4
Korell is een veel voorkomend fenomeen in de geschiedenis: een republiek waarvan het regeringshoofd alle attributen van een absoluut heerser vertoont, behalve de naam. Korell ging dan ook gebukt onder het gebruikelijke despotisme - een despotisme dat zelfs niet in toom werd gehouden door verzachtende invloeden zoals 'vorstelijke eer' en 'hofetikette' die in de legitieme monarchieën in ere werden gehouden.
Materieel gezien was het welvaartspeil er laag. Uit de tijd van het Galactisch Imperium was niet veel meer over dan zwijgende ruïnes. De dagen van de Foundation waren nog niet aangebroken.
De ruimtehaven zelf bevond zich in een vervallen toestand. De verzakte hangars straalden een desolate sfeer uit.
Hobert Mallow keek door de patrijspoort naar buiten. Voorlopig viel er weinig over Korell te zeggen. Op de heenreis was er weinig gebeurd. Het Korelliaanse smaldeel dat was uitgevaren om de Far Star te onderscheppen bestond uit kleine, gehavende overblijfselen van vergane glorie die angstig afstand hadden bewaard en dit nog steeds deden - al langer dan een week nu wachtte Mallow vergeefs op een audiëntie bij de plaatselijke autoriteiten.
'Gunstig handelsgebied,' zei Mallow. 'Maagdelijk terrein, zou ik zeggen.'
Jaim Twer keek ongeduldig op van zijn kaartspel. 'Wat zijn je plannen Mallow? Verdomme, man, je officieren maken zich zorgen en je bemanning wordt onrustig en ik vraag mij af...'
'Wat vraag je je af?'
'Nou ja, ik denk aan de situatie. Wat doen we?'
'Wachten.'
De oude koopvaarder snoof verachtelijk en kreeg een rood hoofd. 'We lopen vast, Mallow. De ruimtehaven staat onder bewaking en het smaldeel blijft boven ons in de lucht hangen. Als je het mij vraagt zouden ze ons wel eens diep de grond in kunnen boren!'
'Daar hebben ze een week de tijd voor gehad.'
'Misschien wachten ze op versterkingen.' Twer's blik was hard.
Mallow liet zich in een stoel vallen. 'Ja. Daar heb ik ook aan gedacht. Om te beginnen hebben ze ons zonder moeilijkheden toegelaten. Dat hoeft op zichzelf niets te betekenen, want van de driehonderd schepen zijn er verleden jaar maar drie verdwenen. Een laag percentage. Aan de andere kant kan het betekenen dat het aantal van hun schepen dat met kernenergie is uitgerust, ook klein is en dat ze ze niet onnodig zullen inzetten zolang hun aantal niet gegroeid is.
Aan de andere kant zou het kunnen betekenen dat ze helemaal niet over kernenergie beschikken; of dat ze zich drukken uit angst dat we iets weten. Het enteren van verdwaalde, lichtbewapende vrachtvaarders is heel iets anders dan het lastigvallen van een officiële afgezant van de Foundation, terwijl zijn aanwezigheid bovendien kan betekenen dat men wantrouwen jegens hen koestert. En dat gecombineerd met ...'
'Stil even, Mallow.' Twer hief zijn handen ten hemel. 'Je praat me van de sokken! Wat wil je nou eigenlijk beweren? Laat al die overbodige details maar weg.'
'Zonder die details is de zaak niet te begrijpen, Twer. Zij wachten af. Wij wachten af. Ze weten niet wat ik kom doen en ik weet niet wat ze in hun schild voeren, maar mijn positie is zwakker omdat ik alleen sta en zij een hele wereld vertegenwoordigen en misschien over kernenergie beschikken. Natuurlijk is de situatie gevaarlijk. Dat hebben we altijd al geweten, maar wat kunnen we anders doen?'
'Dat weet ik ook ... Hé, wie is dat?'
Mallow keek op en stelde de ontvanger bij. Op het visischerm verscheen het doorgroefde gezicht van de sergeant van de wacht.
'Ja sergeant? Zeg het maar.'
'Neem mij niet kwalijk, sir, maar de mannen hebben een Foundation-missionaris toegang verschaft.'
'Een wat?' vroeg Mallow met een van woede vertrokken gezicht.
'Een missionaris, sir. Hij heeft medische verzorging nodig, sir ...'
'Nou, dat zullen er dan gauw meer zijn, sergeant. Laat groot alarm geven!'
Vijf minuten later hadden zelfs de mannen die geen dienst hadden hun kanonnen bemand. Snelheid was in de anarchistische gebieden van de interstellaire ruimten van de Periferie heel belangrijk en het was vooral op dit gebied dat de bemanning van een ruimtevrachtvaarder uitmuntte. Mallow trad langzaam het dagverblijf binnen en bekeek de missionaris van top tot teen. Daarna liet hij zijn blik op luitenant Tinter vallen die allesbehalve op zijn gemak opzij schoof en daarna op sergeant-van-de-wacht Demen die nu naast hem stond. De Meester Koopvaarder wendde zich nu tot Twer. 'Laat de officieren hier komen, Twer,' zei hij na enig nadenken. 'Behalve de coördinatoren en de trajectbepaler. De bemanning blijft tot nader order op zijn post.'
In de tussenliggende vijf minuten schopte Mallow de deuren van de toiletten open, keek achter de bar en trok de gordijnen voor de dikke ramen dicht. Daarna verliet hij een halve minuut het vertrek en keerde zachtjes neuriënd terug.
De mannen traden binnen, gevolgd door Twer die zachtjes de deur achter zich dicht deed.
'Om te beginnen: wie heeft deze man zonder mijn toestemming aan boord gelaten?' vroeg Mallow kalm.
De sergeant van de wacht trad naar voren. Alle ogen bewogen zich in zijn richting. 'Niemand in het bijzonder, sir. We waren het onderling met elkaar eens, zo te zeggen. Hij was, zo te zeggen, een van ons, sir, en die vreemdelingen hier ...'
Hij werd onderbroken door Mallow. 'Ik begrijp uw gevoelens, sergeant. Stonden deze mannen onder uw bevel?'
'Jawel sir.'
'Als we hier klaar mee zijn, krijgen ze een week huisarrest. Uzelf bent gedurende dezelfde periode ontheven van iedere leidende functie. Begrepen?'
Het gezicht van de sergeant was uitdrukkingloos, maar zijn schouders zakten ietwat naar beneden. 'Jawel sir!'
'U kunt gaan. Neem uw post in.'
De deur werd achter hem gesloten. 'Waarom deze strafmaatregel, Mallow?' vroeg Twer. 'Je weet toch dat de Korellianen gevangen genomen missionarissen laten executeren?'
'Handelen tegen mijn bevelen in is verkeerd - wat ook de redenen mogen zijn. Niemand had toestemming het schip te verlaten of te betreden.'
'Zeven dagen op non-actief! Dat is geen manier om de orde te handhaven,' mompelde luitenant Tinter opstandig.
'Voor mij wel!' zei Mallow ijzig. 'Discipline onder ideale omstandigheden betekent op zichzelf niets. Alleen als hij oog in oog met de dood blijft gehandhaafd heeft hij de betekenis die hij dient te hebben. Waar is die missionaris? Breng hem hier!'
Mallow ging zitten toen de in het scharlaken gehulde figuur werd voorgeleid.
'Uw naam, eerwaarde?'
'Hè?' De geestelijke wankelde op Mallow toe. Hij staarde nietszeggend voor zich uit. Op zijn linker slaap was een verwonding zichtbaar.
'Uw naam, eerwaarde?' herhaalde Mallow. De missionaris begon plotseling koortsachtige bewegingen te maken en strekte tenslotte zijn armen uit. 'Mijn zoon - mijn kinderen. Moge de Galactische Geest steeds zijn beschermende armen over u uitstrekken,' stamelde hij.
Twer deed een stap naar voren. 'Die man is ziek,' zei hij schor. 'Laat iemand hem in bed stoppen. Laat de dokter komen Mallow. Die man is ernstig gewond!'
Mallow duwde hem achteruit. 'Bemoei je er niet mee, Twer, anders laat ik je de kamer uitzetten. Uw naam, eerwaarde?'
De missionaris begon nu met gevouwen handen smekende gebaren te maken. 'O Gij die verlicht zijt, bevrijdt mij uit de handen der heidenen!' De woorden vielen als het ware uit zijn mond. 'Red mij uit de handen van deze dwalende duisterlingen die mij vervolgen en de Galactische Geest met hun misdaden trachten te bezoedelen. Ik ben Jord Parma, afkomstig uit de Anacreoonse werelden en opgeleid in de Foundation, ja, de Foundation zelve, mijne zonen! Ik ben Priester des Geestes en Ingewijde in alle Mysteriën en hierhien gedreven toen de Geest in mij sprak. In de Naam van de Galactische Geest, bescherm mij tegen de wandaden dezer heidenen!'
Uit de alarmluidspreker klonk plotseling een stem:
'Vijandelijke eenheden in zicht! Instructies alstublieft!'
Alle blikken richtten zich automatisch op de luidspreker.
Mallow vloekte heftig. Hij flipte de knop om. 'Blijf waakzaam! Dat is alles!' brulde hij, zette het apparaat af, liep naar de zware gordijnen en keek grimmig naar buiten.
Vijandelijke eenheden! Duizenden Korellianen! Het opdringende gespuis drong vanuit alle richtingen op naar de ruimtehaven, belicht door het felle licht van de magnesiumtoortsen.
'Tinter!' Hij draaide zich niet eens om, maar zijn nek was vuurrood.
'Zet de buitenluidspreker aan en probeer erachter te komen wat ze willen. Vraag of ze een vertegenwoordiger van het gezag bij zich hebben. Beloof ze niets en dreig ze niet want anders dood ik je!'
Tinter maakte rechtsomkeert en verliet het vertrek.
Mallow voelde een zware hand op zijn schouder, maar sloeg hem weg. Het was Twer. Zijn stem klonk als boosaardig gesis in zijn oor. 'Mallow, je mag deze man niet uitleveren. Je gevoel voor fatsoen en eer staan op het spel. Hij is lid van de Foundation en tenslotte is hij een geestelijke. Die wilden daar buiten ... Hoor je wat ik zeg?'
'Ik hoor je, Twer.' Mallow's stem klonk onzeker. 'Ik heb meer te doen dan missionarissen te beschermen. Ik zal doen wat ik denk te moeten doen en bij Seldon en de Galaxis, als je mij probeert tegen te houden trap ik je stinkende strottenhoofd in elkaar. Blijf uit mijn buurt, Twer. Anders is het gebeurd met je!'
Hij draaide zich om en duwde Twer opzij. 'En u, eerwaarde Parma! Wist u niet dat overeengekomen is dat geen enkele missionaris Korelliaans gebied mag betreden?'
De missionaris beefde. 'Ik ga waar de Geest mij beveelt te gaan, mijn zoon. Als zij die verloren zijn het licht weigeren, betekent dat dan niet dat zij mij nodig hebben?'
'Dat is geen antwoord op mijn vraag, eerwaarde. Uw aanwezigheid hier is in strijd met de wet - zowel met die van Korell als van de Foundation. Ik kan u geen bescherming verlenen.'
De missionaris hief opnieuw zijn handen ten hemel. De verwarring die hij eerder had vertoond, scheen verdwenen te zijn. Buiten klonk het lawaai van de scheepsomroepers en vaag in de verte het aangolvende gebrul van de vijandige massa. De geestelijke keek verwilderd om zich heen.
'Hoort u hen? Waarom praat u met mij over de wet; een wet die door mensen is bedacht? Er bestaan hogere wetten. Was het niet de Galactische Geest die heeft gezegd: "Gij zult niet werkeloos toezien als uw medemens leed wordt aangedaan!" En heeft de Geest niet gezegd: "Zoals Gij de nederigen en de hulpelozen behandelt, zo zult Gij behandeld worden."
Bezit u geen kanonnen? Bezit u geen schip? Staat de Foundation niet achter u? En staat niet boven alles de Geest die over het Universum heerst?' Hij zweeg en snakte naar adem.
Buiten brak de grote stem van de Far Star plotseling af. Luitenant Tinter trad het vertrek binnen.
'Spreek op!' zei Mallow kortaf.
'Zij eisen Jord Parma op, sir.'
'En als wij weigeren?'
'Er worden allerlei bedreigingen geuit, sir. Het is moeilijk precies uit te maken wat zij willen. Er is iemand bij die beweert een afgezant van de regering te zijn, maar hij spreekt kennelijk niet uit eigen gezag.'
Mallow haalde zijn schouders op. 'Zeg hun dat deze gouverneur of politieman of wat hij ook moge zijn, alleen aan boord kan komen om Jord Parma op te halen.'
Hij hield plotseling een revolver in zijn handen. 'Ik weet niet wat insubordinatie is. Ik heb er nooit eerder ervaring mee gehad, maar als hier iemand mocht zijn die denkt mij de wet te kunnen stellen, dan zal hij de gevolgen ervan ondergaan!'
Hij richtte de revolver langzaam op Twer. Het kostte de oude koopvaarder moeite zijn gezicht en zijn gebalde vuisten te ontspannen en zijn handen te laten zakken.
Tinter verliet opnieuw het vertrek en vijf minuten later maakte een kleine gestalte zich los uit de menigte. Langzaam, aarzelend en kennelijk trillend van angst kwam de man dichterbij. Tot tweemaal toe wilde hij rechtsomkeert maken, maar iedere keer werd hij door de veelkoppige menigte opgezweept om door te lopen.
Mallow maakte een gebaar met zijn wapen. 'Grun en Upshur, breng hem naar buiten!'
De missionaris begon te gillen. Hij tilde zijn armen op en strekte zijn vingers. De wijde mouwen die naar beneden zakten toonden een paar magere, geaderde armen. Er volgde een korte lichtflits. Mallow maakte opnieuw een verachtelijk gebaar.
De missionaris trachtte zich tevergeefs te bevrijden uit de greep van de beide mannen. 'Vervloekt zij de verrader die zijn naaste overlevert aan zijn vijanden en aan de dood. Dat de oren die doof bleven voor de smeekbeden van een hulpeloze, doof mogen worden; dat de ogen die blind bleven voor de onschuld, blind mogen worden; dat de ziel die samenspande met de duisternis, voor altijd in duisternis moge verblijven!' schreeuwde hij.
Twer hield zijn handen stijf tegen zijn oren gedrukt.
Mallow stopte het wapen weg. 'Verspreiden!' zei hij vlak. 'Alarmtoestand blijft na het verstrooien van de menigte zes uur geldig. Daarna achtenveertig uur dubbele wacht. Verdere instructies volgen. Twer, volg mij!'
Zij waren nu samen in Mallow's privé-kajuit. Mallow bood Twer een stoel aan. Twer ging zitten. Zijn korte, gedrongen gestalte leek een stuk kleiner geworden.
Mallow keek smalend op hem neer. 'Twer, je hebt mij teleurgesteld,' zei hij. 'Die drie jaar politiek hebben je kennelijk geen goed gedaan. Thuis, in de Foundation, ben ik een overtuigd democraat, maar aan boord van zo'n schip als dit, moet je nu eenmaal een soort tiran zijn. Nog nooit heb ik mijn mannen met een wapen moeten bedreigen en dat was ook nu niet nodig geweest als jij niet op hol was geslagen.
Luister, Twer, je bekleedt geen officiële positie. Je bent hier omdat ik je heb uitgenodigd en privé zal ik je zo hoffelijk mogelijk behandelen, maar van nu af aan noem je mij in aanwezigheid van mijn officieren "sir" en niet "Mallow" en als ik een bevel geef dan loop je net zo hard je benen uit je lijf als de eerste de beste stuurmansleerling of ik laat je in het tussendek in de boeien slaan, begrepen?'
De partijleider slikte. 'Ik bied je mijn verontschuldiging aan,' zei hij schor.
'Dank je. Geef mij een hand!'
Twer's slappe hand verdween in Mallow's geweldige vuist. 'Ik bedoelde het goed,' zei Twer. 'Het is moeilijk om iemand aan zijn moordenaars uit te leveren. Die schijterige gouverneur - of wat-ie ook wezen mag - zal hem niet kunnen redden. Het is moord.'
'Dat kan ik niet helpen. Er zat trouwens een luchtje aan het hele incident. Heb je dat niet gemerkt?'
'Wat gemerkt?'
'Deze ruimtehaven ligt midden in een ingeslapen, afgelegen gebied. Plotseling ontsnapt er een missionaris. Waar vandaan? Hij komt naar ons toe. Is dat toeval? Er komt een enorme menigte op de been. Waar komt die vandaan? De dichtstbijzijnde stad van enige betekenis ligt hier minstens een paar honderd kilometer vandaan. Hoe kan dat?'
'Ja, hoe kan dat?'
'Misschien gebruikten ze de missionaris als een soort lokaas. Onze vriend, de eerwaarde Parma, was behoorlijk in de war. Volgens mij had hij ze niet allemaal bij elkaar.'
'Mishandeling . . .' mompelde Twer verbitterd.
'Misschien! Maar misschien was het de bedoeling dat we de man ridderlijk en moedig zouden gaan verdedigen. Hij was hier in strijd met de wetten van Korell en van de Foundation. Als ik hem hier had gehouden zou dat als een oorlogsdaad ten aanzien van Korell beschouwd zijn en de Foundation zou geen enkel legaal recht hebben gehad om ons te verdedigen!'
'Dat... lijkt mij nogal vergezocht.'
Door de luidspreker klonk plotseling het antwoord dat Mallow had willen geven: 'Officieel communiqué ontvangen, sir.'
'Geef het onmiddellijk door!'
De glimmende cilinder viel kletterend uit de gleuf. Mallow opende hem en schudde er het verzilverde blad uit dat er in zat. Hij hield het vergenoegd tussen duim en wijsvinger. 'Telerapport uit de hoofdstad. Afzender: de Commandeur.'
Hij las het rapport met éen oogopslag en begon te lachen. 'Vergezocht zei je, hè?'
Hij schoof het blad naar Twer toe. 'Een half uur nadat we de missionaris hebben uitgeleverd, krijgen we een beleefde uitnodiging om in tegenwoordigheid van Zijne Hoogheid de Commandeur te verschijnen - na zeven dagen vergeefs wachten. Ik geloof dat we de proef hebben doorstaan!'