40

pierce zat in zijn kamer op de derde verdieping op de recherche te wachten. Het was vrijdagochtend halfzeven. De mannen van de technische recherche waren nog in het lab bezig. De rechercheurs wachtten op het sein dat ze erin konden en doodden de tijd met hem aan zijn kop te zeuren over wat er beneden in het lab precies was gebeurd.

Na een uur te zijn ondervraagd had Pierce gezegd dat hij even een pauze wilde inlassen. Hij was uit de vergaderkamer weggelopen en naar zijn eigen kamer gegaan. Hij zat nog geen vijf minuten achter zijn bureau of Charlie Condon stak zijn hoofd om de deur. Clyde Vernon had hem wakker gebeld, en die was weer door Rudolpho Gonsalves uit zijn bed gebeld.

'Mag ik even binnenkomen?'

'Natuurlijk. Doe wel de deur achter je dicht. '

Condon liep naar het bureau en keek Pierce met een verschrikte blik aan. 'Man, man, ' zei hij.

'Ja, zeg dat wel. '

'Weet je het al van Goddard en Bechy?'

'Nee. Ze wilden weten in welk hotel ze zaten, en dat wist ik toevallig. Ik geloof dat ze erheen zouden gaan en hen zouden arresteren op verdenking van samenzwering of zo. '

'Je weet nog steeds niet voor wie ze werkten zeker?'

'Nee, dat heeft Cody niet gezegd. Een van zijn klanten, neem ik aan. Daar komen ze wel achter. Misschien vertelt Goddard het, anders vindt de politie de bewijzen wel bij Cody thuis. '

Condon ging op de bank zitten. Hij was niet gekleed in zijn traditionele jasje-dasje en het viel Pierce op hoeveel jonger hij eruitzag in een sportieve outfit.

'We moeten weer helemaal opnieuw beginnen, ' zei Pierce, 'met een investeerder te zoeken. '

Condon keek hem verschrikt aan. 'Meen je dat? Na alles wat er is... '

'We zijn nog steeds in de race, Charlie. Het gaat allemaal om de uitvinding, het octrooi. Er zijn absoluut nog geïnteresseerde partijen. Je moet er weer opuit om een nieuwe vis aan de haak te slaan. Een walvis. '

'Jij hebt makkelijk praten. '

'Dat geldt voor alles en iedereen. Wat er de afgelopen week allemaal is voorgevallen, is ook gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar de feiten liggen er. Ik heb me erdoorheen geslagen en ben gemotiveerder dan ooit. '

Condon glimlachte. 'Wie kan ons nu nog tegenhouden?'

'Zo is het maar net. We moeten vandaag de media maar te woord staan, en dat vuurtje zal nog wel even nasmeulen. We moeten een manier vinden om alles in ons voordeel om te buigen, om geldschieters aan te trekken, en hen niet afschrikken. Ik heb het niet over de dagbladen, maar over de vakpers, de bedrijfstak. '

'Snap ik. Er is echter één probleem. '

'En dat is?'

'Nicki. Zij was tenslotte onze spreekbuis. We hebben haar echt nodig. Zij kent al die mensen, die verslaggevers. Wie anders gaat de persvoorlichting doen? Voorlopig zijn we niet van ze af. Dit zeurt nog tijden door, in elk geval tot ze zich op iets anders kunnen storten. '

Pierce dacht na. Hij keek naar de poster van de onderzeeboot de Proteus die door een veelkleurige zee vaart, een metafoor voor het menselijk lichaam. 'Bel haar maar, Charlie. Vraag maar of ze weer voor ons wil komen werken. Wat mij betreft mag ze het geld van de afvloeiingsregeling houden. Als ze maar terugkomt. '

Condon zweeg even, maar toen vroeg hij: 'Hoe moet dat dan met jullie twee? Ik denk niet dat ze er veel trek in zal hebben. '

Pierce zag het echter helemaal zitten. Hij zou haar zeggen dat het een puur zakelijke beslissing was en dat ze buiten het werk geen betrekkingen zouden onderhouden. Dan zou hij haar laten zien dat hij veranderd was, hoe hij door geld was opgejaagd en niet andersom. Hij dacht aan het boek dat hij opengeslagen bij haar thuis had neergelegd. Vergiffenis. Het moest nu beter gaan. Hij zou voor haar vechten en haar terugkrijgen. 'Ik bel haar zelf wel als dat goed is. Ik kan haar wel over.

De telefoon ging en hij nam direct op. 'Henry, ' hoorde hij, 'met Jacob. Sorry dat ik je stoor. Ik dacht je voicemail te krijgen. '

'Nee, ik heb hier de hele nacht gezeten. Is het gelukt?'

'Twintig minuten geleden is alles gedeponeerd. Proteus is beschermd. Jij bent beschermd. '

'Perfect. Ik ben blij dat je gisteren al bent vertrokken. '

'Is alles in orde daar?'

'Ja, behalve dat we Goddard kwijt zijn. '

'Mijn hemel! Wat is er gebeurd?'

'Lang verhaal. Wanneer kom je terug?'

'Ik ga nog even langs mijn broer en zijn gezin in Maryland. Ik vlieg zondag terug. '

'Hebben ze daar kabeltelevisie?'

'Dat dacht ik wel. '

'Hou een oogje op cnn. Ik heb zo'n voorgevoel dat we daar worden genoemd. '

'Is er... '

'Sorry Jacob, ik moet ophangen. Veel plezier bij je broer, en zorg dat je genoeg slaap krijgt. Die vluchten nekken een mens. '

Ze hingen op en Pierce keek Condon aan. 'Het is gelukt. De octrooien zijn aangevraagd. '

Condon keek hem verrast aan. 'Nu al?'

'Ik heb Jacob gisteravond gestuurd. Ze kunnen ons nu niets meer maken, Charlie. '

Condon keek even voor zich uit en knikte langzaam. 'Waarom wist ik dat niet?'

Pierce keek hem aan en hij zag dat Charlie begreep dat hij hem niet had vertrouwd. 'Ik tastte volledig in het duister, Charlie. Ik kon het met niemand delen. '

Condon knikte, maar het was duidelijk dat hij zich gekwetst voelde. 'Vreselijk om te moeten leven met al dat wantrouwen. Het ergst lijkt me nog dat je niemand had met wie je erover kon praten. '

Nu was de beurt aan Pierce om te knikken. Condon stond op, zei dat hij zin had in koffie en liep de kamer uit. Pierce bleef een paar minuten zitten. Hij dacht aan Condons woorden. Het deed pijn, maar Charlie had gelijk. Hij moest er maar snel verandering in brengen. Het was nog vroeg, maar hij wilde het niet verder uitstellen. Hij pakte de telefoon en belde het huis aan Amalfi Drive.