3
De lift naar het laboratorium daalde zo langzaam dat jebijna niet merkte dat er zelfs maar beweging in zat. Alleen uit de verspringende nummers boven de deur viel op te maken dat er wat gebeurde. De lift was zo ontworpen dat hij zo min mogelijk trillingen veroorzaakte omdat die de metingen en resultaten in het lab konden verstoren, en dat was natuurlijk uit den boze
Toen de lift in het souterrain was aangekomen, gleed de deur langzaam open en stapte Pierce uit. Met een gecodeerd pasje opende hij de deur die uitkwam op een beveiligingssluis. Hij liep een korte gang door en bij een volgende deur aangekomen, toetste hij de cijfercombinatie van die maand in. Hij deed de deur open en ging het laboratorium in.
Het laboratorium was in feite een grote ruimte te midden van een aantal kleine labs. In het midden was het grote lab, zoals ze het noemden. Er waren geen ramen. In de muren was isolerend materiaal verwerkt dat bestond uit koperslijpsel, dat ervoor zorgde dat de geluiden van buitenaf werden gedempt. Er hing niets aan de muren, op een aantal ingelijste illustraties uit Horton door de bocht! van Dr. Seuss na.
Een van de kleinere labs aan de linkerkant was het scheikundig lab. Ze noemden dit de 'schone kamer', waar de chemische soluties van de moleculaire schakelaar vervaardigd en gekoeld werden. Daar stond ook de incubator voor het Proteus-project, die ze de 'cellenfabriek' noemden.
Tegenover het scheikundig lab zat het buizenlab of de smeltoven, zoals de laboranten het noemden, en daarnaast was het fotolab met de sem. Aan het andere eind van het grote lab bevond zich het laserlab, dat geheel met koperen platen geïsoleerd was om alle geluiden van buitenaf te weren.
De grote ruimte leek verlaten. De computers waren uil en er zat niemand aan de werkstations, maar desondanks ving Pierce de vertrouwde geur van verhitte koolstof op. Hij keek op de lijst wie er in het lab aanwezig waren en zag dat Grooms zich had gemeld, maar zich nog niet had uitgeschreven. Hij liep naar het buizenlab en keek door het ruitje in de deur, maar zag niemand. Hij deed de deur open en ging naar binnen. De hitte en de stank sloegen hem in het gezicht. De oven stond aan en was bezig met de productie van koolstofbuisjes, de zogenoemde buckybuisjes. Pierce vermoedde dat Grooms de boel in werking had gezet en even was weggegaan of snel wat was gaan eten. Dat was niet verwonderlijk: verhitte koolstof stinkt vreselijk.
Hij ging het buizenlab uit en deed de deur achter zich dicht. Hij liep naar de computer naast het werkstation en typte zijn toegangscode in. Pierce wist dat Grooms, voordat hij naar huis was gegaan om de telefoon in te schakelen, van plan was geweest wat proeven uit te voeren met de schakelaars. Volgens de computer had hij tweeduizend proeven gedaan met twintig schakelaars. De scheikundige formule van de schakelaars was in feite een vrij eenvoudig aan-uit-procédé van poortelektrodes waarvan men dacht - of wist - dat het ooit gebruikt kon worden in computers.
Pierce leunde achterover in de bureaustoel. Naast de monitor zag hij een bekertje staan dat nog halfvol koffie zat. Het was zwarte koffie en dus moest het van Larraby geweest zijn. Iedereen gebruikte melk, behalve de immunoloog van het Proteus-project.
Terwijl hij overwoog of hij Grooms' testresultaten zou bekijken of in het fotolab op zoek moest naar Larraby's recentste uitvindingen inzake Proteus, gleed zijn blik naar de wand achter de computers. Een paar jaar geleden had Grooms een muntje van tien cent met plakband op de muur geplakt. Een geintje, zeker, maar ook een tastbaar geheugensteuntje aan het doel dat ze nastreefden. Soms leek het muntje met hen te spotten: de beeltenis van president Roosevelt, die de andere kant op keek en hen leek te negeren.
Op dat moment besefte Pierce dat hij die avond niet zou kunnen werken. Hij had zoveel avonden zitten zwoegen tussen de vier muren van dit laboratorium dat het hem zijn relatie met Nicole had gekost. Plus nog het een en ander. Nu ze uit elkaar waren en hij zo lang hij maar wilde zonder schuldgevoelens kon overwerken, realiseerde hij zich dat hij daar geen zin in had. Mocht hij haar ooit nog spreken, dan zou hij haar dat zeggen. Misschien betekende het dat hij het allemaal anders wilde doen en zou ze dat waarderen.
Achter zich hoorde hij een deur dichtslaan. Hij sprong op, draaide zich om en verwachtte Grooms te zien, maar in plaats daarvan zag hij Clyde Vernon in de sluis. Vernon was een stevig gebouwde man met gemillimeterd haar en permanente blosjes op zijn wangen, zodat het leek alsof hij constant opgewonden was. Hij was midden vijftig en daarmee de oudste medewerker van Amedeo. Na hem kwam Charlie Condon, die veertig was.
'Hé Clyde, ik schrok me dood, ' zei Pierce.
'Dat was niet de bedoeling. '
'We doen hier veel gevoelige metingen, en als je zo met de deur smijt, kan dat een experiment verknallen. Gelukkig kéék ik naar onderzoeksresultaten en was ik niet daadwerkelijk met een proef bezig. '
'Het spijt me, doctor Pierce. '
'Geen gedoctor, Clyde. Noem me alsjeblieft Henry. Nou, laat me eens raden. Je was naar me op zoek. Zodra ik aankwam, heeft Rudolpho je gebeld en je bent meteen hierheen gekomen. Ik hoop dat je niet te ver uit de buurt woont. '
Vernon reageerde niet op Pierce' uitstekende deductie. In plaats daarvan zei hij: 'Ik moet met je praten. Heb je mijn e-mail gelezen?'
Ze kenden elkaar nog niet goed. Vernon was weliswaar de oudste medewerker van Amedeo, maar ook de nieuwste. Pierce had gemerkt dat het de man moeite kostte hem bij zijn voornaam te noemen. Het had vast iets met leeftijd te maken. Pierce was directeur van het bedrijf en was twintig jaar jonger dan Vernon, die een paar maanden eerder was aangenomen na een vijfentwintig jarige staat van dienst bij de fbi. Vernon vond het waarschijnlijk niet beleefd om Pierce bij zijn voornaam te noemen. Vanwege het verschil in leeftijd en levenservaring vond hij het ook raar om 'meneer Pierce' te zeggen. 'Doctor Pierce' was blijkbaar gemakkelijker, maar eigenlijk wilde hij het hele dilemma liever vermijden door geen enkele aanhef te gebruiken - zoveel was duidelijk geworden in zijn e-mails en hun telefoongesprekken.
'Ik heb je mail een kwartiertje geleden gelezen, ' zei Pierce. 'Ik was even buiten de deur. Ik was van plan je te bellen zodra ik hier klaar was. Gaat het over Nicole?'
'Ja. Wat is er precies voorgevallen?'
Pierce haalde zijn schouders op ten teken dat hij er ook niets aan kon doen. 'Wat er is voorgevallen? Ze heeft opgezegd. Niet alleen haar baan, maar ook onze relatie. Ze is begonnen nu l de relatie op te zeggen. '
'Wanneer was dat?'
'Moeilijk te zeggen. Het zat er al een tijdje aan te komen. Noem het maar slow motion, maar afgelopen week is het tot een uitbarsting gekomen. Ze was bereid tot en met vandaag te blijven. Vandaag was ze voor het laatst. Ik weet dat je me, zodra je hier kwam werken, hebt gewaarschuwd voor relaties op het werk. Nu denk ik dat je gelijk had. '
Vernon deed een stap naar voren. 'En waarom heeft niemand me verteld dat ze ontslag heeft genomen? Had ik dat niet moeten weten?'
Pierce zag de man nog meer van kleur verschieten. Hij was kwaad en deed zijn best zich te beheersen. Het ging niet eens zozeer over Nicole, maar meer om zijn positie binnen het bedrijf. Tenslotte was hij niet na al die jaren bij de fbi weggegaan om door zijn baas, een jong wetenschappertje dat in het weekend waarschijnlijk wiet rookte, in het ongewisse gelaten te worden.
'Oké, dat had je inderdaad moeten weten, maar juist omdat het zo privé was en omdat het niet echt goed ging... Ik had geen zin om erover te praten. Om je de waarheid te zeggen, had ik je vanavond ook niet gebeld omdat ik het er nog steeds niet over wil hebben. '
'Nou, dat is jammer. Het hoofd Inlichtingen en Bedrijfsinformatie had niet zomaar aan het eind van de werkdag de deur uit mogen fladderen. '
'Alles is er nog. Ik heb het gecheckt, ook al was dat niet echt nodig. Er is geen enkele reden om haar ook maar ergens van te verdenken. '
'Ik verdenk haar nergens van, maar ik vind dat we in dezen grondig en omzichtig te werk moeten gaan. Heeft ze al een andere baan voor zover je weet?'
'Toen ik haar de laatste keer sprak nog niet. Nadat ze hier is aangenomen, heeft ze een contract getekend dat ze niet bij een vergelijkbaar bedrijf zou gaan werken. Daar hoeven we ons geen zorgen over te maken. '
'Dat vind jij. Zijn er nog financiële afspraken gemaakt? Een afvloeiingsregeling?'
'Waarom wil je dat weten?'
'Omdat iemand die in geldnood zit kwetsbaar is. Ik moet weten of een voormalige of zelfs een huidige medewerker die op de hoogte is van wat er hier omgaat een zwakke plek heeft. '
Pierce raakte geïrriteerd door Vernons ondervraging en het enigszins aanmatigende toontje, hoewel Pierce op zijn beurt het hoofd Interne Beveiliging minzaam bejegende.
'Allereerst wist ze niet veel over het project. Ze vergaarde informatie over de competitie, niet over óns werk. Om dat te kunnen doen, moest ze wel in grote lijnen weten wat er hier gebeurde, maar ik geloof niet dat ze precies wist waar we met het onderzoek waren. Hetzelfde geldt voor jou, Clyde, en dat is maar goed ook. Ten tweede zal ik je volgende vraag meteen maar beantwoorden. Nee, ik heb haar nooit verteld wat we hier precies deden. Het is nimmer ter sprake gekomen. Om je de waarheid te zeggen, ik geloof dat het haar niet eens interesseerde. Het was voor Nicole niet meer dan een baan. Dat was ons probleem. Ik zie het als méér dan werk, als mijn leven... Oké, verder nog iets? Ik moet eens wat gaan doen, snap je?'
Pierce hoopte dat zijn leugentje zou worden ondergesneeuwd door de woordenstroom en de verontwaardigde toon die hij had aangeslagen.
'Sinds wanneer is Charlie Condon hiervan op de hoogte?' vroeg Vernon. Condon was financieel directeur, maar belangrijker nog: hij was degene die Vernon had aangetrokken.
'Sinds gisteren, ' antwoordde Pierce. 'We zijn het hem samen gaan vertellen. Ik had gehoord dat ze een afspraak met hem had. Als hij je niet op de hoogte heeft gebracht, dan is dat mijn schuld niet. Ik denk dat ook hij het niet zo belangrijk vond. ' Die zat, want dat betekende dat degene die achter Vernon zou moeten staan, hem in het ongewisse had gelaten.
De voormalige fbi-man trok zijn wenkbrauwen op en ging verder: 'Je hebt me nog geen antwoord gegeven. Heeft ze een afvloeiingsregeling?'
'Natuurlijk. Zes maanden doorbetaald, twee jaar premie ziektekostenverzekering plus premie levensverzekering. Verder gaat ze haar huis in de verkoop doen en is ze niet van plan iets anders te kopen. Weet je nu genoeg? Kwetsbaar is ze dus niet. Op dat huis alleen al verdient ze honderdduizend dollar. '
Vernon leek iets te kalmeren. Het zag er allemaal wat minder ernstig uit nu hij wist dat Charlie Condon op de hoogte was. Pierce wist dat Vernon Charlie als degene met het praktische zaken instinct van de onderneming zag, terwijl hij Pierce meer, als de man van het ongrijpbare talent beschouwde en dat maakte hem in Vernons ogen minder respectabel. Charlie was een ander geval, dat was een zakenman en als hij Nicole James' vertrek had goed gekeurd, dan zat het wel goed. Aan de andere kant, als Vernon al gerustgesteld was, dan liet hij dat Pierce niet blijken. 'Het spijt me dat mijn vragen je niet aanstaan; ging Vernon verder, 'maar het is nu eenmaal mijn taak om de veiligheid van het bedrijf en de projecten te beschermen. Ook dat van derden, wier investeringen we moeten waarborgen. '
Hij zinspeelde op de reden waarom hij was aangetrokken. Charlie Condon had hem een jaar geleden aangenomen om met hem te kunnen pronken. Vernon was er om potentiële investeerders ervan te verzekeren dat de bedrijfsgeheimen bewaard zouden blijven en dat hun geld wat dat betreft geen gevaar liep. Vernons staat van dienst was indrukwekkend, en dat was eigenlijk belangrijker voor de goede naam van het bedrijf dan dat zijn beveiligingswerk praktisch nut had. Toen Maurice Goddard de eerste keer was komen kijken en op de hoogte was gebracht van het project, was Vernon aan hem voorgesteld en ze hadden elkaar wel twintig minuten gesproken over de beveiliging van het gebouw en het screenen van personeel.
Pierce keek Vernon aan en hij had hem wel willen toeschreeuwen hoe slecht ze er financieel voorstonden en hoe onbeduidend 's mans dagelijkse werk in het grote geheel was, maar hij hield zich in.
'Ik begrijp dat je je zorgen maakt, Clyde, maar ik denk niet dat je je over Nicole druk hoeft te maken. Er is geen vuiltje aan de lucht. '
Vernon knikte en gaf zich gewonnen, misschien alleen al vanwege Pierce' gespannen blik. 'Je zult wel gelijk hebben. '
'Oké. '
'Zei je nou dat je het huis ging verkopen?'
'Zij gaat het verkopen. '
'O ja. Ben jij al verkast? Heb je een nummer waar je te bereiken bent?'
Pierce aarzelde. Vernon stond niet op de lijst van mensen die zijn nieuwe adres en telefoonnummer hadden ontvangen. Respect moest van twee kanten komen. Pierce achtte Vernon zeker capabel, maar hij wist dat de man de betrekking alleen had gekregen vanwege zijn staat van dienst bij de fbi. Van de vijfentwintig jaar dat hij daar had gewerkt, had hij de helft van de tijd in LA gezeten en zich beziggehouden met witteboordencriminaliteit en onderzoek naar bedrijfsspionage. Toch vond Pierce hem voornamelijk een poseur. Hij liep maar door de gangen te banjeren en stormde kamers binnen alsof hij met iets vreselijk belangrijks bezig was. Uiteindelijk viel er niet zoveel te beveiligen aan een bedrijf waar maar drieëndertig mensen werkten, van wie er slechts tien toegang hadden tot de sluis van het laboratorium waar alle bedrijfsgeheimen zich bevonden.
'Ik heb een nieuw telefoonnummer, maar ik weet het nog niet uit mijn hoofd, ' zei Pierce. ik laat het je zo snel mogelijk weten. '
'Wat is je adres?'
'The Sands, aan het strand. Appartement 1201. '
Vernon haalde een opschrijfboekje te voorschijn en noteerde het. Hij leek wel een rechercheur in een oude film, met een notitieblokje dat veel te klein leek voor zijn handen. Waarom hebben ze altijd van diekleineopschrijfboekjes, had Cody Zeiler zich ooit hardop afgevraagd nadat ze samen naar een politiefilm waren geweest.
'Ik ga eens wat doen, Clyde, ' zei Pierce. 'Uiteindelijk rekenen de investeerders op ons, nietwaar?'
Vernon keek op van zijn geschrijf en trok een wenkbrauw op terwijl hij probeerde te peilen of het sarcastisch bedoeld was of niet. 'Oké, ' zei hij. 'Ik houd je niet tegen. ' Toen de beveiligingsman richting sluis liep, wist Pierce dat hij zich niet meer tot werken zou kunnen zetten. Hij was niet vooruit te branden. Voor het eerst in drie jaar had hij buiten de zaak niets omhanden en kon hij werken wanneer hij maar wilde, maar voor het eerst in drie jaar had hij geen zin om te werken. Hij zette de computer uit en stond op uit zijn stoel. Hij liep achter Vernon aan, richting sluis.