177
Ze doen niet zachtjes meer. Mikael ondersteunt zijn vader de trap af naar de smalle gang voor de bedienden. Ze buigen licht naar links, langs de oude kast met het kerstservies, de keuken in.
Reidar moet weer blijven staan, hij kan niet meer en moet gaan liggen. De kramp in zijn borst is niet te harden.
‘Je moet vluchten,’ hijgt hij en hij hoest zwak. ‘Ren, ren naar de grote weg.’
Op de keukentafel brandt de kaars nog met flakkerende vlam. Aan één kant is kaarsvet langs de fles op het linnen tafelkleed gelopen.
‘Niet alleen,’ zegt Mikael. ‘Ik kan het niet...’
Reidar hapt naar adem en loopt verder, hij ziet sterretjes, steunt met zijn hand tegen de muur waardoor het grote schilderij van Cullberg scheef komt te hangen.
Ze lopen door de muziekkamer en Reidar voelt amper grond onder zijn blote voeten.
Er ligt bloed op het parket, maar ze lopen domweg door naar de hal. De voordeur staat open en er is sneeuw naar binnen gewaaid, dwars over het Perzisch tapijt tot onder aan de grote trap.
Mikael rent naar de garderobekast, rukt de jas van zijn vader eruit en vindt de roze nitroglycerinespray. Met bevende handen brengt Reidar de spray naar zijn mond en spuit onder zijn tong, doet een paar passen, blijft staan en spuit nog een keer.
Hij wijst op de schaal aan de andere kant van de hal waar de autosleutels in liggen.
Maar nu klinken er zware voetstappen vanuit de keuken door de zalen. Ze hebben geen tijd te verliezen. Ze stormen de zwarte winterochtend in.
De lucht is snijdend koud.
Op het bordes ligt opgewaaide sneeuw. Mikael heeft sportschoenen aan, maar onder Reidars blote voeten bijt de kou.
De pijn in zijn borst is verdwenen en ze komen sneller vooruit. Samen rennen ze naar Saga’s auto op het voorplein.
Reidar rukt aan het portier, kijkt naar binnen en ziet dat de sleutel weg is.
Jurek Walter komt naar buiten en ziet hen in het donker. Hij schudt bloed van het mes en loopt op hen af.
Ze rennen door de sneeuw naar de paardenstal, maar Walter is veel te snel. Reidar blikt over de akkers. Het donkere ijs van de rivier is vaag zichtbaar als een slingerend lint in de sneeuw tot aan de bruisende stroomversnelling.