16

 

Het verkeer in beide richtingen op de Hollywood Freeway kroop door de flessenhals die door de tunnel in de bergen werd gevormd.

Bosch besloot de grote weg te mijden en nam Highland Avenue en reed door de pas. Onderweg bracht hij Walling op de hoogte.

`De ambulance is gebeld door het personeel van een drukkerij aan Cahuenga, bij Lankershim Boulevard. Gonzalves is daar op het par-keerterrein onwel geworden en iemand van het personeel heeft dat gemeld. lk hoop maar dat zijn Toyota er nog staat. Ik wed dat als we die hebben, we het cesium ook vinden. De vraag is waarom hij dat spul in zijn bezit had.'

`En waarom hij dom genoeg was het zonder enige bescherming in zijn zak te stoppen,' voegde Walling eraan toe.

`Dan ga je ervan uit dat hij wist wat het was. Misschien had hij geen idee en hebben we hier met iets heel anders te maken.'

`Er moet een verband zijn tussen Gonzalves, Nassar en El-Fayed. Ik denk dat hij die twee de grens over gesmokkeld heeft, Bosch.'

Hij moest bijna glimlachen. Hij wist dat ze hem, net als voorheen, uit een vorm van genegenheid bij zijn achternaam noemde.

`En Ramin Samir dan?' Ze schudde haar hoofd. 'Dat was een list, een afleidingsmanoeuvre.' lk moet zeggen dat het een goeie was,' zei Bosch, 'want die toestand daar is het begin van het eind van hoofdinspecteur Dom Hadley.'

Ze lachte. 'Wordt-ie zo genoemd?' Bosch knikte. 'Achter zijn rug, natuurlijk.' `En? Heb jij een bijnaam? Ik vermoed iets stoers en koppigs.' Hij keek opzij en haalde zijn schouders op. Even speelde hij met de gedachte haar te vertellen dat hij in Vietnam Hari Kiri werd genoemd, maar dan had hij het hele verhaal moeten vertellen en daar was het de tijd noch de plaats voor.

`Weet je...' begon hij, 'ik had je mobiele nummer nog in m'n telefoon staan. Ik heb het nooit gewist.'

`Toen je me vanochtend belde en uitfoeterde over de as van die siga-ret begreep ik dat je het nog had.'

'Ik neem aan dat je mijn nummer niet hebt bewaard...' Ze antwoordde niet meteen, maar toen: 'Ik geloof dat ik jouw nummer er ook nog in heb staan, Harry.'

Hij glimlachte, ook al zei ze 'Harry' en niet 'Bosch". Hoop doet leven, dacht hij.

Ze waren bijna bij Lankershim Boulevard. Bosch keek naar rechts en zag dat de weg daar in een tunnel onder de grote weg door ging; links zag hij een rijtje winkels, waaronder een filiaal van Easy Print. Bosch liet zijn blik over de auto's op het parkeerterrein gaan, maar zag zo gauw geen Toyota. Hij sorteerde links voor en keek goed om zich heen, ook naar het parkeerterrein aan de overkant van Cahuenga, maar geen Toyota. Hij wist dat Toyota een grote verscheidenheid aan modellen voerde, van personenauto's tot aan enorme pickuptrucks.

`Heb je geen kenteken, geen beschrijving of een kleur?' vroeg Walling.

`Nee, nee en nee.' Bosch herinnerde zich dat ze de gewoonte had een heleboel vragen tegelijk te stellen.

Hij reed door oranje en draaide het parkeerterrein op. Alle parkeerplaatsen waren bezet, maar hij was ook niet van plan er te parkeren. Hij reed heel langzaam langs de rij geparkeerde auto's, maar zag geen Toyota.

`Die wagen moet hier toch ergens staan,' zei hij. laten we maar even op straat kijken.'

Hij knikte en reed in de richting van een steegje aan het eind van het parkeerterrein om er te kunnen draaien. Hij keek naar rechts om te zien of er niets aankwam en daar, naast een groene vuilniscontainer, stond een witte pickup-truck die omgebouwd was tot camper. De auto stond met zijn voorkant naar hen toe, maar hij kon niet zien of het een Toyota was. `Is dat er geen?' vroeg hij.

Walling draaide zich om en zei: 'Bosch, je bent geniaal.' Hij draaide en reed naar de camper. Zodra hij dichterbij was, zag hij dat het inderdaad een Toyota was. Walling zag het ook en pakte meteen haar mobieltje, maar Bosch legde zijn hand op de hare en zei: Laten we eerst maar even kijken. Misschien heb ik het wel helemaal mis.'

`Dat denk ik niet, Bosch. Je bent goed bezig,' zei ze, maar ze stopte haar mobiel weg.

Bosch reed langzaam langs de Toyota en bekeek hem nauwkeurig. Hij keerde om, reed terug en zette de motor af op drie meter van de camper. De Toyota had geen kentekenplaat. In plaats daarvan hing er een stukje karton met de woorden: NUMMERBORD KWIJT.

Bosch baalde ervan dat hij het sleuteltje van de Toyota dat in Digoberto Gonzalves' broekzak zat niet had meegenomen. Ze stapten uit en liepen ieder naar een kant van de camper. Bosch zag dat een achterruitje een paar centimeter openstond. Hij liep erop af en schoof het wat verder open.

Hij stak zijn hoofd door de opening en keek naar binnen. Hij zag weinig, niet alleen omdat de auto in de schaduw stond, maar ook door de getinte ruiten.

`Harry, heb je de stralingsmeter?' Hij pakte haar meter uit zijn zak en hield hem in het donkere binnen-ste. Geen alarm. Hij ging rechtop staan, gespte de meter aan zijn riem en via het raampje wist hij de achterklep open te krijgen.

De camper lag vol rotzooi: overal lege flessen en blikjes, een leren bureaustoel met een gebroken poot, stukken aluminium, een oude watertank en andere rommel, maar rechts, boven het rechterachterwiel, stond een grijs kastje dat wel wat weg had van een klein schoonmaakwagentje. zei hij. 'Is dat het?'

`Ik geloof het wel!' klonk het enthousiast. Ja, dat is het.' Er zaten geen waarschuwingsstickers op, noch een symbool van nucleair materiaal, maar Bosch kreeg de indruk dat ze er wel hadden gezeten, maar er waren afgetrokken. Hij reikte naar voren, trok voorzichtig aan de greep van het `varken' en reed het naar de klep van de laadbak. Het kastje was op vier plaatsen vergrendeld.

Wat doen we?' vroeg hij. `Openmaken en kijken of het spul erin zit?' `Nee,' antwoordde Walling. 'We laten het hierbij en ik bel het responseteam. Zij hebben beschermende kleding, wij niet.'

Ze pakte haar mobiel en terwijl zij het team belde en om assistentie vroeg, liep Bosch naar de voorkant van de auto. Hij keek door het raampje naar binnen. Op de console tussen de twee stoelen lag een halfopgegeten burrito op een gladgestreken papieren zakje. Op en onder de pas-sagiersstoel lag nog meer rommel. Zijn blik bleef rusten op een fototoestel dat op een aktetas met een gebroken handvat lag. Het fototoestel zag er gloednieuw uit.

Bosch probeerde het portier. De auto was niet afgesloten. Hij begreep dat Gonzalves vanaf het moment dat het cesium zijn huid had geschroeid geen seconde meer aan zijn auto en bezittingen had gedacht: hij was uit de auto gekomen, over het parkeerterrein gestrompeld, had misschien om hulp geroepen en zich niet meer om zijn spullen bekommerd.

Hij deed het portier aan de bestuurderskant open en hield de stralingsmeter op. Niets. Geen alarm. Hij klikte het apparaatje aan zijn riem. Hij pakte een paar latex handschoenen uit zijn zak en trok ze aan. Intus-sen hoorde hij Walling tegen iemand zeggen dat ze het varken hadden gevonden.

`Nee, we hebben niets opengemaakt,' zei ze. `Zorg nou maar dat je hier zo snel mogelijk naartoe komt, dan is het allemaal gauw verleden tijd.'

Bosch leunde weer naar binnen en pakte de camera. Het was een digi-tale camera van Nikon. Hij dacht aan de Nikon lensdop die onder Alicia Kents bed was gevonden en hij vermoedde dat hij de camera in handen had waarmee de foto van Alicia Kent was genomen. Hij zette het toestel aan. Hij had niet veel op met elektronische snufjes, maar deze keer wist hij waar hij mee bezig was: hij had zelf een digitale camera. Zijn eigen toestel was geen Nikon, maar hij zag wel dat er geen foto's meer op stonden. De geheugenkaart was eruit gehaald.

Hij legde de camera neer en keek wat er op de passagiersstoel lag. De kapotte aktetas, een lunchtrommeltje, een handleiding voor een Applec omputer, een pook voor een open haard; kortom, niets van enig belang voor het onderzoek. Op de vloer lagen een golfclub en een opgerolde poster.

Hij schoof het papieren zakje met het restant van de burrito opzij, zette zijn elleboog op de armleuning tussen de stoelen en maakte het dash-boardkastje open. Daar, in het verder lege vakje, lag de .22 Smith & Wesson.

`Rachel! Ik geloof dat ik het moordwapen heb!' riep hij. Geen reactie. Ze stond nog steeds aan de achterkant van de camper opgewonden te telefoneren.

Bosch legde het wapen terug en deed het kastje dicht. Het was beter dat de technische recherche ernaar keek. Zijn blik viel op de opgerolde poster en uit pure nieuwsgierigheid besloot hij te kijken wat erop stond. Hij plantte zijn elleboog weer op de armleuning en rolde de poster uit. Wat hij zag, was een grafische voorstelling van twaalf yogaoefeningen. Bosch dacht meteen aan de fitnessruimte van de Kents en aan de verkleurde plek op de muur. Hij wist het niet helemaal zeker, maar de afmetingen van de poster leken dezelfde als van die plek. Hij rolde de poster weer op en wilde hem aan Walling laten zien, maar toen hij rechtop wilde komen, zag hij dat de armleuning waar zijn elleboog op rustte, een vakje had waar je spullen in kon stoppen. Hij maakte het open.

Hij schrok. In de bekerhouder zat een aantal stalen capsules die op kogelhulzen leken. Het staal glom zó dat het wel gepoetst zilver leek. Het zou voor zilver kunnen worden aangezien.

Bosch bewoog de stralingsmeter over de capsules. Niets. Geen alarm. 

Hij bekeek het apparaatje en zag aan de zijkant een schuifje zitten. Met zijn duim bewoog hij het schuifje en onmiddellijk ging het alarm af. Het was een dermate snelle opeenvolging van schelle, hoge tonen dat het een oorverdovende sirene was.

Hij sprong naar achteren en smeet het portier dicht, waardoor de poster op straat viel.

`Harry!' gilde Walling. Ze rende op hem af. Bosch bewoog het schuifje opnieuw en zette de stralingsmeter uit. `Wat heb je?' schreeuwde ze.

Bosch wees op het portier en zei: 'Het moordwapen zit in het dash-boardkastje en het cesium onder de armleuning.'

`Zeg dat nog eens?' `Het cesium zit in het vakje van de armleuning. Hij heeft de capsules uit het varken gehaald. Daarom had hij ze niet in zijn zak. Ze liggen daar!'

Hij voelde aan zijn heupgewricht, de plek waar Gonzalves' heup door straling was verbrand. Het was precies de plek die zich als je achter het stuur zat, het dichtst bij het cesium beyond.

Rachel zweeg en staarde hem aan. 'Gaut het?' vroeg ze. Bosch moest er bijna om lachen. 'Ik weet het niet. Vraag me dat over tien jaar nog maar 's.'

Ik vind wel dat je je even moet laten nakijken.' `Wat kunnen ze doen? Ik ben er maar heel even in de buurt geweest. Gonzalves heeft ernaast gezeten. Hij gebruikte die armleuning als eettafel.'

Ze zweeg. Bosch gaf haar de stralingsmeter en zei: 'De ding stond niet aan. Ik dacht dat je hem had aangezet toen je hem me aangaf.' Ze pakte hem aan en keek ernaar. dacht ik ook.'

Bosch had hem in zijn zak gestopt in plaats van hem aan zijn riem te hangen. Waarschijnlijk was het schuifje de paar keer dat hij hem uit zijn zak had gehaald en weer had teruggestopt, verschoven. Hij keek om naar de camper en vroeg zich af of hij zichzelf zojuist had verwond of gedood.

Ik moet even wat drinken,' zei hij. 'Ik heb water in mijn auto.' Hij liep naar de achterkant van zijn auto en zette de klep van de kofferbak open, waardoor Walling hem niet kon zien. Hij steunde met zijn handen op de bumper en probeerde de boodschap die zijn lichaam naar zijn hersenen zond te vertalen. Hij voelde wel wat, maar of het nou iets lichamelijks was of een emotionele reactie wist hij niet. Hij dacht aan de woorden van dokter Garner, die had gezegd dat de grootste schade inwendig was. Begaf zijn immuunsysteem het ook? Was hij er ook bijna geweest? Hij vloekte hardop.

`Harry?' Bosch keek over de klep van de kofferbak en zag Walling aan komen lopen.

`Ze komen eraan. Hoe voel je je?' `Best, geloof ik.'

`Goed. Ik heb met de leider van het responseteam gesproken en die denkt niet dat het al te ernstig zal zijn. Daarvoor ben je te kort blootgesteld aan de straling. Hij zegt dat je naar de eerste hulp moet om je te laten nakijken.'

`We zien wel.' Hij pakte een literfles water die hij altijd bij zich had voor het geval hij langer dan voorzien mensen of een huis moest observeren en nam twee flinke slokken.

Hij draaide de dop op de fles, zette hem terug in de kofferbak en liep om de auto heen naar Walling. Hij keek langs haar been in zuidelijke richting en zag dat de steeg een paar honderd meter lang was, en tot voorbij de Easy Print liep. Op iedere twintig meter stond een groene vuilniscontainer. Net als in Silver Lake was het ook bier ophaaldag. De containers stonden te wachten op de vuilniswagen.

Opeens begreep hij het. Het was bijna als een kernfusie: twee elementen die samenkomen en iets nieuws produceren. Alle details op de foto's die in huize Kent waren genomen, de yogaposter, alles. De gammastralen waren recht door hem heen geschoten en hadden hem verlicht. Hij wist het. Hij was erachter.

Hij is een voddenraper.' `Wie?'

`Digoberto Gonzalves.' Hij keek in het steegje en zei: 'Het is ophaaldag. De vuilniscontainers staan klaar om geleegd te worden. Gonzalves is een voddenraper. Hij wist dat het ophaaldag was en dat hij 's ochtends vroeg moest toeslaan.' Bosch keek haar even aan en zei: 'En Gonzalves was niet de enige.'

`Wil je beweren dat het cesium in een van die vuilniscontainers zat?' Hij knikte naar de steeg. `Kijk maar. De steeg loopt door tot aan Barham, van Barham ben je zo bij het reservoir en het reservoir eindigt daar bij het uitkijkpunt.

Deze zaak is terug te brengen tot een pagina van de stratengids.'

Walling kwam voor hem staan en ontnam hem zijn uitzicht. In de verte waren sirenes te horen.

`Wat wil je nou eigenlijk zeggen?' vroeg ze. `Wil je beweren dat Nassar en El-Fayed het cesium hebben gepakt en in een vuilniscontainer hebben gedumpt? Dan loopt er een voddenraper langs en die vindt het spul?'

`Wat ik wil zeggen is dat we het cesium hebben gevonden en dat het nu weer een moordzaak is geworden. Binnen vijf minuten kom je van het uitkijkpunt naar bier.'

`Nou en`? Hebben ze Kent vermoord en het cesium gestolen om het in een container te mieteren? Denk je dat nou echt? Hebben ze het doodleuk weggemikt? Waarom? Dat slaat toch nergens op? Dat doe je toch niet als je de bevolking wilt terroriseren?'

Zes vragen, dacht Bosch. Waarschijnlijk een record. `Nassar en El-Fayed zijn niet in de buurt van het cesium geweest,' zei hij.

Hij liep naar de camper, pakte de poster van de grond en gaf hem Rachel aan. De sirenes kwamen dichterbij.

Ze pakte de poster aan en keek wat erop stond. `Wat is dit? Wat is bier de betekenis van?'

Bosch pakte hem van haar aan en rolde hem op. `Gonzalves heeft dit ding in dezelfde vuilnisbak gevonden als het wapen en het loden varken.'

`Nou? Wat wil dat zeggen, Harry?' Twee auto's van de FBI kwamen via de steeg op hen of rijden en sla-lomden om de vuilniscontainers. Bosch zag Jack Brenner achter het stuur van de voorste auto zitten.

`Harry?' drong Walling aan. `Wat wil dat zeggen?' Bosch' knieen knikten plotseling en hij viel tegen Walling aan. Om te voorkomen dat hij tegen de grond ging, sloeg hij zijn armen om haar heen. `Bosch!' Ze ving hem op en hield hem stevig vast.

'Ik eh... ik voel me niet zo goed,' mompelde hij. 'Ik geloof dat ik beter... Kun je me naar de auto...'

Ze hielp hem rechtop en leidde hem naar de auto. Hij sloeg zijn arm om haar been. Achter hen werden portieren dichtgeslagen en waren de opgewonden stemmen van de hulptroepen te horen.

`Waar zijn je sleuteltjes?' vroeg ze. Hij hield zijn sleutelbos op en zag Brenner hun kant op komen. `Wat is er met Bosch? Wat is er gebeurd?'

`Straling, Jack. Het cesium zit in die camper daar, in het vakje onder de armleuning tussen de twee stoelen. Ik breng hem naar het ziekenhuis.'

Brenner deed een stap terug, alsof hij bang was dat Bosch besmettelijk was. `Goed idee,' zei hij. 'Be! me zodra je meer weet.'

Bosch en Walling liepen door naar de auto. `Alsjeblieft, Bosch,' zei ze. 'Hou je haaks, he? Sterk zijn. We zijn zo in het ziekenhuis.'

Ze noemde hem weer bij zijn achternaam.