43

Leendert rukte het papier met het faxbericht uit het apparaat. “Dit is de complete pagina!” riep hij enthousiast. Een Amsterdamse collega, Ferdi van Klaveren, was op verzoek van Meulmeester naar het kantoor van het Onderwijsblad geweest met een kopie van de verfrommelde pagina op zak. Een minuut later hing Van Klaveren aan de lijn om zijn verhaal te vertellen. “De redactie van Het Onderwijsblad wil alleen op bevel van de Officier van Justitie melden wie de opsteller van de advertentie was en hoeveel brieven ze aan hem hebben doorgezonden.”

“Aan hem,” grinnikten de twee speurders. “Mooi,” reageerde Leendert Vosmeer. “De advertentie is dus niet door Celina Deemoed geplaatst; zij was degene die erop heeft gereageerd.”

“Er is nog iets,” ging Van Klaveren verder. “Je chef vertelde hoe die affaire zo’n beetje in elkaar stak en dat deed bij mij een belletje rinkelen. Ik heb het opgezocht: twee jaar geleden keerde een Amstelveense VWO-lerares niet van haar zomervakantie terug. Eenenveertig jaar oud. Ongetrouwd, ook nooit getrouwd geweest. Ze was met een onbekende vriend op pad gegaan die ze via een advertentie had leren kennen. Ik weet niet of het iets is, maar misschien heb je wat aan ons dossier? De zaak is nooit opgelost. Is het een vergelijkbaar geval en heb je iets aan de stappen die wij toen ondernomen hebben?”

“Weet je wat,” reageerde Leendert, “hou dat dossier een paar dagen bij de hand. Ik kan nu nog niet beoordelen of het relevant is. Deze zaak zit zo boordevol losse eindjes dat het wel lijkt alsof elke vraag een nieuwe oproept.”

“Prima. Mijn nummer staat op de fax!”

“Ja…en enorm bedankt!”

“Kunnen we die redactie dwingen om toch de naam van die vent op te hoesten?” vroeg Barend. “Hij zal ons kunnen vertellen waarom Celina eerder naar huis is gegaan.”

“Ze zag hem niet meer zitten,” meende Leendert. “Het was gewoon uit, natuurlijk.”