten wanneer die is.’

‘Het is vreselijk wat er is gebeurd. Hij had Hugo nooit mogen slaan.’

‘Vind je?’ Aisha stelde de vraag op vlakke, neutrale toon. Weer had Connie geen flauw benul wat Aisha dacht. Ze liep naar de gootsteen en begon de instrumenten schoon te maken terwijl Aisha de herder in zijn hok stopte. Wat dacht ze?

‘Een volwassene heeft het recht niet een kind te mishandelen, dat vind ik ervan.’ Ze stond versteld van de felle woede die in haar trillende stem doorklonk. Dat was precies wat ze ervan vond, precies. Volwassenen mochten kinderen geen pijn doen, ze moesten met hun handen van hen afblijven.

Aisha stond nu ook bij het aanrecht. Ze droogde de instrumenten voor Connie af en legde ze neer op een doek. Connie keek haar even aan. ‘Vind jij ook niet?’ De golf van verontwaardiging was weg. Ze schaamde zich voor de zielige onzekerheid die ze in haar stem hoorde.

‘Ik vind het niet kunnen, een kind slaan. Maar ik vind ook dat Hugo die dag tot de orde geroepen had moeten worden, hij ging veel te ver. En ik vind dat Harry gevaarlijke driftbuien heeft die hij moet leren beheersen. Maar hij heeft zijn excuses aangeboden en Gary en Rosie hadden die naar mijn mening moeten accepteren en het er verder bij moeten laten. Niemand heeft zich fraai gedragen.’ Aisha legde de operatie-instrumenten keurig gerangschikt naar grootte op de doek. ‘Maar uiteindelijk is Hugo een kind en Harry volwassen. Harry had zich moeten beheersen. Hij is verantwoordelijk.’

Connie had zoveel te vragen. Ze wilde weten wat Hector ervan vond. Hadden ze er na de barbecue de hele avond ruzie over gemaakt? Hoe zouden ze hebben gereageerd als het Adam of Melissa was geweest? Connie voelde een warme, aangename gloed over haar schouders en hals glijden. Ze vond Aisha geweldig, ze was zo aardig en vriendelijk voor haar, zo sexy en slim. Mijn god. Was zij maar als Aisha. En ze had haar zulke kwetsende, beschamende dingen aangedaan. Ze probeerde zich in te houden, maar plotseling schoot ze vol en hapte ze naar adem. Boos wreef ze in haar ogen.

‘Connie, wat is er?’ Aisha sloeg een arm om haar heen. Connie omhelsde haar en opgelaten probeerde ze zich daarna los te maken. Ze voelde zich een dom, jong wicht. Ze vermoedde dat Aisha haar ook wel weer graag los wilde laten.

‘Sorry, ik stel me aan.’

Aisha vouwde de doek dicht. Het werd een nogal rommelig, mislukt geheel.

‘Tracey maakt altijd zulke nette operatiekits. Ik heb geen benul hoe ze dat doet.’

Connie lachte. ‘Ja, ze beweert altijd dat dierenartsen er hopeloos slecht in zijn. Maar maak je geen zorgen, ik weet hoe het moet.’

Aisha gaf haar een knipoog. ‘Je was vandaag geweldig, lieverd. Dat waardeer ik enorm.’ Teder streek ze een blonde lok voor Connies oog weg. ‘Je hoeft je niet te schamen voor zulke heftige gevoelens. Geneer je vooral niet dat je je zo opwindt en boos maakt over dingen die volwassenen doen. Dat is juist het mooie van jong zijn. Het wordt pas een probleem als je aanmatigend begint te worden.’

Was dat het probleem met haar? Dat ze aanmatigend was? Wat betekende dat? Ze wist niet wat de definitie precies was, maar het klonk alsof het op haar sloeg. Ze vond het alleen geen prettig woord. Het klonk ernstig, als een last die te zwaar was om te dragen.

‘Maar volgens mij hoef jij daar helemaal niet bang voor te zijn.’

Aisha zette haar af bij het huis van Rosie. Het was even na vijven. De voordeur stond open en Connie liep via de hal, de keuken en de aangebouwde serre, die altijd bedompt leek te ruiken – zelfs hartje zomer, als het tijden niet had geregend – de achtertuin in. Richie lag languit op het gras en toen hij haar zag, grijnsde hij en gaf haar daarna een knipoog. Hugo kroop, half verscholen tussen de hoge staken van de tuinbonen, rond in het rommelige moestuintje. Hij deed alsof hij haar niet zag.

‘Wat zijn jullie aan het doen?’ Ze ging naast Richie op het gras zitten. Zijn zwarte Eminem-sweatshirt spande strak om zijn borst en ze ving een glimp op van zijn krijtwitte platte buik. Enkele koperkleurige krulletjes verdwenen in zijn broek. Ze was moe en wilde hem toesnauwen: Ik wil je schaamhaar helemaal niet zien, man. Verward en met een zekere walging richtte ze haar aandacht op Hugo.

‘Hé, Huges, wat ben je aan het doen?’

‘Hij zoekt geld.’

‘Ligt daar dan een schat begraven?’ Hugo verwaardigde zich niet eens antwoord te geven op haar stomme vraag en maakte zijn minachting kenbaar door met zijn tong te klakken.

‘Ik heb een paar muntjes de moestuin in gegooid. Hugo is daar nu naar op zoek.’ Richie ging op zijn buik liggen, schermde zijn ogen af tegen de lage winterzon en keek haar aan. ‘Was het heel erg?’

‘Nee, het ging best.’ Connie deed haar ogen dicht, leunde achterover en voelde de laatste warmte van de ondergaande zon op haar gezicht en armen. Ze merkte dat ze nog steeds naar de kliniek rook: naar de scherpe, chemische geur van ontsmettingsmiddel en de dierlijke geur van honden en katten. Over een paar uur moest ze klaar zijn voor het feest. Ze had zin in een schandalig lange warme douche.

‘Ga je naar het feest?’

Richie knikte verveeld. Hij ging weer op zijn rug liggen. Er klonk een opgewonden gilletje en Hugo dook op uit het moestuintje met een gouden dollar in zijn hand.

‘Gevonden,’ riep hij uit.

‘Dank je, knul. Geef maar hier.’

Hugo negeerde Richie. Hij stopte het muntje in zijn zak en rende naar zijn groen-gele voetbal. ‘Balletje trappen,’ zei hij.

De tieners keken elkaar even aan.

‘Balletje trappen,’ drong Hugo aan, iets luider dit keer.

Richie geeuwde en schudde zijn hoofd. ‘Ik ben moe, Huges, ga maar met Connie spelen.’

Ze had hem haast een mep verkocht. Zij had gewerkt, hij niet. Toch kwam ze overeind.

‘Nee, dat is een meisje. Ik wil met jou spelen,’ pruilde Hugo.

Grinnikend liet Connie zich weer op het gras vallen en stak haar tong uit naar Richie. ‘Je hoort het, jij bent de jongen. Jij moet met hem spelen.’

In de warme gloed van de ondergaande zon lag ze met gesloten ogen te luisteren naar het doffe gebons van de bal die Hugo en Richie heen en weer schopten. Ze was verliefd geworden op Melbourne toen ze voor het eerst de late herfst in die stad had meegemaakt, toen de bittere kou op afstand werd gehouden door de krachtige Australische zon. De Engelse zon was zwak. Ze deed haar ogen niet open: ze wist dat Richie en Hugo veilig in de tuin waren. Net alsof ze getrouwd waren, dacht ze, alsof Hugo hun kind was, deze achtertuin van hen was en ze een gezinnetje vormden. Misschien zou de toekomst er zo uitzien. Natuurlijk kon Richie niet haar man zijn. Ze kon zich überhaupt geen voorstelling maken van een echtgenoot. Niet als dat niet Hector kon zijn. Ze hoorde Hugo lachen en daarna voelde ze een scherpe pijn in haar zij, toen de bal tegen haar aan knalde. Het deed venijnig zeer.

‘Rotzakken.’

De jongens lagen dubbel en lachten hysterisch om haar woede. Ze rende naar Hugo, tilde het joch, dat een en al spartelende armpjes en beentjes was, op en droeg hem naar de vijver. Een grote goudvis hapte loom aan het wateroppervlak. Toen hij hun schaduw zag, schoot hij de modderige diepte in en verdween uit zicht.

‘Ik laat je erin vallen.’

‘Nee,’ krijste het joch, wild schoppend met zijn benen.

‘Zeg dat het je spijt.’

‘Nee!’

‘Zeg het.’

‘Nee!’

‘Dan ga je erin.’

Vervolgens drukte ze hem tegen zich aan, gaf hem een kusje en hij sloeg zijn armen om haar hals. Met zijn mond vlak bij haar oor fluisterde hij: Het spijt me. Zijn huid was warm en bezweet, de zoete geur van moedermelk vermengd met een zweempje aarde. Ze wreef met haar gezicht door zijn haar.

‘Zo te zien heeft hier iemand een geweldige middag gehad.’

Hugo liet Connie los en zij zette hem op de grond, waarna hij naar zijn moeder rende, die hem in haar armen opving. Rosie ging op een van de afgedankte keukenstoelen zitten die her en der in de achtertuin stonden; het ooit felrode kunststof was verbleekt tot lichtroze. Hugo stortte zich op zijn moeders boezem en Rosie gaf hem de borst.

Richie speelde nog steeds met de voetbal; hij liet hem van zijn voet op zijn hoofd stuiteren, van zijn hoofd op zijn knie, en van zijn knie weer terug op zijn voet. Hugo liet de tepel van zijn moeder los en keek naar hem.

‘Dat wil ik ook leren,’ riep hij naar Richie, die hem wenkte. Hugo liet zich uit de armen van zijn moeder zakken en rende naar Richie toe.

‘Volgens mij heeft Richie me van de troon gestoten.’ Rosie deed haar beha dicht. ‘Misschien maar goed ook. Wil je thee, lieverd?’

‘Laat maar, die zet ik wel.’ Ze riep naar Richie: ‘Wil jij iets drinken?’ Haar vriend schudde zijn hoofd. Hij probeerde Hugo te leren recht vooruit te schieten. Tot Hugo’s grote frustratie lukte het hem maar niet zijn bewegingen te coördineren. Geduldig liet Richie het hem steeds opnieuw proberen. Steeds opnieuw. Richie kon goed met kinderen overweg. Dat konden ze allebei.

De luxaflex in de keuken was naar beneden en het vertrek was donker en koel. De ontbijtbordjes stonden nog opgestapeld in de gootsteen. Connie deed het licht aan en zette de fluitketel op het vuur. Ze hoorde de jongens spelen en Rosie lachend haar zoontje aanmoedigen. Connie glipte de zitkamer in en liep naar de boekenkast. Schuldbewust keek ze even om en ze probeerde de lelijke clown aan de muur te negeren toen ze het fotoalbum pakte. Ze bladerde door de foto’s: jonge mannen en vrouwen op het strand. Ze wilde nog één keer kijken. Een lege rechthoek staarde haar aan. De foto van Hector was weg.

Ze voelde zich licht in het hoofd worden en had het plotseling koud. Het was net een droom. Ze stond kokend water in de theepot te schenken. Wanneer had de ketel gefloten? Wanneer was ze teruggegaan naar de keuken? Ze hoorde Richie lachen en er golfde woede door haar heen. Ze zei niets toen ze Rosie een kopje thee aangaf.

‘Alles goed, Con?’

‘Alleen moe, het was een zware dag.’

‘Aish mag je heel graag, wist je dat? Ze vertrouwt je. Ze heeft gezegd dat ze denkt dat je een heel goede dierenarts zou zijn.’

Connie begreep niets van haar emoties. De woede op haar vriend, het schuldgevoel. Het voelde alsof ze werd vergiftigd en ze haar best moest doen om frisse lucht in haar longen te krijgen. De dag die een paar minuten geleden nog zo volmaakt had geleken, was verpest, helemaal verpest. Ze haatte zichzelf en ze haatte Richie.

Ze dronk haar thee te snel op waardoor ze haar tong verbrandde. ‘Ik moet weg.’

Richie gooide de voetbal naar Hugo. ‘Tijd dat ik naar huis ga, knul.’

Hugo begon te huilen. Ze wilde weg uit dit huis, weg van jongens en hun stomme, kinderachtige balspelletjes. Richie liet zich op zijn knieën vallen en probeer het huilende jongetje te troosten.

‘We spelen nog wel een keer, mannetje. Over een paar dagen.’ Richie lachte naar haar. ‘Ja toch, Connie?’

Ze wilde zeggen: Nee, ik moet leren, ik heb geen tijd. Als jij met Hugo wilt spelen, regel je dat godverdomme zelf maar. Ze zweeg.

Hugo veegde zijn tranen weg. ‘Beloofd?’

‘Beloofd.’ Hugo sloeg zijn armen stevig om Richie heen en rende daarna naar Connie.

‘Beloofd?’

Ze aarzelde. Hij keek haar met zijn blauwe ogen recht aan. Ze pakte hem beet en kuste hem. ‘Beloofd.’

Hij zweette. Hij rook naar jongen, hij rook net als Richie.

Ze liepen door het park. Ze zweeg bewust, haar gezicht stond strak, maar Richie leek niets in de gaten te hebben. Neuriënd liep hij naast haar. Ze ergerde zich dood.

‘Hou op.’

‘Waarmee?’

‘Het klinkt vals.’

‘Wat heb jij nou?’

‘Val dood.’

‘Val zelf dood.’

Midden op het pad bleef ze staan. Een jongeman met kort, grijs stekelhaar, een stuk of vijf ringetjes in de schelp van zijn rechteroor en het uiterlijk en air van een popster liep achter een kinderwagen. Naast hem huppelde een klein meisje aan zijn hand. Ze babbelde honderduit, iets over school, en Connie deed een pas opzij om hen langs te laten. Richie had zich omgedraaid en keek de man na die op zijn dooie akkertje wegslenterde.

Natuurlijk. Het was zo’n mietje.

Richie draaide zich naar haar om. Hij glimlachte niet meer. ‘Wat is er aan de hand, Con?’

Ze kreeg geen woord over haar lippen. Hij kwam naar haar toe en sloeg een arm om haar schouders. Die duwde ze weg.

‘Wat heb je toch?’

‘Jij hebt die foto gejat, hè?’

Hij trok bleek weg, liep daarna dieprood aan, bloosde tot in zijn hals en floot zachtjes, een raar geluidje, waardoor hij klonk als een bang vogeltje. Ze kon hem wel slaan.

‘Ik weet niet waar je het over hebt.’

Hij loog, godverdomme.

‘Jij hebt die foto gejat.’ Dat stond voor haar als een paal boven water. Hij was schuldig en laf: hij had gelogen. Met grote boze passen liep ze verder over het pad. Hij probeerde haar bij te houden.

‘Connie, wat heb ik dan verkeerd gedaan?’

Ze weigerde antwoord te geven. Haar ogen werden vochtig en ze zette haar nagels in haar handpalm, vastbesloten niet te huilen. Maar ze kon ze niet tegenhouden, die stomme tranen kwamen toch. Toen Richie haar arm vastpakte, probeerde ze zich los te wurmen, maar hij greep haar nog steviger beet.

‘Als je me niet loslaat, ga ik gillen.’

Ze waren aan de rand van het park; het station aan de overkant van de straat baadde in het felle schijnsel van de straatlantaarns in Hoddle Street. In de verte kwam een trein aan. Richie, die haar arm nog steeds stevig vasthield, keek naar rechts en trok haar toen rennend mee de straat over, naar de vluchtheuvel. Ze dacht erover hem te schoppen en er dan vandoor te gaan. Maar de tranen kwamen nu echt en haar lichaam leek willoos, miste alle kracht. Richie wachtte tot er een gaatje in het verkeer kwam en toen renden ze naar de overkant. Hij trok haar mee onder de spoorbrug door, duwde haar door een gat in het hek en sleurde haar de spoorbanen over. Ze hoorde de trein aankomen en heel even dacht ze: dadelijk struikel ik en dan word ik overreden door de trein. En dat moet hij dan aanzien. Dan is het zijn schuld en zal hij dat zijn hele leven met zich mee moeten dragen. In een flits zag ze haar begrafenis voor zich, het verdriet en de vertwijfeling op zijn gezicht. Het zou zijn verdiende loon zijn als hij haar dood op zijn geweten had. Hij trok haar het talud op, pootte haar neer op een blok steen en ging naast haar zitten. Haar arm deed pijn op de plek waar hij haar had vastgehouden. De trein denderde voorbij, en ze zagen hem afremmen toen hij het station naderde.

Op het moment dat ze zich naar Richie omdraaide, met de bedoeling hem uit te schelden en te zeggen dat ze hem haatte, zag ze dat hij ook huilde. Plotseling was ze doodsbang. Ze wilde het goed maken, een einde maken aan die verwarring van schaamte, angst en verdriet waaraan ze ten prooi was gevallen. Ze wilde het laatste halfuur uitwissen. Ze wilde weer in de tuin zijn, samen met hem, languit in de zon liggen en luisteren naar het gebons van de bal. Ze haalde heel diep adem en begon toen echt te huilen, haar hele lichaam schokte. Geschrokken sloeg Richie een arm om haar heen. Ze wilde het goed maken, wilde dat het allemaal ergens goed voor was.

‘Hector heeft me verkracht.’

De woorden werden gesmoord door haar gesnik en ze moest ze herhalen. Geschokt liet Richie zijn arm van haar schouder vallen en legde zijn hand daarna onbeholpen terug om haar te troosten. Haar gesnik nam af. Het leek net een film. Alsof zij boven hen beiden zweefde, naar beneden keek en de scène regisseerde.

‘Wanneer?’ Richie keek verbijsterd en zag helemaal bleek. ‘Hoe, ik bedoel…’ Hij aarzelde, slikte en probeerde het nog eens. ‘Vertel me wat er is gebeurd, Con.’

Plotseling was ze in de war. Ze wilde niets meer zeggen. Ze wilde geen vragen, daar was ze niet op voorbereid.

Huiverend haalde ze adem. ‘Ongeveer een jaar geleden. Hij bracht me naar huis van mijn werk. Het is in zijn auto gebeurd.’ Nu ze was begonnen, kon ze ineens de hele herinnering fantaseren. Ze liet de woorden gewoon uit haar mond stromen. Het was afgelopen winter, het hoosde. Hij was Aish komen ophalen en had haar een lift naar huis aangeboden. Hij zette eerst Aish af en zei toen dat hij haar thuis zou brengen. Alleen reed hij naar het botenhuis, parkeerde de auto en begon haar te zoenen. Ze wilde schreeuwen, maar hij hield zijn hand op haar mond. Zijn handen betastten haar benen en gingen vervolgens omhoog naar haar kut. Plotseling was hij in haar. Het had pijn gedaan, maar ze kon niet gillen. Ze had in zijn hand moeten bijten. Had ze hem maar in zijn hand gebeten. Ze wist niet waarom ze dat niet had gedaan. Hij had haar geneukt en dat had pijn gedaan. Hij had haar hals en borsten gekust. Hij was klaargekomen en daarna had hij een sigaret opgestoken. Zijn gulp stond nog open. Haar slipje zat nog om haar knieën. Ze bloedde. Maar ze had om een sigaret gevraagd. Hij had gezegd dat hij van haar hield. Hij had gezegd dat als ze het iemand zou vertellen, dat voor Aish en hem het einde zou betekenen. Hij bleef maar herhalen dat hij van haar hield. En zij had gezegd dat ze, als het nog één keer zou gebeuren, linea recta naar de politie zou gaan. Ze zei dat hij een schoft was. Ze zei dat ze hem haatte.

‘Hij bleef maar zeggen: Ik hou van je. Telkens weer. Ik werd er niet goed van.’ Richies hand lag warm en klam op de hare. Het meisje boven hen, het meisje dat alles aanschouwde, het meisje dat de film regisseerde, was het meisje dat alles was overkomen. Het was echt.

Connie wilde haar hand onder die van Richie vandaan trekken, maar wist niet hoe ze dat moest doen. Toen Richie als eerste zijn hand weghaalde, slaakte ze een zucht van opluchting.

‘Heb je het iemand verteld?’

‘Nee. Dat kan ik niet. Ik wil niet dat Aish het te weten komt.’

‘Ze móét het weten.’

Hij mocht niets zeggen.

‘Ik kan er met niemand over praten, alleen met jou.’ Ze jammerde nu bijna en was doodsbang. ‘Je mag het aan niemand doorvertellen, Rich, aan niemand, nooit.’

Richie zweeg.

Ze raakte in paniek.

‘Je móét het beloven, Rich. Je móét het beloven, dat móét,’ schreeuwde ze. Hugo gedroeg zich ook altijd zo als hij zijn zin niet kreeg. Haast radeloos. ‘Je móét het beloven!’

‘Oké, beloofd.’ Het klonk mokkend.

‘Echt?’

Hij keek angstig, verdrietig en verward. ‘Echt.’

Hand in hand liepen ze naar huis.

‘Je ziet er geweldig uit.’

Connie trok een grimas toen haar tante dat zei. De badkamer was piepklein: een oud bijgebouwtje dat ooit amateuristisch bij het huis was getrokken. Het meedogenloze licht van het kale peertje aan het plafond leek alle ongerechtigheden van haar huid te benadrukken. Ze tuitte haar lippen en raakte met het puntje van haar tong de lippenstift aan die ze net had opgedaan. Tasha leunde tegen de deurpost. Connie stond in haar onderbroek, haar haar was nog nat van de douche. Ze had een oude sweater aangetrokken tegen de kou.

‘Nee, niet. Ik zie er niet uit.’

Lachend kwam Tasha de badkamer binnen en ging achter Connie staan. ‘Ik zei dat je er mooi uitziet en dat is echt zo. Wat trek je aan?’

‘Mijn spijkerbroek. En een T-shirt, denk ik.’

‘Ik vind dat je iets moois moet aantrekken.’

‘Tash,’ kreunde Connie. ‘Het is maar een feestje.’

‘Precies, een feest, en waarschijnlijk het laatste feest voor je eindexamen, voor je klaar bent met school. Je hebt zo hard gewerkt, je hebt recht op een schitterende avond. Bewaar die spijkerbroek en dat T-shirt maar voor als je aan het einde van het schooljaar gaat stappen en beesten. Vanavond moet je je optutten, vind ik.’

Connie bestudeerde het gezicht van haar tante in de spiegel. Tasha droeg een vormeloze, door de motten aangevreten, lichtgroene trui op een verschoten, grijze joggingbroek. Ze had geen make-up op en haar haar, dat los hing, zat slordig.

‘Wat ga jij vanavond doen?’

‘Ik blijf thuis. Ik bestel iets te eten en ga naar The Bill kijken.’

Connie beet op haar onderlip. Er bleef wat lippenstift op haar tanden zitten, zachtjes wreef ze het weg. ‘Dat klinkt nou niet echt leuk.’

Tasha lachte. ‘Lieverd, geloof me nou maar, daar heb ik al de hele week naar uitgekeken.’

Connie geloofde er niets van. Ze wist zeker dat Tasha veel liever met vriendinnen naar de kroeg was gegaan of misschien een date zou hebben gehad. Het was lang geleden dat haar tante uit was geweest met een man. Jaren. Connie draaide zich om en sloeg haar armen om haar tante. Verrast drukte Tasha haar nichtje stevig tegen zich aan.

‘Bedankt, Tasha.’ Connies woorden werden gesmoord. Haar gezicht verdween in de dunne wol van haar tantes trui. De wol was zacht en warm, de haartjes kriebelden tegen haar wangen. De trui rook naar Tasha, naar haar parfum dat in de verte deed denken aan appelcider, en naar sigaretten. Hij rook lekker.

‘Waarvoor?’

Connie kon niet antwoorden. Toen haar vader in het ziekenhuis lag, niet lang voordat hij in coma raakte, in de weken dat hij de ene keer helder was en dan weer wegzakte, had hij gezegd: Je zult vast dol zijn op Tasha. Aan de rest van mijn familie zul je de pest hebben, dat zul je klootzakken vinden, maar op Tash zul je dol zijn. Dat was niet helemaal waar geweest. Haar opa en oma kon je echt geen ‘klootzakken’ noemen, en zelfs van haar oom kon je dat niet zeggen. Er zijn nog andere woorden met een k, pap. Kleingeestig, klagerig en misschien zelfs een beetje karakterloos: tot op de dag van vandaag konden ze woorden als aids en biseksueel niet in de mond nemen, durfden ze er niet voor uit te komen wat zijn geaardheid was geweest en waaraan hij in werkelijkheid was gestorven. Maar het waren beslist geen ‘klootzakken’.

‘Ik versta je niet, liefje.’

‘Bedankt dat je voor me zorgt. Bedankt dat je alles voor mij hebt opgegeven.’ Al op het moment dat ze dat zei, wist ze dat haar tante razend zou worden. Ze wist dat ze zich wentelde in zelfmedelijden en wilde horen dat er iemand van haar hield. Dat wist ze heel goed, en toch had ze het gezegd. Ze wilde armen om zich heen voelen, gerustgesteld worden.

‘Ik heb godverdomme helemaal niets voor jou opgegeven, Con. Waar heb je het in godsnaam over?’

‘Ik bedoelde alleen maar dat…’

‘Ik weet precies wat je bedoelt. Het mag jou misschien vreemd in de oren klinken, maar er komt een moment in je leven waarin jij er ook naar uitkijkt om op zaterdagavond thuis te blijven en tv te kijken. Lekker onderuitzakken heet dat. Ik breng je groot. Dat vind ik leuk. En dat weet je.’ Haar tante draaide zich om en beende de hal in. ‘Dat was een misselijke rotopmerking van je,’ riep ze over haar schouder.

Onwillekeurig lachte Connie toen ze zichzelf in de badkamerspiegel zag. Ze liep de zitkamer in, waar haar tante op de bank was neergeploft en de tv had aangezet. Connie ging op de armleuning van de bank zitten.

‘Wat vind jij dan dat ik vanavond moet aantrekken?’

Tasha negeerde haar even en staarde strak naar de beelden die op tv langsflitsten. Connie keek er ook naar. Iets over bommen, ergens aan de andere kant van de oceaan. Ze pakte de afstandsbediening en zette de tv uit. Ze keek weer naar Tasha, die haar best deed niet te lachen. Connie boog voorover en kietelde haar tante zachtjes in haar zij.

Tash kromp lachend ineen. ‘Niet doen!’

‘Wat moet ik aantrekken?’

‘Iets elegants. Iets verfijnds. Niet die vreselijke merksportkleding.’

‘Geen logo. Gruwelijk. Cool.’

‘Praat toch alsjeblieft niet als een tiener.’

‘Maar ik bén een tiener.’

‘Ja, een uitzonderlijk intelligente tiener. Ik heb een hekel aan jullie manier van praten. Wat is er in godsnaam mis mee om een zin af te maken?’

En toen moest Tasha weer lachen. Nog harder dan daarnet.

Connie keek haar verbluft aan. ‘Wat valt er te lachen?’

Tasha streelde Connies wang even. ‘Wat we waren en wat we worden, lieverd.’ Ze stond op van de bank. ‘Blijf zitten.’

Tasha kwam terug met een grote stapel kleren in haar armen. Connie zag een waaier van stoffen. Een zwart met rood vest, fijntjes geborduurd met glinsterende robijn- en saffierkleurige kraaltjes, een lange rok van mohair met aan één kant grote zilveren knopen. Er zat zelfs een hoed bij, gemaakt van een dik ivoorkleurig materiaal, in de vorm van een tulband, maar bovenaan liep hij ineens taps toe in een scherpe, schuine hoek.

‘Waar komen die vandaan?’ Connies stem klonk schel van opwinding.

‘Ze zijn van mij.’

‘Heb jij die gedragen?’

‘Ik heb ze zelf gemaakt. Geen logo.’ Tasha lachte. ‘Is dat gruwelijk genoeg voor je?’ Ze legde de kleren op de bank. ‘Het is trouwens niet waar dat we geen label hadden. Dat hadden we wel. Nietzsche. Wat een pretenties, hè?’

Connie hield een rokje op dat deel uitmaakte van een donkergrijs mantelpakje. De rok en het jasje waren van dezelfde grove wol. Ze reageerde niet op de opmerking van haar tante.

‘Het was begin jaren tachtig. Toen sloeg het ergens op: de nucleaire winter en zo. We luisterden allemaal naar Public Image en Joy Division.’ Tasha lachte om haar nichtje, dat zo verrukt was van de kleren. ‘Waarschijnlijk heb je geen idee waar ik het over heb.’

‘Wel. Pap was gek op Joy Division.’ Connie pakte een lange rok en hield die voor haar heupen. ‘Sommige nummers van ze vind ik goed. Ze zijn alleen een beetje duister.’

‘Daar is niks mis mee. Beter dan die wollige pop waar jij en je vrienden naar luisteren.’ Tasha griste de rok uit haar handen. ‘Die kun je niet aan, lieverd, die is veel te plechtig.’

Connie pakte een ander jurkje. Het was een simpel ontwerp, een strapless jurkje tot op de knie, met een lijfje waar twee ruitvormige satijnen stukjes in waren gezet. Het was van heel fijne, lichte, witte katoen met een vage lichtblauwe gloed.

Connie hield hem voor. ‘Deze kan ik zeker niet aan, hè?’

‘Natuurlijk wel. Hij zal je fantastisch staan.’

‘Dat kan niet.’ Connie rende naar haar slaapkamer en ging voor de spiegel staan. Ze keek naar het jurkje tegen haar huid. Haar tante, die achter haar aan was gekomen, bleef in de deuropening staan. Toen Connie zich omdraaide, leek ze zo van streek dat Tasha naar haar toe snelde.

‘Dat kan niet.’ Deze keer jammerde Connie.

Tasha ging er niet op in. Ze zei niets. In plaats daarvan duwde ze haar nichtje met zachte hand op het bed en keek de kamer rond.

‘Ik heb een borstel en haargel nodig.’

Connie wees naar haar sporttas op de grond. Tasha rommelde erin en vond wat ze zocht. Ze ging weer op het bed zitten, kneep wat gel in haar handen, wreef ze over elkaar en werkte de gel door Connies haar. Geen van beiden zei iets. Daarna borstelde Tasha Connies haar naar achteren: ze deed dat met zoveel kracht dat Connies gezicht vertrok.

‘Ik borstel het glad naar achteren. Dat is de look die bij de jurk hoort. Of je moet willen kijken hoe de hoed je staat?’

Connie reageerde geschrokken. ‘Ik heb helemaal niets met hoeden.’

‘De trieste teloorgang van de beschaving. Maar wie ben ik om er iets van te zeggen? Maakt niet uit. Ik draag ze ook niet meer nu ik een hippie ben.’

‘Jij bent geen hippie.’

‘Ik bedoel het niet denigrerend. Trek dat jurkje aan.’

Connie deed voorzichtig haar trui uit en stapte behoedzaam in het jurkje. De stof voelde koel aan op haar huid, het jurkje zat haar als gegoten. Ze keek in de spiegel. Op haar linkerschouder had ze een moedervlek. Die was te zien. Ze had te veel zomersproeten op haar neus. Haar borsten leken enorm. En haar benen waren te dik. Ze zag het allemaal, maar het deed er niet toe. Ze had er nog nooit zo mooi uitgezien. Ze voelde zich geweldig, ze voelde zich net een filmster, een fotomodel, ze voelde zich ouder en geraffineerder dan ooit. Ze kon niet wachten tot Jenna en Tina haar zouden zien. Ze stelde zich Richies reactie voor, hoe hij vol bewondering naar haar zou kijken, en toen moest ze lachen. Ze zou de hele avond rechtop zitten. Ze zou volwassen zijn in deze jurk. Vanavond kon ze niet zomaar doen waar ze zin in had, kon ze geen tiener zijn. Ze zou moeten uitkijken met eten en drinken. En ze moest goed kijken waar ze ging zitten. Er waren talloze dingen waar ze voorheen op een feestje nooit op had hoeven letten, maar dat maakte niet uit. Het maakte niet uit, omdat ze er nog nooit zo mooi had uitgezien. Zwierend draaide ze weg van de spiegel en keek naar haar tante, die op bed zat.

‘Tash, wat vind je ervan?’ Haar stem klonk als die van een klein meisje: enthousiast, weifelend en opgewonden.

Haar tante stond op van het bed en sloeg haar armen om haar heen. ‘Ik vind dat je er ongelooflijk mooi uitziet. Prachtig.’ Ze bekeek haar nichtje van top tot teen. ‘Alleen moet je fellere lippenstift opdoen.’ Ze wees naar Connies voeten. ‘En die sportschoenen kunnen echt niet onder die jurk.’

Connies gezicht betrok. ‘Ik heb geen andere schoenen.’

‘Nou, dan mag je blij zijn dat we dezelfde maat hebben. En nog blijer dat ik, ook al ben ik een oude hippie, het nooit over mijn hart heb kunnen verkrijgen mijn oude schoenen weg te gooien.’

Connie omhelsde haar tante. ‘Ik heb nooit geweten dat je zoveel talent had.’

‘Had ik ook niet.’

Connie schudde ongelovig haar hoofd. Ze wees naar de jurk. ‘Hier moet je talent voor hebben.’

‘Ik heb alleen de spullen bewaard waarvan ik vond dat ze ermee door konden. Vier jurkjes, een paar vestjes en wat bloesjes. Het is niet zoveel. Ik was niet degene met het talent.’

Connie wilde haar weer tegenspreken, maar Tasha legde een vinger op Connies lippen. ‘We hadden er zo’n lol in, lieverd. Door de week maakten Vicky en ik kleren en die verkochten we dan op zondag op de Victoria Market. Zij was degene met talent. Het was leuk, maar ik had het niet in me.’ Tasha trok voorzichtig de jurk goed. ‘Maar op deze creatie ben ik vanavond trots. Hoe laat moet je bij Jenna zijn?’

‘Halfacht.’

‘Ik laat Thais eten bezorgen door dat tentje in Station Street. Wil jij ook?’ Conny schudde haar hoofd. ‘Ik heb nog geen trek. En er zal wel iets te eten zijn op het feest. Mevrouw Athanasiou heeft altijd bergen eten.’

‘Zorg in elk geval dat je wat eet. Ik wil niet dat je mijn jurk onderkotst.’

‘Getver, natuurlijk niet.’

Tasha stopte haar nichtje veertig dollar toe. Connie protesteerde en wilde het geld teruggeven. ‘Dat heb ik niet nodig. Ik heb afgelopen week mijn loon gekregen.’

‘En je drinkt geen whisky in die jurk. Beloofd?’

Connie knikte. ‘Beloofd.’

‘Ik zal schoenen voor je halen die er precies bij passen.’

Connie stond voor de spiegel. Kon Hector haar maar zien. Misschien konden ze onderweg naar Jenna even bij hem langsgaan. Het was dezelfde kant op. Ze zou een smoes kunnen verzinnen, dat ze niet naar het rooster had gekeken en zich afvroeg wanneer ze weer moest werken. Ze zag voor zich hoe Hector open zou doen en hoe hij naar haar zou kijken. Hij zou haar terug willen. Ze deed haar ogen open. Nee, Aisha was degene die er geweldig uit zou zien in deze jurk. Aisha’s donkere huid zou prachtig uitkomen tegen de albastkleurige stof. Ze liep weg van de spiegel. Ze leek wel een klein meisje dat een verkleedpartijtje hield. Ineens voelde ze zich ellendig. Ze kon het niet.

Verdomme, Connie, wat ben je toch een tuthola. Ze liep weer naar de spiegel.

Vanavond ben je Scarlett Johansson, fluisterde ze tegen haar spiegelbeeld, Scarlett Johansson in Lost in Translation. Ze voelde zich al beter. Had Hector niet gezegd dat ze op Scarlett Johansson leek? Ze had hem niet geloofd, maar was het nooit vergeten.

Vanavond zou ze Scarlett Johansson zijn.

Jenna slaakte een gilletje toen ze opendeed. Tina, die achter haar stond, hapte naar adem. Ze duwden Connie door de lange donkere gang naar de zitkamer, waar Fiona, Jenna’s moeder, en haar nieuwe vriendin Hannah lekker tegen elkaar aan op de bank tv zaten te kijken.

Hannah floot heel lang en pakte Connies hand vast. ‘Connie, wat zie jij er fantastisch uit.’

De meisjes raakten de jurk aan om de stof te voelen. ‘Tante Tash heeft hem gemaakt.’ Ze voelde zich fantastisch.

Tina en Jenna hadden zich ook mooi aangekleed, de een in een strakzittend strapless jurkje, de ander in skinny jeans en een rood haltertopje, maar vergeleken bij Connie zagen ze eruit als pubers, heel onelegant.

Jenna had bij haar broer twee xtc-pilletjes gescoord en ze besloten die meteen in te nemen.

Tina keek zenuwachtig naar de pillen en weigerde aanvankelijk er een te slikken. ‘Niet dit jaar,’ zei ze weifelend. ‘We hebben zoveel te doen voor school. Ik kan het niet. Maar zodra we de school achter de rug hebben, ga ik helemaal aan de drugs. Beloofd.’

‘Alleen vanavond,’ pleitte Connie. Ze haalde het argument van haar tante aan. ‘Alleen vanavond maar. Tot het eindexamen zijn er geen feesten meer.’

Tina schudde weer van nee. ‘Ik ben bang dat ik de controle over mezelf verlies.’

Jenna sloeg haar ogen ten hemel. ‘Dan neem je ’m niet. Ik ben geen pusher. En het komt mooi uit, want nu hebben Connie en ik allebei een hele.’

Maar Connie had al een stukje van een pil afgebeten en gaf dat aan Tina, die het angstig tussen haar duim en wijsvinger liet rollen.

‘Als je een drug voor het eerst gebruikt, moet je altijd de helft van de aanbevolen hoeveelheid gebruiken, heeft mijn vader ooit gezegd. Dan kun je nooit helemaal de controle verliezen en als je het fijn vindt, kun je na een paar uur nog wat meer nemen. Ik heb je maar een kwart gegeven, misschien zelfs nog minder. Het kan niet misgaan.’

Tina staarde haar vriendin ongelovig aan. ‘Wanneer heeft je vader dat gezegd?’

Connie merkte dat ze bloosde. Natuurlijk waren haar vader en moeder anders geweest dan andere ouders. ‘Toen ik elf was, geloof ik. Hij stond op het punt om naar een feest te gaan.’

‘Als je in die jurk bloost, lieve meid, zie je eruit als een kreeft.’ Jenna’s stem klonk hatelijk. De twee meisjes keken elkaar aan: de blik in Jenna’s gespikkelde groene ogen was koel en hard, maar Connie glimlachte. Haar vriendin was jaloers. Nee, niet echt jaloers, maar ze benijdde haar wel, omdat zij er zo mooi, zo fantastisch uitzag.

‘Ik zal mijn best doen mezelf niet voor schut te zetten.’

Jenna sloeg haar armen om Connie heen en kuste haar vol op de mond. ‘Ik ben zo fucking jaloers dat ik je wel zou kunnen wurgen. Kom, we gaan een feestje bouwen.’

Toen ze naar het huis van Jordan liepen, vervloog het opgetogen gevoel. Het was een kille avond, het kippenvel stond op haar armen. Op het laatste moment had haar tante haar een zwarte kanten sjaal meegegeven tegen de kou, maar de sjaal was heel dun en ze huiverde toen ze door Bastings Street liepen. Ze merkte ook dat ze moeilijk liep op Tasha’s schoenen. Ze moest langzaam en heel voorzichtig lopen om niet te zwikken. Niet dat de hakken heel hoog waren, maar de schoenen waren iets te krap en zaten niet lekker. Ze benijdde Tina om haar spijkerjack en sportschoenen. Er zaten drie buttons op haar jack: een vredesteken, een van Robbie Williams en eentje waarop stond: Stem op Pedro. Connie kwam bijna in de verleiding om te vragen of zij er een mocht opdoen, als tegenwicht voor haar chique kleren. Ze was zich bewust van de blikken die de mensen op straat haar toewierpen. In High Street stond een groepje wogs, jongens en meisjes, te roken voor een wijkcentrum. Ze hoorde een van de jongens roepen: ‘Moet je haar zien,’ en een paar andere floten haar na. Ze zou niet gaan blozen. Ze zou de hele avond proberen niet te blozen. Ze keek om naar de wogs, die allemaal in hun mooiste kleren stonden te roken en eruitzagen alsof niemand hen iets kon maken. Ze zou vanavond niet aan hem denken. Hij zou haar avond niet verpesten.

De Athanasious hadden een enorm huis van twee verdiepingen boven op de heuvel aan Charles Street. Ze liepen de oprijlaan op, die heel lang en steil was: Connies schoenen knelden om haar hielen. De veranda was versierd met feestverlichting en je kon de muziek aan de achterkant van het huis horen bonken. De meisjes bleven voor de voordeur even staan kijken naar de stad die zich onder hen uitstrekte. Melbourne lichtte onder hen op, de avondlucht had een rijke paarse kleur.

Jenna slaakte een lange diepe zucht. ‘Wauw, wat een mooi uitzicht.’

Tina zette grote ogen op. ‘Komt het door de xtc of ziet alles er vanavond fantastisch uit?’

Jenna en Connie schoten in de lach. Dat spul kon nog met geen mogelijkheid werken.

Connie stak haar arm door die van Tina en deed de deur open. ‘Wacht maar af,’ fluisterde ze. ‘Wacht maar af.’

Mevrouw Athanasiou nipte in de keuken aan een glas whisky, meneer Athanasiou stond aan de tafel dipsaus in kommetjes te lepelen. Door de glazen tuindeur zagen de meisjes Jordan worstjes en koteletten omdraaien op de barbecue. Er waren al een stuk of vijftien jongens en meisjes buiten. Uit de luidsprekers klonk Jay-Z.

Mevrouw Athanasiou kwam naar de meisjes toegelopen en kuste hen vluchtig op de wang. ‘Fijn, we kunnen wel wat meer vrouwen gebruiken.’

Ze keek waarderend naar Connie. ‘Wat heb jij je mooi opgedoft.’ Ze draaide zich om naar haar man. ‘Zien ze er niet prachtig uit?’

Maar de Athanasious waren degenen die er prachtig uitzagen. Selena Athanasiou kwam van een of ander Indonesisch eiland dat Sulawesi heette. Connie dacht in elk geval dat het bij Indonesië hoorde. Of was het misschien Maleisië? Ze had zijdezacht pikzwart haar dat golvend uitwaaierde op haar rug. Jenna had ooit verteld dat mevrouw Athanasiou tot een stam behoorde waarvan de voorouders koppensnellers waren geweest. Jordan had gesnoefd dat zijn opa koning was geweest. Dan zou mevrouw Athanasiou een prinses zijn, en daar kon ze zo voor doorgaan. Vanavond droeg ze een zwarte spijkerbroek en een rode trui, eenvoudig, maar opvallend. Een sierlijk lijntje rond haar ogen en een zweempje lippenstift, dat was de enige make-up die ze droeg. Meneer Athanasiou had zich zoals gewoonlijk niet geschoren, droeg een wijde broek van stugge katoen en een kleurig batikoverhemd, maar zelfs in de slonzigste kleren zou hij er nog altijd uitzien als een geschikte levensgezel voor een prinses. Zijn haar, woeste zwarte krullen waar grijs in glinsterde, zat in de war. Zijn twinkelende ogen waren nog steeds jeugdig. Zijn gave olijfkleurige huid was door de zon chocoladebruin geworden en was bijna even donker als die van zijn vrouw.

Twintig jaar geleden was meneer Athanasiou als hippie door de wereld getrokken, met name naar streken waar niemand heen wilde. Bewijzen van zijn wapenfeiten hingen aan de keukenmuur van schoon metselwerk: een tot posterformaat vergrote zwart-witfoto van een nog jonge meneer Athanasiou, met een baard en ongewassen haar tot op zijn schouders, naast een gesluierde oude vrouw in een straat in Kandahar, kijkend naar het Sovjetleger dat zich terugtrok. Maar de foto die altijd de meeste indruk op Connie maakte was een ingelijste foto zo groot als een ansichtkaart van het jonge stel: meneer Athanasiou, zowaar eens keurig geschoren, en zijn vrouw met haar handen op haar zwangere buik, voor een oeroude orthodoxe kerk in Georgië. De iconen die op de houten deuren waren geschilderd, waren verweerd tot roestbruine schimmen. Niet lang nadat de foto was genomen, had meneer Athanasiou een website opgezet met informatie voor avontuurlijke – of dwaze – reizigers die tijdens hun vakantie grotere risico’s wilden lopen dan te verbranden in de zon of hun portemonnee te laten rollen. Dat moest ergens in de prehistorie van de computer zijn geweest. Hij had er kapitalen mee verdiend. Een godsvermogen.

Connie glimlachte toen meneer Athanasiou haar op de wang kuste, en keek door de glazen schuifdeur van de keuken naar de plek waar Jordan naast de barbecue stond te lachen om iets wat zijn vriend Bryan Macintosh zei. Geheid iets stoms. Bryan Macintosh maakte alleen maar stomme grapjes. Jordan was net zo bruin als zijn vader. En al bijna net zo lang. Zijn ogen en glimlach had hij van zijn moeder. De afgelopen vakantie hadden zijn ouders hem meegenomen naar Oezbekistan, vervolgens naar Trebizon in Turkije en ze hadden de vakantie afgesloten in het huis van zijn opa en oma op een eiland in de Egeïsche Zee. Het jaar daarvoor waren ze naar Bolivia en New York geweest. Benijd de rijken nooit, had Connies moeder ooit tegen haar gezegd toen ze een keer bij Harrods waren. Na school had Marina haar daar vaak mee naartoe genomen. Haar moeder stouwde dan bloesjes en rokjes en speeltjes in de Kleine Zeemeermin-schooltas van haar dochtertje. Benijd ze nooit, want als je daar eenmaal aan begint, kun je er niet meer mee ophouden en vergal je er je eigen leven alleen maar mee.

Benijdde ze Jordan om zijn rijkdom, zijn knappe uiterlijk, zijn ouders? Nee. Ze had de raad van haar moeder ter harte genomen. Toch had ze ondeugend gelachen toen Jenna haar vertelde dat meneer en mevrouw Athanasiou elkaar hadden leren kennen en verliefd waren geworden in Parijs. Zo heerlijk romantisch, maar ook zo heerlijk afgezaagd.

‘Kunnen we u ergens mee helpen, mevrouw A?’

Mevrouw Athanasiou zwaaide met haar glas whisky en keek even naar de oven. ‘Nee, dank je, Connie, ga maar buiten plezier maken. We wachten alleen nog even tot deze quiches klaar zijn en dan gaan Antonio en ik naar de film. Daarna is het huis is helemaal voor jullie.’ Ze wees naar de bar. ‘Er is bier, bubbels en wat sterke drank. Maar van de flessen op de bovenste plank moeten jullie afblijven. Die zijn toch niet aan tieners besteed.’

Meneer Athanasiou liep naar de tuindeur en schoof hem open. Met een buiging gebaarde hij dat ze naar buiten moesten. ‘Ga maar naar de andere feestgangers toe.’

Jay-Z was opgevolgd door een korte tirade van Jello Biafra en nu bonkte ‘Are You Gonna Be My Girl’ van Jet uit de luidsprekers. Jordan was kennelijk lui geweest toen hij zijn iPod programmeerde en had bij het zoeken en aanklikken de alfabetische volgorde aangehouden.

De tieners hadden drie groepjes gevormd. Bij de barbecue stond een stel jongens die een oogje hielden op het sissende vlees. Een groepje meisjes zat rond de terrastafel. Lenin, de enige jongen die bij hen was, draaide een joint. Enkele treden lager lag het zwembad, waar nog meer mensen zaten.

Zodra de drie meisjes buitenkwamen, draaide iedereen zijn hoofd om naar hen te kijken. Connie voelde zich ineens heel erg opgelaten. Ze voelde zich een freak, was veel te chic gekleed. Ze zwaaiden naar Jordan en gingen daarna naar de tafel met de meisjes, die allemaal iets zeiden over haar jurk. Ze probeerde hun complimentjes bevallig te accepteren, maar ze sloeg haar armen over elkaar en wenste dat ze kon verdwijnen. Staarde Lenin naar haar tieten? Ze sloeg haar armen nog steviger over elkaar. Niet een van de jongens zei iets tegen haar. Ze keek om naar het gazon. Achter in de tuin van de Athanasious zag ze onder de enorme eucalyptus twee gestalten. Er brandde een vuurtje in een omgekeerd metalen vat, en in het schijnsel van een opflakkerende vlam zag ze dat een van de twee Richie was.

Ze verontschuldigde zich en liep langs de jongens die rond de barbecue stonden. Ze probeerde hun blikken te negeren, maar ze voelde zich belachelijk. Toen ze het terras af liep, struikelde ze bijna.

‘Gaat het?’

Dat was Ali. Hij zat bij het zwembad. Hij droeg een oversized wit Chicago Bulls-basketbalhemd, zijn spijkerbroek had hij tot aan zijn knieën opgerold en hij zat met zijn voeten in het water. Wat een idioot, dacht ze, hij krijgt het straks ijskoud. Hij was ook een joint aan het draaien. Zijn huid leek te glanzen, alsof hij was ingesmeerd met olie. Zijn armspieren leken wel kabels. En dat wist hij, daarom droeg de eikel ook dat hemd en riskeerde hij een longontsteking: alleen maar om er goed uit te zien.

‘Prima.’

Hij richtte zich weer op het draaien van zijn joint. ‘Jij bent meer dan prima.’

Costa en Blake, die naast hem zaten, gnuifden. Had hij haar nou net beledigd?

‘Kop dicht, stelletje idioten.’ De jongens hielden meteen op met lachen. Zonder haar aan te kijken hield hij het jointje dat hij gedraaid had omhoog. ‘Jij?’

‘Misschien straks.’

‘Dan niet.’

Toen ze voorzichtig over het pad naar het einde van de tuin liep, voelde ze dat ze haar nakeken. Misschien lachten ze haar uit.

Zou ze zich de hele avond zo voelen?

‘Wat zie jij er mooi uit.’

Richie zat op een omgekeerd melkkrat. Hij droeg nog hetzelfde T-shirt dat hij die middag aan had gehad.

‘Jij ook.’

Hij lachte. Nick Cercic zat op een ander kratje. Hij had zijn haar glad achterovergekamd met gel en droeg een superstrak shirt, een aanbieding van Target, en een broek die bij een pak hoorde en veel te groot voor hem was. Hij stonk naar aftershave. Toen ze aan kwam lopen mompelde hij iets, een groet, nam ze aan, en daarna stond hij ineens met een ruk op om haar zijn kratje aan te bieden zodat ze kon zitten. Alle drie keken ze naar het kratje: in het stof dat zich erop had verzameld stond de afdruk van Nicks broek. Nick mompelde weer iets en pakte vervolgens zijn trui van de grond en legde die over het krat.

Connie was geroerd. Hij was hoffelijk. Dat woord was ze ooit tegengekomen in een boek, maar zelf had ze nooit de gelegenheid gehad om het te gebruiken. Ze ging zitten. ‘Dank je, Nick, dat is heel hoffelijk van je.’

Richie snoof. Ze stak haar tong naar hem uit. Het vuur was warm. Ze deed haar sjaal af, hield hem in een prop in haar handen en bukte om een sigaret te pakken uit het pakje dat naast Richies voeten lag.

Ineens draaide Nick zich om en liep weg.

‘Wat heeft hij nou?’

Richie haalde zijn schouders op. ‘Weet ik niet. Misschien moet hij naar de plee.’

‘Hij is aardig, maar…’

‘Maar wat?’

‘Weet ik veel.’ Connie zocht naar woorden. Haar hersenen waren week: zelfs nu ze bij het vuur zat, had ze het ineens weer koud. Ze deed haar sjaal om. De xtc begon te werken. ‘Ik weet het niet… hij is altijd zo zenuwachtig. Hij werkt míj op de zenuwen.’

‘We hebben vanavond paddo’s gebruikt. Hij is niet helemaal meer van deze wereld.’ Richie klopte even op zijn broekzak. ‘Wil jij ook?’

‘Nee, ik heb een pilletje genomen.’

‘Voelt het lekker?’

Ze klappertandde, haar ruggengraat voelde aan alsof hij haar niet overeind kon houden en ze was een beetje misselijk. Had ze die stomme jurk nu maar niet aan, dan kon ze op het gras naar de avondlucht liggen kijken. Het zou heerlijk zijn om te gaan liggen. Alles zou er heel mooi uitzien: de flakkerende vlammen en de sterren tussen het bladergewelf van de eucalyptus. Ze wilde Rich antwoord geven, maar merkte dat ze alleen maar kon lachen, waardoor hij ook moest lachen. Waarop zij nog harder moest lachen.

‘Ja, het voelt lekker,’ wist ze uiteindelijk uit te brengen. Het voelde ook heel lekker, heel erg lekker. Ze was niet misselijk meer. Ze voelde zich echt heel, heel goed.

‘Ik ook.’

En toen moesten ze weer lachen. Richie was de eerste die er mee ophield. Hij keek ernstig.

‘Wat is er?’

‘Con, jij bent mijn beste maatje.’

‘En jij het mijne.’

‘Je bent high.’

‘Jij ook.’

En weer moesten ze lachen.

Nick Cercic kwam terug en ging in kleermakerszit op het gras zitten. Richie en Connie hielden langzaam op met lachen. Weer wilde Connie dat ze kon gaan liggen. Ze benijdde Nick om zijn goedkope broek. Nick was totaal niet modieus, maar voelde zich wel op zijn gemak.

‘Ik wou dat ik mijn spijkerbroek had aangetrokken. Ik voel me een freak.’

Nick kraste met een takje in het zand. ‘Iedereen zegt dat je er fantastisch uitziet. Iedereen.’ Deze keer mompelde hij niet. Hij keek niet op, maar mompelde ook niet. Het was zo’n lieve jongen, er zat geen greintje kwaad in hem: hij was niet arrogant, was geen macho, niet gemeen. Dat was de reden waarom alle jongens hem pestten en de meisjes om hem lachten. Het was niet gemeen bedoeld, maar waarschijnlijk kwam het wel vaak zo over. Zonder erbij na te denken raakte ze zijn rode haar aan. Hij kromp ineen.

‘Sorry.’ Het leek alsof hij een elektrische schok had gekregen.

‘Maakt niet uit.’

‘Ik hou van rood haar.’ Was dat zo? Ze hield van zíjn rode haar.

‘Tja, zo rood als Nick kom je ze niet vaak tegen.’

Boos keek Nick op. ‘Hou je kop,’ snauwde hij tegen Richie. ‘Jij bent zelf ook rood.’

‘Bullshit, man. Ik ben koperblond, zoals dat heet.’

Er viel een stilte. Connie vroeg zich af of ze zich ermee moest bemoeien, maar eigenlijk had ze daar geen zin in. Ze keek naar het feest en genoot. Jordan moest zijn iPod op shuffle hebben gezet, want na de Kaiser Chiefs en Kraftwerk hoorde ze nu de White Stripes; iedereen schrok op van de donderende drum- en gitaarklanken van ‘Seven Nation Army’. Naast haar hadden Nick en Richie het erover welk album het beste was: Elephant of De Stijl. Hector hield van de White Stripes. De creep. Daar was hij veel te oud voor. Ze zag dat Ali bij het zwembad nog een joint opstak. Ze stond op.

‘Ik ga naar binnen.’ Ze glimlachte naar Nick. ‘Dank je voor het kratje. Je bent een heer.’ Het klonk overdreven. Dat zou wel door de jurk komen.

Toen ze langs het zwembad liep, pakte ze de joint uit Ali’s hand. Ali rook ook naar aftershave, maar de geur was bescheiden, rokerig, zoals ze dacht dat een pijp zou ruiken. Nadat ze snel twee trekjes had genomen, gaf ze hem de joint terug. Hun vingers raakten elkaar. Zijn borst onder zijn hemd was glad en gespierd, net als zijn armen. Ze vroeg zich af of hij zich schoor. Waren die Arabieren niet altijd heel erg behaard?

‘Dank je.’

Hij zei zachtjes iets in het Arabisch.

‘Wat betekent dat?’

Hij gaf geen antwoord. Ze haalde haar schouders op en liep naar Jenna en Tina. Ze zaten aan tafel naar Lenin en Tara te luisteren, die bekvechtten over politiek. Connie ging bij Jenna op schoot zitten. Lenin was woedend omdat Tara van plan was op de liberalen te stemmen, als ze voor het eerst haar stem mocht uitbrengen. Hij schudde zijn hoofd en maakte haar uit voor ‘achterlijke meeloper’. Ze schreeuwde terug: Wat moet ik dan stemmen? Noem dan verdomme een alternatief. Tina en Jenna riepen allebei dat ze hun mond moesten houden. Costa en Blake scandeerden: Saai. Saai. Saai! Connie fluisterde in Jenna’s oor: Kom mee. Ze knikten naar Tina en met z’n drieën liepen ze weg van de tafel.

Ze deden de schuifdeur van de keuken achter zich dicht. Jenna nam haar twee vriendinnen bij de hand en loodste hen door het huis. Door de grote slaapkamer en de inloopkast liepen ze naar de badkamer. Connie keek om zich heen naar de witte tegels, naar het ouderwetse Egeïsch blauw geëmailleerde bad op gietijzeren poten in het midden van het vertrek en naar de spiegel, die van de grond tot aan het plafond reikte en de hele wand besloeg.

Jenna deed de deur dicht en slaakte een schelle kreet. ‘O, god, wat is die xtc toch fantastisch.’

Tina ging op de rand van het bad zitten en knikte heftig. ‘Het is geweldig,’ zei ze instemmend. ‘Ik wou dat we meer hadden.’

‘Pech, lieve meid, dat had je eerder moeten bedenken.’

Jenna pakte Connie van achteren vast en de twee meisjes keken naar elkaar in de spiegel. Jenna stak haar gezicht in Connies haar. Ze kuste haar schouder. ‘Je ziet eruit als een filmster.’

Tina kwam overeind en sloeg haar armen om de twee meisjes heen. ‘Jullie zijn mijn beste vriendinnen.’

Connie gaf Tina een zoen op haar wang.

‘Jullie zijn mijn beste vriendinnen, voor altijd.’

Jenna gaf weer een kus op Connies blote schouder. ‘En jij van mij.’

Ineens kneep Jenna in Connies linkerborst.

‘God, wat een geweldige tieten heb jij.’

Connie huiverde. Het was een fijn gevoel om in haar borst geknepen te worden. Jenna’s vingers oefenden nog steeds lichte druk uit op haar tepel. Connie keek in de spiegel naar haar vriendinnen en naar zichzelf. Hun gezichten waren heel dicht bij elkaar. Zouden ze gaan zoenen? Maar Jenna deed een stap achteruit, haalde een pakje sigaretten uit haar spijkerbroek en stak er een op.

‘Dat was bijna een lesbomoment, ja toch? Mijn moeder zou er een foto van gehad willen hebben. Volgens mij ben ik op xtc tot alles in staat.’

‘Mogen we hier wel roken?’ Tina keek nerveus de badkamer rond.

Jenna pakte nog twee sigaretten en gaf ze aan haar vriendinnen. ‘Meneer Athanasiou rookt hier ook. In bad. Dat heeft Jordan me ooit verteld.’ Jenna zette de ventilator aan. ‘Het is goed.’ Ze trok een gezicht. ‘Het zijn bohemiens.’

Connie stak haar sigaret aan en keek naar het bad. ‘Ik wou dat ik daar een bad in kon nemen. Het is gigantisch.’

‘Waarom doen we dat niet?’

Connie staarde Jenna aan. ‘Meen je dat echt?’

‘Waarom niet?’

Connie schudde haar hoofd. ‘Ik moet er niet aan denken.’ Ze keek naar haar jurk. ‘Dan zou ik me hier weer in moeten wurmen. Dat duurt een eeuwigheid.’

Jenna knikte traag. ‘Hij staat je prachtig, maar hij lijkt me helemaal niet lekker zitten.’ Ze deed de deur open. ‘Kom, we gaan terug. Hopelijk zijn Lenin en Tara niet meer aan het bekvechten.’ Jenna deed het licht uit.

‘Ja,’ zei Tina instemmend terwijl ze de badkamer uit liepen. ‘Of misschien heeft hij die stomme trut een oplawaai verkocht.’

Tegen halfelf was iedereen dronken of stoned. Of allebei. Jordan had zijn draaitafels gehaald en Ali en hij dj’den om de beurt. Connie, die anders whisky zou hebben gedronken, ging in plaats daarvan aan de wodkalime. Ze zag er schitterend uit, net Scarlett Johansson in Lost in Translation, en dat had ze te danken aan haar tante. Ze at wat, maar had geen trek. Bovendien was ze bang dat ze zou knoeien op haar jurk. Eigenlijk wilde ze alleen maar dansen. Jordan riep Costa en Lenin om te helpen alle meubels in de zitkamer tegen één muur aan te schuiven. Hij had de kamer versierd met kerstverlichting en om de bol die in het midden van het hoge plafond hing, had hij een gigantische Chinese lampion gehangen. De lampion was zo groot dat Lenin, die veruit het langste was van allemaal, moest uitkijken dat hij er niet onderdoor danste, want dan zou hij er met zijn hoofd tegenaan stoten. Als hem dat soms toch gebeurde, zwierde de lampion heen en weer en scheerde er zigzaggend een lichtbundel over de lichamen van de dansende tieners. Jordan draaide oude metal uit de jaren zeventig, hiphop en ruige punkrock, en Ali rap en urban, elektro en top 40-nummers. En Connie danste. Ze danste op Justin en Christina, op Eminem en 50 Cent. Ze schopte haar schoenen uit en sprong op de muziek van Arctic Monkeys en Wolfmother heen en weer over de vloer. Ze danste net op ‘You Make Me Wanna’, een oud nummer van Usher, toen Ali naar haar toekwam. Ze had haar ogen dicht maar voelde dat hij naast haar danste. Ze opende haar ogen en lachte naar hem. Traag en zelfverzekerd danste hij om haar heen. Hij wist hoe hij zijn lichaam moest laten swingen, hoe hij zijn armen en voeten moest bewegen. Hij kon geweldig dansen. Ze bewoog nog dichter naar hem toe. Geluidloos zong hij de tekst van het nummer mee. Een straaltje zweet droop als een traan over zijn borst. Ze vroeg zich af hoe het zou smaken. Toen het nummer wegstierf, rende Ali terug naar de draaitafels. Ze deed haar ogen dicht en bleef dansen. Ze zou niet aan hem denken, ze zou niet aan Hector denken. Het gesyncopeerde ritme van Destiny’s Child knalde uit de speakers. Connie deed haar ogen weer open en zag Ali van achter de draaitafels verlegen naar haar glimlachen. Ze stak haar armen in de lucht en slaakte een vreugdekreet. Toen stond hij naast haar en dansten ze weer.

Rond middernacht zat Jenna in tranen op de veranda voor het huis. De lichtjes van de stad schitterden terwijl ze snikte in Connies armen. Tina zat naast hen en streelde Jenna’s haar. Lenin leunde tegen de balustrade van de veranda, naast hem stond een emmer met een dweil. Het licht van de maan en de stad achter hem vormden een wazig oranje aura om zijn gitzwarte kroeshaar. Hij zag eruit als een engel, vond Connie. Lenin had Jenna’s braaksel opgedweild. Jenna was over haar toeren omdat Jordan met Veronica Fink naar zijn slaapkamer was gegaan. Iedereen wist dat ze lagen te neuken.

Jenna hief haar hoofd. ‘Waarom?’ jammerde ze.

Dat had ze de afgelopen tien minuten al de hele tijd gejammerd.

Lenin haalde zijn schouders op. ‘Jenna, ik heb het je toch al eerder gezegd, ze zijn neukmaatjes, meer niet, het is iets heel anders dan wat jij met hem hebt, ze hebben geen relatie.’

Jenna kwam overeind en probeerde haar evenwicht te bewaren. Ruw veegde ze het spuug van haar lippen en kin. ‘Wat de fuck hebben hij en ik dan wel? Wat bedoel je? Hij neukt die trut van een Veronica Fink toch? Hij neukt niet met mij. En dat betekent volgens mij dat hij iets met Veronica heeft. Niet met mij. Ik ben het neukmaatje.’ De laatste zin was niet helemaal te verstaan, omdat Jenna weer begon te jammeren. Connie drukte haar nog steviger tegen zich aan. Er kwamen vlekken op haar jurk, maar dat deed er niet toe. Haar beste vriendin was van streek. Bovendien was iedereen toch dronken of high, niemand zou het in de gaten hebben. Ze keek omhoog naar Lenin. Hij staarde naar de voordeur en zag er opgelaten en betrapt uit. Ze keek achterom.

Jordan stond in de deuropening. Geluidloos zei hij iets tegen Lenin.

‘Kom, we gaan.’ Lenin gebaarde zwijgend naar Connie en Tina. De meisjes kwamen overeind.

Verward keek Jenna om zich heen. Toen ze Jordan zag, sloeg ze haar armen over elkaar heen. ‘Lazer op, jij.’

Jordan liep langs Tina en Connie en stak zijn hand uit naar het huilende meisje. ‘Kom, dan gaan we een eindje wandelen.’

‘Lazer op, zei ik.’

Jordan hield zijn hand nog steeds uitgestoken. Omdat ze niet wist of ze moest blijven om zich over haar vriendin te ontfermen, bleef Connie in de deuropening staan en keek om. Maar Lenin gaf haar een duwtje en toen liepen ze de hal in.

‘Laat ze het maar uitpraten,’ fluisterde hij tegen haar.

Ze gingen terug naar het feest.

Connie had geen zin meer om te dansen en liep meteen door naar de tuin. Nick en Richie zaten nog steeds op de kratjes bij het vuur. Ze ging bij Richie op schoot zitten en stak haar neus in zijn haar.

Hij streelde haar schouders. ‘Alles goed, Con?’

‘Mmm.’ Ze hief haar hoofd. ‘Jenna en Jordan hebben ruzie.’ Ze glimlachte naar Nick. ‘Met jou ook alles goed?’

Nick knikte heftig, zijn gezicht straalde. Ze lachte.

‘Jullie hebben nog meer genomen, hè?’

Richie knikte.

‘Wil jij ook?’

Ze overwoog het. Ze had nog steeds een warm gevoel en voelde zich veilig in de euforie van de drug, maar haar zintuigen waren niet meer extra scherp. Ze had het gevoel dat ze dronken was. Met tegenzin schudde ze haar hoofd. ‘Nee. Dan sta ik helemáál stijf.’

‘Maar dat is juist het beste.’ Het verbaasde Richie en haar allebei dat Nick zo fel klonk. ‘Zo wil ik me mijn hele leven voelen,’ ging hij verder. ‘Ik wil nooit meer normaal worden.’

‘Man, jij bent nooit normaal geweest.’

Nick wierp Richie een boze blik toe. ‘Hoe bedoel je?’

Connie kwam tussenbeide. ‘Wat is er nou zo geweldig aan om normaal te zijn? Je kunt maar beter anders zijn, niet zoals alle anderen. Wie wil er nu normaal zijn in het Australië van John Howard?’

Richie maakte een grof geluid, alsof hij een scheet liet. ‘Alle eikels op dit feest. Nick, jongen, ik ben blij dat je niet normaal bent.’

Connie stak haar middelvinger op naar Richie. ‘Nick lijkt me heel normaal. Jij daarentegen, dat is een ander verhaal.’

‘Dank je.’

Ze sloeg haar armen om de nek van haar vriend. ‘Ik wil helemaal niet dat je normaal bent.’

Nick kwam overeind. Zonder een woord te zeggen liep hij onzeker wankelend weg over het pad.

‘Weer een pispauze?’

Richie knikte en lachte.

‘Dat doet hij al de hele avond. Ik heb gezegd dat hij gewoon in de tuin moet pissen. Dat kan niemand iets schelen.’ Hij wees naar een rij struiken en uitgebloeide jasmijn die achter de eucalyptus tegen de omheining van de achtertuin stond. ‘Daar heb ik het gedaan.’

Connie keek naar de hemel. Wolken verhulden de sterren en de maan. ‘Ik wou dat ik staand kon plassen.’

‘Misschien kun je dat ook wel.’

‘Niet in deze jurk. Ik zou mezelf voor gek zetten.’

Richie duwde haar van zich af.

‘Ben ik te zwaar?’

‘Ja, je hebt een dikke reet.’ Hij stak zijn hand in zijn zak en haalde er een prop papiersnippers uit, die hij haar toestak.

‘Wat is dat?’

‘De foto van Hector.’

Ze zei niets. Ze wilde zeggen: vergeet wat ik vanmiddag heb gezegd. Ze wilde haar excuses aanbieden. Ze wilde dat hij zijn excuses aanbood. Maar ze wist dat hij dat niet wilde en dat zij het niet kon. Richie ging staan en strooide de snippers van de verscheurde foto uit boven het vuur. Ze vatten vlam, dansten even boven de hitte en verschrompelden daarna tot zwarte as. Ze verspreidden een bittere, chemische geur. Connie probeerde zich voor de geest te halen hoe Hector er op de foto had uitgezien. Jong, net als zij, net als Richie, als Nick, als Jenna, als Ali. Jong als zij. Maar dat was hij niet. Ze keek naar de verschrompelde snippers van de foto. Ze wilde dat ze hem uit zichzelf kon wegbranden, hem kon laten verdwijnen. Hij wil me niet. Het deed nog steeds pijn, als een brandwond die ze in elke vezel van haar lichaam voelde schroeien. Ze herinnerde zich de opluchting op zijn gezicht toen hij had gezegd dat het uit was. Een gorilla, had ze hem genoemd. Wat stom en kinderachtig. Ze was blij dat de dansende vlammen haar gêne verborgen.

‘Con, is er iets?’

Ze deed een stap achteruit, weg van het vuur, en ging weer bij Richie op schoot zitten. Ze liet haar hoofd op zijn schouder rusten. Hij streelde haar gezicht.

Nick kwam terug en bleef zenuwachtig bij zijn kratje staan. ‘Ga hier maar zitten. Ik ga wel op het gras zitten.’ Zijn ogen waren opengesperd, als van een dier. Hij zag er kwetsbaar en gespannen uit. Ze vroeg zich af of de paddo’s wel zo goed waren als hij beweerde.

Ze kwam overeind. ‘Het is koud. Ik ga naar binnen. Kom mee dansen.’

Richie maakte weer het geluid van een scheet. ‘Niet met die mongolen.’

‘Ze zijn best aardig.’

Richie zei tegen Nick: ‘Zie je wel, ik zei toch dat ze een meeloper was. Ze hoort bij de normale mensen.’

Soms was hij zo’n lul. Iedereen op het feest was aardig. Vanavond vond ze iedereen leuk.

Ze stak haar hand uit naar Nick. ‘Kom mee dansen.’

Geschrokken schudde hij zijn hoofd. ‘Ik kan niet goed dansen.’

‘Dat maakt niet uit. Het is geen wedstrijd.’

‘Nee, ik zou me een freak voelen.’

‘Je bent helemaal geen freak.’

‘Jawel, dat is hij wel. Hij is net zo’n freak als ik.’

Ze deed alsof ze Richie niet hoorde en hield nog steeds haar hand uitgestoken. ‘Ga je mee?’

Nick ging weer op het kratje zitten en keek naar het zand en het gras.

Ze haalde haar schouders op. ‘Tot straks dan.’

Achter zich hoorde ze Richie vals Freak Like Me van de Sugababes zingen.

Nick zei: Kop dicht, maar Richie zong gewoon door.

‘Wil je roken?’

Het was Ali. Hij pakte haar hand vast – zijn hand was enorm, de hare verdween er helemaal in – en trok haar mee naar een deur aan het einde van de gang. Ali deed de deur achter hen dicht. Ze stonden in het donker. Het rumoer van het feest was ineens niet meer te horen. Ali deed het licht aan. Ze waren in een slaapkamer.

‘Wie slaapt hier?’

‘Het is de logeerkamer.’

‘Wauw, wat groot.’

Er stond een tweepersoonsbed in, aan de muur hing een grote reproductie van Manet en op het bureau naast het bed stond een gouden beeldje van een liggende Boeddha. Ali plofte midden op het bed neer en ging in kleermakerszit zitten. Hij haalde een pakje shag, vloeitjes en een piepklein stukje hasj tevoorschijn en begon een joint te draaien. Onzeker vroeg Connie zich af waar zij moest gaan zitten. Ze schopte haar schoenen uit, ging op de rand van het bed zitten en keek toe. In deze jurk kon ze met geen mogelijkheid in kleermakerszit gaan zitten.

‘Je ziet er heel goed uit,’ fluisterde Ali.

Ze raakte de punten van zijn haar aan. De gel voelde plakkerig aan. Haar make-up zou waarschijnlijk wel uitgelopen zijn van het dansen en het zweet. Ze keek om zich heen op zoek naar een spiegel. Ali las haar gedachte. Hij wees naar een rode deur waarvan de verf was afgebladderd.

‘Daar is de badkamer.’

Ze ging er naar binnen, waste haar gezicht en kamde haar haar naar achteren. Ze zag er best goed uit. Ze deed een stap terug en bekeek zich in de spiegel. De jurk leek te schitteren in het zwakke licht van de badkamer. Ze klemde haar kaken stijf op elkaar, waarschijnlijk moest ze nog een borrel hebben. Morgen zou ze uit haar mond stinken. Ze zou proberen geen sigaret meer te roken, daar kreeg ze droge lippen van. Ze deed haar mond wijd open. Waren haar tanden geel? Haar glimlach was te groot voor haar gezicht. Had ze maar smallere heupen, kleinere tanden. Maar de jurk was prachtig.

Ze liep terug en ging op het bed zitten. Ali gaf haar de joint en hield er een vlammetje bij. Na een paar trekjes spoelde de kalmerende golf van de hasj door haar heen. Ze ging liggen en gaf de joint terug aan Ali, die over haar heen sprong en naar de badkamer ging. Hij kwam terug met een transparant halvemaanvormig kommetje waar zeestenen en schelpen in zaten. Hij leegde het op het bureau en gebruikte het om de as van de joint in te doen.

‘Zijn de ouders van Jordan al terug?’ Het moest al ver na middernacht zijn. De film zou ondertussen wel zijn afgelopen. Het huis stonk naar marihuana en tabak.

‘Die komen niet naar huis. Meneer Athanasiou heeft voor vannacht een hotel gereserveerd in de stad. Ze komen pas morgen thuis.’

‘Ze hebben wel heel veel vertrouwen in Jordan.’

‘Ze kunnen Jordan ook vertrouwen. Het is geen idioot. Hij zorgt er wel voor dat het niet uit de hand loopt.’

Connie keek naar het plafond. Het was zo’n ouderwets plafond met een ingewikkelde rozet van guirlandes met bloemen en bladeren rond de plafonnière. Ze waren met de hand beschilderd: rood met geel en wit met groen. Het zag eruit als een aquarel. Ali gaf de joint weer aan haar en ze keek naar hem. Zijn haar was nat van het zweet en zijn kaneelkleurige huid was helemaal gaaf. Zijn mond was ook groot, maar dat paste bij zijn gezicht. Hij had fotomodel kunnen zijn, alleen had hij niets weeks, niets vrouwelijks. Hij was dominant. Ze liet dat woord even door haar hoofd spelen. Dominant. Ze was een beetje bang om met hem alleen te zijn.

‘Waar kijk je naar?’

‘Nergens naar.’ Ze nam nog een trekje en gaf de joint aan hem. ‘Ik vroeg me alleen af hoe Jordan en jij bevriend zijn geraakt.’

‘Omdat hij zo slim is en ik maar een achterlijke moslim ben?’

Connie bloosde. Ze liep helemaal rood aan, dat wist ze zeker, van haar wangen tot in haar hals. Ze voelde zich opgelaten, want in zekere zin dacht ze dat inderdaad: niet dat van die achterlijke moslim, dat niet, en niet dat Ali niet slim was. Hij was alleen geen studiehoofd. Ali moest lachen om haar gêne.

‘We kennen elkaar al van jongs af aan. We zaten samen in het voetbalteam van pupillen onder de elf.’

‘Echt waar?’ Jordan was een typische alfa. Hij had zich aangemeld bij het Victorian College of the Arts om iets met film of toneel te gaan doen. Jordan Athanasiou hield helemaal niet van sport.

‘Hij was niet erg goed, maar ook geen watje.’ Ali drukte de joint uit in het kommetje. ‘De meeste mensen zijn watjes.’ Hij ging op zijn knieën zitten en keek naar Connie. ‘Maar jij niet.’ Ali leek gigantisch, een reus die boven haar uittorende. ‘Connie,’ zei hij vastberaden. ‘Ik ga je zoenen.’

Zijn mond was stevig maar hij deed haar geen pijn. Ze voelde zijn mond, tong, lippen, tanden en speeksel. Ze besefte dat Hector altijd aarzelde als hij haar zoende, dat hij zich inhield. Ze had altijd het idee gehad dat ze te agressief was, te gretig. Ali had de leiding en ze volgde hem met haar mond, handen en lichaam. Ze zou hem de hele nacht kunnen zoenen, ze had nooit beseft hoe simpel, hoe eenvoudig zoenen kon zijn. Ze dacht nergens aan – haar geest zweefde niet boven haar lichaam – Ali en zij wáren de zoen. De zoen was het enige wat er was.

‘Mag ik je neuken?’

Ze wilde alleen maar zoenen, en toch knikte ze. Zo zou het gaan. Met deze knappe, donkere jongen die ze een paar dagen geleden nog een arrogante, seksistische zak had gevonden. Ze was bang, maar ze knikte. Zo zou het gaan. Ze was dronken. Je gaat niet overgeven, sprak ze zich vermanend toe. Ze raakte zijn huid aan. Ze moest onthouden hoe zacht die aanvoelde. Ze raakte zijn hemd aan. Ze zou zich herinneren hoe grof dat was, een combinatie van katoen en polyester, met een enorme rode 3 op de voorkant. Ze zou zich de bloemen aan het plafond herinneren, de liggende Boeddha, de geur van de hasj. Dat moest ze allemaal opschrijven als ze vannacht thuiskwam. Ze mocht niet vergeten om alles, echt alles, in haar dagboek te noteren.

Ali had zijn riem losgemaakt en zijn spijkerbroek op zijn knieën laten zakken. Zijn slip was zwart en toen hij die naar beneden deed, was zijn pik al stijf. Hij was groot en dik. Ze moest doen alsof het geen pijn deed. Als het pijn deed, moest ze doen alsof dat niet zo was. Gegeneerd wendde ze haar blik af van zijn kruis en keek naar zijn gezicht. Hij lachte naar haar. Met zijn ene hand streelde hij haar gezicht, zijn andere gleed over haar dij naar boven.

‘Je slikt toch wel de pil, hè?’

Zou ze liegen? Mooi niet.

‘Nee.’

‘Shit.’ Hij raakte haar schaamhaar aan. Hij leek te weifelen, leek bedachtzaam. Had ze te veel haar? Had ze misschien te veel haar? Hij stak zijn vrije hand in zijn broekzak en haalde er een condoom uit.

‘Doe ’m om,’ beval hij.

Tina en zij hadden dat ooit geoefend op een banaan, toen ze in de tweede klas zaten. Ze hadden de hele middag in een deuk gelegen van het lachen. Ze kreeg het folie niet open. Ali pakte het van haar af en scheurde het met zijn tanden open. Vervolgens tilde hij haar op, zodat hun gezichten op gelijke hoogte waren. Kom op, schat, fluisterde hij, ik ben zo fucking geil. Toen ze hadden gezoend, was ze daar helemaal in opgegaan. Nu zweefde haar geest hoog boven haar lichaam en keek naar beneden. Hij klonk als een pornofilm, een slecht rapnummer. Ze voelde zich een beetje wezenloos. En hij praatte als een idioot. Haar handen waren koud en klungelig, ze probeerde het plakkerige plastic hoesje te ontrollen, maar kreeg de opening niet over Ali’s pik. Die begon slap te worden. Hij keek haar vragend aan.

‘Je hebt toch wel vaker een condoom omgedaan?’

Weer bloosde ze. ‘Meestal doen jongens dat zelf.’

Ali leek dat te geloven en pakte het condoom. Godzijdank had hij die grijns van zijn gezicht gehaald. Nu leek híj zich te generen. ‘Connie,’ vroeg hij zachtjes. ‘Wil je me pijpen? Zodat ik weer een stijve krijg.’

Ze sputterde niet tegen. Met zijn hand duwde hij haar zachtjes naar beneden, zonder kracht te gebruiken, omdat ze zich niet verzette. Dit is wat meisjes doen. Dit had ze zo graag voor Hector gedaan. Ze keek naar Ali’s penis en snoof eraan. Ze herkende de geur niet. Hij rook naar huid, maar niet naar een lichaamsgeur die ze kende.

Ze schudde haar hoofd. ‘Nee.’ Ze ging rechtop zitten. Ze kon zich er niet toe brengen. Waarom wist ze niet precies. Het leek sletterig of misschien te intiem. Het leek veel intiemer dan je te laten neuken. Ze schudde haar hoofd weer. ‘Het spijt me.’

Ali keek haar nog steeds vreemd aan.

Ze schaamde zich dood, ze was zo’n onnozele maagd.

‘Geeft niet. Zoen me.’

Zoenend gingen ze naast elkaar liggen. Haar lichaam werd weer zichzelf. Ze trok hem dichter tegen zich aan. Ze wou dat ze alleen maar zouden zoenen. Hij friemelde met zijn condoom, maar daar probeerde ze niet aan te denken. Alleen maar denken aan hoe lekker hij smaakte: naar bier en dope en pepermuntkauwgum. Hij zat met zijn hand tussen haar benen en stak zijn vinger in haar. Ze liet zijn mond los en kreunde. Hij hield haar hoofd teder in het kommetje van zijn brede hand en zei weer: Je bent zo mooi, en toen stootte hij.

Ze schreeuwde het uit. Het leek alsof er een mes in haar werd gestoken. Weer probeerde hij bij haar naar binnen te dringen; ze kromp ineen en jammerde, een vreemd gekerm dat net zo klonk als een hond die doodsbang bijkomt uit de verdoving. Ali trok zich terug en zij hield haar hand tussen haar benen. Het voelde alsof ze uiteengereten was. Ze schaamde zich. Haar gezicht was vlekkerig van de tranen. Ali hield haar in zijn armen. Ze huilde tegen zijn borst. Hij hield haar nog steviger vast. Langzaam, heel langzaam, nam de pijn af. Ze wilde niet dat Ali haar losliet. Ze wilde niet naar zijn gezicht kijken.

‘Connie, Connie,’ zei hij uiteindelijk zacht maar met klem. ‘Mijn voet slaapt.’

Met tegenzin maakte ze zich los uit zijn armen. Ali kwam overeind en masseerde zijn kuit. Zijn spijkerbroek en slip zaten nog om zijn knieën. Ze trok haar slipje omhoog, en terwijl ze dat deed speurde ze in paniek haar dijen, benen en de sprei af naar bloed. Ze zag niets. Ali trok een grimas en stond daarna voorzichtig op van het bed.

‘Ik ga naar de wc. Wil je alsjeblieft op me wachten?’ Connie moest eigenlijk lachen. Zijn pik was nog stijf.

‘Beloofd?’

‘Beloofd.’

Toen Ali met zijn spijkerbroek en slip rond zijn benen naar de badkamer hopste, lachte ze alsnog. Zijn pik wipte op en neer. Het deed haar denken aan Terrance en Philip die vochten in South Park.

Toen hij weg was, veegde ze met een kussensloop haar gezicht en ogen af. Ze zou er wel afschuwelijk uitzien. Misschien moest ze weggaan. Maar ze ging op het bed zitten en staarde naar de deur waardoor Ali was verdwenen. Ze wilde niet in haar eentje terug naar het feest. Ze waren samen weggegaan. Iedereen zou over hen roddelen. Ze moest er niet aan denken om in haar eentje terug te gaan naar het feest.

Ze hoorde dat de wc werd doorgetrokken. Ali kwam terug, helemaal aangekleed. Ze keek naar de grond, naar de geboende planken en het dikke tapijt van zuivere scheerwol met een bloemenpatroon in dezelfde kleuren als het plafond.

Ali ging naast haar zitten en sloeg zijn arm om haar heen. ‘Je bent nog maagd, hè?’

Ze zei niets.

‘Daar ben ik blij om. Je gedraagt je niet als een slet.’

Die opmerking maakte haar razend. ‘O, dus als je me geneukt had, was ik een slet geweest.’

‘Hou toch op met die feministische flauwekul. Je bent geen slet.’

‘En sletten zijn zeker slecht?’ Ze rukte zich los.

Hij trok haar terug. ‘Nee, maar jij bent geen slet.’ Hij stond op en pakte haar hand. ‘Kom, we gaan iets drinken.’

De rest van de avond hield hij haar hand vast: als ze dansten, als ze iets gingen drinken. Zelfs aan het einde van het feest, toen alleen Ali en zij, Jenna en Jordan, Tina, Veronica, Costa, Lenin en Casey nog in de woonkamer zaten te luisteren naar Devendra Banharts Niño Roja, hield hij haar hand vast. Jenna en Jordan zaten samen op de bank, zijn hand rustte op haar schoot. Veronica leek er niet mee te zitten.

Jenna had Connie een knipoog gegeven toen Ali en zij terug waren bij de feestgangers. Tina had lachend maar geluidloos sletje tegen haar gezegd. Ze zou hun er vanavond niets over vertellen. Dat zou ze maandag op school wel doen. Ze zou de waarheid vertellen. Op een gegeven moment kwam Richie de kamer binnen lopen. Hij fronste zijn wenkbrauwen en keek het vertrek rond. Toen hij Ali en haar hand in hand op de bank zag zitten, kwam hij naar hen toe.

‘Hoe gaat-ie, Rich?’

Rich negeerde Ali. ‘Ik ga ervandoor.’

‘Waar is Nick?’

‘Die staat buiten op me te wachten.’

‘Doe hem de groeten van me.’

Richie gromde.

‘Wat is er?’

‘Niks. Je bent alleen zo normaal. Soms ben je zo ongelofelijk fucking normaal.’

Hij was boos op haar. Ze had geen idee waarom. Maar daar ging ze zich nu niet druk over maken.

‘Ik bel je morgen.’

‘Ja, het zal wel.’

Zonder dag te zeggen draaide Richie zich om.

Ali riep hem na: ‘Tot ziens, Richo.’

Richo verwaardigde zich niet om te reageren.

‘Hij is jaloers, hè?’

Connie hield Ali’s hand stevig vast. ‘Nee, natuurlijk niet.’

‘Hij is verliefd op je. Dat zie je zo. Al jaren.’

‘Nee, dat is het niet.’

‘Hoezo? Is hij dan soms een mietje of zo?’

Ze stond op het punt om te zeggen: ja, dat is-ie, maar hield zich in. Dat kon ze Richie niet aandoen. Ze zou hem niet verraden. Niet aan Ali. Richie had geen idee hoe lief Ali was. Ze zou ervoor zorgen dat ze vrienden werden. Ze moesten vrienden worden.

‘Dat is het niet, oké?’

Ali wilde iets zeggen maar zweeg.

‘Wat wou je zeggen?’

‘Niks.’

‘Wat wou je nou zeggen?’

‘Je weet toch dat ik het niet gemeen bedoel als ik het woord mietje gebruik, hè? Het is net zoiets als wanneer jij Costa of mij uitmaakt voor wog.’

‘Ik maak je niet uit voor wog.’

‘Je weet best wat ik bedoel.’

‘Nee, wat bedoel je precies?’

Ali voelde zich opgelaten. Hij fluisterde in haar oor: ‘Ik heb gehoord dat je vader homo was.’

‘Hij was bi.’

Ali grijnsde. ‘Ja, dat kan niet anders.’ Hij trok zijn gezicht weer in de plooi en keek ernstig. ‘Soms zeg ik dingen zonder erbij na te denken. Het zal me een rotzorg zijn wat iemand is. Dat moet je geloven.’

‘Dat doe ik ook.’ Ze lachte quasigemeen. ‘Mijn vader zou dol op je zijn geweest. Je bent helemaal zijn type.’

Ali kuste haar weer.

Hij bracht haar naar huis. Ze liepen hand in hand en zeiden niet veel. Hij had een trui van Jordan aan, een zwarte met een col. Ze vond zwart hem goed staan. Toen ze bij haar huis waren aangekomen, zoenden ze weer.

‘Hoe ga jij naar huis?’

‘Lopend.’

‘Naar Coburg? Daar doe je uren over.’

‘Nee. Veertig minuten, max.’ Ze wilden elkaars hand maar niet loslaten. Hij wipte ongemakkelijk van zijn ene voet op de andere. Uiteindelijk liet hij haar hand los – die voelde slap en leeg aan toen hij uit Ali’s warme hand was. Ze was doodsbenauwd voor wat ze maandag op school tegen hem moest zeggen. Hij wipte nog steeds van zijn ene voet op de andere.

‘Zullen we een keer naar de film gaan?’

‘Wanneer?’ Sloeg haar stem over? Ja, dat deed hij.

‘Vrijdagavond?’

‘Prima.’

‘Mooi.’ Hij gaf haar een zachte, tedere zoen op haar mond. ‘Tot maandag.’

Ze keek hem na toen hij met zijn handen in zijn zakken de straat uit liep.

Onder een lantaarnpaal draaide hij zich om en zwaaide naar haar. Ze zwaaide terug. Hij zag eruit als een jochie. Ze ging naar binnen.

Er kwam een streep licht onder de deur van haar tante door. Zachtjes klopte ze aan.

‘Kom binnen.’

Tasha zat in bed te lezen. ‘Ik kon niet slapen.’

‘Sorry. Het is zeker al laat?’

‘Halfvier. Op zaterdagavond mag dat. Leuk feest?’

Connie sloeg het dekbed terug en gleed onder het laken naast haar tante. ‘Ik geloof dat ik net mee uit ben gevraagd.’

‘Door wie?’

‘Hij heet Ali.’

‘Je bent net je vader.’

‘Hij is echt heel leuk, Tash.’

‘Ik bepaal zelf wel wat ik van hem vind. Hij is zeker voor je jurk gevallen, hè?’

Connie keek de slaapkamer van haar tante rond: de stapel boeken naast het bed, de oude feministische en socialistische posters aan de muur, de icoon van Maria met Jezus in haar armen. Het was een warme, aangename kamer.

‘Ben jij weleens eenzaam, Tash?’

‘Nee, ik heb jou.’

‘Maar als je niet voor mij hoefde te zorgen, zou je dan nu iemand hebben?’

Tasha zweeg.

Connie draaide zich op haar zij en keek naar haar tante. ‘Ik heb gelijk, hè?’

‘Zou kunnen. Maar het kan ook dat ik helemaal alleen in dit huis zou zitten. Ik was zevenendertig toen ik de zorg voor jou op me nam, Con. En nu ben ik tweeënveertig. Toen ik vijfendertig was, stond er geen prins Ali om de hoek op me te wachten. Wie weet, misschien staat die er wel als ik drieënveertig ben. Het kan me niet zoveel schelen. Ik had jou. Jij was bij me. Ik vind mezelf een geluksvogel.’ Tasha boog zich naar haar nichtje toe en gaf haar een kusje op haar wang. ‘En nu naar bed. Je bent alleen maar naar complimentjes aan het vissen. Ik houd van je, dat weet je heel goed.’

Grijnzend sprong Connie uit bed.

‘Ik stuur Zara nog een berichtje en dan ga ik slapen.’

Ze kon de slaap niet vatten. Ze zette haar computer aan en trok daarna de onderste lade van haar bureau open. Onder de flesjes correctievloeistof, blokjes Post-it, notitieboekjes en potloden stond een oud blik; de afbeelding van de glimlachende prins Charles en Lady Di was vervaagd, waardoor zij geen neus meer had en hij geen kin. Ze maakte het blik open en snuffelde tussen de velletjes, ansichten en afgescheurde concertkaartjes voor Placebo en Snoop Dog. De brief lag onderop, waar ze hem altijd bewaarde. Haar tante wist niet dat ze hem had gehouden. Haar vader had hem haar gegeven toen hij in het ziekenhuis in Londen op sterven lag. Het was een kopie, had hij haar gezegd, een kopie van de brief die ik je tante heb gestuurd. Ze heeft geantwoord, had hij eraan toegevoegd. Ze zei ja.

Connie begon te lezen.

Lieve zus,

Ik schrijf je om te vragen of je voor mijn kind wilt zorgen, mijn dochtertje dat alles voor me betekent. Ik weet dat ik jarenlang niets van me heb laten horen, maar ik hoop dat de liefde en genegenheid die je mij altijd hebt betoond – en ik weet dat ik die niet altijd verdiende – ook voor je nichtje gelden. Het is een fantastisch kind, Tasha. Een fantastische meid.

Ik lig op sterven; eigenlijk ben ik al jaren stervende. Dat is een van de redenen waarom ik afstand heb bewaard. Ik wist dat jij aardig zou zijn, maar van Peter en pa verwachtte ik geen begrip. In 1989 is vastgesteld dat ik positief was. Ik weet niet of je het nog weet, maar jij zat toen in het laatste jaar van de middelbare school en ik was thuisgekomen om jullie op te zoeken. Je was woedend omdat mijn komst blijkbaar veel ellende veroorzaakte en tot veel conflicten leidde. Ik deed zelfs tegen jou kortaf en later heb je me in Londen verteld dat je me gemeen en arrogant vond en dat je dacht dat ik door Engeland zo was geworden. Ik had je toen al moeten vertellen dat ik hiv-positief was, maar dat durfde ik niet en ma smeekte me het niet te doen. Ja, zij wist het wel. Ze vond het beschamend, maar verder reageerde ze er heel goed op. En nee, natuurlijk heeft ze het pa nooit verteld.

Connie is gezond. Ze moet verwekt zijn voordat Marina of ik besmet zijn geraakt met het virus. Of ze heeft godzijdank heel veel geluk gehad.

O, zus, zelfs nu ben ik geneigd te liegen. Zelfs nu mijn einde nadert en ik me kan verschuilen achter deze brief, heb ik het lef niet: ík heb Marina besmet. Ik denk zeker te weten wanneer het virus mijn lichaam binnendrongen is. Het was, heel toepasselijk, in dat vervloekte Soho. In de wc van een club, ergens in de krochten van het nichtenwereldje in Londen: een zekere Joseph had een shot heroïne voor me klaargemaakt. Ik was dronken, was helemaal weg van zijn lijf en ik had die avond heel veel zin om een man te neuken. We hebben niet geneukt – daar zorgden de drugs wel voor – maar toen ik hem het spul mijn ader in zag spuiten, wist ik dat hij me vergiftigde.

Dit was altijd het moeilijkste stuk om te lezen. Altijd.

Een jaar lang heb ik Marina heel vaak en hard geneukt, ik vermoed in de hoop dat we als door een wonder zouden worden beschermd. Zoals je weet is ze vijf jaar geleden overleden. Ik heb haar nooit bekend wat ik hierboven heb beschreven en zij heeft mij nooit iets verweten. En dat zou ze misschien zelfs niet hebben gedaan als ik het haar wel had verteld. Wie weet wat voor verborgen plekken zij heeft bezocht in haar losbandigheid!

Dit klinkt als een biecht, hè? Marina is in haar laatste levensjaren boeddhistisch geworden, maar ik vrees helaas nog steeds onze strenge, mensgeworden God. Ik ben geen slecht mens geweest, verre van dat, en ook al weet ik dat ik niet in de laatste kring van de hel zal belanden, toch kan ik het idee niet van me afzetten dat er wel een zekere logica en waarheid zit in wat onze oude kerkvaderen beweerden. Ik heb zelden gehoorzaamd in mijn leven. Ik heb slecht naar God geluisterd.

Connie is bijna veertien en ze zit op een middelbare school in Zuid-Londen. Ze is slim en doet het heel goed op school. Ze is – en dat kan ook niet anders – heel volwassen voor haar leeftijd. Ik heb ervan staan te kijken hoe ze met de dood van haar moeder en mijn ziekte is omgegaan. Als er al sprake is van vooroordelen of onwetendheid bij haar vrienden, laat ze daar niets van merken en ik vermoed dat haar beste vrienden haar hebben gesteund. De moeder van haar vriend Allen is een pot en haar beste vriendin, Zara, is een ongelofelijk cool Turks meisje. (Zara heeft twee jaar lang al haar zakgeld opgespaard om een T-shirt van Prada te kunnen kopen! Ik was niet zozeer onder de indruk van het feit dat ze een Prada-shirt wilde hebben – die merkkledingrage zie je overal en vind ik eigenlijk van slechte smaak getuigen – maar van het feit dat ze vastberaden genoeg was om zo lang te sparen.)

Ik weet niet, zus, of jij veel met tieners bent omgegaan, maar ik vind ze fascinerend en bemoedigend. Van onze generatie kan ik dat absoluut niet zeggen. Niet dat ik de tieners van tegenwoordig wil romantiseren. Ze zijn heel hard, die kids, typisch kinderen van het Thatcher-tijdperk, ook al kramen ze alle politiek correcte clichés uit over milieuvervuiling en racisme. Ze hebben geen geduld met iemand die het om een of andere reden niet weet te maken. Zelfs de kansarme jongens die om Connie heen draaien doen minachtend over iedereen die niet droomt van snelle auto’s en een toekomst als ondernemer. Maar ze zijn niet hypocriet en anders dan wij doen ze niet alsof ze meer weten dan ze weten en spreken ze niet namens anderen, maar alleen voor zichzelf. Zijn ze bij jullie in Australië ook zo?

Het regent en dadelijk komt de dagverpleegster langs, die bijna de helft van mijn uitkering opslokt. Ik zit nog steeds in de bijstand – dat kun je maar beter niet aan pa vertellen, denk ik. Is hij al met pensioen of is hij nog altijd aan het bouwen, bouwen, bouwen en drinken, drinken, drinken en klaagt hij nog steeds dat zijn kinderen niet weten wat hard werken is? Wat een flauwekul! Al op heel jonge leeftijd wist ik wat hard werken betekende en heb ik me voorgenomen dat ik dat nooit zou doen, dat ik nooit mijn lichaam en mijn rug op die manier zou slopen en nooit bitter zou worden zoals pa. Oké, ik mag dan verbitterd zijn, maar niet zoals hij. In tegenstelling tot pa heb ik geen spijt van de dingen die ik níét heb gedaan, maar van de dingen die ik wél heb gedaan. Ik mag dan wel beweren dat ik vrede heb met die rotziekte, maar in werkelijkheid ga ik steeds terug naar het moment dat ik hem heb opgelopen en zou ik willen dat ik niet naar die club was gegaan, dat ik die man nooit had ontmoet, dat ik niet dezelfde injectienaald had gebruikt. Maar ik zou vooral willen dat ik niet met Marina was blijven neuken, dat ik niet zo laf was geweest.

Bid voor me, zus. Ik vrees God wel degelijk.

Connie weet niets van onze familiegeschiedenis. Ze weet wel van jullie bestaan daar in Australië en vooral dat ik dol op je ben. Maar geloof me alsjeblieft als ik zeg dat je je niet schuldig moet voelen als je haar geen thuis kunt bieden. Dat is niet bepaald jouw verantwoordelijkheid, toch? Dat besef ik maar al te goed. Ze wil niet horen dat ik doodga en dus hebben we het niet over de toekomst gehad. Als je haar niet in huis kunt nemen, zal Jessica, een oude tante van Marina die in Lancaster woont en heel hartelijk is, haar best doen voor Connie te zorgen. Ik wil dat ze haar oom en haar opa leert kennen, maar ik wil niet dat die iets te zeggen hebben over haar leven en toekomst. Van onze familie vertrouw ik alleen jou.

Tasha, als je haar om wat voor reden dan ook niet in huis kunt nemen, zou je dan alsjeblieft wel contact met haar willen opnemen? Marina en ik hebben het niet heel goed gedaan als ouders, maar er is wel wat geld voor haar, vijfduizend pond, die Marina en ik opzij hebben weten te leggen. Mijn begrafenis is al helemaal geregeld en betaald en ik laat geen schulden na. Ik word hier in Londen gecremeerd en begraven. Ik verlang niet terug naar Australië. Uit wat we er hier over horen, maak ik op dat sommige zaken nauwelijks zijn veranderd. We naaien de zwarten nog steeds, hè? Nee, ik word liever hier begraven.

O, zus, ik weet dat je niet ver komt met vijfduizend pond, ik besef dat ik ontzettend veel van je vraag. Maar ik denk dat je dol zult zijn op Connie. Ik herinner haar steeds aan de keer dat jij haar voor het laatst hebt gezien, jaren geleden toen ze nog geen vijf was, en jij vertelde dat je het eng vond om ’s avonds de metro te nemen. Weet je nog wat ze toen zei? Maar tante Tasha, je moet juist ’s avonds de metro nemen. Dan is er meer licht. Dan is het er veiliger.’ Ze vergt niet veel van je. Laatst vroeg ze me tot mijn verrassing of ik muziek had van Simon en Garfunkel. Omdat ze in Londen is opgegroeid, dacht ik dat ze alleen hip-hop en dancemuziek kende. Maar ze begint van het hippietijdperk te houden. Ze heeft ook gevraagd naar Joni Mitchell en Fleetwood Mac. Joost mag weten waar ze die hoort. Op Radio 2? Dat zal toch niet?

Ja, pap, op Radio 2. Als jij niet thuis was, luisterden mam en ik altijd naar Radio 2. Ik had een bloedhekel aan Joy Division, een bloedhekel aan The Clash en ik haatte techno. Ik hield van Fleetwood Mac.

Ik lig op sterven. Ik zou het waarderen als je zo snel mogelijk op deze brief zou willen reageren. Denk alsjeblieft heel goed na over wat het beste is voor jou, want wat het beste is voor jou, is ook het beste voor Connie en mij. Natuurlijk kun je me ook bellen, maar ik ben heel bang, lieve zus, dat ik, als ik je stem hoor, in tranen uitbarst en heel lang en heel hard zal moeten huilen. Connie maakt me uit voor dinosaurus, omdat ik geen internet en e-mail gebruik, maar een van de schaarse genoegens die stervenden zijn vergund is de vrijheid sommige dingen links te laten liggen. Zoals je weet heb ik altijd een hekel gehad aan tv en de telefoon; e-mail en internet lijken me afschuwelijk, een combinatie van die twee. Kennelijk ben ik niet geschikt voor deze nieuwe eeuw en heb ik het moment van mijn verscheiden goed gekozen.

Schrijf me alsjeblieft. Ik zou willen dat ik als oudere broer een hechtere band met je had gehad en je meer aandacht had geschonken. Ik heb je verschrikkelijk tekort gedaan. Nu ik dit schrijf moet ik huilen en schiet het me ineens te binnen dat we altijd moesten lachen om mevrouw Radiç, die naast ons woonde, als ze weer eens een hele monoloog tegen zichzelf hield over de pijn van de ballingschap. Maar nu voel ik die zelf heel intens. Arme mevrouw Radiç, hier spreken ze tenminste nog mijn taal. Zij weet haar ballingschap aan armoede en oorlog. Heb ik de mijne alleen aan mezelf te wijten?

Lieve zus, vertel onze broer en onze vader de waarheid. Als Connie het op haar leeftijd aankan, moeten zij dat ook kunnen. Ik wil niet dat Connie omgeven wordt door leugens, en aangezien ik wil dat ze mijn familie leert kennen, wil ik dat mijn familie zich waardig gedraagt. Waag het niet tegen haar te liegen.

De verpleegster is er. Ze vroeg me net wie ik aan het schrijven was en ik antwoordde: een van de drie vrouwen van wie ik oprecht heb gehouden. Dat zijn Marina, mijn Connie en jij. Je bent nooit uit mijn gedachten geweest.

Ik kus je, Natasha,

Je liefhebbende broer,

Luke.

Connie vouwde de brief dicht en legde hem weer onder in het blik. De computer gaf een bliep. Zara was online. Ze veegde haar tranen weg en vertelde Zara alles over het feest. Ze wilde vanavond niet aan Hector denken. Ze zou vanavond niet aan Hector denken. Ze vertelde Zara over de verbluffend mooie jurk die ze had gedragen, over Richie, en Jenna en Jordan en dat ze xtc hadden geslikt. Ze vertelde ook alles wat er was voorgevallen tussen Ali en haar, en alles, tot in de kleinste details, wat ze zich van Ali herinnerde: hoe hij eruitzag en klonk, hoe hij rook en smaakte. Ze vertelde haar alles.

Het was een uur of twaalf toen ze wakker werd. Haar hoofd bonkte en ze kreunde toen ze naar de stapel schoolboeken op haar bureau keek. Ze schuifelde de keuken binnen. Tasha was aan het koken voor de lunch en het rook naar citroengras en koriander. Op een bord lagen visfilets.

‘Ik krijg geen hap door mijn keel.’

‘Jawel. Joost mag weten wat je gisteren allemaal binnengekregen hebt, maar vis is het beste voor je.’ Tasha tikte tegen haar slaap. ‘Hersenvoedsel. Goed voor je serotoninegehalte.’

Connie ging aan tafel zitten. Ze bekeek de voorpagina van de krant en haalde daarna de tv-pagina eruit.

‘Ik ga vandaag de deur niet uit,’ verkondigde ze.

‘Rosie heeft gebeld. Ze wil dat je woensdag op Hugo past.’

Connie knikte. ‘Is goed.’

‘Ik heb gezegd dat je niet kon.’

‘Ik kan best een paar uur oppassen,’ protesteerde Connie.

‘Nee, je zit in het laatste jaar, Connie. Je moet heel hard leren en daarna heb je examens. Je past toch al te vaak op. Ik heb tegen Rosie gezegd dat je niet kunt. Ik wil niet dat ze afhankelijk van je worden.’

‘Het is lastig voor Rosie. Ze heeft geen familie hier in Melbourne. En een dezer dagen is die rechtszitting. Dat is het enige waar ze nog aan kan denken.’

‘Sommige mensen maken het zichzelf moeilijk.’

‘Hij heeft Hugo geslagen.’

Haar tante reageerde niet.

‘Dat een volwassene een kind slaat is niet goed te praten. Ik hoop dat hij celstraf krijgt,’ besloot Connie zuur.

Tasha kruidde de visfilets. ‘Weet je wat me niet aanstaat van de jeugd? Dat jullie zo meedogenloos kunnen zijn.’

Connie ging er niet op in. Ze had hoofdpijn en ze had geen zin in ruzie. Ze dacht aan Ali. Ze had zijn telefoonnummer niet en hij had dat van haar niet. Zou Jordan het hem geven? Zou hij haar bellen of zouden ze pas op school met elkaar praten? Ze liet haar blik over de tv-pagina van zondag gaan. Er was alleen maar rotzooi.

‘Tash, als ik vanmiddag een paar uur ga leren, wil jij me dan straks naar de videotheek brengen? Ik wil een dvd huren.’

Tasha verhitte olie in de wok en deed er stukjes gember en knoflook in. Connie besefte dat ze de vorige avond niet veel had gegeten. Ze stond op en sloeg haar armen om haar tante heen.

‘Ik ga even douchen.’

‘Drie minuten. Dan is het eten klaar. En het is nergens goed voor om water te verspillen.’

‘Drie minuten.’ In de deuropening draaide Connie zich om. ‘Is er nog chocola?’

Tasha beet op haar onderlip.

Connie deed alsof ze woest was. ‘Je hebt gisteravond alles opgegeten, hè?’

‘Goed, goed. We kopen nog wel een nieuwe reep als we die dvd voor je gaan halen.’

‘Dank je, Tashie. Je bent een schat. Over een kwartiertje ben ik klaar voor de lunch.’ Connie draaide zich om en liep neuriënd naar de badkamer.

‘Meedogenloos,’ hoorde ze haar tante zeggen. ‘Meedogenloos.’