3
Emma probeert zich te herinneren wanneer ze voor het laatst in het huis van Cees is geweest. “Waar woon jij eigenlijk?” vroeg ze toen hij voor de derde keer bij haar was.
“In Schagen.”
“Waar in Schagen?”
“In een buitenwijk. Vrijstaand. Maar niet zo vrijstaand als jij. Ik weet wie mijn buren zijn.”
“Ik ook. Maar ik zie ze nooit. Mijn moeder vindt dat raar. Niet sociaal, geloof ik. Maar ik vind het heerlijk. Hoe stiller, hoe mooier, wat mij betreft.”
“Waar komt die behoefte aan stilte en afzondering vandaan, Emma?”
Ze was direct op haar hoede. “Ga je nu de psycholoog uithangen? Nee toch?”
Hij glimlachte. “Nee hoor. Ik stel zulke vragen aan mensen als ze me interesseren. Ik praat graag over dingen die ergens over gaan. Jij niet?”
“Jawel. Maar ik ben een beetje voorzichtig. Ik ken geen psychologen van dichtbij.”
Hij kwam naar haar toe en tilde met zijn vingers haar kin op. “Hier is er eentje die jou graag beter wil leren kennen. En die zich niet langer kan beheersen.” Hij kuste haar. Ze sloeg haar armen om zijn nek. Hij drukte zijn lijf tegen haar aan. Hij vree haar op.
Hij maakte haar gek.
Maar ze liet het nog niet volledig toe. Later nodigde hij haar uit in zijn huis.
Hij woonde aan de andere kant van de provinciale weg. Emma wist dat daar een soort villawijk was. Ze vroeg zich af of hij ook een erfenis had gehad, nee als Steffie en zij.
Hij zag haar peinzen en vroeg lachend of ze soms dacht dat hij extra geld verdiende met duistere praktijken. “Ik heb een grote erfenis gehad van mijn oma,” legde hij uit. “Dat heb ik goed belegd in dit huis. Hoe kom jij eigenlijk op jouw leeftijd aan een vrijstaand pand met veel grond?”
“Ik heb ook een erfenis gehad van mijn oma.” Hij keek ongelovig. “Het is echt waar. Hoe is het mogelijk, hè? De moeder van mijn vader had veel geld Mijn zusje en ik hebben het grootste deel gekregen. Op verzoek van mijn vader. Mijn moeder was het er niet helemaal mee eens. Toen heb ik mijn huis gekocht. Ik heb hetzelfde gedaan als jij. Er zit maar een heel minimale hypotheek op. En volgens mijn vader is het nu al minstens anderhalf keer zoveel waard als toen ik het kocht.”
Ik kan het verkopen, dacht ze, en bij hem gaan wonen. Ze voelde zich direct thuis in zijn huis. Ze viel op het huis. Op de lichtinval in de woonkamer, de; luxe keuken, de ruime werkkamer en de tuin. Hij vertelde dat de tuin ontworpen was door een bekende tuinarchitect. Hier ga ik wonen, besloot ze. En ik ga ervoor zorgen dat hij me heel snel vraagt om bij hem in te trekken.
Maar Cees vroeg niets. Hij reageerde zelfs geïrriteerd op subtiele aanmoedigingen van haar kant. “Push me niet,” waarschuwde hij. “Daar ben ik allergisch voor.”
Zijn auto staat voor de garagedeur. Hij is thuis. Emma parkeert haar auto achter die van hem.