62
Mace legde een zak met ijs op Roys neus. Hij zat in het bad in het gastenverblijf van Abe Altman. ‘Hoe voelt hij aan?’
‘Gebroken. Maar dat geldt ook voor mijn been, mijn enkel en mijn ribben.’
‘De zwelling bij je oog is tenminste niet meer zo erg. Wil je naar het ziekenhuis?’
‘Nee, het komt wel goed, zolang ik maar een beetje uit de buurt blijf van kerels die Psycho heten.’
‘Ik wilde Chinees bestellen, maar toen ik naar het grote huis belde om te vragen of ze een menu hadden liggen, reageerde Herbert verontwaardigd. Hij maakt nu een Chinese maaltijd voor ons tweeën klaar.’
‘Dat is heel aardig van Herbert. Waar is Altman?’
‘De Bentley is weg. Misschien moest hij ergens heen.’
Roy ging rechtop zitten en schoof de ijszak naar zijn oog. ‘Heb je je zus nog kunnen bereiken?’
‘Ze heeft Alisha en Tyler laten ophalen en naar de sociale dienst laten brengen.’
‘En haar broer?’
‘Die was er niet. Ik maak me zorgen over hem.’
‘Je bedoelt dat hij misschien achter Psycho aan gaat?’
‘Ja. En dat wordt zijn dood.’
Ze ging op de rand van het bad zitten. ‘Weet je waarom ik je vandaag heb meegenomen?’
‘Voor de komische noot?’
‘Nee, om een oogje op je te houden.’
Hij haalde de ijszak weg en draaide zich met een ruk naar haar om. ‘Om míj te beschermen?’
‘Toen ik die kerels achter me aan had gehad, wist ik dat ze je kenteken zouden natrekken en erachter zouden komen wie je bent. Ik maakte me zorgen. Natuurlijk was het nu ook weer niet mijn bedoeling je een gevecht op leven en dood te laten leveren met een klootzak die Psycho heet. Ik ben echt een genie.’
Hij pakte haar hand vast. ‘Hé, je kon niet weten dat er zoiets zou gebeuren. En we hebben het goed gedaan. Ja toch?’
‘Jij hebt het geweldig gedaan, niet zomaar goed.’
‘Misschien slaat er iets van jou op mij over.’
Ze keken elkaar aan. Ze streek door zijn haar en hij wreef over haar arm.
‘Heb je zin om nat te worden, Mace?’ zei hij zachtjes, en hij keek haar diep in de ogen.
Ze hoorden een geluid beneden. Mace sprong overeind. ‘Dat moet Herbert zijn. Wil je dat ik het eten hierheen breng of wil je buiten eten, met uitzicht op de schitterende tuin?’
Hij liet haar hand los. ‘Dat van die schitterende tuin klinkt goed.’
‘Neem de tijd. Ik hou het eten warm.’
Terwijl ze vlug de trap afliep, liet Roy zich langzaam weer in het water zakken.
Beth was net op kantoor terug, nadat ze in district 5 bij een appel aanwezig was geweest, toen haar telefoon ging. Ze nam op. ‘Commandant,’ zei ze.
‘Wilt u even wachten op interim procureur-generaal Mona Danforth?’ zei een vrouwenstem op overdreven formele manier.
Beth trommelde met haar vingers op het bureau terwijl ze wachtte tot Mona opnam. Dat flikte die vrouw steeds weer. Ze had er waarschijnlijk zelf bij gestaan toen haar secretaresse belde en was daarna op haar gemak naar haar kamer teruggeslenterd, alleen om Beth te laten wachten.
Er gingen dertig seconden voorbij en Beth stond al op het punt de telefoon weer op de haak te gooien, toen de vrouwenstem aan de lijn kwam. ‘Mona Danforth.’
‘Ja, dat had ik al begrepen, want jíj belde míj. Wat is er?’
‘Er is iets vreemds met de zaak-Meldon aan de hand.’
‘Heb je ook bijzonderheden?’
‘De cia zegt dat ze van niets weten.’
‘En vind je dat vreemd?’
‘Hé, jij hebt me gevraagd ernaar te informeren en je terug te bellen.’
Beth haalde diep adem. Terwijl ze naar haar bureau keek, probeerde ze de miljoen dingen die ze die dag nog moest doen op een rijtje te zetten. Ze had die dag al tien keer op iets anders moeten overschakelen. ‘Oké, Mona, het spijt me. Ga verder.’
‘Ik heb gekeken met welke zaken Jamie bezig was. Hij werkte niet aan iets wat aanleiding voor iemand zou kunnen zijn hem te vermoorden en in een vuilcontainer te gooien.’
‘Maar hij is toch advocaat in New York geweest? Hij deed strafzaken.’
‘Om precies te zijn: hij was advocaat van de maffia. Maar de mensen die hij vertegenwoordigde, zijn dood of zitten in de gevangenis, of ze zitten niet meer in het vak. De enige die wrok tegen hem zou kunnen koesteren, zit in een getuigenprogramma. En de marshalls die dat programma begeleiden, laten de deelnemers in de regel niet zomaar de straat op gaan om moorden te plegen.’
‘Dus de cia beweert dat ze niet achter het onderzoek naar de moord op Jamie zitten. Laten we er eens van uitgaan dat ze deze ene keer de waarheid spreken. Wie kunnen het dan nog meer zijn? Ik heb gehoord dat de opdracht om buiten de zaak te blijven uit het Witte Huis is gekomen. Maar daarna heb ik gepraat met iemand die ik vertrouw, en die zei dat dat waarschijnlijk niet waar was.’
‘Met wie heb je gepraat?’
‘Sorry, Mona, maar als ik mijn bronnen prijsgeef, hou ik er niet één meer over.’
‘Mooi!’
‘Zeg, de burgemeester was degene die tegen me zei dat ik me moest terugtrekken, maar toen ik hem vroeg waar die opdracht vandaan was gekomen, klapte hij dicht.’
‘Denk je dat de fbi het eerlijk speelt?’
‘Ik ken de directeur en zijn topmensen, net als jij. Die hebben het tot nu toe meestal eerlijk gespeeld. Waarom vraag je dat?’
‘Omdat ik een bericht heb gekregen van een fbi -agent. Hij wil me ontmoeten om de zaak-Meldon door te nemen.’
‘Waarom jij?’
‘Ik ben de interim procureur-generaal, Beth. Jamie werkte voor mij.’
‘Maar voor zover ik weet, valt een moord die in Washington is gepleegd onder mijn jurisdictie. Ik moet die verrekte boeven vangen voordat jij ze kunt vervolgen, Mona.’
‘Nou, als jij met hem wilt praten, vind ik dat prima. Ik kom toch al om in het werk. Toen ik hem die mogelijkheid voorlegde, zei hij dat hij daar geen probleem mee had. Ik denk dat hij toch al van plan was met jou te gaan praten.’
Beth haalde een vel kladpapier naar zich toe. ‘Goed, hoe heet hij?’
‘ fbi -agent Karl Reiger.’