10
Pelorat had Trevize enkele maanden geleden leren kennen en was toen pas van Terminus afgereisd. Tot aan die tijd, langer dan een halve eeuw (Galactische tijd), had hij de planeet geen moment verlaten.
Naar eigen overtuiging was hij in die paar maanden een echte ruimtevaarder geworden. Hij had drie planeten bezocht: Terminus natuurlijk, Sayshell en Gaia. Op de monitor zag hij nu een vierde planeet, hoewel dat een door de computer gemaakte projectie was. Die vierde planeet heette Comporellen.
En voor de vierde keer voelde hij een lichte teleurstelling. Dat gevoel beving hem altijd als hij vanuit de ruimte op een bewoonde planeet neerkeek, want onveranderlijk had hij zich werelddelen voorgesteld die scherp tegen water afstaken; en zo het een droge planeet was, verlangde zijn fantasie dat meren scherp afstaken tegen het omringende land.
Maar dat was nooit het geval.
Als een wereld bewoonbaar was, had die zowel een atmosfeer als een hydrosfeer. En als hij water en lucht had, had hij ook wolken; en als hij wolken had, werd het zicht op de planeet automatisch vaag en duister. En dus keek Pelorat weer neer op witte wervels en slierten met af en toe een stukje bleekblauw of roestbruin.
Hij vroeg zich somber af of iemand wel zijn eigen planeet op een monitor van een hoogte van driehonderdduizend kilometer kon herkennen. Hoe kon je nu de ene wolkenmassa van de andere onderscheiden?
Blits keek bezorgd naar Pelorat. 'Wat is er, Pel? Je kijkt zo ongelukkig.'
'Ik ben erachter gekomen dat alle planeten vanuit de ruimte bekeken op elkaar lijken.'
Trevize zei: 'En wat zou dat, Janov? Dat geldt toch voor elke kustlijn op Terminus als die aan de horizon verschijnt, tenzij je weet waarnaar je zoekt: een speciale bergtop, een bijzondere kustformatie, dat soort dingen.'
'Dat zal wel,' zei Pelorat die duidelijk niet tevreden was gesteld. 'Maar waar moet je in een massa bewegende wolken naar kijken? En al probeer je dat, voordat je weet waar je bent, zit je alweer aan de donkere kant van de planeet.'
'Kijk nou eens geconcentreerder, Janov. Als je de vorm van de wolken beziet, dan merk je dat ze de neiging hebben in een patroon te vallen dat rond de planeet cirkelt vanuit een middelpunt. Dat middelpunt is ongeveer bij een van de polen.'
'Welke?' vroeg Blits geïnteresseerd.
'Aangezien de planeet, vanuit onszelf bekeken, kloksgewijs roteert, kijken wij per definitie op de zuidpool neer. Aangezien dat middelpunt ongeveer op vijftien graden van de terminator zit - dat is de overgang tussen dag en nacht - en de planeet eenentwintig graden ten opzichte van de loodlijn van zijn omwentelingsvlak gekanteld is, bevinden we ons ofwel in het midden van de lente of in het hartje van de zomer. Dat hangt ervan af of de pool zich van of naar de terminator beweegt. De computer kan die baan berekenen en hem vrijwel ogenblikkelijk aan me doorgeven als ik dat zou willen. De hoofdstad bevindt zich ten noorden van de evenaar en het is dus óf hartje herfst óf hartje winter.'
Pelorat fronste zijn voorhoofd. 'En kun je dat allemaal daaruit afleiden?' Hij keek naar de wolkenlaag alsof hij verwachtte dat die met hem kon en wilde spreken, maar dat gebeurde natuurlijk niet.
'Niet alleen dat,' zei Trevize, 'maar kijk nou eens naar die poolstreken. Daar zijn geen onderbrekingen in het wit. Er zijn natuurlijk wel onderbrekingen, maar door die gaten zie je ijs en het is dus een kwestie van wit op wit.'
'Dat mag je inderdaad bij de polen verwachten,' zei Pelorat.
'Zeker bij bewoonbare planeten. Levenloze planeten kunnen geen lucht of water bevatten en soms kun je aan bepaalde zaken aflezen dat het geen waterwolken zijn of dat dat ijs geen waterijs is. Deze planeet heeft die kenmerken niet. We weten dus dat we op waterwolken en waterijs neerkijken.
Voorts zien we een gebied van ononderbroken wit aan de dagzijde van de terminator. En voor het getrainde oog is die vlek groter dan normaal. Bovendien kun je als je goed kijkt een oranje schittering zien, het is heel zwak gereflecteerd licht en dat betekent dat Comporellens zon veel koeler is dan die van Terminus. Hoewel Comporellen dichter bij zijn zon staat dan Terminus bij de zijne, is hij toch niet zo dichtbij dat hierdoor de lagere temperatuur van die ster gecompenseerd wordt. Ergo, Comporellen is voor een bewoonbare wereld behoorlijk koud.'
'Het is voor jou net een film, hè?' zei Pelorat bewonderend.
'Laat je niet te veel overdonderen,' zei Trevize en hij glimlachte vol genegenheid. 'De computer heeft mij de statistieken van deze wereld verschaft met inbegrip van de lage temperatuur. Het is heel gemakkelijk om met voorkennis iets te deduceren. Comporellen staat feitelijk voor een ijstijd en zou daar al in zitten als de configuratie van de werelddelen daar wat meer op gericht was.'
Blits beet op haar onderlip. 'Ik hou niet van een koude wereld.'
'We hebben warme kleding,' zei Trevize.
'Dat doet er niet toe. Mensen zijn niet echt voor een koud klimaat geschapen. Wij hebben geen dikke vacht of veren of een onderhuidse vetlaag. Als een wereld een koud klimaat heeft, dan getuigt dat van een zekere onverschilligheid jegens het welzijn van zijn eigen elementen.'
Trevize zei: 'Is Gaia een milde planeet?'
'Het grootste deel wel. Er zijn koude streken voor aan kou aangepaste planten en dieren en er zijn hete streken voor hittebestendige flora en fauna, maar het overgrote deel van de planeet heeft een mild klimaat. Het wordt daar nooit ongerieflijk heet of koud voor de bewoners, met inbegrip natuurlijk van mensen.'
'Natuurlijk de mensen. Alle delen van Gaia zijn levend en gelijk, inaar sommige, zoals de mensheid zijn wat meer gelijk dan de rest.'
'Doe nou niet zo stom-sarcastisch,' zei Blits geërgerd. 'Het niveau en de intensiteit van het bewustzijn zijn belangrijk. Een menselijk wezen is nuttiger voor Gaia dan een rotsblok van hetzelfde gewicht. En de eigenschappen en functies van Gaia als totaal zijn dan ook vooral op menselijk welzijn gericht, maar niet zoveel als in jullie Geïsoleerde werelden. En vergeet niet dat soms de rollen worden omgedraaid als dat voor Gaia als totaal nodig is. Zo kan het belang van zeg maar de stenen en rotsen in de korst van de planeet hoger aangeslagen worden. Als daar geen aandacht aan besteed wordt, kan het geheel lijden. We zouden toch niet graag een onnodige vulkanische uitbarsting willen hebben, nietwaar?'
'Nee,' zei Trevize. 'Geen onnodige.'
'Je bent niet erg onder de indruk, hè?'
'Luister,' zei Trevize. 'Wij hebben planeten die kouder of warmer dan het gemiddelde zijn; werelden die voornamelijk tropische oerwouden zijn en werelden die kolossale savannes zijn. Geen twee werelden zijn gelijk, maar elk daarvan is een tehuis voor degenen die eraan gewend zijn. Ik ben aan de relatieve mildheid van Terminus gewend - je mag zeggen dat we onze planeet op zijn Gaiaans getemd hebben - maar af en toe wil ik weg wezen, om weer wat anders te beleven. Weet je, Blits, wat wij hebben? Variatie! En dat heeft Gaia niet. Als Gaia zich uitbreidt tot Galaxis, moet dan elke planeet in de Galaxis gedwongen worden zich mild op te stellen? Zo'n eentonigheid zou wel eens onverdraaglijk kunnen zijn.'
Blits zei: 'Als dat zo is, en als variatie noodzakelijk is, nou, dan wordt die variatie toch gehandhaafd?'
'Als een geschenk zogezegd van het centrale comité,' zei Trevize droogjes. 'En dan nog met mondjesmaat. Nee, laat het maar aan de natuur over.'
'Maar jullie hebben het ook niet aan de natuur overgelaten. Elke bewoonbare wereld in de Galaxis is bijgeschaafd, op maat gemaakt voor de mens. Elk daarvan werd aangetroffen in een staat die voor de mens niet geschikt was, en elk daarvan is zo aangenaam mogelijk voor de mens gemaakt. Als deze wereld koud is, dan weet ik zeker dat dat komt omdat de bewoners hem niet konden verwarmen zonder onacceptabele kosten. En bovendien weet ik zeker dat die gebieden waar zij wonen zo goed en zo kwaad als dat kon, warm zijn gemaakt. Je hoeft dus niet zo superieur te suggereren dat jullie alles aan de natuur overlaten.'
Trevize zei: 'Jij spreekt natuurlijk namens Gaia?'
'Ik spreek altijd namens Gaia. Ik ben Gaia.'
'Als Gaia dan zo overtuigd is van zijn eigen superioriteit, waarom hebben jullie dan mijn beslissing nodig? Waarom ga je niet gewoon zonder mij verder?'
Blits zweeg even alsof ze zich wilde concentreren. Ze zei: 'Omdat het niet verstandig is om te veel op jezelf te vertrouwen. Wij zien natuurlijk onze deugden scherper dan onze ondeugden. We willen dolgraag het juiste doen; niet datgene wat ons als juist voorkomt, maar wat objectief gesproken juist is, zo er al zoiets als objectiviteit bestaat. Jij was voor ons de meest directe weg naar die objectiviteit en dus laten we ons door jou leiden.'
'Zo objectief juist,' zei Trevize met trieste stem, 'dat ik mijn eigen beslissing niet kan begrijpen en dat ik naar rechtvaardiging zoek.'
'Die zul je vinden,' zei Blits.
'Laten we het hopen,' zei Trevize.
'Als ik het zo mag zeggen, ouwe makker,' zei Pelorat, 'dan lijkt het me dat Blits deze ronde op punten heeft gewonnen. Waarom erken je het feit niet dat haar argumenten een rechtvaardiging zijn voor jouw beslissing dat de mensheid op de golf van Gaia verder moet gaan?'
'Omdat ik die argumenten niet kende toen ik mijn beslissing nam,' zei Trevize bars. 'Ik wist absoluut niets van Gaia. Iets anders heeft me beïnvloed, althans op zijn minst onbewust, iets dat niet van Gaia afhankelijk is maar op iets fundamentelers berust. En daar moet ik achter zien te komen.'
Pelorat stak verzoenend een hand op. 'Niet kwaad worden, Golan.'
'Ik ben niet kwaad. Ik leef alleen maar onder een ondraaglijke spanning. Ik wil niet dat alle ogen van de Galaxis op mij gericht zijn.'
Blits zei: 'Ik begrijp hoe je je voelt, Trevize en het spijt me echt dat jouw unieke persoonlijkheid je op deze post gedwongen heeft. Wanneer landen we op Comporellen?'
'Over drie dagen,' zei Trevize. 'En dat kan pas als we eerst bij een van de toelatingssatellieten zijn ingeklaard.'
Pelorat zei: 'Dat moet toch geen enkele moeilijkheid opleveren?'
Trevize haalde zijn schouders op. 'Dat hangt ervan af hoeveel schepen op weg naar de planeet zijn en hoeveel toelatingssatellieten die heeft en bovenal van specifieke regels die beschikken of je al dan niet mag landen. Dat soort regels verandert van tijd tot tijd.'
Pelorat zei verontwaardigd: 'Wat bedoel je met die opmerking dat we niet mogen landen? Hoe kunnen ze burgers van de Foundation de toegang weigeren? Maakt Comporellen dan geen deel uit van de gemeenschap van Foundation-planeten?'
'Nou eh ... ja en nee. De juristen zijn daar nog niet helemaal uit en ik weet niet hoe Comporellen het interpreteert. Ik denk dat het in theorie mogelijk is dat we niet mogen landen, maar die kans acht ik niet groot.'
'En wal als het toch gebeurt?'
'Dat weet ik nog niet,' zei Trevize. 'Laten we maar afwachten voor we ons te sappel maken over noodplannen.'