***
Donna keek toe hoe de man achter in de rechtszaal van zijn stoel opstond, langs haar liep - hij had een onregelmatige, onvaste loop, waardoor hij voortdurend dreigde te struikelen - en zijn plaats in de getuigenbank innam. Onderzoekend keek ze naar die man die tegen haar zou getuigen. Zowel zijn leeftijd als zijn lengte waren gemiddeld te noemen. Eigenlijk maakte hij in alle opzichten een 'gemiddelde' indruk: van middelbare leeftijd, een man uit de middenklasse, afkomstig uit het midden van het land, gematigd in zijn opvattingen. Echt een man van het midden. Donna glimlachte, toen ze over dat woord nadacht. Midden. Wanneer je het bleef zeggen, begon het een beetje dwaas te klinken; een onzinwoordje, zoals kinderen dat kunnen bedenken. Midden... midden...
Hij had zijn bruine haar keurig naar één kant over een ontluikende kale plek gekamd. Weer glimlachte ze om haar woordkeuze. Hoe kon je iets dat ging kalen ontluikend noemen? Waarom ook niet, zei ze tegen zichzelf. Zij kon alles doen, ze was toch gek. Althans, ze was er zeker van dat ze zichzelf zo zou horen beschrijven. Donna Cressy, van beroep: gek. Niet geschikt om haar twee kindertjes groot te brengen. De glimlach verdween. Rotvent, dacht ze. Wie hij ook was. Het plotselinge besef dat ze niet wist wie hij was, deze getuige die Victors beschrijving van haar nog geloofwaardiger zou moeten maken, maakte haar erg zenuwachtig. Ze draaide zich om naar Mel , die een paar rijen achter haar zat, waar ze hem goed kon zien. Ze trok haar wenkbrauwen op en vroeg hem woordeloos of hij deze man kende. Mel antwoordde met een nauwelijks merkbaar schouderophalen - ze leken wel twee heimelijke bieders op een veiling van Sotheby. Hij had evenmin een idee. Donna keek weer naar de getuigenbank. De man, die op het punt stond de eed af re leggen, had uiterlijk niets opvallends, of het moest zijn dat hij te ruim in zijn vel leek te zitten, alsof hij de jas van een ander had aangetrokken. Qua kleur maakte zijn huid een gezonde indruk. Het leek alleen alsof het vel om zijn lichaam hing. Verder was hij niet knap en niet lelijk, vriendelijk noch bedreigend om te zien. Hij was niets, helemaal niets. Het type man dat zo vaak gepasseerd wordt wanneer het om promoties gaat, eenvoudig omdat men vergeet dat hij er is. Daar ergens in het midden.
Hij had een zachte, prettige stem. Donna ging op het puntje van haar stoel zitten. Ze wilde geen woord missen van wat hij te zeggen had. De griffier vroeg hem zijn naam, adres en beroep op te geven.
'Danny Vogel,' zei de man en hij deed zijn uiterste best om niet in Donna's richting te kijken. 'Tenth Avenue 114, Lake Worth. Ik ben vertegenwoordiger bij een verzekeringsmaatschappij.' De rechter legde de getuige uit wat er van hem verwacht werd bij zijn getuigenis en Danny Vogel knikte zwijgend. Ze herkende zijn naam. Danny Vogel. Langzaam maar zeker kwam hij wat duidelijker in beeld, net als een polaroidfoto tij— ».lens het ontwikkelen. Zijn adres kwam haar bekend voor. Ze was er weieens geweest. Ze was er weieens heengereden. Ze huiverde toen ze zich alles weer herinnerde. Hij werkte bij Vicror op de zaak. Natuurlijk kende ze deze man, maar hij was aanzienlijk vermagerd sinds ze hem voor het laatst had gezien. Daarom hing zijn huid zo los om hem heen en daardoor had ze hem aanvankelijk niet herkend.
Maar daarmee was het haar nog niet duidelijk wat hij hier kwam doen. Waarom was hij als getuige opgeroepen? Ze wist niet meer wanneer hij voor het laatst bij haar thuis was geweest; ze herinnerde zich niet hem ooit samen met haar kinderen gezien re hebben. Hoe kon bij dan getuigen hoe ze als moeder was? 'Hoelang kent u Victor Cressy al?' vroeg Ed Gerber, Victors advocaat.
Luid en duidelijk - hij had blijkbaar goed naar de instructies van de rechter geluisterd - antwoordde Danny Vogel: 'Ongeveer acht jaar. We zijn collega's.'
'Zou u uzelf een goede vriend van Victor Cressy willen noemen?'
'Jazeker,' knikte hij en hij keek in Victors richting om bevestiging. Als Victor zich al bewoog, dan zag Donna dat in elk geval niet.
'En mevrouw Cressy?'
'Haar ken ik minder goed,' verklaarde hij, nog altijd naar Victor kijkend. Minder goed, dacht Donna. Hij kent me helemaal niet. We hebben elkaar weieens ontmoet, meer niet. Op feestjes en zo hebben we elkaar weieens gezien. Maar we zijn nooit verder gekomen dan: 'Hallo! Dag! Ja, graag, ik lust nog wel een glaasje.' Minder goed! Wat verbeeldde hij zich wel! Je was niet eens bij ons huwelijk, leken haar ogen hem toe te schreeuwen, terwijl ze probeerde hem te dwingen haar kant uit te kijken. En waarom was je er niet? Vraag hem dat eens, meneer Gerber, beste advocaat van Florida, vraag meneer Danny Vogel eens waarom hij niet bij het huwelijk van zijn 'goede vriend' aanwezig was, terwijl de vrouw met wie zijn 'goede vriend' trouwde, de vrouw die hij 'minder goed' kent, nota bene gevraagd had hem ook uit te nodigen.
'Wat is uw indruk van Victor Cressy?' vroeg Ed Gerber. 'In welk opzicht?' vroeg de getuige. Donna merkte dat ze glimlachte, of ze wilde of niet. Geen gemakkelijke vraag, meneer Gerber, dacht ze. Ze begreep Danny Vogels behoefte aan verduidelijking wel.
in het algemeen,' antwoordde de advocaat. 'Als mens, als vriend, als collega.'
Donna zag dar Danny Vogel in gedachten een lijstje maakte. Duidelijk een man die gewend was naar zijn cliënten te luisteren en hun instructies uit te voeren. 'Als mens,' begon hij enigszins traag, 'is Victor Cressy een sterke, krachtige, ik zou zelfs zeggen, dynamische persoonlijkheid. Hij is intelligent, snel van begrip en hij kent zijn zaakjes. Hij is wel veeleisend, maar hij eist van zichzelf evenveel als van een ander. Ik heb hem altijd beschouwd als een eerlijk, gedisciplineerd mens, die weet wat hij doet.' Hij zweeg. In gedachten hielp Donna hem een streep te zetten door Victor Cressy, de man die wist wat hij deed. 'Als vriend is hij trouw, eerlijk. Als hij kritiek op je heeft, dan steekt hij die niet onder stoelen of banken. Hij zegt je precies wat hij van je denkt en het lijkt me duidelijk dat dat soms wrijvingen veroorzaakt.' Dat is duidelijk, viel Donna hem bij, maar vertelt Victor je ooit echt wat hij van je denkt.' Of denk jij alleen maar dat hij dat doet? Hij is erg gesloten, niet het type man dat een ander in vertrouwen neemt als hij in de problemen zit. Dus wanneer hij dat toch doet, dan weet je dat het behoorlijk ernstig is. Maar hij staat altijd klaar om je te helpen als je moeilijkheden hebt.' Dat was Victor Cressy, de vriend die altijd voor je klaarstaat. 'Als collega is hij de beste vertegenwoordiger van het bedrijf, daar is geen twijfel over mogelijk. Hij werkt hard, is een echte perfectionist, en...' Danny Vogel keek om zich heen in de rechtszaal, alsof hij verwachtte dat iemand uit de zaal hem een passende omschrijving zou toeroepen... 'hij is gewoon onze beste man.' En dat passende superlatief beschreef Victor Cressy als collega. Goed zo, meneer Vogel.
Je bent niet bij ons huwelijk geweest omdat Victor Cressy het jou, gewaardeerde collega, nog altijd niet had vergeven dat je je volgens hem tussen hem en een van zijn potentiële cliënten gedrongen had; een onachtzaamheid waarvan jij je niet eens bewust was en waarvoor je bijna een jaar lang je excuses hebt lopen aanbieden voordat Victor, intelligent en eerlijk als hij is, vond dat je genoeg gestraft was en zich verwaardigde weer met je te praten. Sindsdien heb je altijd het gevoel gehad dat jij het volkomen bij het verkeerde eind bad gehad. Dat Victor niet alleen gelijk had met zijn aanvankelijke veronderstellingen, maar bovendien met de manier waarop hij jou daarna behandeld heeft. Jouw 'goede vriend' is een eersteklas manipulator. Zijn genie schuilt daarin dat hij er niet alleen in slaagt anderen ervan te overtuigen dat hij altijd gelijk heeft, maar dat hij bovendien zelf al jaren overtuigd is van zijn gelijk. Zo weet hij alles war hij doet, hoe belachelijk soms ook, geloofwaardig te maken. Hij is degene die fout zit, en toch krijgt hij het voor elkaar een ander met een schuldgevoel op re zadelen. Donna keek van de getuige naar Victor Cressy. Zo'n gave moest een gave Gods zijn.
'En war was uw eerste indruk van mevrouw Cressy.7' 'Bij onze eerste ontmoetingen was ik erg van haar onder de indruk,' gaf hij toe. 'Een charmante vrouw was ze, met gevoel voor humor, leek me...'
Waarom praat hij over me in de verleden tijd? vroeg Donna zich af. Was ze soms plotseling overleden? Zou dan ten slotte deze rechtszaal haar hel worden in plaats van die gootsteen vol vuile vaat? Zou ze naar een eindeloze litanie van getuigen moeten luisteren, die al haar daden en beweegredenen stuk voor stuk zouden veroordelen - haar reuzenrotsblok van Sisyphus dat ze de berg op moest duwen - tot ze onder de last van dat alles zou instorten en zou uitroepen: Ja, jullie hebben gelijk. Het is allemaal mijn schuld.
'... leek het wel alsof ze veranderde,' vertelde Danny Vogel. 'Wanneer was dat?'
'Het is moeilijk om daar een exact moment voor aan re geven, want ik zag haar nier vaak, alleen op feestjes en dergelijke, maar die werden steeds zeldzamer.' Hij zweeg even en slikte. 'Toen ik Donna voor het eerst ontmoette, leek ze me iemand die vrij vaak uitging. In de loop der jaren maakte ze de indruk dat ze zich steeds meer terugtrok. Ze ontving thuis geen mensen meer...'
'Protest,' zei Donna's advocaat, terwijl hij opstond. 'Deze getuige is niet in de positie om een verklaring af te leggen over het bezoek dar de Cressy's al dan niet ont vingen.' 'Toegewezen.'
Danny Vogel leek van zijn stuk gebracht. 'Meneer Vogel,' vervolgde Ed Gerber, die de draad weer oppakte, 'hoe vaak bent u zelfbij de Cressy's thuis uitgenodigd voor een dineetje of voor wat voor sociaal gebeuren dan ook?' Danny zweeg even om na te denken. 'Die eerste paar jaar van hun huwelijk een paar keer per jaar, denk ik. Na Adams geboorte ben ik misschien nog één keer uitgenodigd. En na Sharon helemaal niet meer. Op een keer...,' begon hij en hij keek naar Ed Gerber, die blijkbaar op de hoogte was van war de getuige wilde gaan zeggen en aangaf dat hij door kon gaan met zijn verhaal. 'Op een dag kwam ze Victor van kantoor halen. Victor en ik stonden buiten te wachten - ze was te laat - en ik stak mijn
hoofd door het autoraampje om haar gedag te zeggen. Victor stelde voor dat Renee en ik in de loop van de daaropvolgende week een avond bij hen zouden komen barbecuen. Maar zij zei nee; daar kon beslist geen sprake van zijn. Ik merkte duidelijk dat Victor erg in verlegenheid gebracht was. En ik hoef u niet te vertellen dat voor mij hetzelfde gold.' 'Zei ze ook waarom het niet kon?' 'Nee. Ze zei alleen maar nee. Het was heel vreemd.' 'Is u verder nog iets "vreemds" opgevallen?' vroeg Ed Gerber. Danny Vogel schudde het hoofd. 'Nee, eigenlijk niet. O, behalve haar haar. Dat was felrood, peenrood. Ik had haar de week daarvoor nog op een feestje gezien en toen was ze nog blond.' 'Dus u zag Donna Cressy bij verschillende gelegenheden?' 'Ja. We verkeerden zo'n beetje in dezelfde kringen. We hadden een gezellig bedrijf. Er was altijd wel iemand die een feestje gaf.' 'Viel er in de loop der jaren een verandering op te merken in mevrouw Cressy's gedrag op dat soort feestjes?' 'Och, zoals ik al zei, ze begon zich steeds meer terug te trekken. Het leek wel alsof ze ieder volgend feestje minder zei. Ze lachte bijna nooit. Ze was erg vaak verkouden. Zij leek altijd wel iets te mankeren.'
'Protest.' Stamler klonk buitengewoon ontstemd. 'Toegewezen,' zei de rechter. 'De rechtbank trekt haar eigen conclusies, meneer Vogel.'
Danny Vogel leek oprecht van streek door het feit dat hij de rechtbank last had bezorgd. 'Neemt u me niet kwalijk, edelachtbare,' zei hij zachtjes. Indachtig zijn instructies van kort re- voren herhaalde hij dar daarna nog eens luid. 'Hebt u thuis ooit weieens zo'n feestje gehad, meneer Vogel?' vroeg Ed Gerber, wetende dat het antwoord op deze vraag bevestigend zou luiden. 'Zeker.'
'Waren de Cressy's toen ook uitgenodigd?' Her antwoord luidde wederom bevestigend. 'Wanneer was dat?'
'Ruim twee jaar geleden,' antwoordde Danny Vogel. 'Ter ere van mijn veertigste verjaardag.'
Donna wist de exacte datum. Het was vijfentwintig maanden geleden. Precies negen maanden voor Sharons geboorte. De nacht waarin Sharon verwekt was.
'Zon u een exacte beschrijving kunnen geven van wat er gebeurde vanaf het moment dat de Cressy's op uw feestje arriveerden."
Donna dacht terug aan dat feestje. Wat kon hij daar in 's hemelsnaam over te zeggen hebben.'
'Ze waren laat. Ze kwamen als laatsten. Maar Victor was erg gezellig, hartelijk. Donna hield zich een beetje op de achtergrond. Ze glimlachte niet toen ze binnenkwam. Ze maakte een afwezige indruk. Ik veronderstelde dat ze wel weer een van haar buien zou hebben...' 'Protest.'
Nadat het protest in overweging was genomen en was toegewezen, ging de getuige verder: ik heb haar in elk geval niet veel horen zeggen. Als ik naar haar keek, was ze steeds alleen. Ze bleef op één plek staan met een glas in de hand. Volgens mij is ze daar ook niet vandaan geweest. Ze nam af en toe een slokje en snoot regelmatig haar neus — ze was verkouden en ik weet nog dat ze voortdurend haar neus snoot. Het was alsof ze de hele avond met een Kleenex voor haar neus stond.' Gaan ze me mijn kinderen afnemen omdat ik met een Kleenex voor mijn neus stond.' vroeg Donna zich ongelovig af. Kleenex- gebruiker, niet in staat om de neus van haar kinderen te snuiten! Verdomme, zei ze bij zichzelf, zij was om drie uur 's morgens haar bed uitgegaan om hun neus te snuiten als ze huilden. ('Mammie, mijn neus, mijn neus,' schreeuwde Adam altijd al bij de geringste verstopping.) Zij had hun neus afgeveegd, hun tranen gedroogd en hun zalige ronde billetjes schoongepoetst. Maar op de een of andere manier was het verkeerd wanneer ze haar eigen neus afveegde, zelfs al was ze verkouden. Maar dat was natuurlijk het punt. Ze was weer eens verkouden geweest. Victor had al verteld dat ze dol was op dat soort aandoeningen. Dit waren nu echt elkaar dekkende getuigenverklaringen. Ze werd niet veroordeeld omdat ze een Kleenex gebruikt had om haar neus te snuiten, maar omdat ze weer eens verkouden was. 'Op een gegeven moment ben ik een praatje met haar gaan maken,' vervolgde Danny Vogel, zich niet bewust van Donna's stilzwijgende interruptie. 'Maar dat werd een nogal eenzijdig gesprek.'
'Kunt u zich er iets van herinneren?'
'Ik zei haar dat ze er beeldig uitzag.' Hij grinnikte. 'Dat was ze met me eens.'
Tja, het was ook idioot om het daarmee eens te zijn, dacht Donna.
'Haar stem klonk erg hees. Volgens mij had ze keelontsteking, dat had ze erg vaak. Dus kwam ik tot de conclusie dar praten wel pijnlijk zou zijn; vooral toen ik haar een paar dingen gevraagd had en ze geen antwoord gal.' 'Wat vroeg u haar dan?'
Danny Vogel haalde de schouders op. 'Ik vroeg naar haar zoontje, Adam. Hoe het met hem ging. En of ze van plan was hem naar de crèche te doen. Ze gaf geen antwoord. Ik weet nog dat ze me alleen maar aankeek. Het leek haast wel of ze... of ze bang was.'
'Bang? Waarvoor?'
'Ik heb geen idee. Ze zei niets.'
'Edelachtbare,' zei Stamler, Donna's advocaat, terwijl hij zich uit zijn stoel verhief, 'ik vermag het nut van deze getuigenverklaring niet in te zien. Wanneer het de bedoeling is dar de getuige een verklaring aflegt over de persoon van Victor Cressy, dan vind ik dat prima. Maar laat hij zich dan daartoe beperken. Alles wat hij tot dusverre over mevrouw Cressy heeft gezegd, is van geen enkel belang. De heer Vogel schijnt te willen suggereren dat mevrouw Cressy zich niet correct gedroeg, omdat ze zijn vragen niet bevredigend beantwoordde. Donna Cressy was verkouden. Ze had keelontsteking. Kun je dan beweren dat haar gedrag onstabiel was? Maakt dat haar tot een onbekwame moeder?'
'Mag ik de rechtbank vragen ons nog even lijd te geven,' wierp Ed Gerber tussenbeide, voordat de rechter iets kon zeggen. 'We zullen straks het belang van deze verklaring aantonen.' De rechter keek nogal sceptisch, maar gaf de advocaat toestemming verder te gaan.
Gerber vertrok zijn mond tot war onaantrekkelijke grimassen en formuleerde in gedachten zijn volgende vraag: 'Gaf mevrouw Cressy's gedrag gedurende de rest van de avond u aanleiding om - laten we zeggen - te gaan twijfelen aan haar verstandelijke vermogens.''
'Ongeveer halverwege her feestje veranderde haar gedrag volkomen,' antwoordde Danny Vogel, zijn woorden zorgvuldig kiezend. 'Het deed me denken aan dr. Jeckyll en mr. Hyde. Of mrs. Hyde dan,' voegde hij eraan toe en hij lachte bedeesd om zijn eigen grapje. Niemand lachte mee, alleen Ed Gerber glimlachte.
'Het ene moment stond ze nog te snotteren en praatte ze met niemand en het volgende ogenblik stond ze te schreeuwen, en dan bedoel ik ook echt schreeuwen. Haar stem was ineens volkomen helder, aan niets viel meer re horen dat ze verkouden was. En dat bleef de rest van de avond zo.' Hij zweeg even, alsof hij wachtte tor iemand protest zou aantekenen. Maar dat gebeurde niet. Donna keek naar de rechter. Diens interesse was weer gewekt. Hij luisterde vol aandacht. 'Hebt u iets opgemerkt waardoor deze verandering veroorzaakt werd?'
'Donna stond tegenover de bar - nog precies zo als vlak na hun komst - en Victor liep naar haar toe om haar een Kleenex te geven. Ik zag dat hij die in zijn hand hield. Plotseling sloeg ze hem hard tegen zijn hand, waardoor de Kleenex eruit vloog en zijn arm tegen een van de andere gasten aan sloeg. Vervolgens morste die haar drankje over haar japon - ik geloof, dat dat mevrouw Harrison was. Donna wekte duidelijk de indruk dat ze ruzie zocht. Ze begon heel hard te praten en hield dat de rest van de avond vol. Steeds wanneer iemand iets begon te vertellen, viel zij in de rede om haar mening te geven, en die stond telkens lijnrecht tegenover die van alle anderen. Ze beledigde verscheidene gasten en sloeg diverse malen obscene taal uit. Tegenover Victor was ze genadeloos. Elke keer dat hij zijn mond opendeed, maakte zij een sarcastische opmerking. Ze zette hem voortdurend voor gek en vertelde in geuren en kleuren wat er volgens haar allemaal aan hem mankeerde. En wanneer hij dan toch iets zei, bauwde ze hem na. Het was allemaal erg gênant. Toen Victor ren slotte te kennen gaf dat het rijd werd om naar huis te gaan, gaf ze opnieuw kleinerend commentaar. Ze zei iets van haar "master's voice" of iets dergelijks, en toen vertrokken ze. Ik moet bekennen dat we allemaal een diepe zucht van verlichting slaakten.'
Ed Gerber laste een langdurige pauze in. Hij was zeer tevreden over de gang van zaken. 'Zou deze plotselinge verandering in het gedrag van mevrouw Cressy volgens u toegeschreven kunnen worden aan de hoeveelheid alcohol die ze op had, meneer Vogel?'
Her leek wel alsof Danny Vogel dolblij was dat die vraag hem gesteld werd. Hij gedroeg zich als een kleine jongen die eindelijk toestemming krijgt een al te lang bewaard geheim te verklappen. 'Nee,' piepte hij bijna, 'zoals ik al zei, bleef ze de hele avond op die ene plek staan, tegenover de bar, met die ene borrel die ik haar aan het begin van de avond had ingeschonken. Ze kwam niet van haar plaats. Ik heb haar geen nieuw drankje zien halen.'
'Zo-even zei u dat Victor Cressy zijn problemen niet zo gauw aan anderen zou toevertrouwen,' vervolgde Ed Gerber, uiterst zorgvuldig formulerend. 'Dat klopt,' zei de getuige instemmend.
'Nu moet u me eens vertellen... Maar let op uw woorden. U mag niet letterlijk herhalen wat er gezegd is, want dat zou "roddelen" zijn,' zei Ed Gerber met een sluwe glimlach in de richting van Stander. 'Kunt u me, zonder letterlijk te citeren, vertellen of Victor Cressy u ooit heeft toevertrouwd dat hij zich zorgen maakte over her gedrag van zijn vrouw?' 'Ja, dat heeft hij me verscheidene keren gezegd.' 'Heeft hij ooit uiting gegeven aan zijn bezorgdheid om zijn kinderen?' 'Inderdaad.'
'Wat voor vader was Victor Cressy?' vroeg Ed Gerber. Weer viel het Donna op dat hij in de verleden tijd sprak. Was Victor soms ook plotseling overleden?
'Voorzover ik dat kon beoordelen was hij een fantastische vader. Hij was erg bezorgd om zijn kinderen, al direct vanaf het moment dat hij hoorde dat Donna zwanger was. Hij las alle boeken over dar onderwerp, ging met zijn vrouw naar zwangerschapscursussen - bij beide kinderen - en hij kende alle ademhalingsoefeningen. Hij is beide keren de gehele bevalling bij Donna gebleven en bij Adam duurde die, geloof ik, bijna vierentwintig uur...'
Zesentwintig uur, stommerd, schreeuwden Donna's ogen hem toe. En ik lag in barensnood en niet die hufter die alle ademhalingsoefeningen deed. Ik leed pijn. Wat moet u gelukkig zijn met zo'n zorgzame man, hadden de verpleegsters tegen haar gezegd. Vooral na Sharons geboorte. Die verpleegster die Victor zo stralend had aangekeken. Trut, had Donna wel willen schreeuwen. Vraag hem maar eens hoe deze baby verwekt is! 'Hij hamerde er erg op dat Donna goed at. Hij vond het geweldig, toen ze besloot beide kinderen borstvoeding te geven. Volgens hem was dat gezonder. Hij was erg trots op zijn kinderen. Hij nam ze weieens mee naar kantoor. Je kon gewoon zien hoe dol hij op hen was.'
'En hebt u Donna ooit met haar kinderen gezien.'' Danny Vogel schudde het hoofd. 'Nee.' En op de een of andere manier slaagde hij erin dat als een veroordeling te laten klinken.
Donna's advocaat ging meteen tot de aanval over, toen het zijn beurt was voor het kruisverhoor.
'Meneer Vogel,' begon hij. Hij sprak zoals een schrijfmachine letters op het papier hamert, scherp, afgebeten, snel en doelgericht. 'Bent u soms een ervaren psycholoog?' Danny Vogel schudde glimlachend het hoofd. 'Nee.' 'Hebt u enige extra scholing gehad in een van de gedragswetenschappen?' 'Nee.'
'Ooit wat aan psychologie gedaan op de universiteit?' 'Nee.' De glimlach was verdwenen.
'Dus u beschikt niet echt over de kwalificaties die nodig zijn om het gedrag van mevrouw Cressy te kunnen beoordelen?' ik heb alleen verteld wat ik heb gehoord en gezien,' zei Danny Vogel vinnig, als een in het nauw gedreven slang, bang en klaar om toe te schieten.
'Uw ogen en oren kunnen u bedriegen, meneer Vogel. Dat weten we allemaal. Een buitenstaander kan nooit een eerlijk en juist oordeel geven over een huwelijk, vindt u ook niet?'
'Daarin zult u wel gelijk hebben.' Hij zweeg even. 'Maar Donna's gedrag was meer dan...'
Stamler viel de getuige abrupt in de rede: 'Wilt u soms beweren dat u over speciale kwalificaties beschikt om vrouwelijk gedrag te beoordelen.' Hoe vaak bent u getrouwd, meneer Vogel?' Danny Vogel kromp zichtbaar ineen. 'Twee keer,' moest hij toegeven.
'Uw eerste huwelijk eindigde met een scheiding?' 'Inderdaad.'
'En uw tweede huwelijk? Is dat gelukkig te noemen?'
'We leven gescheiden,' zei hij met gebogen hoofd en nauwelijks hoorbaar.
'Dan kunnen we u nauwelijks een autoriteit op het gebied van vrouwen noemen, hè, meneer Vogel?' vroeg de advocaat sarcastisch. Toen vervolgde hij onmiddellijk: 'Zo-even beweerde u dat u mevrouw Cressy nooit samen met haar kinderen hebt gezien. Is dat juist?' 'Dat is zo, ja.'
'Dan bent u dus in geen enkel opzicht in staat om mevrouw Cressy's capaciteiten als moeder re beoordelen, vindt u wel?' 'Nee, maar...'
'Dank u. Dat was alles, meneer Vogel.'
Danny Vogel aarzelde even voordat hij uit de getuigenbank stapte. Hij keek in de richting van Victor, die hem grotendeels bleef negeren. Terwijl hij langzaam naar zijn plaats terugliep, deed hij nog steeds zijn uiterste best om Donna's blik te ontlopen. Stamler — wat zou zijn voornaam eigenlijk zijn? vroeg Donna zich plotseling af, terwijl ze zich realiseerde dat ze hem nooit anders dan meneer Stamler genoemd had - klopte geruststellend op haar hand. Hij vond blijkbaar dat ze deze ronde gewonnen hadden. De getuige had toegegeven dat hij niet in staat was om een oordeel te vellen over Donna's capaciteiten als moeder ('Dan bent u dus in geen enkel opzicht in staat om mevrouw Cressy's capaciteiten als moeder te beoordelen, vindt u wel?' 'Nee, maar...'). Haar advocaat had toen snel een eind gemaakt aan zijn getuigenis, maar dat laatste woord stond in de notulen. De rechtbank had het gehoord. Zij had het gehoord. De rechter had het vast en zeker ook gehoord. Maar.
Ze herhaalde het in gedachten telkens weer maar, maar, maar, maar - tot het net zo'n belachelijk woord was geworden als 'midden'.
'Vertel me eens een verhaaltje.'
Donna keek naar haar zoontje, net vier jaar oud, die op een armlengte afstand van haar zat en met de helderblauwe deken die op zijn bed lag, over zijn neus wreef. 'Adam, ik heb je al drie verhaaltjes voorgelezen. Ik heb je gezegd dat dit het laatste verhaaltje was. We hadden afgesproken dat je daarna onder de dekens zou kruipen en zou gaan slapen.' 'Ik lig onder de dekens,' zei hij en hij kroop snel in bed. 'Mooi zo.' Donna stond op. Ze voelde zich moe, leeg, en toch wilde ze eigenlijk nog niet bij hem weggaan. Adam voelde haar besluiteloosheid onmiddellijk aan.
'Ach...' zei hij en er verscheen al een reusachtige, verwachtingsvolle grijns op zijn gezicht.
Donna ging weer naast zijn kussen op zijn bed zitten. Adam kroop direct dicht tegen haar aan. 'Goed dan, welk verhaaltje moet ik je voorlezen?'
'Nier voorlezen. Je moet me een verhaaltje vertellen.'
'O, schatje, ik ben zo moe. Ik kan nu geen verhaal bedenken...'
'Je moet me een verhaaltje vertellen over een jongetje dat Roger heet en een meisje dat Bethanny heet...'
Donna glimlachte bij het horen van die twee namen; dat waren Adams nieuwste speelkameraadjes op de kleuterschool. 'Goed,'
zei ze. 'Er was eens een jongetje dat Roger heette en een meisje dat Bethanny heette. Op een dag gingen ze naar het park...'
'Nee!'
'Nee?'
'Nee. Ze gingen naar de dierentuin, naar de giraffen!'
'Wie vertelt er hier een verhaaltje? Jij of ik?'
Adam dacht even na. 'Je moet me een verhaaltje vertellen over een jongetje dar Roger heer en een meisje dat Bethanny heet en ze gingen naar de dierentuin, naar de giraffen. Wil je me dat vertellen?'
'Goed dan,' zei Donna grinnikend, 'ze gingen dus naar de dierentuin...'
'Nee! Je moet bij het begin beginnen. Er was eens...' 'Nou moet je niet al te veel praatjes krijgen, ventje!' 'Je moet me een verhaaltje vertellen over een jongetje dat Roger heet en een meisje dat Bethanny heet en ze gingen naar de dierentuin, naar de giraffen. En ze namen pinda's mee. Maar er hing een bordje waarop stond: "Verboden te voenete' 'Te wat?'
'Te voenete,' herhaalde hij ongeduldig. 'Te voederen, bedoel je.'
'Ja.' Natuurlijk, wat heb je? Hoor je me niet? 'Wil je me dat verhaaltje vertellen?'
Donna haalde diep adem. 'Er was eens een jongetje dat Roger heette, en een meisje dat Bethanny heette. Ze gingen naar de dierentuin om naar de giraffen te kijken. Ze namen pinda's mee. Maar er hing een bordje waarop stond: "Verboden te voederen". Zo goed?' Adam knikte. 'En daarom...' 'Ja?'
'En daarom aten ze alle pinda's zelf op,' zei Donna snel. 'Ze hadden hartstikke veel plezier en gingen weer naar huis, naar hun mammie, en daarna leefden ze nog lang en gelukkig.' Donna drukte hem een tedere kus op zijn voorhoofd, stond weer op en deed het licht uit.
'Waar is jouw mammie?' vroeg het stemmetje. Op die vraag had Donna niet gerekend.
Even wist ze niet wat ze moest zeggen. 1 lij had die vraag nog nooit eerder gesteld en ze wist niet goed wat ze moest antwoorden. Ze besloot dat ze haar antwoord maar zo simpel mogelijk moest houden. En in het schemerdonker zei ze zacht: 'Die is dood, lieverd. Ze is al lang geleden gestorven.' 'O.' Er viel een lange stilte. Donna draaide zich om, om de kamer uit te gaan, ervan overtuigd dat ze het juiste antwoord had gegeven. Zo moeilijk was het niet geweest, dacht ze. 'Wat is "gestorven"?' vroeg hij plotseling. Donna stond stil. Moesten ze het daar uitgerekend nu over hebben? Ze keek naar Adams gezichtje. Ja, het was duidelijk dat ze nu daarover moesten praten. Ze ging opnieuw op het bed zitten en probeerde zich te herinneren wat Benjamin Spock over dit onderwerp geadviseerd had. 'Eh... even denken.' Je kon een kind dat op het punt stond te gaan slapen, natuurlijk absoluut niet vertellen dat doodgaan net zo iets was als gaan slapen. En op de een of andere manier had ze her gevoel dat ze het woord hemel niet over haar lippen zou kunnen krijgen. Verdorie, dacht ze, ik wilde dat je nog een paar dagen met die vraag gewacht had. Als Victor het proces wint, mag hij bet opknappen. 'Nee, ik zal het je vertellen,' zei ze hardop. Adam keek haar verrast aan. Victor zou het proces niet winnen. Hij zou haar haar kinderen niet afnemen. 'Waarom praat je zo hard?'
'O, neem me niet kwalijk.' Ze wist plotseling het advies van dokter Spock weer. iedereen gaat dood, lieverdje,' legde ze uit. 'Dat gebeurt met alles wat leeft: bloemen, dieren, mensen. Het is heel natuurlijk en het doet geen pijn of zo. We houden gewoon op met leven. Maar dat gebeurt bij mensen meestal pas als ze heel erg oud zijn.' Adam lag haar aan re kijken. 'Begrijp je het? Is het zo goed?'
Hij knikte zwijgend en kroop diep onder zijn dekens. Weer drukte Donna een kus op zijn voorhoofd, ik hou van je, snoeperdje.' 'Welterusten, mammie.'
Donna liep het gangetje door naar Sharons kamer en gluurde naar binnen. Sharon ging onmiddellijk rechtop in haar ledikantje zitten.
'Waarom zit je nu nog rechtop in bed?' vroeg Donna.
Het meisje zei niets. In het donker ging ze overeind zitten en strekte haar handjes uit naar haar moeder. Donna liep naar Sharon toe, tilde haar uit het ledikantje en drukte haar warme lijfje tegen zich aan.
'Je hoort al te slapen, weet je dat wel?'
Sharon keek diep in haar moeders ogen. Teder, langzaam, bijna bedachtzaam hief Sharon haar rechterhandje op en streelde zachtjes Donna's wang. Donna drukte het meisje dicht tegen zich aan. 'Je moet gaan slapen, kleintje. Ik hou van je, engeltje.
Lekker slapen, schatje.'
Sharon legde haar hoofdje tegen Donna's schouder en doezelde meteen weg.
'Mammie?' De stem van Adam verscheurde de stilte.
'Ik kan dat jong wel wat doen,' zei Donna hardop. Ze liep naar het ledikantje en legde Sharon voorzichtig neer. 'Mammie!'
Donna liep de gang in, vlug terug naar Adams kamer. 'Wat is er, Adam.'' vroeg ze enigszins geprikkeld. Adam zat opnieuw rechtop in heil.
ik wil je iets vragen.'
Vraag me alsjeblieft niet wat er na je dood met je gebeurt, smeekte ze in stilte. Morgen koop ik een boekje van Elizabeth Kübler-Ross voor je! 'Wat is er, lieverd?' 'Wie heeft mij gemaakt?' vroeg hij.
Nee toch, dacht Donna. Niet nu. Geen leven en dood op één en dezelfde avond. Niet na een dag vol echtscheiding. Ze lier zich weer op zijn bed zakken. 'Pappie en mammie hebben je gemaakt, lieverd.'
Hij keek haar heel nieuwsgierig aan. 'Hoe konden jullie dat dan?' vroeg hij en hij wachtte op haar antwoord. 'Dat konden we omdat we erg veel van elkaar hielden,' antwoordde Donna na een minutenlange stilte. En terwijl ze dat zei, hoopte ze dat Sharon haar die vraag nooit zou stellen.