15 

Het verkeer op de Hollywood Freeway, dat in tegenovergestelde richting kroop en de wetten der verkeersfysica — op actie volgt altijd een reactie — betekenden dat Bosch goed kon opschieten. Natuurlijk was het feit dat hij zijn sirene en zwaailichten had aangezet, daar ook debet aan, want het weinige verkeer dat er was, maakte meteen ruimte voor hem. Je kunt het lot een beetje helpen, was ook zo'n wet. Hij had de oude Crown Vic opgejaagd tot 150 kilometer per uur.

`Waar gaan we heen?' schreeuwde Rachel om zich boven het lawaai van de sirene uit verstaanbaar te maken.

`Heb ik dat niet gezegd? We gaan naar het cesium.' Leg uit.'

`Er is zojuist een man met stralingsverschijnselen naar de eerste hulp van het Queen of Angels gebracht. Over een minuut of vier zijn we ter plekke.'

`Verdorie! Waarom heb je me dat niet eerder verteld?' Het enig juiste antwoord was dat hij een voorsprong wilde opbouwen, maar dat zei hij maar niet. Hij zweeg. Rachel pakte haar mobieltje, toetste een nummer in en stak haar hand uit het raampje om de sirene op het dak van de auto uit te zetten.

`Wat doe je nou?' vroeg Bosch. 'Ik heb 'm juist aangezet om 'Ik moet me well verstaanbaar kunnen maken, oke?' Bosch nam zijn voet van het gaspedaal en bracht de snelheid terug tot rond de 110. Er werd blijkbaar opgenomen, want hij hoorde haar bevelen uitdelen.

`Stuur het team dat naar het Mark Twain op weg is naar het Queen of Angels. Formeer een contaminatieteam, stel het ministerie van Energie op de hoogte en zorg voor assistentie. Er is iemand met stralingsverschijnselen opgenomen en die kan ons misschien naar het cesium lei-den. Maak alles in orde en bel me. Ik ben over drie minuten ter plekke.' Ze klapte haar mobieltje dicht en zette de sirene weer aan.

'Ik zei over een minuut of vier!' `Je doet je best maar!' schreeuwde ze. Hij drukte het gaspedaal in, hoewel dat eigenlijk niet nodig was. Het leed geen twijfel of hij was als eerste bij het ziekenhuis.

`Wie is het slachtoffer?' riep Rachel. `Geen idee!'

Ze zwegen. Bosch concentreerde zich op het verkeer en dacht na. Er was veel dat hem dwarszat over de zaak en misschien werd het tijd die gedachten te delen.

`Hoe hebben ze het gedaan, denk je?' vroeg hij. `Wat? Wie zijn "ze"?' Blijkbaar was ook zij in gedachten verzonken. `Moby en El-Fayed. Hoe denk je dat ze Kent hebben gepakt?' 'Ik weet het niet. Als blijkt dat het een van hen is in het ziekenhuis, dan vragen we het.'

Bosch zweeg. Hij had geen zin in het geschreeuw, maar al snel had hij eenVindgende vraag. Wind je het niet raar dat werkelijk alles uit het huffs van de Kents kwam?'

`Waar heb je het nou weer over?' `Het wapen, de camera, de computer... Alles. Ik heb literflessen cola in de bijkeuken zien staan en Alicia Kent is vastgebonden met dezelfde plastic strips als waar ze haar rozen mee opbond. Vind je dat niet verdacht? Haar belagers zijn binnengekomen met messen en bivakmutsen, meer niet.'

`Vergeet niet dat die figuren heel vindingrijk zijn. Daarin worden ze in die kampen getraind. El-Fayed is opgeleid in een kamp in Afghanistan en hij heeft Nassar onderricht. Met een minimum aan middelen kunnen ze aanslagen plegen. Kijk maar naar het World Trade Center. Daar kun je ook van zeggen dat het met een paar stanleymessen en vliegtuigen tegen de grond is gegaan. Het is maar hoe je het bekijkt.' Bosch naderde de afslag. Na twee minuten zette hij de sirene uit en reed de ambulanceingang van het ziekenhuis in.

Felton stond hen al op te wachten in de drukke eerste hulp en nam hen mee naar een behandelruimte met zes door gordijnen aan het oog onttrokken bedden. Bij een van de gordijnen stond een man van de bewaking. Bosch liep op hem af, legitimeerde zich en zonder de man ook maar aan te kijken, deed hij het gordijn opzij en liep naar het bed.

De patient was een kleine man met een lichtbruine huid en donker haar. Hij lag aan een wirwar van slangen en sondes die van zijn ledema-ten, borst, mond en neus naar medische apparatuur boven hem liepen. Het bed zelf stond in een doorzichtige plastic tent. De ogen van de man waren halfgesloten en bewogen niet. Hij lag niet onder de lakens. Er lag een handdoek over zijn geslacht, maar zijn torso en benen waren zicht-baar. Op de rechterkant van zijn maag en op zijn rechterheup waren brandwonden te zien, net als op zijn rechterhand. Het waren vervaarlijk uitziende, rode cirkels waar wondvocht uitkwam en daaromheen weer zaten paarse ringen. De wonden waren behandeld met een heldere gel, maar die leek niet veel uit te richten.

`Waar is iedereen?' vroeg Bosch. `Niet te dichtbij, Harry,' waarschuwde Rachel. 'Hij is niet bij bewust-zijn, dus kom nou maar mee. Laten we eerst maar even met de artsen praten.'

Bosch wees op de wonden. `Denk je dat dit door het cesium komt? Gaat dat dan zo snel?'

Wel als je je blootstelt aan een geconcentreerde hoeveelheid. Zo te zien had hij het in zijn zak of zo.' `Lijkt hij op Moby of El-Fayed?' `Nee. Op geen van beiden. Kom mee.' Ze deed het gordijn open en Bosch volgde haar. Ze vroeg de man van de bewaking of hij de behandelend arts kon halen en terwijl de man wegliep, klapte ze haar mobiel open en toetste een nummer in.

`Dit ziet er serieus uit,' zei ze. 'Het lijkt me een geval van directe straling. Er moet onmiddellijk een commandopost komen en een protocol hoe we de schade kunnen beperken.' Ze luisterde even en gaf antwoord. `Nee, geen van beiden. Ik heb nog geen naam, nee. Zodra ik wat heb, hoor je het.'

Ze hing op en keek Bosch aan. 'Het responseteam is er over een minuut of tien. Ik neem de commandopost wel voor mijn rekening.' Een vrouw in een blauw uniform kwam op hen afgelopen. 'Ik ben dokter Garner. Het lijkt me beter als u niet te dicht bij de patient in de buurt komt totdat we precies weten waar we mee te maken hebben.' Walling en Bosch legitimeerden zich.

`Kunt u ons al wat vertellen?' vroeg Walling. `Niet veel. Hij bevindt zich in wat we de prodromale fase noemen. In dit geval wil dat zeggen dat de eerste symptomen van straling zich heb-ben aangediend. Het probleem is dat we niet weten waaraan hij precies is blootgesteld en voor hoe lang. Voor we dat weten, kunnen we geen behandelmethode opstellen, dus op het ogenblik is het nog een kwestie van improviseren.'

`Wat zijn de symptomen?' vroeg Walling. `Nou, u hebt de wonden gezien, neem ik aan? Dat is nog het minste. De grootste schade is inwendig. Zijn immuunsysteem begeeft het en het slijm van de maagwand is grotendeels verdwenen door het overgeven. 

Het maag-darmstelsel is verstoord. We hebben de toestand gestabiliseerd, maar er is vrijwel geen hoop op herstel. Door het trauma is er hart-stilstand opgetreden. De mensen van cardiologie zijn net weg.'

`Hoe lang ligt er tussen blootstelling en het optreden van die pro... eh... die pronormale fase'

`Prodromale fase. Die kan zich binnen een uur manifesteren.' Bosch keek naar de man onder het plastic en moest denken aan wat inspecteur Hadley had gezegd toen Samir op de vloer van de gebeds-ruimte voor zijn leven vocht. Die is er bijna geweest. Het was duidelijk dat de man in het ziekenhuisbed zich in dezelfde situatie beyond.

`Weet u al wie hij is en waar ze hem hebben gevonden?' vroeg Bosch. `Daarvoor moet ik u naar het ambulancepersoneel verwijzen,' ant-woordde ze. 'Ik heb nog geen tijd gehad me daarin te verdiepen. Ik weet alleen dat hij van zijn stokje is gegaan en dat ze hem ergens op straat hebben gevonden, maar hoe hij beet...' Ze keek op haar clipboard en zei: 'O, hier staat het. Digoberto Gonzalves, eenenveertig jaar, adres onbekend. Meer heb ik niet.'

Walling deed een paar stappen opzij en pakte haar mobiel weer. Bosch begreep dat ze de naam ging doorbellen en wilde verifieren of de naam in hun databank met terroristen voorkwam.

`Waar kan ik zijn kleren vinden?' vroeg Bosch aan de arts. 'Was er geen portefeuille of zo?' `Vanwege het stralingsgevaar heb ik zijn kleren en wat hij verder bij zich had meteen laten afvoeren.'

Waar zijn die spullen gebleven?' Dat moet u de verpleegkundigen vragen.' Ze wees naar de zusterpost in het midden van de afdeling. Bosch liep erheen en een verpleegkundige vertelde hem dat alle bezittingen van de patient in een container voor medisch afval waren gestopt en dat de container naar de verbrandingsoven was gebracht.

`Waar is die verbrandingsoven?' In plaats van hem uit te leggen waar die zich beyond, riep de vrouw iemand van de bewaking en zei de man dat hij Bosch naar de oven moest brengen. Voor ze op weg gingen, riep Walling Bosch.

`Neem dit maar mee,' zei ze terwijl ze hem haar stralingsmeter aangaf. `Vergeet niet dat er een responseteam onderweg is. Neem geen onnodig risico. Als dat apparaatje gaat zoemen, moet je meteen wegwezen.' `Akkoord.'

Hij stopte de meter in zijn zak. De man van de beveiliging en hij liepen snel een gang in en namen een trap die naar de kelderverdieping leidde. Daar aangekomen liepen ze nog minstens honderd meter door een smalle gang. Ze waren bij de ruimte met de oven en stelden vast dat er op dat moment geen medisch afval werd verbrand. Op de vloer voor de oven lag een dichtgetapete stalen container van ongeveer een meter lang waarop stond: ATTENTIE. MEDISCH AFVAL!

Bosch pakte zijn sleutelbos waar een minizakmesje aan zat, hurkte naast de container en sneed de tape open. Vanuit zijn ooghoek zag hij de man van de beveiliging een paar stappen achteruit doen.

`Wacht u anders maar even op de gang,' zei Bosch. 'Het is niet nodig dat we allebei ' Nog voor hij zijn zin had afgemaakt, hoorde hij de deur al dichtgaan.

Hij richtte zijn aandacht op de container, haalde diep adem en maakte het deksel open. Digoberto's kleding was er slordig ingepropt. Hij pakte de stralingsmeter en bewoog die als een toverstokje boven de container. Niets. Hij blies zijn adem uit en keerde de container om. De inhoud viel op de betonnen vloer. Hij duwde de container weg en mat opnieuw de straling van de kleding. Niets.

Zo te zien hadden ze Gonzalves' kleren — een vieze spijkerbroek, een werkhemd, een T-shirt, ondergoed en sokken — opengeknipt toen hij ze nog aan had. De veters van zijn werkschoenen waren ook doorgeknipt. Tussen de kleren lag een kleine, zwartleren portefeuille.

Bosch begon met de kleding. In de zak van het werkhemd zaten een pen en een bandenspanningsmeter. In een achterzak van de spijkerbroek zaten een paar werkhandschoenen en uit de linkerzak voor kwamen een paar sleutels en een mobieltje tevoorschijn. Hij dacht aan de wonden op Gonzalves' rechterhand en heup, maar toen hij zijn hand in de rechterzak van de broek stak, voelde hij geen cesium. De zak was leeg.

Bosch legde het mobieltje en de sleutels naast de portefeuille en bekeek wat hij tot dan toe had. Een van de sleutels was van een Toyota, dus er was hoogstwaarschijnlijk ook een auto bij betrokken. Hij bekeek het mobieltje om te zien of hij het menu met de gebelde en ontvangen nummers kon vinden, maar wist niet welke dat was. Hij legde het apparaatje opzij en sloeg de portefeuille open.

Er zat niet veel in: een Mexicaans rijbewijs op naam van Digoberto Gonzalves plus een paar foto's van een vrouw en drie kleine kinderen. 

Geen groene kaart of ander Amerikaans identiteitsbewijs, geen creditcards, slechts zes biljetten van een dollar en een paar pandbriefjes van een lommerd in de Valley.

Bosch legde de portefeuille op de grond, stond op en belde Walling. Ze nam direct op.

'Ik heb alle zakken nagekeken. Geen cesium.' Hij hoorde niets.

`Rachel? Hoor je Ja, ik hoor je. Ik wou dat je wat had gevonden, dan was dit allemaal voorbij.'

`Mijn idee. Heeft de naam nog wat opgeleverd?' `Gonzalves? Nee, niets. Zelfs geen rijbewijs.' 'Ik heb hier een Mexicaans rijbewijs. Ik denk dat hij een illegaal is.' Ze dacht daar even over na en zei: 'Dat kan. We verrnoeden dat Moby en El-Fayed via Mexico het land zijn binnengekomen. Wie weet hoorde de Mexicaan bij het complot.'

'Ik weet het niet, Rachel. Ik heb hier werkkleding, werkschoenen. Ik krijg de indruk dat hij `Harry, ik moet ophangen. Het responseteam is er.' 'Oke ik zie je zo.'

Bosch graaide de kleren en de werkschoenen bijeen, stopte ze terug in de container, legde de portefeuille, sleutels en het mobieltje boven op de kleren en pakte de container op. Tijdens de lange tocht door de gang belde hij de gemeentelijke gezondheidsdienst en vroeg de telefoniste naar informatie over het telefoontje dat geleid had tot de ziekenhuisopname van Gonzalves. Hij werd in de wacht gezet, maar toen hij de trap op was en naar de eerste hulp liep, was ze er weer.

`De melding is om tien uur vijf binnengekomen en getraceerd naar een bedrijf dat Easy Print beet en dat zit aan Cahuenga Boulevard negenhonderddertig. Melding was voor een persoon die onwel is geworden op het parkeerterrein voor de zaak en is doorgegeven aan meldpunt vierenvijftig. Wilt u nog meer weten?'

`Bij welk kruispunt is nummer negenhonderddertig?' Ze zocht het op en zei dat het vrijwel op de hoek met Lankershim Boulevard was. Bosch bedankte haar en hing op.

Het adres waar Gonzalves onwel was geworden, was niet ver van het uitkijkpunt. Bosch besefte dat vrijwel alle locaties tot nu toe, de plaatsen delict, te weten het uitkijkpunt, het huis van het moordslachtoffer, het huis van Ramin Samir en de plek waar Gonzalves was gevonden op een pagina van de stratengids van LA zouden passen. Bij het overgrote deel van de moordzaken waaraan hij had gewerkt, had hij de hele stratengids nodig gehad. Dit onderzoek was geografisch gezien beperkt: alles was bij elkaar in de buurt.

Bosch keek om zich been en zag dat de wachtkamer van de eerste hulp verlaten was. Iedereen was geevacueerd. De mensen van het response-team waren in beschermende kleding met stralingsmeters in de weer. Hij zag Walling bij de zusterpost staan, liep op haar of en hield de container voor haar op.

`Dit zijn Gonzalves' spullen.' Ze riep een van de mannen in beschermende kleding en vroeg hem of hij zich erover wilde ontfermen.

`Er zit een mobiel in. Misschien kunnen jullie daar wat mee.' `Goed. Ik zal het zeggen.'

`Hoe gaat het met het slachtoffer?' `Het slachtoffer?' vroeg ze.

`Of hij er nou bij betrokken is of niet, hij is een slachtoffer.' `Het zal wel. Hij is nog niet bijgekomen. Ik weet niet of we ooit de kans krijgen met hem te praten.'

`Nou, dan ga ik maar,' zei Bosch. `He? Waar ga je naartoe? Ik ga met je mee.' 'Ik dacht dat jij de commandopost moest bemannen.' `Dat heb ik gedelegeerd. Als er geen cesium is, heeft het weinig zin dat ik hier blijf. Nee, ik ga met je mee. Ik zeg wel dat ik achter een tip aan moet.'

Bosch aarzelde, maar als hij heel eerlijk was, wist hij dat hij haar graag bij zich had. 'Ik wacht wel bij de auto.'

`Wat gaan we doen?' 'Ik weet niet of Digoberto Gonzalves een terrorist is of een onschuldig slachtoffer, maar een ding weet ik wel: hij rijdt een Toyota en ik heb zo'n idee dat ik weet waar die te vinden is.'