•53•

Bill Patterson keek naar de klok op het dashboard en rekte zich even uit. Ze reden naar het zuiden en bevonden zich op ongeveer twee uur rijden ten noorden van Bell Harbor. Zijn vrouw zat naast hem en was diep in slaap. Ze waren boodschappen gaan doen en dat was veel langer gaan duren dan ze hadden verwacht. Sidney had ongelijk gehad. Ze waren niet gestopt tijdens de rit naar Bell Harbor en waren net aangekomen toen het noodweer losbrak. Ze hadden hun bagage in de achterkamer gezet en waren daarna snel inkopen gaan doen voor het nog erger zou worden. In de winkel in Bell Harbor was bijna alles uitverkocht en dus hadden ze zich genoodzaakt gezien om naar het noorden te rijden, naar de veel grotere supermarkt in Port Vista. Op de terugweg was de weg geblokkeerd geraakt door een geschaarde truck met oplegger en dus hadden ze de afgelopen nacht moeten doorbrengen in een bijzonder oncomfortabel hotel. Patterson keek op de achterbank; Amy zat ook te slapen. Haar kleine mondje stond een beetje open, zodat haar lippen een perfecte cirkel vormden. Toen hij de zware sneeuwval zag, trok Patterson een lelijk gezicht: Maine in december. Gelukkig had hij de laatste nieuwsberichten, waarin gemeld werd dat zijn dochter nu een voortvluchtige crimineel was, niet gehoord. Hij was nú al zo bezorgd dat hij er helemaal beroerd van was. Zijn vingernagels waren zover afgekloven dat zijn vingertoppen bloedden en zijn maag voelde aan als een grote zak met pijnlijk brandend zuur. Hij wilde dat hij Sidney kon beschermen, zoals hij dat ook had gedaan toen ze nog een klein meisje was. Spoken en heksen waren toen zijn voornaamste vijanden geweest, maar hij moest ervan uitgaan dat zijn huidige tegenstanders veel gevaarlijker waren. In elk geval had hij Amy bij zich en God helpe degene die het zou wagen om te proberen zijn kleindochter iets aan te doen. En God zij met jou, Sidney.

Zwijgend stond Ray Jackson in de deuropening van Sawyers kleine kantoortje. Lee Sawyer zat aan zijn bureau en was verdiept in een dossier. Voor hem stond een warmhoudplaatje met een volle pot koffie erop en een half opgegeten maaltijd ernaast. Jackson kon zich niet herinneren dat de man ooit had gefaald, maar de afgelopen tijd was er steeds meer druk op Sawyer uitgeoefend, zowel door de directeur van de fbi als door de pers en het Witte Huis. Jackson trok een lelijk gezicht. Als ze allemaal dachten dat het zo gemakkelijk was, waarom deden ze het dan niet zelf?

‘Hé, Lee?’

Sawyer schrok op. ‘Hallo, Ray. Er is verse koffie. Schenk zelf maar in.’

Jackson schonk zich een kopje in en ging zitten. ‘Ik heb gehoord dat je zwaar onder druk bent gezet.’

Sawyer haalde zijn schouders op. ‘Dat hoort er nou eenmaal bij.’

‘Wil je erover praten?’

‘Waarover zouden we moeten praten? Iedereen wil weten wie er achter de aanslag op dat vliegtuig heeft gezeten. Prima, ik ook. Maar ik wil nog heel veel meer weten: ik wil weten wie Joe Riker als schietschijf heeft gebruikt. Ik wil weten wie Steven en Ed Page heeft vermoord. Ik wil weten wie die drie lui in die wagen heeft neergeschoten. Ik wil weten waar Jason Archer uithangt.’

‘En Sidney Archer?’

‘Ja, die ook. En daar zal ik heus niet achter komen door naar allerlei mensen te luisteren die alleen maar vragen hebben en geen antwoorden. Nou we het er toch over hebben: heb jij er een paar? Antwoorden, bedoel ik.’

Jackson stond op en deed de deur van Sawyers kantoor dicht.

‘Volgens zijn huisarts was Lieberman niet seropositief.’

‘Dat kan niet. Die vent liegt dat hij barst!’ zei Sawyer woedend.

‘Ik denk het niet, Lee.’

‘Waarom dan niet, verdomme?’

‘Omdat hij me inzage heeft gegeven in Liebermans dossier.’ Verbijsterd liet Sawyer zich achterover in zijn stoel zakken. Jackson ging verder: ‘Toen ik hem ernaar vroeg, dacht ik dat het net zo zou gaan als we al hadden gedacht, dat we het aan de uitdrukking op zijn gezicht zouden moeten zien, omdat die vent ons zonder een rechterlijk bevel zeker geen inzage zou geven. Maar dat heeft hij dus wél gedaan, waarschijnlijk omdat hij dacht dat hij Lieberman op geen enkele manier kon benadelen door te bewijzen dat hij niet seropositief was. Lieberman was een soort gezondheidsfreak. Hij liet elk jaar een medisch onderzoek doen en nam ook allerlei voorzorgsmaatregelen. Een van de onderdelen van dat onderzoek was een hiv -test. De dokter heeft me alle uitslagen vanaf 1990 laten zien, Lee, en die waren allemaal negatief.’

Sidney ging op het bed van haar ouders liggen, deed even haar bloeddoorlopen ogen dicht, en haalde diep adem. Vermoeid nam ze een besluit. Ze haalde het kaartje uit haar portefeuille en bleef er een paar minuten naar liggen kijken. Ze voelde een overweldigende behoefte om met iemand te praten, en om verschillende redenen besloot ze dat ze hém maar moest bellen. Ze liep naar de Land Rover en toetste zorgvuldig het nummer in.

Sawyer had net de deur van zijn flat opengedaan toen hij de telefoon hoorde piepen. Hij nam op en liet tegelijkertijd zijn overjas van zijn schouders glijden.

‘Hallo?’

Het bleef even stil aan de lijn en Sawyer wilde net ophangen toen hij een stem hoorde. Hij liet de jas op de grond vallen, klemde de hoorn met beide handen vast en bleef als aan de grond genageld midden in zijn woonkamer staan.

‘Sidney?’

‘Hallo.’ De stem klonk zacht, maar vastberaden.

‘Waar zit je?’ Hij vroeg het zonder erbij na te denken, maar had er onmiddellijk spijt van.

‘Sorry, Lee, maar dat zeg ik niet.’

‘Oké, oké.’ Sawyer liet zich in zijn gehavende, oude leunstoel zakken. ‘Dat hoef ik ook niet te weten, maar ben je veilig?’

Sidney moest bijna lachen. ‘Redelijk veilig, denk ik, maar zeker weet ik dat natuurlijk niet. Ik ben zwaarbewapend, maar of dat wat uitmaakt?’ Ze zweeg even. ‘Ik heb het nieuws gezien.’

‘Ik weet dat je ze niet hebt vermoord, Sidney.’

‘Hoe...?’

‘Dat moet je maar even van me aannemen.’

Toen de herinneringen aan die afgrijselijke avond weer in haar opkwamen, slaakte Sidney een diepe zucht. ‘Neem me niet kwalijk dat ik je dat de vorige keer niet heb verteld, maar ik kón het gewoon niet.’

‘Vertel me wat er die nacht precies is gebeurd, Sidney.’

Terwijl ze zich stond af te vragen of ze nu zou ophangen of niet, was het even stil. Sawyer voelde aan wat ze dacht. ‘Sidney, ik zit nu niet in het Hoover Building, dus ik kan dit gesprek niet laten traceren. En ik sta aan jouw kant. Je kunt zo lang als je wil aan de lijn blijven.’

‘Oké. Jij bent de enige die ik kan vertrouwen. Wat wil je weten?’

‘Alles. Begin maar bij het begin.’

Het kostte Sidney vijf minuten om te vertellen wat er zich die nacht allemaal had afgespeeld.

‘Je hebt de schutter niet duidelijk gezien?’

‘Hij had een skimasker op, en dat bedekte vrijwel zijn hele gezicht. Ik denk dat het dezelfde vent is die naderhand heeft geprobeerd me te vermoorden. Ik hoop in elk geval dat er geen twee mannen met zo’n enge blik in hun ogen los rondlopen.’

‘In New York?’

‘Wat?’

‘De beveiligingsman, Sidney. Die is vermoord.’

Ze wreef over haar voorhoofd. ‘Ja, in New York.’

‘Maar het was een mán? Daar ben je zeker van?’

‘Ja, uit zijn lichaamsbouw en het weinige wat ik van zijn gezicht heb kunnen zien, bleek duidelijk dat het een man was. En hij had baardstoppels op zijn hals.’

Sawyer was onder de indruk van haar observatievermogen en zei dat ook.

‘Als je denkt dat je gaat sterven, staat alles om je heen ineens scherp in je geheugen gegrift.’

‘Ik weet wat je bedoelt. Zoiets heb ik zelf ook weleens meegemaakt. Hoor eens, Sidney, we hebben dat bandje gevonden. Wat is er gebeurd tijdens dat uitstapje naar New Orleans?’

Sidney keek naar het in duisternis gehulde interieur van de Land Rover en de garage waarin die geparkeerd stond. ‘Dus iedereen weet nu dat...’

‘Maak je daar maar niet druk om. Op dat bandje klonk je man behoorlijk nerveus. Hij gaf antwoord op een paar van je vragen, maar lang niet op alles.’

‘Ja, hij was van streek. In paniek zelfs.’

‘Hoe klonk hij toen je hem aan de lijn had in New Orleans? Hetzelfde of anders?’

Sidney kneep haar ogen halfdicht en dacht ingespannen na. ‘Anders,’ zei ze even later.

‘Hóe anders? Beschrijf het zo gedetailleerd mogelijk.’

‘Nou, hij klonk niet nerveus of zo. In feite klonk zijn stem nogal vlak. Hij zei dat ik niets moest zeggen, dat de politie me in de gaten hield. Hij heeft me een reeks instructies gegeven en toen meteen opgehangen. Het was eigenlijk meer een monoloog dan een gesprek. Ik heb geen woord gezegd.’

Sawyer zuchtte. ‘Quentin Rowe is ervan overtuigd dat je na de vliegtuigramp in Jasons kantoor bent geweest. Is dat zo?’

Sidney zweeg.

‘Sidney, het kan me geen moer schelen of je daar nou wel bent geweest of niet, maar als je daar bent geweest, wil ik je iets vragen over iets wat je daar misschien gedaan hebt.’

Sidney bleef zwijgen.

‘Sidney? Hoor eens, jij hebt mij gebeld. Je zei dat je me vertrouwde, hoewel ik me best kan voorstellen dat je op dit ogenblik helemaal niemand meer vertrouwt. Ik zou het je niet aanraden, maar je kunt nu ook ophangen en proberen hier op eigen houtje uit te komen.’

‘Ik ben er geweest,’ zei ze zachtjes.

‘Oké, Rowe had het over een microfoon op Jasons computer.’

Sidney zuchtte. ‘Ik ben er per ongeluk tegenaan gelopen. Hij raakte verbogen en ik kon hem niet meer recht krijgen.’

Sawyer leunde achterover. ‘Heeft Jason die microfoon ooit gebruikt? Had hij er thuis ook een, bijvoorbeeld?’

‘Nee, hij kon sneller typen dan hij kon praten. Hoezo?’

‘Waarom had hij dan op zijn werk wél een microfoon op zijn computer?’

Sidney dacht een ogenblik na. ‘Ik zou het niet weten. Ik denk dat dat ding er pas vrij kort op zat. Een paar maanden of zo, misschien iets langer. Ik heb die dingen in andere Triton-kantoren ook wel gezien, als je dat iets wijzer maakt. Hoezo?’

‘Even wachten, Sidney. Heb geduld met een oude, vermoeide fbi -man.’ Sawyer trok aan zijn bovenlip. ‘Toen je Jason hebt gesproken, beide keren, was je er toen zeker van dat hij het zelf was?’

‘Natuurlijk was hij het zelf. Ik weet toch zeker wel hoe de stem van mijn eigen man klinkt?’

Sawyers stem klonk kalm en weloverwogen, alsof hij hoopte daarmee die eigenschappen op Sidney te kunnen overbrengen. ‘Ik heb je niet gevraagd of je er zeker van was dat het de stém van je man was.’ Hij zweeg even, haalde diep adem en ging toen verder: ‘Ik heb je gevraagd of je er zeker van was dat het beide keren je man zélf is geweest.’

Sidney verstarde. Toen ze uiteindelijk weer iets kon uitbrengen, was het een gespannen gefluister. ‘Wat wil je daarmee zeggen?’

‘Ik heb naar je eerste gesprek met Jason geluisterd en je hebt gelijk. Hij klonk paniekerig, hij hijgde enzovoort, en jullie hebben een echt gesprek gehad. Maar nu vertel je me dat hij die tweede keer heel anders klonk, en dat het eigenlijk helemaal geen gesprek is geweest. Hij praatte en jij luisterde. Hij was niet in paniek. En we weten dat er een microfoon in zijn kantoor aanwezig was, hoewel hij die nooit gebruikte. Maar als hij die nooit gebruikte, wat deed dat ding daar dan?’

‘Ik... waarom zou dat ding er anders geweest kunnen zijn?’

‘Een microfoon is bedoeld om dingen op te nemen, Sidney. Geluiden... Stemmen.’

Sidney greep de mobiele telefoon nu zo stevig vast dat haar knokkels wit werden. ‘Je bedoelt...?’

‘Ik bedoel dat je inderdaad beide keren de stem van je man hebt gehoord, maar ik denk dat wat je de tweede keer hebt gehoord, in werkelijkheid een compilatie van woorden is geweest die je man bij andere gelegenheden heeft uitgesproken en dat die zijn opgenomen met behulp van de microfoon. Ik ben er vrij zeker van dat die in werkelijkheid was bedoeld voor het opnemen van zijn stem.’

‘Dat kan toch niet. Waarom?’

‘Dat weet ik nog niet, maar het lijkt me nogal voor de hand te liggen en dat zou verklaren waarom de stem van je man die tweede keer zo anders klonk. Uit wat je me net hebt verteld, krijg ik de indruk dat er de tweede keer geen bijzondere woorden zijn gebruikt.’ Sidney gaf geen antwoord. ‘Sidney?’ Sawyer hoorde een snik uit de telefoonhoorn komen.

‘Dus jij denkt dat Jason... dóód is?’ Sidney probeerde uit alle macht haar tranen te bedwingen. Het was haar al eens eerder overkomen dat ze haar man dood had gewaand en hem toen plotseling aan de lijn had gekregen. Of dat had ze in elk geval gedacht. De tranen stroomden over haar wangen toen ze zich realiseerde dat ze voor de tweede keer in een maand om haar man moest rouwen.

‘Dat weet ik niet, Sidney. Het feit dat ze waarschijnlijk opnamen van Jasons stem hebben gebruikt, doet me vermoeden dat hij zelf niet beschikbaar was. Waarom? Dat zou ik niet weten, en laten we het daar voorlopig maar bij laten.’

Sidney legde de telefoon neer en greep naar haar hoofd. Al haar ledematen trilden nu als rietjes.

Sawyer schrok en zei met dringende stem: ‘Sidney? Sidney! Hang alsjeblieft niet op. Alsjeblieft! Sidney?’

De verbinding werd verbroken.

Met een klap legde Sawyer de hoorn neer. ‘Godverdómme! Wel godverdegodver...!’

Er ging een minuut voorbij. Sawyer begon driftig door het kleine kamertje te ijsberen en werd toen zo razend dat hij uithaalde en zijn vuist recht door het dunne wandje ramde. Toen de telefoon opnieuw ging, sprong hij erop af.

‘Hallo?’ Zijn stem trilde van spanning.

‘Zullen we het er maar niet meer over hebben of Jason nog in leven is of niet?’ Sidneys stem klonk nu volkomen vlak en emotieloos.

‘Goed,’ zei Sawyer zachtjes. Hij ging zitten en terwijl hij besloot hoe hij het gesprek nu zou voortzetten, staarde hij zwijgend voor zich uit.

‘Lee, waarom zou iemand die bij Triton werkt Jasons stem willen opnemen en die dan gebruiken om een gesprek met mij te voeren?’

‘Sidney, als ik dat wist, was ik nu radslagen aan het doen in de hal. Je hebt gezegd dat ze niet zo lang geleden in een aantal kantoren zijn geïnstalleerd. Dat betekent dat iedereen binnen het bedrijf zijn microfoon op een opnameapparaat kan hebben aangesloten. Of misschien is een van Tritons concurrenten daar op de een of andere manier in geslaagd. Ik bedoel: als jij wist dat hij die microfoon niet gebruikte, moeten andere mensen dat toch ook hebben geweten? Misschien heeft het iets te maken met die geheimen die hij aan rtg heeft verkocht.’ Sawyer wreef over zijn hoofd terwijl hij bedacht welk onderwerp hij nu zou aansnijden.

Ze was hem vóór. ‘Jason kan niet voor rtg hebben gewerkt. We weten nu dat dat onzin is.’

Stomverbaasd vroeg Sawyer: ‘Hoezo?’

‘Omdat Paul Brophy ook bij de CyberCom-deal betrokken was. Hij is bij alle strategiebepalende vergaderingen aanwezig geweest en heeft zelfs een poging gedaan om de leiding over de hele transactie te krijgen. We weten dat Brophy voor Goldman en rtg werkte en dat hij erachter wilde komen hoe Tritons laatste bod zou luiden, zodat rtg ze de loef zou kunnen afsteken. Hij moet veel meer over Tritons onderhandelingspositie hebben geweten dan Jason. De documenten met de precieze voorwaarden erin werden bij Tyler, Stone bewaard en niet bij Triton Global.’

Sawyer zette grote ogen op. ‘Je bedoelt...’

‘Ik zeg alleen maar dat Brophy voor rtg werkte en dat ze dus Jasons diensten helemaal niet nodig hadden.’

Sawyer vloekte zachtjes. Dat had hij zich nog niet eens gerealiseerd. ‘Sidney, we hebben een video bekeken waarin jouw man de ochtend na de vliegtuigramp in een pakhuis in Seattle informatie doorgeeft aan een groepje mannen. Als hij die kerels geen informatie over de CyberCom-deal heeft gegeven, wat kan dat dan wél zijn geweest?’

Sidney trilde nu van machteloze woede. ‘Dat wéét ik niet! Het enige wat ik weet, is dat ze hebben geprobeerd mij te chanteren nadat Brophy bij de allerlaatste besprekingsrondes buitenspel was gezet. Ik heb gedaan of ik meedeed, maar in werkelijkheid was ik van plan om naar de autoriteiten te stappen. Maar toen zijn we in die wagen gaan zitten.’ Sidney huiverde. ‘De rest weet je al.’

Sawyer stak zijn hand in zijn zak en viste er een sigaret uit. Hij klemde de telefoon onder zijn kin en stak hem op. ‘Heb je nog wat anders uitgevonden?’

‘Ik heb met Jasons secretaresse gesproken, Kay Vincent. Ze vertelde me dat de andere belangrijke zaak waar Jason aan werkte, naast CyberCom, de integratie van de Triton-back-ups was.’

‘Back-ups op tape? Is dat belangrijk?’ vroeg Sawyer.

‘Ik heb geen idee, maar Kay vertelde me bovendien dat Triton op de dag van de vliegramp financiële gegevens aan CyberCom heeft overgedragen.’ Sidney klonk nu heel geërgerd.

‘Wat is daar nou zo vreemd aan? Ze waren een deal aan het sluiten.’

‘Op diezelfde dag werd ik in New York uitgekafferd door Nathan Gamble omdat hij niet wilde dat die gegevens aan CyberCom ter beschikking zouden worden gesteld.’

Sawyer wreef over zijn voorhoofd. ‘Dat slaat nergens op. Denk je dat Gamble wist dat die gegevens al waren overgedragen?’

‘Ik weet het niet. Niet zeker, bedoel ik.’ Sidney zweeg even. Ze begon last te krijgen van de kille, vochtige lucht. ‘Eigenlijk was ik zelfs bang dat Gamble met zijn halsstarrigheid de hele CyberCom-deal zou laten mislukken.’

‘Nou, die is inmiddels rond. Ik ben vanochtend bij de persconferentie geweest waarop dat bekend werd gemaakt en Gamble was in zijn nopjes.’

‘Nou, als hij CyberCom in handen heeft weten te krijgen dan kan ik dat begrijpen.’

‘Quentin Rowe was minder gelukkig.’

‘Het is een vreemd stel.’

‘Precies, net zoiets als Al Capone en Gandhi.’

Hij kon Sidney horen ademhalen, maar ze zei niets.

‘Sidney, ik weet dat je dit niet leuk zult vinden, maar ik zeg het toch. Het is voor je eigen bestwil. Je zou heel wat beter af zijn als je naar de politie ging. Wij kunnen je beschermen.’

‘Opsluiten, zul je bedoelen,’ zei ze met een bittere klank in haar stem.

‘Verdomme, Sidney. Ik wéét toch dat je niemand hebt vermoord?’

‘Kun je dat bewijzen?’

‘Ik denk van wel.’

‘Je denkt van wel? Neem me niet kwalijk, Lee. Ik stel je vertrouwen werkelijk zeer op prijs, maar dat is gewoon niet voldoende. Ik weet hoeveel bewijsmateriaal er inmiddels tegen me pleit en ik weet ook hoe het grote publiek tegen dit soort dingen aankijkt. De jury zal ervoor zorgen dat ik voor jaren achter slot en grendel wordt gezet.’

‘Je zou wel eens in groot gevaar kunnen verkeren, zo in je eentje.’ Langzaam streek Sawyer over de fbi -penning die hij aan zijn riem had hangen. ‘Weet je wat? Als je me vertelt waar je uithangt, dan kom ik naar je toe. Alléén, zonder mijn partner, zonder wie dan ook. Als ze jou te grazen willen nemen, krijgen ze eerst met mij te maken. En in de tussentijd proberen we deze zaak samen op te lossen.’

‘Lee, je bent fbi -agent. Er is een arrestatiebevel tegen me uitgevaardigd. Het is je taak om me in hechtenis te nemen zodra je me ziet. En bovendien heb je me al een keer in bescherming genomen.’

Sawyer moest even slikken. Het ging heel moeizaam. In zijn verbeelding zag hij een paar betoverende groene ogen samenvloeien tot de koplamp van een op hem af stormende trein. ‘Laten we dit dan maar als een inofficieel onderdeel van mijn taak beschouwen.’

‘En als ze erachter komen, is je carrière naar de maan. En bovendien draai je dan misschien zelf de gevangenis in.’

‘Ik ben een grote jongen. Dat risico neem ik wel. Ik geef je mijn woord dat ik alleen kom.’ Zijn stem trilde van spanning. Sidney kon geen woord uitbrengen. ‘Sidney, ik méén het... Ik wil echt héél graag dat je hier zonder kleerscheuren uitkomt, oké?’

Sidney voelde een brok in haar keel. ‘Ik geloof je, Lee. En ik kan je niet zeggen hoeveel dit voor me betekent, maar ik kan niet toestaan dat jij ook geruïneerd wordt. Dat wil ik niet ook nog op mijn geweten hebben.’

‘Sidney...’

‘Ik moet nu ophangen, Lee.’

‘Wacht! Niet...’

‘Ik probeer je nog wel te bellen.’

‘Wanneer?’

Sidney staarde door de autoruit naar buiten. Ineens verstarde haar gezicht en haar ogen werden groot van schrik. ‘Ik... ik weet het nog niet,’ zei ze vaag, en toen werd de verbinding verbroken.

Sawyer legde de hoorn neer, zocht in zijn broekzak naar het pakje Marlboro en stak een nieuwe sigaret op. Daarna begon hij door de kamer te ijsberen, waarbij hij zo nu en dan de as van zijn sigaret in zijn gekromde hand tipte. Hij bleef even staan om aan het vuistgrote gat in de muur te voelen en overwoog serieus om er nog maar een gat bij te maken. In plaats daarvan ging hij voor het raam staan en keek naar de ijzige decembernacht.

Zodra Sidney weer het huis binnen was gelopen, stapte de man uit de donkere schaduw van de garage. Het vroor en er kwamen kleine wolkjes stoom uit zijn mond. Toen hij het portier van de Land Rover opende, sprong het kaartleeslampje aan, zodat zijn dodelijke blauwe ogen plotseling fel oplichtten in het zachte licht – als afschuwelijk fonkelende juwelen. Snel en deskundig zochten Kenneth Scales’ in handschoenen gestoken handen de wagen af, maar ze vonden niets interessants. Toen pakte hij de mobiele telefoon en drukte op de redial -knop. De telefoon ging maar één keer over voordat de stem van Lee Sawyer uit de hoorn klonk. Glimlachend bleef Scales even naar de opgewonden fbi -agent luisteren. Kennelijk dacht de man dat Sidney hem nog eens belde.

Zachtjes deed hij het portier dicht, liep de buitentrap naar de voordeur op en trok een mes uit de leren schede aan zijn riem. Het was de stiletto waarmee hij het leven van Edward Page had beëindigd. Hij zou het liefst meteen toen ze de Land Rover was uitgestapt met Sidney Archer hebben afgerekend, maar hij had niet zeker geweten of ze gewapend was of niet en hij wist inmiddels dat ze goed met een pistool overweg kon. Bovendien was zijn werkwijze gebaseerd op die van de verrassingsaanval.

Aandachtig om zich heen kijkend, liep hij over de begane grond. Hij zocht het leren jack dat Sidney had aangehad, maar het was nergens te vinden. Haar tasje stond op het aanrecht, maar wat hij zocht, zat er niet in. Aan de voet van de trap naar de eerste verdieping bleef hij even aandachtig staan luisteren en toen hij boven het ruisen van de wind uit een ander geluid hoorde, verscheen er een brede grijns op zijn gezicht. Het was het geluid van water dat in een badkuip stroomde. Op deze bitter koude nacht op het platteland van Maine ging de eenzame bewoonster van dit huis eens een lekker heet bad nemen. Zachtjes liep hij de trap op. De deur van de slaapkamer was dicht, maar in de daarnaast gelegen badkamer hoorde hij duidelijk water stromen. Toen werd de kraan dichtgedraaid. Hij bleef nog even staan wachten en bedacht hoe Sidney Archer nu in bad zou stappen en haar vermoeide lichaam langzaam in het hete water zou laten zakken. Toen stapte hij naar de deur van de slaapkamer. Hij zou eerst het wachtwoord pakken en daarna eens met de vrouw des huizes gaan praten. Hij zou haar beloven dat hij haar in leven zou laten als ze hem haar geheim vertelde, en daarna zou hij haar vermoorden. Hij vroeg zich af hoe de knappe juriste er naakt zou uitzien. Waarschijnlijk zeer aantrekkelijk, dacht hij, en hij had geen haast. De reis naar Maine was lang en vermoeiend geweest en een beetje ontspanning en vermaak had hij wel verdiend.

Scales ging naast de deur staan, met zijn rug tegen de muur en zijn mes in de hand, voordat hij zijn andere hand op de deurknop legde en die vrijwel geruisloos omdraaide.

Het schot dat de deur aan splinters sloeg en verschillende stukjes metaal in zijn linkeronderarm deed belanden, was heel wat minder geruisloos. Hij gaf een gil, dook de trap af en kwam na een soepele koprol weer op zijn twee benen terecht. Terwijl hij zijn bloedende arm vastgreep, keek hij omhoog en zag hoe Sidney Archer volledig gekleed uit de badkamer kwam rennen. Ze trok de beugel naar beneden om een nieuwe patroon in de kamer te brengen en hij wist nog net opzij te springen voordat het volgende schot precies de plek trof waar hij zojuist had gestaan. Het was vrijwel pikdonker, maar als hij wegliep, zou ze hem ongetwijfeld opmerken. Hij ging op zijn hurken achter de bank zitten. Hij verkeerde nu in een netelige positie. Op een gegeven moment zou Sidney Archer het erop wagen om het licht aan te doen en met dat geweer kon ze alles in de kleine woonkamer aan flarden schieten, inclusief Kenneth Scales.

Zo stil mogelijk ademend als hij maar kon, greep hij met zijn goede hand het mes beet, keek de woonkamer rond en bleef zitten wachten. Zijn arm deed erge pijn en anderen pijn doen was hem veel vertrouwder dan zelf pijn hebben. Hij hoorde Sidney Archer voorzichtig de trap af komen en was er zeker van dat ze het geweer nu langzaam heen en weer liet gaan, zodat ze de hele kamer bestreek. Voorzichtig stak hij zijn hoofd boven de rugleuning van de bank uit. Ze was nu halverwege de trap en speurde zo aandachtig de kamer af dat ze niet zag dat er een stukje hout van de slaapkamerdeur op een van de treden was beland. Toen ze haar voet erop zette en haar volle gewicht erop liet rusten, schoot het weg, zodat ze uitgleed en terwijl het geweer tegen de leuning sloeg, met een gil de trap af viel. Onmiddellijk sprong hij op haar af. Terwijl ze over het parket rolden, greep hij haar hoofd beet en sloeg het hard tegen de vloer. Woedend trapte ze met haar zware laarzen tegen zijn ribben en zijn borst en net toen hij woest uithaalde met zijn mes, wist ze zich los te wringen. Het mes schoot rakelings langs haar heen, scheurde door de voering van haar jack en sneed een van de zakken open. Er zat iets wits in en dat viel nu op de vloer.

Sidney slaagde erin om het geweer beet te grijpen en ramde het met de kolf in zijn gezicht. Het was een ontzettende klap, die zijn neus brak en een paar van zijn voortanden deed afbreken. Versuft liet Scales zijn mes vallen en viel achterover. Hij wist zich echter vrijwel ogenblikkelijk te herstellen, greep woedend het geweer beet en rukte het haar uit handen. Daarna richtte hij het op de verbijsterde Sidney. In paniek sprong ze een paar meter opzij, maar daarmee was ze nog lang niet buiten het bereik van het geweer. Zijn vinger kromde zich om de trekker, maar er gebeurde niets. Tijdens de val en de daaropvolgende worsteling was er iets klem komen te zitten. Op handen en voeten probeerde Sidney wanhopig weg te kruipen. De klap waarmee haar hoofd tegen de vloer was geslagen, had haar knallende koppijn bezorgd. Met een grauw smeet Scales het onbruikbare geweer weg en stond op. Het bloed stroomde uit zijn neus en mond en droop over zijn overhemd. Hij raapte zijn mes op en liep met een moordlustige blik in zijn ogen op Sidney af. Toen hij het mes omhoog bracht, draaide Sidney zich echter razendsnel om en richtte de 9mm op hem. Een fractie van een seconde voordat ze het vuur opende, wist hij met een reuzensprong dwars over de eettafel te duiken en terwijl Sidney wanhopig probeerde de baan van zijn noodsprong te volgen, bleef ze haar vinger om de trekker houden, zodat de 9mm nu overging op volautomatisch en de HydraShok-patronen een explosief spoor in de wand achterlieten. Scales kwam met een smak op de glanzend gepolitoerde vloer terecht en sloeg in volle vaart met zijn hoofd tegen de muur. Het was zo’n harde klap dat zijn lijf opzij geslagen werd en tegen een zwaar mahoniehouten dressoir klapte. De dunne pootjes knapten alsof het luciferhoutjes waren en terwijl de inhoud van de opengeschoten laden door de kamer zeilde, kwam het zware meubel recht op hem terecht, zodat zijn lichaam plotseling verslapte en hij roerloos bleef liggen.

Sidney sprong op, rende de keuken door en griste in het voorbijgaan haar tasje van het aanrecht. Daarna holde ze in vliegende vaart de trap naar de garage af. Nog geen minuut later kwam de Land Rover dwars door de garagedeur achterwaarts naar buiten schieten, zodat de stukken hout alle kanten op vlogen. Op de oprit maakte de wagen een slippende bocht van honderdtachtig graden en verdween toen met brullende motor in de sneeuwstorm.

Terwijl de zware Land Rover over de weg denderde, moest Sidney huiveren bij de gedachte aan de angst die ze had gevoeld toen ze de kleine wolkjes stoom uit de hoek van de garage had zien komen.

Toen ze in de achteruitkijkspiegel keek, zag ze een paar koplampen en toen ze de grote Cadillac voor het huis tot stilstand zag komen, trok het bloed uit haar hoofd weg. O, mijn god! Haar ouders hadden geen slechter ogenblik kunnen kiezen. Ze gaf een harde ruk aan het stuur en nadat de wagen zich moeizaam door een dikke sneeuwbank had geploegd, reed ze snel terug. Toen zag ze ineens nóg een stel koplampen... en ze kwamen vanuit dezelfde richting als haar ouders. Met groeiende angst hoorde ze hoe de wielen van de zwarte wagen met een knerpend geluid door het wielspoor walsten dat de Cadillac in de dikke laag sneeuw had achtergelaten. Dit waren de mensen die haar ouders vanuit Virginia waren gevolgd. Omdat er zo veel andere dingen waren gebeurd, had ze daar helemaal niet meer aan gedacht. Sidney gaf vol gas. De wielen slipten even door de sneeuw, maar toen nam de vierwielaandrijving het over, zodat de zware V8-motor grip op de weg kreeg en de kleine tank als een kanonskogel vooruit schoot. Terwijl ze op de zwarte wagen af reed, zag Sidney de bestuurder reageren. Zijn hand verdween in zijn jas, maar hij was een duizendste seconde te laat. De Land Rover schoot langs het huis van haar ouders, maakte een slippende schuiver dwars over de weg en reed toen met een krakend geluid op de kleinere wagen in, zodat die over de weg werd geduwd en in de daarnaast lopende greppel terechtkwam. De airbag van de Land Rover werd opgeblazen. Met een enorme krachtsinspanning rukte Sidney het ding los van de stuurkolom en zette de versnelling in zijn achteruit. Het scheurende geluid waarmee de twee wagens van elkaar los kwamen, was duidelijk te horen.

Sidney keerde de wagen opnieuw en staarde toen ongelovig voor zich uit. Haar snelle aanval had afgerekend met de achtervolgers, wie het ook mochten zijn. Maar hij had nog een gevolg gehad. Ontsteld keek ze toe hoe de Cadillac Beach Street uit reed en met brullende motor terug reed naar de snelweg. Sidney gaf gas en ging erachteraan.

De man die nu moeizaam uit zijn wagen stapte, keek de snel uit het zicht verdwijnende Land Rover verbijsterd na.

Sidney zag de achterlichten van de Cadillac nu vlak voor zich. Op dit punt was Route 1 een tweebaansweg. Ze ging vlak achter haar ouders rijden en begon te toeteren. Onmiddellijk begon de Cadillac nog sneller te rijden. Waarschijnlijk waren haar ouders nu zo bang dat ze zelfs niet zouden stoppen voor een politiewagen, laat staan voor een gek wijf in een zwaargehavende terreinwagen, dat als een bezetene zat te toeteren. Sidney hield even haar adem in en reed toen de linkerweghelft op, gaf vol gas en ging op de linkerbaan rijden. Ze zag haar vader opschrikken toen hij de Land Rover plotseling schuin achter zich zag opduiken. De Cadillac meerderde vaart. Hij reed nu zo snel dat zijn voorwielen instabiel werden en omdat de beschadigde Land Rover traag reageerde, moest Sidney bijna vol gas blijven geven om hem bij te houden. Terwijl ze langzaam dichterbij kwam, stuurde Bill Patterson de brede Cadillac naar het midden van de weg, zodat zijn achtervolger nauwelijks ruimte had om hem in te halen. Sidney draaide haar raampje naar beneden en stuurde haar wagen met twee wielen de shoulder op, de brede strook gravel en aarde die naast de meeste Amerikaanse snelwegen ligt. Godzijdank waren er nog geen sneeuwruimers langs gekomen, want dan zou die hele strook vol met hoog opgehoopte sneeuw hebben gelegen. Terwijl ze centimeter voor centimeter langs de linkerkant van de Cadillac naar voren schoof, zwenkte haar vader weer naar rechts, zodat Sidney zich genoodzaakt zag om helemaal naast de weg te gaan rijden. Terwijl de Land Rover ratelend en woest trillend over het ruwe terrein schoot, keek Sidney op de snelheidsmeter; de wijzer stond nu bijna op honderddertig. Ze keek weer door de voorruit en voelde de angst in elke vezel van haar zenuwen. Ze waren nu vlak bij een steile helling. Dadelijk zou de weg ophouden. Ze gaf plankgas; ze had nog maar een paar seconden. ‘Ma!’ schreeuwde ze door de loeiende wind en de jagende sneeuw. ‘Mama!’ Sidney leunde nu zo ver door het zijraampje naar buiten als ze maar kon zonder de macht over het stuur te verliezen. Ze haalde eens diep adem en schreeuwde toen harder dan ze ooit eerder in haar leven had geschreeuwd: ‘Mammmááááá!!!’

Ze zag hoe haar moeder met grote, angstige ogen door de sneeuwjacht naar buiten tuurde, en hoe ineens de herkenning op haar gezicht te lezen stond. Snel draaide haar moeder zich om en zei iets tegen haar vader. De Cadillac minderde ogenblikkelijk vaart en gaf Sidney de gelegenheid om in te halen en de weg weer op te rijden. Nadat Sidney met een armzwaai te kennen had gegeven dat ze haar moesten volgen, reden de twee wagens met grote vaart verder door de bijna verblindend witte, rondwervelende sneeuw.

Ongeveer een uur later reden ze een afrit af en nog geen tien minuten later kwamen de Cadillac en de Land Rover tot stilstand op het parkeerterrein van een motel. Het eerste wat Sidney deed, was uit de wagen springen en naar de auto van haar ouders toe rennen. Daar trok ze het achterportier open en nam haar dochtertje in de armen. De tranen stroomden nu over haar gezicht en ze hield haar slapende dochtertje zo stevig vast dat het leek alsof ze haar nooit meer los wilde laten. Het had vannacht maar heel weinig gescheeld of ze had haar dochtertje nooit meer teruggezien, maar dat kon Amy niet weten. Wat zou er gebeurd zijn als dat mes dat zo rakelings langs haar was gegaan, nu eens niet gemist zou hebben? En wat als haar moeder Sidney een seconde te laat had herkend? Maar dat zou de kleine meid nooit weten. Sidney wist het echter wél, en daarom voelde ze hevige krampen door haar lichaam gaan terwijl ze haar dochtertje zo stevig als ze maar kon aan haar borst klemde. Bill Patterson kwam om de wagen heen gelopen en nam zijn dochter in de armen. Na deze meest recente nachtmerrie stond ook deze stevige vent te trillen op zijn benen. Zijn vrouw kwam bij hen staan en zo vormden ze een klein, zwijgend groepje waarvan alle leden elkaar stevig vasthielden. Ze waren al snel overdekt met sneeuw, maar bleven roerloos staan. Ze lieten elkaar nu niet zomaar meer los.

Nadat de man erin was geslaagd om zijn wagen weer uit de greppel te rijden, rende hij naar het huis van de Pattersons, dat nog steeds in een diepe stilte was gehuld. Een minuut later werd die stilte echter ruw verbroken doordat het dressoir langzaam werd opgetild en toen met kracht weer omver werd geduwd, zodat het met een luide klap en het geluid van versplinterend hout weer op de grond terechtkwam. Met hulp van zijn collega krabbelde Scales moeizaam op. Aan de uitdrukking op zijn gezicht was duidelijk te zien dat Sidney inderdaad van geluk mocht spreken dat ze zich nu niet in zijn klauwen bevond. Terwijl hij terugliep om zijn mes te pakken, zag hij het stukje papier dat Sidney in de haast had laten vallen. Jasons e-mailbericht. Scales raapte het op en keek er even naar. Vijf minuten later stonden zijn assistent en hij naast de beschadigde wagen en pakte Scales zijn mobiele telefoon. Snel toetste hij een nummer in. Het werd tijd om versterkingen op te roepen.

Op eigen gezag
titlepage.xhtml
Op_eigen_gezag_split_0.xhtml
Op_eigen_gezag_split_1.xhtml
Op_eigen_gezag_split_2.xhtml
Op_eigen_gezag_split_3.xhtml
Op_eigen_gezag_split_4.xhtml
Op_eigen_gezag_split_5.xhtml
Op_eigen_gezag_split_6.xhtml
Op_eigen_gezag_split_7.xhtml
Op_eigen_gezag_split_8.xhtml
Op_eigen_gezag_split_9.xhtml
Op_eigen_gezag_split_10.xhtml
Op_eigen_gezag_split_11.xhtml
Op_eigen_gezag_split_12.xhtml
Op_eigen_gezag_split_13.xhtml
Op_eigen_gezag_split_14.xhtml
Op_eigen_gezag_split_15.xhtml
Op_eigen_gezag_split_16.xhtml
Op_eigen_gezag_split_17.xhtml
Op_eigen_gezag_split_18.xhtml
Op_eigen_gezag_split_19.xhtml
Op_eigen_gezag_split_20.xhtml
Op_eigen_gezag_split_21.xhtml
Op_eigen_gezag_split_22.xhtml
Op_eigen_gezag_split_23.xhtml
Op_eigen_gezag_split_24.xhtml
Op_eigen_gezag_split_25.xhtml
Op_eigen_gezag_split_26.xhtml
Op_eigen_gezag_split_27.xhtml
Op_eigen_gezag_split_28.xhtml
Op_eigen_gezag_split_29.xhtml
Op_eigen_gezag_split_30.xhtml
Op_eigen_gezag_split_31.xhtml
Op_eigen_gezag_split_32.xhtml
Op_eigen_gezag_split_33.xhtml
Op_eigen_gezag_split_34.xhtml
Op_eigen_gezag_split_35.xhtml
Op_eigen_gezag_split_36.xhtml
Op_eigen_gezag_split_37.xhtml
Op_eigen_gezag_split_38.xhtml
Op_eigen_gezag_split_39.xhtml
Op_eigen_gezag_split_40.xhtml
Op_eigen_gezag_split_41.xhtml
Op_eigen_gezag_split_42.xhtml
Op_eigen_gezag_split_43.xhtml
Op_eigen_gezag_split_44.xhtml
Op_eigen_gezag_split_45.xhtml
Op_eigen_gezag_split_46.xhtml
Op_eigen_gezag_split_47.xhtml
Op_eigen_gezag_split_48.xhtml
Op_eigen_gezag_split_49.xhtml
Op_eigen_gezag_split_50.xhtml
Op_eigen_gezag_split_51.xhtml
Op_eigen_gezag_split_52.xhtml
Op_eigen_gezag_split_53.xhtml
Op_eigen_gezag_split_54.xhtml
Op_eigen_gezag_split_55.xhtml
Op_eigen_gezag_split_56.xhtml
Op_eigen_gezag_split_57.xhtml
Op_eigen_gezag_split_58.xhtml
Op_eigen_gezag_split_59.xhtml
Op_eigen_gezag_split_60.xhtml
Op_eigen_gezag_split_61.xhtml
Op_eigen_gezag_split_62.xhtml