5

Het was donker in het trappenhuis en de jongen was bang. Hij keek om naar de straat en de wachtende auto. Zijn stiefvader zag hem weifelen en stak zijn hand uit het raampje. De man gebaarde dat hij moest doorgaan. De jongen draaide zich om en keek omhoog, in de duisternis. Hij knipte de zaklantaarn aan en liep de trap op.

De lichtbundel richtte hij op de treden, want hij wilde niet dat ze boven zouden zien dat er iemand aankwam. Halverwege hoorde hij onder zijn voeten een plank kraken. Hij bleef staan, roerloos. Zijn hart bonsde in zijn keel en hij wist dat Isabelle dat vierentwintig uur per dag moest voelen. Dat gaf hem weer moed en hij vervolgde zijn weg. Toen hij op drie treden na boven was, deed hij de zaklantaarn uit en liet zijn ogen wennen aan de omgeving. Een paar seconden later dacht hij een zwak licht uit de ruimte te zien komen. Het was flikkerend kaarslicht dat op de muren en het plafond scheen. Hij schoof tegen de muur en nam de drie laatste treden.

Het was een grote ruimte en het was er vol. Hij zag wat provisorische bedden tegen de muren staan. Er lagen mensen te slapen, maar het leken wel stapels tweedehands kleren in de kringloopwinkel. Aan de andere kant van de ruimte brandde één enkele kaars en een meisje, een paar jaar ouder en nog onverzorgder dan hijzelf, verhitte een schroefdop boven de kaars. De jongen bekeek haar goed en zag dat het Isabelle niet was.

Hij liep naar het midden van de kamer, laverend tussen kratten en slaapzakken, op zoek naar een bekend gezicht. Het was er donker, maar hij kon wel iets zien. Hij zou haar zeker herkennen. Hij was nu bijna bij het meisje met de schroefdop.

'Wie zoek je?' vroeg ze. Nu zoog ze met een injectienaald het donkerbruine vocht op uit het afgebroken filter van een sigaret. In het schemerige licht kon hij de littekens in haar hals zien.

'O, iemand, ' antwoordde hij.

Ze keek op van haar werk en keek hem aan. De stem had haar verrast. Ze zag een jeugdig gezicht boven vuile en veel te ruim vallende kleren. Je bent nog maar een broekie, ' zei ze. 'Zorg dat je weg bent voordat de huisbaas terugkomt. '

De jongen wist wat ze bedoelde. Alle kraakpanden in Hollywood hadden iemand die de boel in de gaten hield. De huisbaas. Hij werd betaald in drugs, m et geld of met seks.

'Als-ie je hier vindt, trapt hij je in elkaar en zal-ie... ' Opeens zweeg ze en blies de kaars uit. Het was nu pikkedonker. Hij draaide zich om en keek in de richting van het trapgat. Hij was doodsbang en het leek alsof zijn angst hem verpletterde. Het silhouet van een man boven aan de trap. Onwillekeurig zette de jongen een stap naar achteren en hij struikelde over een been. Hij viel, waardoor de zaklantaarn op de vloer kletterde en uitging. De man bewoog nu en kwam op hem af. 'Hanky!' riep hij. 'Kom hier, Hanky!'