12

Alberts hartslag versnelde terwijl hij voorzichtig het donkerkleurige vuurwapen uit de doos tilde. De Glock Para 9 mm woog verrassend licht. Nog nooit had hij een pistool in zijn handen gehad en het voelde eng. Zat er een veiligheidspal op dit ding? Hij bekeek het wapen van alle kanten. Zou het geladen zijn? Hoe controleerde je zoiets? Met gestrekte armen richtte hij op de dozen die aan het eind van de zolder stonden opgestapeld. De trekker overhalen durfde hij niet. Het lawaai van het schot zou zijn moeder waarschijnlijk naar buiten lokken. Hij liet het pistool langs zijn lichaam zakken, draaide zich plotseling om en richtte het wapen op de muur. ‘Wilde je wat? Had jij een grote bek?’ zei hij tegen zijn schaduw op de muur. ‘Ik schiet je kop eraf. Is dat wat je wilt? Lulhannes? Op je knieën. Je hoort me toch.’ Het wapen veranderde met een snel gebaar van richting. ‘Liggen en bek houden.’ De ogen van de jongen glinsterden van opwinding. Het voelde wel stoer. Met zo’n krachtig wapen wás je ook iemand. Zelfs zijn vader zou een toontje lager zingen als hij het schiettuig op zich gericht kreeg. Albert legde het wapen op de grond en trok de doos naar zich toe. Drie bivakmutsen, lasersights, latexhandschoenen en twee legerjassen. De inhoud werd op de grond uitgestald. Onderin lag een zak met patronen. Albert vloekte. Hij kon wel raden waar dit allemaal voor gebruikt werd. Rick had hem leugens op de mouw gespeld. Het was zogenaamd handel. De hufter! Met een vloek pakte hij de spullen weer in. Hij inspecteerde ook de tweede doos. Een koevoet, een fotocamera, een navigatiesysteem en een wegenkaart van Nederland. Spijkerbroeken en twee paar sportschoenen van het merk Adidas.

‘Ik moet hier snel van af’, gromde Albert hardop. ‘Straks ben ik medeplichtig door die klootzakken.’ Onhandig tilde hij doos voor doos door het trapgat en klom naar beneden. Hij zette de dozen in de kofferbak van de Volvo en sloot de auto af. Hij kon moeilijk met twee dozen achter op de fiets richting het centrum fietsen. Afgezien van het feit dat het praktisch onmogelijk te vervoeren was, was het ook te opvallend. En opvallen was op dit moment niet wat hij wilde. De auto van zijn pa was de enige oplossing. Albert had vaak genoeg op de kartbaan gecrost en schakelen had hij van Rick geleerd. Hoe moeilijk kon autorijden dan nog zijn? Hij zocht het telefoonnummer van Rick en Sofie in zijn vriendenbestand op en drukte de groene knop in. Het duurde even voordat er met een snauw werd opgenomen.

‘Ja?’

‘Sofie, met Ap. Ik kom vanavond een paar dvd’tjes voor Rick brengen. Dan kun jij ze van de week bij hem afgeven. Hij heeft erom gevraagd.’

‘Wat voor dvd’tjes? Heb jij Rick gesproken? De zak heeft mij al die tijd nog niet gebeld. Waarschijnlijk ben ik niet belangrijker dan wat pornofilmpjes.’

‘Ik moet ophangen. Je ziet me straks.’ Snel verbrak Albert de verbinding. De smoes over de dvd’s leek een goed plan maar het viel bij Sofie duidelijk in verkeerde aarde. Hij kon toch moeilijk over de inhoud van de dozen beginnen. Zij beweerde dat de politie haar telefoon afluisterde. Het belangrijkste was dat hij de dozen kwijt was. Ze zocht het maar uit. Het was tenslotte de troep van haar vent.

Albert liet zich met een glas cola op de bank zakken.

‘Ben je alweer terug?’ vroeg zijn moeder.

‘Ja, ik moest even iets voor een vriend van school regelen.

Het stelde weinig voor. Waar zit je naar te kijken?’

‘Een actualiteitenprogramma, maar ik kan me niet concentreren. Ik ga zo even een uurtje in bad. Misschien geeft dat wat rust.’

‘Heb je hem vandaag nog gezien?’ Ze keek hem van opzij aan en leek even te twijfelen.

‘Hij stond me bij het werk op te wachten.’ Een aangepaste versie leek haar beter in dit geval. Hij moest wel weten dat zijn vader contact bleef zoeken, maar de bedreiging die daarvan uit ging wilde ze hem besparen.

‘Zei hij nog wat?’

‘Hij wil praten.’ Ze staarde strak naar de tv. ‘Hij heeft spijt en…’

‘Zoals altijd’, onderbrak Albert haar droogjes. ‘Hij heeft altijd spijt en zoals altijd belooft hij beterschap. Hij kan beter wegblijven. Het is een eikel.’

‘Het is je vader.’

‘Ja, en? Het blijft een eikel. We zijn beter af zonder hem.

Hij verziekt de hele sfeer in huis. Wanneer ga je met hem praten?’

Ze slaakte een vermoeide zucht.

‘Voorlopig niet.’

‘Goed van je.’ Hij legde zijn arm rond haar schouders. ‘We hebben hem niet nodig.’ Ze was van haar stuk gebracht door zijn spontane aanraking. Een zeldzaam moment waar ze even van wilde genieten. Ze knipperde haar tranen weg en leunde met haar hoofd tegen zijn schouder. Chantal kwam de kamer binnen en bekeek met een glimlach het tafereeltje op de bank.

‘Wat zijn jullie knus.’

‘Wil je erbij komen zitten?’ Albert klopte plagerig met zijn hand op het lege kussen naast hem. ‘Kom maar naast je grote broer zitten.’

‘Echt niet. Ik zit liever op mijn kamer. Mam, vind je het erg als ik ga computeren of heb je liever…’ Ze maakte haar zin niet af.

‘Nee, lieverd. Ik ga zo in bad. Ga jij maar computeren.’ Karien stond met tegenzin op. ‘Ik laat het bad alvast vollopen.’

Zijn moeder lag in bad en voor de zekerheid had hij nog een kwartier gewacht voordat hij de tuin in liep. Hij opende de garagedeur en nam achter het stuur van de Volvo plaats.

De motor sloeg aan en onhandig duwde Albert de versnellingspook in de achteruit. Langzaam liet hij de koppeling opkomen, waardoor de auto stapvoets en soms schokkend de garage uitreed. Op de oprit stapte hij uit om de garagedeur te sluiten en ondertussen wierp hij een snelle blik op het badkamerraam. De luxaflex was gesloten en snel drukte hij de garagedeur zachtjes in het slot. Hij haastte zich terug naar de auto en liet zich in de autostoel vallen. De auto kwam in beweging en de banden maakten een knerpend geluid over het grind. Vloekend draaide hij het terrein af, draaide de koplampen aan en trapte toen het gaspedaal dieper in. De Volvo schoot naar voren en geschrokken trok Albert aan het stuur. Op een paar centimeter wist hij een geparkeerde auto te ontwijken. De Volvo begon te slingeren maar voor het eind van de straat had hij het gevaarte weer onder controle. Geconcentreerd stuurde hij de auto de drukke Kanaalsingel op. Een stukje van zijn tong stak uit zijn mond terwijl hij met een constante snelheid naar de flat van Rick reed. Het parkeren ging hem wat moeilijker af. Na drie mislukte pogingen parkeerde hij de auto half op de stoep en schakelde hij de motor uit. Een groep meisjes had op afstand zijn gestuntel nieuwsgierig en giebelend bekeken. Om zich een houding te geven gooide Albert nonchalant het portier open en zwaaide zijn lange benen naar buiten. Er werd door de meisjes iets onverstaanbaars geroepen en terwijl hij de kleinste doos uit de kofferbak tilde keek hij onverschillig in hun richting. Er werd gelachen en een van de meisjes stak haar hand op. Hij beende naar de ingang van de flat en negeerde het gejoel. De deur van de centrale hal stond open en hij drukte op de knop van de intercom. Hij moest even wachten voordat een metaal klinkende stem antwoord gaf.

‘Ja?’

‘Ik ben het, Ap. Ik kom wat afgeven.’

‘Jij weer!’ De zoemer van de tussendeur naar de lift klonk door de hal en Albert schoot naar voren. Hij duwde met zijn schouder de deur open en wachtte totdat de lift was gearriveerd. Zenuwachtig checkte hij zijn horloge. Als hij dit snel kon afhandelen, was hij weer thuis voordat zijn moeder uit bad was. Ze zou niet eens merken dat hij weg was geweest. Een bejaard echtpaar stapte uit de lift en beleefd knikte Albert hen gedag. Hij stapte de lift in, liet de doos op de grond zakken en drukte op de knop van de negende etage.

Sofie stond hem op de galerij met de armen over elkaar geslagen op te wachten. Een vrouw van rond de twintig, lang blond haar en met een zilverkleurige piercing in haar wenkbrauw. Haar dikke buik stak uitdagend naar voren.

‘Een hele doos met dvd’s?’ Ze schudde meewarig haar hoofd.

‘Hoe lang denkt hij weg te blijven?’

Albert grijnsde wat moeilijk.

‘We kunnen beter even naar binnen gaan.’ Verbaasd deed ze een stap opzij en liet hem passeren.

‘En waarom is dat?’

‘Ik moet je wat vertellen, maar niet hier…’ Haar nieuwsgierigheid was gewekt en ze volgde hem mee naar binnen. ‘Ik wilde het niet door de telefoon vertellen maar Rick heeft twee dozen bij mij achtergelaten. Ik kan ze niet langer voor hem bewaren. Straks ben ik de lul. Waar kan ik ze neerzetten?’

‘Neerzetten? Hoezo? Wat zit er eigenlijk in?’

Albert haalde diep adem.

‘Een wapen, kleding en…’

‘Een wapen?’ viel ze krijsend uit. ‘Ben je achterlijk of zo? Wat moet ik daarmee? Rot op met dat spul! Ik wil dat niet in huis.’

‘Ik ook niet. Ik woon nog bij mijn ouders.’

‘Nou en?’

‘De dozen zijn van Rick. Ik heb niets met zijn handel te maken. Straks staat de politie bij mijn ouders op de stoep en dan heb ik een groot probleem.’

‘En als ze bij mij komen, maakt dat het minder erg?’ Ze nam een dreigende houding aan. ‘Ik ben zwanger.’

‘Ja, dat weet ik. Maar de politie is bij jou al geweest. Ze komen niet twee keer een huiszoeking doen. Toch?’

‘Waarschijnlijk niet.’ Ze liet haar agressieve houding varen en seinde naar de doos. ‘Zit er geld in?’

‘Nee.’

‘Geen sieraden of iets van waarde?’ Albert schudde zijn hoofd.

‘Dat geluk heb ik weer’, brieste ze. ‘Ik heb alleen maar ellende van die vent. Zijn gezin fatsoenlijk onderhouden kan die lamstraal niet. Alleen maar zuipen, gokken en stelen.’

Ze liep naar de woonkamer en graaide een pakje sigaretten van tafel. Mopperend pulkte ze een sigaret uit de verpakking en stak hem aan. ‘Zet dat spul maar beneden in de berging’, besloot ze. Uit een vaas viste ze een sleutel en legde die boven op de doos. ‘Als je klaar bent, gooi je de sleutel maar in de brievenbus. Ik hoef die rotkop van jou niet meer te zien.’

‘Bedankt’, hakkelde Albert wat verbouwereerd. Hij draaide zich om en verdween op de galerij. De lift kwam weer in beweging en telde de etages af. Op de begane grond schoof de liftdeur open. Albert draaide zoekend in het rond en vond de centrale deur die naar de berging leidde. Hij liep een schaars verlichte hal met aan weerskanten een rij identieke grijze deuren binnen. Het rook er muf en naar urine. Bij nummer 48 liet hij de doos uit zijn handen glijden en stak de sleutel in het slot. De deur zat vastgeklemd tussen de posten en na een ferme duw zwaaide hij krakend open. Albert draaide de lichtknop om maar het licht bleek defect. De berging van Rick was een ondoordringbare jungle van meubels, dozen en vuilniszakken met kleding. De troep lag anderhalve meter hoog opgestapeld en door het openen van de deur was de berg in beweging gekomen. De zakken rolden omlaag en kwamen tegen zijn benen tot stilstand. Met een boog gooide Albert de vuilniszakken terug op de stapel en even leek het erop dat de boel weer zou instorten. Maar de berg bleef stabiel. De doos volgde en belandde met een plof boven op de vuilniszakken. Hij liet de deur open toen hij zijn tweede lading ging halen. De groep lawaaierige tieners had zich in de centrale hal verzameld. Een brunette van ongeveer zestien jaar versperde de uitgang.

‘Heb je wat te roken?’ vroeg ze aan Albert, die wat onhandig wachtte tot ze opzij zou gaan.

‘Ik rook niet.’ Hij wilde haar rechts passeren, maar een van haar vriendinnen sloot zich bij de brunette aan.

‘Heb je drank bij je?’

‘Nee, hoezo?’

‘We hebben zin in een feestje. Geef ons dan maar wat geld’, adviseerde de brunette met een strak gezicht. Albert voelde het bloed naar zijn wangen kruipen.

‘Ik zou maar opzij gaan.’ Het tweetal grijnsde maar kwam niet in actie. ‘Donder op!’ Albert deed een stap achteruit, rechtte zijn rug en wrong zich toen met al zijn kracht door de barricade heen. De meisjes schreeuwden en de brunette belandde met een smak op de grond.

‘Klerelijer. Tyfusbak’, riep ze hem na. Opgefokt beende Albert naar de Volvo. Hij moest nog een keer langs die stomme wijven. Was het niet verstandiger om gewoon weg te rijden en de doos ergens in een sloot te dumpen? De kans was groot dat hij Rick dan op zijn nek kreeg. Wat was erger: Rick, een crimineel met een vuurwapen, of vier pubers van vijftien, zestien jaar?

‘Kom…’ sprak hij zichzelf bemoedigend toe. ‘Je bent toch geen watje. Het zijn maar meiden.’ Hij verzamelde al zijn moed en tilde de tweede doos uit de kofferbak.

‘Hé, homo, kom eens terug als je durft!’ Niet aarzelen, gewoon doorstappen, zei een stem in zijn hoofd. Albert trok een nors gezicht en liep op het geschreeuw af.

‘Mijn broer komt eraan, homo’, beweerde de brunette. ‘Die ramt je met een stuk ijzer helemaal in elkaar.’

‘Laat maar komen’, antwoordde Albert stoer. Zonder vaart te minderen liep hij de kelderruimte in. Een onrustig gevoel kolkte door zijn lijf. ‘Shit.’ Snel gooide hij de doos door de berging en zocht ondertussen naar een voorwerp waarmee hij zich kon verdedigen. Hij kon kiezen tussen een fietspomp en iets wat op een tentstok leek. Hij trok de tentstok naar zich toe, waardoor de zakken weer begonnen te glijden. Met zijn schouder duwde hij de deur dicht en draaide de sleutel om. De tentstok zag er met zijn twee centimeter doorsnee niet echt angstaanjagend uit maar hij moest het er maar mee doen. Misschien was er geen broer. Misschien was het allemaal bluf. Hij moest in ieder geval niet laten zien dat hij bang was. Resoluut stapte hij de lege hal binnen. Niemand! Opgelucht haalde hij adem. Dus toch bluf. Maar eenmaal buiten verstijfde hij toen hij zag dat de meisjes nonchalant tegen de auto van zijn vader geleund stonden. Geen broers, dat viel dan mee. De brunette hield een telefoon tegen haar oor gedrukt en deed verslag. Toen Albert dichterbij kwam, klapte ze haar mobieltje dicht.

‘Ik heb schade en dat ga jij betalen’, beet ze hem toe. ‘Mijn horloge is naar de kloten en mijn mobiel doet raar.’

‘Niet alleen je mobiel doet raar’, blafte hij terug. ‘Jij spoort niet, en ga van die auto af.’

‘Ik wil je naam en adres’, hield de brunette vol. De groep had zich voor het linkerportier geposteerd, de armen in elkaar gehaakt. Ze probeerden tijd te winnen, wist hij. De versterking kwam eraan. Hij moest voortmaken en de paniek sloeg toe.

‘Ja, nu ben ik het zat.’ Hij greep de brunette vast en probeerde haar uit de armen van haar vriendinnen te worstelen. Ze hielden hem op afstand door naar hem te trappen en te schreeuwen. Hij werd vol in zijn kruis geraakt en al zijn woede kwam tot uitbarsting. De tentstok suisde naar achteren en met volle kracht sloeg hij op de groep in. Twee, drie, vier keer haalde hij uit. Als bezeten hakte hij in het rond. De barricade week uiteen en de tentstok kwam genadeloos hard op de ruggen van de meisjes terecht. Het puntige uiteinde zwiepte langs de blote armen van de brunette en liet een rode striem achter. Hijgend liet hij de stok zakken en staarde verschrikt naar de plek. Jammerend zakte ze op de grond terwijl ze beschermend met haar handen de wond afdekte. Hij stapte in de auto en smoorde het gehuil door het portier dicht te trekken. In een zenuwachtige haast duwde hij de sleutel in het contactslot en draaide hem om. Terwijl de meisje hem woedend naschreeuwden, reed hij de stoep af. Hij was bijna bij de bocht. Voordat hij de hoek om draaide, keek hij in zijn achteruitkijkspiegel en zag een rode Volkswagen bij de meisjes stoppen. Twee mannen sprongen half uit hun auto en de meisjes wezen zijn richting op. Daar was de versterking. ‘Shit, shit, shit.’ Albert trapte het gaspedaal dieper in en ramde de versnellingspook in de derde versnelling. Zijn ogen bleven op de achteruitkijkspiegel gericht en hij zag dat de Volkswagen de achtervolging had ingezet. Hij naderde met hoge snelheid. Zonder gas terug te nemen nam Albert de derde afslag op de rotonde. Het stuur trok in zijn handen toen het achterwiel de stoeprand raakte. Met het zweet in zijn handen jakkerde hij voort. Op de kruising sprong het verkeerslicht op oranje. Met nog wat gas erbij zou hij het wel halen. De Volvo stoof het kruispunt over en liet het Rode Gevaar achter zich. Een recht stuk asfalt en de voet van Albert drukte naar de bodem. De tellernaald klom omhoog: tachtig, negentig, vijfennegentig.

Een zijstraat doemde op en hij nam gas terug. De versnellingsbak kraakte, de motor gierde.

De auto dribbelde door de bocht. Paniekerig trapte Albert op de rem, waardoor de neus van de auto naar beneden dook. Hij schrok van de gierende banden die op het asfalt tot stilstand kwamen. Zijn voet schoot van het pedaal en de achterkant van de auto draaide naar rechts. Er volgde een klap en glasgerinkel. Hij smakte naar voren en een airbag plofte open.