***

'Vooruit jongens, opschieten. Pappie is er.' Donna liep terug naar Victor, die in het halletje stond. Zo ontspannen als nu had ze hem waarschijnlijk sinds hun scheiding, vijf maanden geleden, nog niet gezien. Hij was geheel in het wit gekleed. In combinatie met zijn donkere huid en zwarte haar maakte dat hem aantrekkelijker dan ze hem, naar ze zich herinnerde, ooit gezien had. Toch sloegen er geen vonken meer tussen hen over. Wanneer Donna in zijn mysterieuze, diepblauwe ogen keek, voelde ze slechts opluchting. Laat een ander maar proberen uit te vissen wat er in dat hoofd omgaat, dacht ze en vervolgens vroeg ze zich heel even af of er een ander zou zijn. 'Sharon zit op het potje,' legde Donna glimlachend uit. 'En Adam houdt toezicht.' Tot haar opluchting had ze geconstateerd dat haar maag niet langer opstandig werd, wanneer Victor opbelde of bij haar aan de deur kwam. 'Wil je iets fris drinken of wat anders? Het is behoorlijk heet.'

'Volgens de radio is het de laatste vierenveertig jaar op zestien april niet meer zo warm geweest,' zei Victor luchtig en hij volgde Donna naar de keuken. 'Geef me maar een glas tonic.' Donna deed de deur van de koelkast open, haalde er een grote fles tonic uit en zette die op het aanrecht, terwijl ze ondertussen handig de deur dichtschopte. Het was een erg kleine keuken, nog niet de helft van de keuken die ze bij Victor had gehad. Maar voor haar gevoel was de ruimte groter. Ze had er zoveel meer lucht, dacht ze, terwijl ze een glas uit de kast pakte en voor Victor inschonk.

Toen Victor het huis voor het eerst had gezien, had hij weinig gezegd. Bijna niets. Donna veronderstelde dat het hem goed had gedaan te zien dat zijn kinderen niet in armoede leefden en hij had, om welke reden dan ook, de negatieve indruk - die hij volgens haar toch van het huis moest hebhen - voor zich gehouden.

Het huis was inderdaad klein, moest Donna toegeven. Alles wat een gezin nodig had was er, maar ook niets meer. Een gecombineerde zit-/eetkamer, drie kleine slaapkamers; de grootste slaapkamer onderscheidde zich slechts van de andere twee doordat die een halve meter langer was. Verder was er nog een badkamer en het piepkleine keukentje waar ze nu stonden. Het huis leek altijd zoveel kleiner, wanneer Victor er was. Het is echt niet zo klein als het lijkt, wilde ze elke keer zeggen. Aanvankelijk had ze zich echter weten in te houden en nu had ze er niet meer zo'n behoefte aan om het te zeggen. Het was duidelijk dat Victor meer op zijn gemak begon te raken met de hele situatie. Met haar.

Alsjeblieft,' zei ze en ze gaf hem het glas. Ze ontdekte een paar druppels op de vloer, vlak bij zijn voeten. Victor had er niets van gezegd, maar ze merkte dat hij opzettelijk om de steeds meer in het oog springende natte vlekken heen liep, toen ze de keuken uitgingen.

ik dacht dat ik het allemaal had opgedweild,' zei ze en ze wenste meteen dat ze zich niet altijd gedwongen voelde Victor overal een verklaring voor te geven. Mel gaf haar in ieder geval nooit dat gevoel.

'Dat je wal had opgedweild?' vroeg Victor.

Adam had wat appelsap gemorst,' legde ze uit. Ze liepen de woonkamer in.

ik had het niet eens gezien.'

Donna wist dat hij loog, maar waardeerde het dat hij zo zijn best deed. Hij had de laatste paar maanden een heleboel geleerd. 'Ik zal eens kijken hoe het met Sharon is.' Donna gebaarde Victor dat hij bet zich gemakkelijk moest maken in een van de goedkope rieten stoelen die bij het meubilair van her huis hoorden. Ze liep door het smalle gangetje naar de badkamer, waar Sharon met haar kin op haar knieën op het piepkleine witte,

plastic potje zat. Adam zat inmiddels op de echte wc. Hij zag er uit als een echt heertje, zelfs met zijn broek op zijn enkels. 'Nu zitten ze allebei op de wc,' zei ze toen ze de woonkamer weer binnenkwam.

ik heb geen haast,' zei Victor en hij dronk langzaam van zijn tonic, waarbij hij zijn uiterste best deed om te doen alsof hij zich op zijn gemak voelde. Donna ging tegenover hem zitten en probeerde hem niet aan te kijken. Hij was beslist een gecompliceerd mens, dacht ze, terwijl ze in gedachten vlug de afgelopen vijf maanden de revue liet passeren. Hij maakte het iedereen altijd zo moeilijk - en vooral zichzelf. In het begin, in de maanden vlak na hun scheiding, had ze gedacht dat ze tot in eeuwigheid zo moeizaam met elkaar zouden blijven omgaan. Maar de laatste paar maanden was hij milder geworden. Waar hij vroeger echt boos had gekeken, fronste hij later nog slechts de wenkbrauwen en nu slaagde hij er al in te glimlachen. Of probeerde het althans. Waar hij vroeger kritiek had geuit, zweeg hij nu. Misschien zou er in de toekomst nog weieens ruimte zijn voor een complimentje. Waar eens ijzige stilte had geheerst, werd nu beleefd, zelfs hartelijk gepraat. Misschien was hij in de loop der tijd wat kalmer geworden, dacht Donna. Misschien was hij minder gespannen, nu hij zag dat Donna helemaal niet van plan was om hem het contact met zijn kinderen te ontzeggen, wanneer hij te kennen gaf dat hij daar behoefte aan had. Misschien was hun scheiding ook voor hem een bevrijding geweest. De laatste paar jaar met haar konden niet erg aangenaam geweest zijn, voor niemand - en zeker niet voor een man als Victor, moest Donna toegeven. 'Waar denk je aan?' vroeg hij plotseling. Donna werd door die vraag zo overvallen, dat ze er de waarheid uitflapte. 'Aan ons,' zei ze en toen voegde ze er vlug aan toe. 'Aan de afgelopen maanden.'

Hij zette zijn nu lege glas op de ronde glazen tafel naast zijn stoel. Het tafeltje zat vol vingerafdrukken. 'Het begint allemaal wat gemakkelijker re worden, hè?' vroeg hij. Ze knikte, ik voel het ook,' vervolgde hij. 'Het zit me allemaal niet meer zo vreselijk hoog, denk ik.' Ze sloeg de ogen neer. 'Daar ben ik blij om.' 'Maar ik heb me ertegen verzet, dat kan ik je wel vertellen,' vervolgde hij en hij keek Donna aan. 'Ik wilde echt de kwaaie pier blijven uithangen.'

Donna lachte. 'Ik ben blij dat je daarvan hebt afgezien.' 'Ach, er komt een moment waarop je jezelf eens goed onder handen moet nemen. Jij zei altijd dar ik er geweldige theorieën op nahield, maar dat ik ze zelf nooit ten uitvoer bracht. Daar heb ik eens over nagedacht - ik denk namelijk heel veel na over sommige dingen die jij tegen me gezegd hebt - en ik ben tot de conclusie gekomen dat je gelijk had. Het had geen zin om te blijven mokken over het verleden, over wat al afgesloten was. Ik moest ermee leren leven, daar ging het om.' Hij zweeg en keek haar recht in de ogen. ik vind het nog steeds ellendig wat er met ons allemaal gebeurd is. Maar ik zal moeten accepteren dat het gebeurd is. Ik moet ermee leven.' 'Heb je soms iemand?' waagde ze, een beetje schuchter. Hij glimlachte. 'O, ja. Een paar contacten... niets serieus.' Hij zweeg even. 'Met jou en Mel gaat het zeker nog allemaal geweldig? Hoorde je dat.' Ik heb zijn naam gezegd, zonder er bijna in te blijven.'

Ze lachten allebei. 'I Iet gaat allemaal prima,' zei ze. Hij keek om zich heen in de voornamelijk oranje en witte kamer. Donna herinnerde zich dat hij oranje nooit een mooie kleur had gevonden. 'Denk je dat jullie uiteindelijk zullen trouwen?' vroeg hij. Ze realiseerde zich dat die vraag hem moeilijk viel en wist dat hij haar pas weer zou willen, zou kunnen aankijken, als ze daarop antwoord had gegeven. Haar stem klonk zacht. 'Waarschijnlijk wel,' zei ze oprecht. 'Mel heeft me al diverse keren gevraagd. Maar ik voel me er gewoon nog niet klaar voor.'

'Je vindt het prettig onafhankelijk te zijn,' zei hij. Hij stond op en begon heen en weer te lopen.

'Ach, ik heb dit huis nog zeven maanden gehuurd. Misschien tegen die tijd...'

Er bekroop hun allebei een vaag gevoel van onbehagen bij dit onderwerp. 'Hoe is zijn dochtertje?' vroeg hij. Hij verschoof het accent van het gesprek net voldoende om niet al te duidelijk van onderwerp te veranderen.

'Annie? Dat is een geweldige meid. Fantastisch. Ik mag haar echt heel erg graag. Ze is stapelgek op de kinderen. Morgen is ze trouwens jarig. Dan wordt ze acht. Mel geeft een enorm feest voor haar. Ze had Adam en Sharon nota bene ook uitgenodigd...'

'O, dat vind ik vervelend. Dat had je me moeten zeggen.' 'Nee, doe niet zo gek! De weekends zijn voor jou. Dat begrijpt Annie best. Ik denk trouwens nier eens dat ze bet echt leuk had gevonden wanneer ze de hele middag in de weg hadden gelopen. Volgens mij heeft ze hen alleen uit beleefdheid uitgenodigd.'

Victor glimlachte, ik kan me niet voorstellen dat ik ook ooit acht ben geweest.'

'Volgens mij ben je dat ook nooit geweest,' schertste ze en terwijl ze het zei, hoopte ze dat hij het ook als een grapje zou opvatten. Hij lachte.

'Weet je war ik doe?' bood Victor plotseling aan. 'Hoe laat is dat feestje?'

'Het begint om twee uur. En het zal wel tot een uur of vijf duren. Mel heeft een goochelaar gevraagd.' 'O, dat zouden de kinderen geweldig vinden! Ik breng ze om een uur of vier. Wat vind je daarvan?'

Donna kon haar verbazing nauwelijks verbergen. 'Dat zou geweldig zijn,' zei ze en het was duidelijk aan haar te zien dat ze dit echt een fantastisch idee vond. Ze voegde er echter aan toe: 'Maar dat hoeft echt niet.' 'Dat weet ik wel,' zei hij. 'Discussie gesloten.' Adam!' riep Donna, want ze wilde de goede stemming niet bederven door het gesprek nu nog te rekken. 'Wat doen jullie daar?'

'Ik veeg Sharons bips af,' riep het jonge stemmetje terug. 'O, hemeltje, dan kan ik maar beter even gaan kijken.' Donna verontschuldigde zich en liep naar de badkamer. 'Hé, goed zo!' zei ze toen ze haar twee spruiten allebei voor hun eigen witte wc-tje zag staan, alle kieren keurig op hun plaats. 'Jullie hebben helemaal alleen je broek opgehesen. Geweldig.' Sharon sloeg haar armen om Donna's hals en Donna trok haar dochtertje dicht tegen zich aan.

'Mmmm, wat ben je toch een lekker schatje.'

Het kleine meisje lachte. 'Kijk eens! Ik heb gedrukt,' zei ze trots, en ze wees naar het witte potje.

'Fantastisch.'

'Het is net een negen, mammie,' zei Adam, die ook al naar het potje wees. Donna moest lachen. 'Kan ze de volgende keer een vier maken?' vroeg Adam, een en al opwinding. 'Een vier. Een vier,' lachte Sharon en ze klapte in haar handjes, terwijl Donna haar zonnejurkje rechttrok, het potje in de wc leegde en doortrok.

Donna liep met de kinderen terug naar de hal, waar Victor inmiddels stond re wachten. Adam holde naar zijn vader toe en omhelsde hem. 'Sharon heeft een negen gemaakt! De volgende keer maakt ze een vier. Vier is mijn geluksgetal. Joehoe! Jippie!'

Donna gaf Victor de tas met kleren van de kinderen. 'Er zitten wat luiers in voor Sharon, voor het geval je ze nodig mocht hebben.'

'Geen luier,' zei Sharon beslist.

'Ze heeft al drie dagen geen ongelukje meer gehad,' vervolgde Donna.

'Geweldig,' zei Victor en toen keek hij naar Adam. 'Wat een mijlpaal!'

Donna glimlachte. 'Ga je nog ergens met hen naar toe?' ik had gedacht om naar het safaripark te gaan, maar het is zo heet. Ik weet nog niet of ik het doe. Misschien gaan we gewoon naar her strand. Ik wacht maar af war ze willen.' Donna bracht hen naar de deur. 'Veel plezier met pappie, lieverdjes,' zei ze en ze ging op haar hurken zitten. 'Ik wil naar de leeuwen,' piepte Adam, op het punt om naar buiten te rennen.

'Zeg maar dag tegen mammie. We gaan,' zei Victor. 'Dag mammie,' zei Adam. Hij drukte een snelle kus op haar wang en holde toen verlangend naar buiten, naar zijn vaders auto.

Donna keek naar haar dochtertje. Met haar tweeëntwintig maanden was ze net een mollig porseleinen popje met reusachtige, doordringende blauwe ogen, die dwars door je heen keken, als een heksje dat je onder haar betovering wilde brengen. Ogen die alles leken te zien, die alles wat ze maar konden opnemen, ook registreerden. Alert. Zo alert. 'Lief zijn bij pappie en veel plezier.'

Het meisje sloeg plotseling haar armpjes om de hals van haar moeder. 'Ga je mee?' vroeg ze duidelijk. Die zin had ze sinds kort onder de knie.

'Nee, schatje. Ik zie je morgen weer.'

Victor pakte Sharons arm. 'Kom, Sharon. De leeuwen wachten.'

'Ik wil bij mammie blijven.'

Victor bukte zich en tilde het kind met een zwaai op. 'Tot morgen,' riep hij naar Donna, terwijl hij het tuinpad afliep. Donna keek hen na vanuit de deuropening. Ze zag dat Adam zijn eigen veiligheidsriem vastmaakte en dat Victor Sharon in haar speciale kinderzitje naast haar broertje vastgespte. Ze riep nog altijd om haar moeder. Wat vreemd, dacht Donna, terwijl ze de auto nakeek en toen de deur dichtdeed tegen de drukkende hitte. Victor was zijn kinderen de afgelopen vijfmaanden ieder weekend komen halen. En dit was de eerste keer dat Sharon huilde.

'Mag de goochelaar nu optreden?' vroeg Annie van onder haar roze met rood gestreepte feestmuts.

Donna keek op haar horloge. Het was even over drie. Ze ging op haar hurken zitten, zodat ze op gelijke hoogte met Mels dochter kon praten. 'Kunnen we nog een uurtje wachten, lieverd? Tot vier uur. Dan kunnen Adam en Sharon de goochelaar ook zien.'

Er verscheen een glimlach op het kindergezichtje. 'O, dar was ik vergeten. Die komen nog!' Donna glimlachte. 'Goed, dan wachten we nog even.'

'Over een paar minuutjes komen de taart en het ijs op tafel,' zei Donna met een knipoog. Ze stond op en hoorde haar knieën kraken. 'Waarom kraken mijn knieën toch altijd als ik opsta?' vroeg ze in het algemeen.

Haar vriendin Susan Reid reageerde onmiddellijk. 'Dar is de oude dag,' zei ze vrolijk.

Donna keek haar aan. 'Reuze bedankt. Ik ben toch zo blij dar ik jou gevraagd heb om me te komen helpen.' 'Daar heb je vrienden voor.'

ik dacht dat knieën kraken als je gaat zitten, niet als je opstaat.' 'Ach, jij bent altijd een beetje apart geweest. Weet je niet een goeie dokter?'

Donna keek haar trouwe vriendin aandachtig aan. 'Jij verandert ook nooit, hè?' Susan keek haar guitig aan. ik bedoel maar: volgens mij maken jij en ik dit soort rare grapjes al sinds ons zestiende. En begrijp me goed - ik vind het enig. Het beeft iets geruststellends om te weten dat, wat we ook zeggen, in wezen op hetzelfde neerkomt. Snap je wat ik bedoel?' 'Nee. Heb je soms iets vreemds gegeten?' Donna lachte en keek naar de vijftien lawaaiige kinderen die op het witte betegelde terras heen en weer renden. 'Moet je ze nu eens zien,' zei ze. 'Acht jaar oud, misschien negen. De basis voor hun latere ontwikkeling is al gelegd. Het is er allemaal al. We worden wel ouder, maar we veranderen niet echt meer.' Susan keek van Donna naar het druk bevolkte terras. 'Probeer je me nu duidelijk te maken dat je als kind ook al zo raar was?' Donna schudde het hoofd. 'Laten we de taart maar opdienen.' Een uur later kwam Mel achter Donna staan, zijn armen om haar middel. 'Annie vraagt steeds wanneer de goochelaar mag optreden. Het is tien over vier.'

Donna draaide zich om en keek hem aan. 'Verdorie. Denk je dat ze nog tien, vijftien minuten geduld kan hebben? Langer niet. Dan zijn ze er zeker.'

'Weet je zeker dat Victor vier uur gezegd heeft?'

Donna knikte.

'Misschien is hij van gedachten veranderd.' 'Nee, dan zou bij wel gebeld hebben. Het was tenslotte zijn idee. Ze zullen wel ergens door zijn opgehouden. Ik wed dar Adam ergens op de wc zit of zoiets. Je weet hoelang dat kan duren.' 'Misschien zou je eens moeten bellen.'

'Nog tien minuten, goed? Als ze er over tien minuten nog niet zijn, bel ik.'

'Goed, ik zal het tegen Annie zeggen.'

Donna zag Mel naar zijn dochtertje lopen. Ze glimlachte tevreden. Hoe was het toch mogelijk dat ze zoveel geluk had gehad? Ze had een geweldige man met een schat van een kind, en ze waren allebei stapelgek op haar. Ze keek naar de verlaten tafel. De kinderen hadden hun bordjes met restanten taart en gesmolten ijs in de steek gelaten voor de rauwe kreten van de Village People, een cadeau van een van Annies vriendinnetjes. Dus dat krijgen kinderen van acht tegenwoordig, dacht ze, terwijl ze het assortiment platen en posters (Kiss, Andy Gibb, Erik Estrada wie dat ook mocht wezen - met ontbloot bovenlijf) bekeek, die Annie van haar leeftijdgenootjes had gekregen. Ze keek opnieuw naar Annie, zag hoe Mel zijn armen om zijn dochter heen sloeg en glimlachte toen ze zag hoe het meisje ermee akkoord ging nog tien minuten te wachten. Mel knuffelde haar en liep toen terug naar Donna.

De afgelopen vijf maanden waren voor Donna een openbaring geweest. Na zes jaar, waarin ze zich had voorgehouden, dat haar relatie met Victor model stond voor alle relaties, viel ze van de ene verbazing in de andere nu ze ontdekte dat dat niet zo was. Na zes jaar, waarin ze tegen zichzelf had gezegd dat een andere man simpelweg een andere reeks problemen betekende, een andere hoeveelheid hebbelijk- en onhebbelijkheden, was ze verrukt over de ontdekking dat ze er helemaal naast had gezeten. Er waren mannen die het prima vonden wanneer je zelf uitkoos wat je droeg, wanneer je zelf uitmaakte wat je at en die je zelfs je eigen neus lieten snuiten. Bij wie niet alles de moeite van een enorme discussie waard was. Bij wie niet ieder verschil van mening tot een totale oorlog leidde. Sterker nog: Mel neigde zelfs tot het andere uiterste. Er waren een paar dingen belangrijk voor hem - Annie, zijn werk, en zijzelf - en verder was alles naar believen te regelen of te veranderen. Bijna niets was de moeite van het ruziemaken waard. Ruziemaken was tijd verspillen. Elkaar vliegen afvangen was een destructieve bezigheid. Als iets Donna gelukkig maakte, dan vond hij dat prima. Als ze trek had in Chinees eten, fantastisch! Als ze op een avond drie films wilde zien, waarom niet.' Als hij iets niet leuk vond, dan zei hij dat ook ronduit. Er hoefde nergens naar geraden te worden. Hij liep naar Donna en drukte een kus op haar neus. 'Wat sta je hier te grijnzen.''

ik had niet gedacht dat het allemaal zo gemakkelijk zou zijn,' zei ze. 'Wat?' 'De liefde.'

Hij lachte. Toen keek hij op zijn horloge. 'We hebben nog acht minuten voordat je moet bellen,' fluisterde hij. 'Zullen we even een vluggertje maken?' Donna lachte, ik hou van je.' 'Betekent dat dat je geen zin hebt in een vluggertje?' Ze knikte. 'We kunnen straks nog een heleboel vluggertjes maken.'

'Hmmm. Dat klinkt heerlijk.' Hij drukte weer een kus op haar neus. 'Je hebt een geweldige neus.'

Donna keek naar de deur. ik wilde dat ze kwamen,' zei ze bezorgd.

Na nog eens tien minuten liep Donna naar de keuken om op te bellen. Ze draaide vlug het nummer en liet de telefoon diverse malen overgaan. 'Toe nou, Victor, waar zit je toch?' zei ze tegen zichzelf en ze hoopte in plaats van zijn stem aan de andere kant van de lijn zijn bruuske getrommel op de deur te horen. De telefoon liet een vreemd geklik horen en toen klonk er plotseling een bandje in Donna's oor.

'Het nummer dat u gedraaid hebt is tot onze spijt niet langer aangesloten...'

'O, jezus,' riep Donna uit en ze legde de hoorn op de haak. Net op dat moment kwamen Mel en Annie de keuken binnen. 'Komen ze niet?' vroeg Mei.

'Nee, ik heb het verkeerde nummer gedraaid. Het nummer dar u gedraaid hebt is tot onze spijt niet langer aangesloten,' deed ze het bandje na.

'Er zijn kinderen die al bijna weg moeten,' zei Mei.

'Mag de goochelaar nu optreden?' smeekte Annie.

Donna haalde diep adem. 'Natuurlijk,' zei ze. 'Het is tenslotte jouw feestje. Ik weet niet wat er met Victor aan de hand kan zijn.'

'Toe maar!' zei Mel en bij gaf Annie een tik op haar billen, terwijl ze de keuken uitrende. 'Neem me niet kwalijk, schar, maar het is echt niet eerlijk om ze nog langer te laten wachten.'

'O, ik vind hef prima. Heus.' Donna zweeg even. 'Er zal hun toch niets zijn overkomen, hè?'

'Nee. Ik weet zeker dat hun niets is overkomen. Victor zal met de kinderen wel ergens heen gegaan zijn en het is hem gewoon niet gelukt om op tijd terug te zijn.' 'Dat zal wel.'

'Kom, dan gaan we tiaar de Verbijsterende Armando kijken.'

Om halfzes waren alle kinderen vertrokken. Annie had het druk met het bekijken van haar nieuwe aanwinsten. Mei, Susan en Donna zaten in Mels geriefelijke woonkamer en genoten van een laatste cocktail.

'Tja, ik weet niet wat ik zal doen,' zei Donna en bet was haar aan te zien dat ze zich zorgen maakte, ik weet niet of ik hier zal blijven wachten voor het geval dat Victor nog opduikt, of naar huis zal gaan.'

'Hoe doen jullie het anders?' vroeg Susan.

'Hij brengt de kinderen meestal tussen zes uur en halfzeven thuis.'

'Rij jou thuis?' 'Ja. Hij komt nooit hier.' 'Waarom zou hij dat vandaag dan wel doen?' Een vage misselijkheid begon zich van Donna meester te maken. ik kan maar beter naar huis gaan.' Mel stond op. ik breng je wel.'

'Nee,' zei Donna, die inmiddels was opgestaan. 'Je hebt Annie beloofd om vanavond met haar naar Star Wars te gaan. Susan kan me wel brengen.'

Susan sprong op en dronk haastig de laatste slok uit haar glas. Tegen Mel zei ze: 'Natuurlijk. Ik blijf wel bij haar tot Victor de kinderen thuisbrengt.'

Na wat heen en weer praten stemde Mel met tegenzin hiermee in. 'Waarom bel je hem niet nog even voordat je weggaat?' 'Nee!' zei Donna harder dan de bedoeling was. Annie keek naar haar. 'Neem me niet kwalijk,' zei Donna. Ondanks de groeiende paniek probeerde ze haar stem in bedwang te houden. Waar was ze zo bang voor? ik wil hem alleen niet lastig vallen. Het gaat de laatste tijd allemaal zo goed dat ik het niet wil bederven door Victor de indruk te geven dat ik zijn gangen naga. Ik wil niet dat hij denkt... ik bedoel: hij is de laatste tijd zo veranderd...'

'Donna, voel je je wel goed?' vroeg Mei. Even was het doodstil. 'Mensen veranderen niet,' zei Donna als verdoofd. 'Waar heb je het over?' vroeg Susan.

'Mensen veranderen niet. Dat heb ik je eerder op de middag al gezegd. Victor is niet veranderd.' Donna begon paniekerig heen en weer te lopen, terwijl ze nietsziend voor zich uit staarde. 'Mijn god, hij is helemaal niet veranderd. Ik weet het. Ik voel het. Mei, o mijn god, Victor is helemaal niet veranderd.' Susan probeerde Donna weer op de lichtbeige bank te trekken. 'Toe, Donna, ga even zitten...'

'Nee!' Donna duwde Susan weg. Haar ogen stonden nog altijd als verstard. Ze zag niets, alleen Victor. Zeg maar dag tegen mammie. We gaan, hoorde ze hem weer zeggen. 'Nee!' 'Laat haar maar,' waarschuwde Mel Susan. Uit haar ooghoeken zag Donna dat Annie naar haar vader liep. ik bel Victor wel,' begon Mei.

'Hij is er niet!' schreeuwde Donna. Eindelijk uitte ze die gruwelijke angst, die de hele middag al aan haar geknaagd had. 'Hij is weg. Ik weet het zeker. Hij is weg. Hij heeft mijn kleintjes meegenomen...'

'Pappie,' begon Annie. Haar stem klonk een beetje bang. 'Even geduld, lieverd,' zei Mel en hij wendde zich weer tot Donna. 'Luister eens, Donna, we schieten er niets mee op als we hier blijven tobben. Laten we maar gaan kijken wat er aan de hand is.'

'Waar wil je dan heen?' 'Naar Victors huis.'

'Dat kun je niet doen,' protesteerde Donna dwaas. 'Je hebt Annie beloofd dat je met haar naar...'

'Die klotefilm kan wel even wachten.' Mel wendde zich tor Annie. 'Dar vind je toch wel goed, hè, schatje?' 'Natuurlijk,' zei Annie. Haar stem trilde van angst en teleurstelling. 'Die klotefilm kan wel even wachten.' 'Je bent een geweldige meid,' zei hij en hij woelde door haar haren. 'Susan, zou jij bij Annie willen blijven tot we terug zijn?'

'Geen probleem,' antwoordde Susan, terwijl Mel zijn arm door die van Donna schoof en haar meetrok naar de hal. 'Bellen jullie, zodra alles weer in orde is?'

'Ja, dan bellen we,' zei hij. Hij deed de voordeur open en liep met Donna naar buiten, waar het al donker begon te worden.

Donna bleef gedurende de hele rit maar praten. Ze was bezeten door de angst dat haar ergste vermoedens onafwendbare realiteit zouden worden, als ze ook maar één moment haar mond hield.

'Hij is er niet, Mei. Hij is weg. Ik heb niet een verkeerd nummer gedraaid. Toen wist ik het al. Ik wist dat ik het goede nummer gedraaid had, maar ik wilde het tegenover mezelf niet toegeven. Toen hij er om vier uur nog niet was, maakte ik mezelf wijs dat ze nog wel zouden komen. Dat ze nog tijd genoeg hadden. Ik heb allerlei excuses verzonnen, terwijl ik wist, diep in mijn hart wist, dat ze niet zouden komen. Ik had al zo'n misselijk gevoel. Al sinds halverwege de middag, toen ik met Susan stond te praten en tegen haar zei dat mensen niet veranderen. Toen probeerde ik mezelf al iets duidelijk te maken. Maar ik wilde er niet naar luisteren. Waarom wilde ik dat toch niet? Ik luisterde wel naar Victor! Verdomme, ik moest hem er bijna van overtuigen dat het prima was dat hij de kinderen meenam voor het weekend. Hij klonk zo oprecht teleurgesteld dat de kinderen niet naar Annies feestje konden.' Donna zweeg even, maar alleen om even te slikken. 'Waarom heb ik hem geloofd? Ik ben zes jaar met die man getrouwd geweest. Ik weet nog dat hij tegen me zei dat geen gerechtelijke uitspraak hem ooit zijn kinderen zou kunnen afnemen. Dat ik toch van hem zou verliezen, als ik het proces om de voogdij zou winnen. Dat hij tegen me zou blijven vechten tot er niets meer van me over was! Hoe heb ik kunnen vergeten dat hij dat gezegd heeft? Hoe heb ik kunnen vergeten dat hij zijn spullen al eens een keer gepakt heeft, al eens een leven achter zich heeft gelaten in Connecticut? Hoe heb ik toch kunnen denken dat hij dat niet nog eens zou doen?'

Mel keek Donna verdrietig aan. 'Wat had je kunnen doen?' vroeg hij. 'Je had dit op geen enkele manier kunnen voorzien,

Donna. En zelfs als je het voorzien had had je het op geen enkele manier kunnen voorkomen.'

Donna voelde de eerste traan over haar wang biggelen. 'Je weet dat ik gelijk heb, hè?' vroeg ze.

'Dat weten we over een paar minuten.'

Mel drukte het gaspedaal nog dieper in. Donna bleef maar praten. 'Hoe heb ik me zo voor de gek kunnen laten houden? Ik snap het niet. Ik weet nog hoe hij aan me werd voorgesteld: "Dit is Victor Cressy, waarschijnlijk de beste vertegenwoordiger in het verzekeringswezen van het zuidelijk halfrond!" Hoe vaak heeft hij me verdorie nier verteld dat hij de Arabieren zand zou kunnen verkopen? Snap je nu wat er gebeurd is, Mei? Hij heeft me een hele woestijn vol zand verkocht! Het was allemaal gespeeld. Hij bracht ons in de waan dat hij milder geworden was - heel geleidelijk aan natuurlijk, daarom zijn we er ook ingelopen. Hij begon verbitterd en boos. Toen werd hij langzaam maar zeker iedere week een beetje gemakkelijker. Niet te veel, anders was het niet geloofwaardig. Net genoeg om ons erin re laten lopen. En ik ben erin gelopen. Precies zoals hij het zich had voorgesteld. Hij wist dar ik erin zou lopen. O, Mei, hoelang denk je dat hij al met dit plan heeft rondgelopen?' Mel zei niets. Ze kenden allebei het antwoord. Victor was aan dit plan gaan werken op de dag dat de beslissing van de rechter was gevallen, misschien zelfs al eerder. Her was heel goed mogelijk dat hij hiertoe al had besloten op de avond dat Donna bij hem was weggegaan. Hij had lang genoeg gewacht om alle noodzakelijke regelingen te treffen. Hij had gewacht rot iedereen helemaal tot rust was gekomen. Zelfs gelukkig was. 'Annies verjaardag was een meevaller voor hem,' zei Donna zacht. 'De kans om extra zout in de wonden te wrijven.' Ze reden langs het huis in Lake Worth dat Donna gehuurd had. Maar daar was sinds Donna's vertrek niets veranderd en Victors auto was nergens te zien. 'Hij is er niet,' zei ze, toen ze, na even te hebben rondgekeken, weer in de auto kroop. Mel zette de auto in de eerste versnelling en ze reden door naar Lantana. Plotseling kwam er een afschuwelijke gedachte bij Donna op. De kilte die zich van haar meester maakte, klonk door in haar stem toen ze zei: 'Hij zal hun toch niets gedaan hebben, hè' O, god, Mei, hij zal hun toch niet iets gruwelijks gedaan hebben.'' Ze begon te beven. Mel zette de auto aan de kant en nam Donna vlug in zijn armen. Toen keek hij haar diep in de ogen. 'Kijk me eens aan,' droeg hij haar vriendelijk op. 'Je begint in paniek te raken. Kalm blijven. We weten niet eens of er wel iets aan de hand is. Victor kan wel thuis zijn en zich voorbereiden om de kinderen nu naar je toe te brengen. En het is waanzin je te gaan inbeelden dat Victor hun iets gedaan heeft, liefje. Wat Victor ook is of niet is, wat hij misschien zou kunnen doen of laten om jou te kwetsen, het enige waarvan ik absoluut zeker ben is dat hij zijn kinderen nooit, maar dan ook nooit, in welk opzicht dan ook kwaad zal doen. Hij houdt van zijn kinderen, Donna. Hij mag dan niet altijd zo aardig zijn, maar hij is geen onmens.'

Donna legde haar hoofd tegen Mels borst en barstte in tranen uit. 'Huil maar even flink, lieverd,' zei hij. Na een paar minuten keek Donna op en ging ze weer gewoon zitten. Mel startte de auto en ze reden verder. Donna droogde haar ogen met een papieren zakdoekje. 'Stel je toch voor dat ik het helemaal mis heb.' Ze probeerde te lachen, ik raak helemaal over mijn toeren, zonder dat daar ook maar de minste reden toe is - Victor zei altijd dat ik mezelf zonder reden helemaal over mijn toeren werkte. Straks komen we bij zijn huis, dan is hij gewoon thuis met Adam en Sharon en heeft hij een volmaakt logische verklaring voor het feit dat ze Annies feestje in het honderd hebben laten lopen en haar die film door de neus hebben geboord...'

'Hou nu toch eens op je zorgen te maken over die film...' 'Hij is gewoon thuis en zegt: "Wat is er met je ogen.' Je mascara loopt door.'" Ze lachte weer, een wanhopige lach; ze hoopte dat ze gelijk had, ze bad in stilte dat hij er zou zijn. O, Heer, alsjeblieft, laat Victor er zijn. Het huis was donker.

'O, god.'

'Rustig blijven, Donna. Ze kunnen wel in de achtertuin zitten. Of misschien zijn we elkaar gewoon net misgelopen.' Donna en Mel deden tegelijkertijd hun portier open. Ze maakten hun veiligheidsriemen los en holden de auto uit naar het

huis. Donna rammelde heftig aan de deur, maar die zat op slot. En zij had geen sleutel meer. 'Verdomme,' schreeuwde ze en ze gooide haar hele gewicht tegen de deur. Mel rende naar de achterkant van het huis, terwijl Donna probeerde door de ramen naar binnen te kijken.

in de achtertuin is niemand,' zei Mei, toen hij terugkwam. 'Hier is evenmin iemand,' zei Donna in kalme berusting. Mel liep naar het raam aan de voorkant en gluurde naar binnen. 'Zo te zien zijn alle meubels er nog.' 'Dat zegt niets,' zei Donna. 'Die zou hij achterlaten.' Ze stond bij de voordeur en had het gevoel dat alle leven uit haar verdwenen was. 'Hij is weg. Hij heeft mijn kleintjes meegenomen.' 'We vinden ze wel, Donna. Dat beloof ik je. We vinden ze wel.' 'Donna?' De stem verraste hen. Ze hadden haar niet zien aankomen en niet gemerkt dat ze inmiddels vlak bij hen stond, ik zag je vanuit mijn tuin en ik dacht al dat jij het was. Mijn oude ogen beginnen me nu toch echt in de steek te laten.' Donna draaide zich met een ruk om en stond oog in oog met Arlene Adilman.

'Waar is Victor?' vroeg Donna en ze hoorde zelf hoe panisch haar stem klonk.

'O, die is gisteren vertrokken,' zei Arlene achteloos. 'Hij heeft vijfentachtigduizend dollar voor her huis gebeurd. Hij heeft het met de meubels en alles erin verkocht. Aan een leuk, jong echtpaar. Ze trekken er morgen in. Hij schijnt bet huis drie maanden geleden al verkocht te hebben. Die mensen hebben het contant betaald, heb ik gehoord. Ik wist niet eens dat hij het te koop had gezet, totdat hij afscheid kwam nemen en me dit gaf.' Ze hield Donna een wit envelopje voor. 'Hij zei dat jij vanavond wel zou langskomen.'

Donna griste de envelop uit de handen van de geschrokken Arlene. Ze stond er onhandig mee te frommelen en slaagde er niet in die open te maken. Haar handen trilden bijna onbeheerst. Mel nam de envelop van haar over en scheurde die vlug open. Daarna gaf hij de envelop meteen weer aan Donna zonder erin te kijken. 'Waar is Victor heen gegaan?' vroeg Mei, terwijl Donna's ogen over Victors briefje vlogen. Er stonden maar een paar woorden op het papier.

'Ik heb er geen idee van,' zei mevrouw Adilman. 'Dus dat weet u ook niet.'

Langzaam begon een zacht geweeklaag de lucht te vullen. Het begon als een zacht gehuil, zwol aan tot een duidelijke jammerklacht, steeds luider en luider, hoger en hoger, tot het in alle hevigheid naar buiten brak en explodeerde. Vlug sloeg Mel zijn armen om Donna heen. Hij drukte haar hoofd dicht tegen zich aan, maar niets kon haar indringende noodkreet smoren. Het was de definitieve, smartelijke doodskreet van een dier dat in de val van de jager belandt. Het was een noodkreet zonder begin en eind. Hij ontstond ergens diep in het lichaam, als een nieuw leven, en eenmaal buiten dat lichaam verwerd hij tot een levensgroot monster.

Mel peuterde het briefje uit Donna's krampachtig gebalde vuist. Achter haar rug hield hij bet briefje omhoog. Hij las de weinige woorden die Victor de vorige dag geschreven moest hebben:

'Je moet ermee leren leven. Daar gaat het om.'

Mel verkreukelde bet briefje en gooide bet woedend op de grond.