159
Saga doet een nieuwe poging om de band rond haar rechterpols los te krijgen, maar het lukt haar niet en ze laat zich buiten adem weer op haar rug zakken.
Jurek Walter ontsnapt, denkt ze.
Paniek borrelt op in haar borst.
Ze moet Joona waarschuwen.
Saga draait haar lichaam naar rechts, maar moet het noodgedwongen opgeven.
In de verte klinkt gerammel.
Ze houdt haar adem in en luistert.
Een knarsend geluid en meerdere zware bonzen, daarna wordt het stil.
Saga begrijpt nu dat Jurek de tabletten helemaal niet nodig had, hij wilde alleen dat ze de arts haar cel in zou lokken. Jurek had de bedoelingen van Anders Rönn doorzien en hij had beseft dat de arts de verleiding bij haar naar binnen te gaan als ze om slaaptabletten vroeg niet zou kunnen weerstaan.
Dat was de hele opzet.
Daarom had hij haar straf op zich genomen, daarom moest haar gevaarlijke kant verborgen blijven.
Ze was een sirene, precies zoals hij die eerste dag had gezegd.
Jurek moest zien dat hij de arts haar cel in kreeg zonder bewaarder of verpleegkundige die in de gaten hield wat er gebeurde.
Haar vingers zijn zo ernstig gewond dat ze kreunt van de pijn als ze zich naar de zijkant uitstrekt en de gesp van de band op haar schouders lospeutert.
Nu kan ze haar schouders bewegen en haar hoofd optillen.
We zijn er allemaal ingetuind, denkt ze. We dachten dat we hem erin luisden, maar hij had me besteld, hij wist dat er iemand zou komen en vandaag kreeg hij de bevestiging dat ik zijn Trojaanse paard was.
Ze ligt even stil en haalt adem, voelt de endorfine in haar lichaam, verzamelt kracht en buigt zich opzij, bereikt met haar mond haar rechterhand en probeert de gesp met haar tanden los te maken.
Ze valt hijgend achterover, denkt dat ze personeel moet zien te vinden dat de politie kan waarschuwen.
Saga hapt naar adem en doet een nieuwe poging. Ze werkt zich overeind, houdt deze positie vast, krijgt de stevige band te pakken met haar tanden, trekt hem los en weet hem een centimeter of wat door de gesp te laten glijden. Ze zakt terug, moet bijna overgeven, wrikt en draait haar hand verschillende kanten op en is uiteindelijk vrij.
Nu heeft ze de rest van de banden in een mum van tijd los. Ze trekt haar benen bij elkaar en laat zich op de grond glijden. Haar liezen doen pijn en haar bovenbeenspieren trillen als ze haar broek aantrekt.
Blootsvoets rent ze de gang in. De ene schoen van de arts ligt in de deuropening, waardoor de veiligheidsdeur niet is dichtgevallen.
Voorzichtig opent ze de deur, luistert en loopt snel verder. De afdeling is spookachtig stil en verlaten. Ze hoort het plakkerige geluid van haar voeten op het zeil als ze de kamer rechts binnensluipt, naar de operatorplaats toe. De beeldschermen zijn donker en de ledjes van de bewakingscentrale zijn gedoofd. De stroomvoorziening van de hele beveiligde eenheid is onklaar gemaakt.
Maar ergens moet er een telefoon of een werkend alarm zijn. Saga loopt langs een paar gesloten deuren en komt in de pantry. De bestekladen zijn opengetrokken en een stoel is omgevallen.
In de gootsteen liggen een schilmesje en verkleurde appelschillen. Snel pakt Saga het kleine mesje, voelt of het lemmet scherp is en loopt verder.
Er klinkt een vreemd, pruttelend geluid.
Ze blijft staan, luistert en vervolgt haar weg.
Haar rechterhand omklemt het mes te hard.
Er zouden hier toch bewaarders en verpleegkundigen moeten zijn, maar ze durft niet te roepen. Ze is bang dat Jurek haar zal horen.
Het geluid komt uit de gang. Het klinkt als een vlieg op een stukje plakband. Ze sluipt langs de visitatieruimte en raakt bevangen door een steeds sterkere angst.
Ze knippert met haar ogen in het duister en blijft weer staan.
Het pruttelende geluid is dichterbij nu.
Behoedzaam doet ze een paar passen. De deur van de personeelskamer staat op een kier. Er brandt licht. Ze steekt haar hand uit en duwt de deur open.
Het is volkomen stil en dan hoort ze het pruttelende, borrelende geluid weer.
Ze loopt dichterbij en ziet het voeteneinde van het bed. Iemand ligt in bed en wiebelt met zijn tenen. Twee voeten in witte sokken.
‘Hallo?’ zegt ze op gedempte toon.
Saga bedenkt dat de bewaarder met een koptelefoon op naar muziek ligt te luisteren en niets heeft meegekregen van wat er is gebeurd. Ze doet een stap verder de kamer in.
Het bed zit helemaal onder het bloed.
Het meisje met piercings in haar wangen ligt op haar rug en haar lichaam schokt, ze staart naar het plafond, maar is misschien al niet meer bij bewustzijn.
Haar gezicht vertrekt krampachtig en tussen haar samengeperste lippen stromen bloed en lucht met een sissend geluid naar buiten.
‘Mijn god...’
Het meisje heeft een tiental messteken in haar borstkas, diepe wonden recht in hart en longen. Saga kan niets meer voor haar doen, ze moet zorgen dat ze zo snel mogelijk hulp hierheen krijgt.
Bloed drupt op de grond naast de kapotgetrapte telefoon van het meisje.
‘Ik ga hulp halen,’ zegt Saga.
Het pruttelt tussen haar lippen en er vormt zich een bloedbelletje.