Voorjaar 2005

Waarin Rijkman Groenink toestemming vraagt aan de Italiaanse centralebankpresident Antonio Fazio om Banca Antonveneta over te nemen. Langzaam wordt duidelijk dat Fazio achter Groeninks rug samenzweert met een kleine provinciale bank uit Lodi om ABN Amro het land uit te werken.

‘Heren, ik heb een plan waar iedereen rijk van wordt.’ Bestuursvoorzitter Gianpiero Fiorani van Banca Popolare di Lodi kijkt zijn zojuist gearriveerde bezoek uitdagend aan. Rijkman Groenink is deze dinsdagmiddag 8 maart 2005 met een paar collega’s onverwacht neergestreken in Lodi, een slaperig stadje even ten zuiden van Milaan.
    Het hoofdkantoor van de bank waar Groenink de Italiaan ontmoet, staat aan de rand van het oude centrum. Het gebouw van de kleine coöperatieve bank straalt grote ambities uit. Het ontwerp is van Renzo Piano, een van de grote hedendaagse Italiaanse architecten, die vooral bekend is van het Centre Pompidou in Parijs. Hoe Fiorani erin is geslaagd zijn bank in korte tijd op de kaart te zetten, weet vrijwel niemand. Maar alles wat de bankier aanpakt, lijkt in goud te veranderen.
    Fiorani dweept met zijn contacten op het hoogste niveau in Italië. Antonio Fazio, de machtige gouverneur van de Italiaanse centrale bank die de ontmoeting tussen Groenink en Fiorani arrangeerde, kent hij persoonlijk. De twee zijn meer dan eens arm in arm op straat in Lodi gesignaleerd. Ook met de kinderen van Fazio onderhoudt Fiorani goede banden. Een van de dochters van de bankpresident, Maria Teresa, schrijft voor een intern tijdschrift van Lodi. En de zoon van Fazio, Giovanni, rijdt met een van de belangrijkste zakenpartners van Fiorani, Emilio Gnutti, de Mille Miglia, een traditionele rally voor klassieke auto’s.
    Fiorani en Fazio delen een passie voor het katholieke geloof. Ook op het bancaire vlak hebben de twee iets gemeen. Fazio wil een sterke Italiaanse bankensector tot stand brengen die zich kan meten met het buitenland. Fiorani droomt van een nationale coöperatieve bank zoals het Franse Crédit Agricole of de Nederlandse Rabobank. Anders dan in de rest van Europa heeft de consolidatie in de Italiaanse bankensector nog nauwelijks plaatsgevonden. Sinds zijn aantreden als bestuursvoorzitter neemt Fiorani de ene na de andere concurrent over. Een naam voor de toekomstige nationale kampioen heeft hij al gevonden. Vooruitlopend op zijn succes wordt dat halverwege 2005 Banca Popolare Italiana.

image

Fiorani vervolgt zijn betoog tegen Groenink in het Italiaans. Hij wordt geen enkele keer onderbroken door de stafleden die hem flankeren. Groenink, die redelijk Italiaans spreekt, kijkt Fiorani vragend aan. Wat voor een plan wil hij voorleggen? Groenink vertrouwt Fiorani niet. Er zijn steeds meer signalen dat de Italiaan zijn oog heeft laten vallen op Antonveneta, een bank uit de regio rond Venetië waarvan ABN Amro de grootste aandeelhouder is. ABN Amro heeft zelf plannen de bank over te nemen. De afgelopen jaren bouwde de bank het belang in Antonveneta stapje voor stapje uit tot 13 procent en werd voorzichtig het vertrouwen van het bestuur gewonnen. Die strategie begint vruchten af te werpen. De huidige bestuursvoorzitter van Antonveneta is op de hand van de Amsterdamse bank en ziet op termijn een overname wel zitten.
    Fiorani ontvouwt die middag zijn plan. Dat komt erop neer dat niet ABN Amro maar Lodi de controle over Antonveneta verwerft door middel van een openbaar bod. Voor het probleem dat Lodi veel kleiner is dan zijn Italiaanse branchegenoot en de overname helemaal niet kan betalen, heeft Fiorani een oplossing bedacht. ABN Amro moet volgens Fiorani de transactie helpen financieren. In ruil daarvoor krijgt de bank een belang van maximaal 15 procent in de combinatie die Lodi en Antonveneta gaan vormen. Het bestuur komt onder leiding van Fiorani te staan.
    Groenink hoeft niet lang na te denken als hij de plannen aanhoort. Hij wijst het voorstel resoluut af. De bestuursvoorzitter van ABN Amro heeft moeite de zelfverzekerde Fiorani als een serieuze tegenstander te zien. Lodi heeft zo weinig financiele middelen dat een overname, met welke financieringsconstructie dan ook, er niet in zit. Op het moment dat het gesprek plaatsvindt, beschikt Lodi volgens gegevens die zijn ingediend bij de beurstoezichthouder, over zo’n 2 procent van de aandelen in Antonveneta, weet Groenink. Maar aan het einde van het gesprek zegt Fiorani iets dat Groenink aan het denken zet. ‘We kunnen binnen de kortste keren over 15 procent beschikken’, aldus de Italiaan, die verder geen toelichting geeft.
    Fiorani houdt zijn rol van charmante gastheer tot het laatste moment vol. Groenink en zijn collega’s krijgen bij vertrek elk een fles witte wijn mee: ‘Voor onderweg, in het vliegtuig’, zegt Fiorani. Terwijl de ABN Amro-bestuurders terug naar Nederland vliegen, geeft Fiorani zijn ondergeschikten de opdracht bij de beurstoezichthouder te melden dat het belang in Antonveneta is uitgebreid tot 5 procent. Hoe de verdubbeling van het belang is gefinancierd, is een raadsel.

image

Het bezoek aan Lodi stond eigenlijk niet op de agenda. Eerder die dag was Groenink op bezoek in Rome bij de machtige gouverneur van de centrale bank, Antonio Fazio. Het gesprek vindt plaats in het neoklassieke Palazzo, waar de centrale bank sinds 1904 zetelt. Als Groenink, een kunstliefhebber, de kamer van Fazio betreedt, ziet hij meteen het schilderij hangen van Sint-Christoffel. Leunend op zijn stok draagt de patroonheilige van de reizigers behoedzaam het kindje Jezus over een rivier. Het lijkt de zwaar katholieke Fazio zelf te verbeelden die Italië behoedzaam naar Europa loodst, waarbij hij met de banksector bewust nooit te grote stappen maakt.
    Groenink steekt in het Italiaans van wal en legt uit dat ABN Amro een bod wil uitbrengen op Antonveneta. De bankpresident hoort Groenink minzaam aan, maar veel meer dan een espresso krijgt de Nederlander niet van hem los. De bankpresident neemt zijn bekende sfinxhouding aan en gaat niet op de plannen van Groenink in. Wel doet hij een suggestie. ‘Heeft u al eens met Gianpiero Fiorani van Lodi gesproken?’ Groenink schudt zijn hoofd. Maar als de bankpresident dat op prijs stelt, maakt hij er graag tijd voor vrij. Geheel in lijn met zijn impulsieve karakter vliegt Groenink nog dezelfde middag naar aeroporto Linate, een luchthaven op tien minuten rijden van Lodi. Daar horen ze Fiorani’s brutale plan aan om samen een bod op Antonveneta uit te brengen.
    Groenink heeft alle reden half Italië te doorkruisen. Er moet iets gebeuren om te voorkomen dat zijn plan sneuvelt om van Italië een nieuwe thuismarkt te maken. Die thuismarkt is hard nodig om de bank meer focus op Europa te geven. Aandeelhouders klagen steeds vaker dat de bank met zijn bezittingen in Brazilië, Nederland en de Verenigde Staten een lappendeken vormt. In Italië heeft ABN Amro de beste papieren. Behalve in Antonveneta heeft ABN Amro ook een belang van 9 procent in Capitalia. Ook in deze Romeinse bank, die veel groter is dan Antonveneta, is ABN Amro de grootste aandeelhouder.
    Groenink heeft bovendien een persoonlijke drijfveer om deze strategie tot een succes te maken. Na eerdere mislukte fusiepogingen met onder andere Fortis in België, Lloyds TSB in Engeland en Société Générale in Frankrijk, is het voor de bestuursvoorzitter een erekwestie geworden om een overname tot een goed einde te brengen. Sinds zijn aantreden als bestuursvoorzitter in 2000 heeft hij nooit echt grote acquisities gedaan.
    Als Groenink na zijn bezoek aan Rome en Lodi terugkeert naar Amsterdam, realiseert hij zich dat zijn uitgangspositie in Italië allesbehalve eenvoudig is. In de weken daarna wordt het er niet beter op. Fazio en Fiorani slagen erin verdeeldheid te zaaien in het aandeelhouderspact van Antonveneta. Met dat pact – een typisch Italiaans instrument dat aandeelhouders de mogelijkheid biedt om gezamenlijk op te treden – oefent ABN Amro tot nu toe invloed uit op het bestuur van de Italiaanse bank. De overige leden bestaan uit regionale aandeelhouders, onder wie de familie Benetton. Maar de termijn loopt binnenkort af. Achter de schermen heeft Fazio de andere aandeelhouders onder druk gezet om het pact niet te verlengen door hen op het hart te drukken ‘toch vooral aan de Italiaanse zaak’ te denken.
    Italië kent een van de meest afgeschermde bankensectoren van Europa. Nog nooit is een Italiaanse bank door een buitenlandse concurrent overgenomen. De gouverneur van de centrale bank voelt zich persoonlijk verantwoordelijk voor die beschermingswal. Fazio, die in 1993 voor onbepaalde termijn is benoemd, komt er openlijk voor uit dat de Italiaanse bankensector eerst zelf moet consolideren voordat de grenzen naar buiten toe opengaan. Dat streven is in flagrante strijd met de regels van de Europese markt, al is Fazio nooit door Brussel op de vingers getikt.

image

Al eerder heeft Groenink aan Fazio gevraagd of zijn bank niet een grotere rol kon spelen in Italië. Hoewel hij wist dat het politiek precair was, polste Groenink in juni 2004, dus bijna een jaar voordat hij in Lodi op bezoek komt, of er bij Capitalia interesse bestond voor een fusie met Antonveneta. De Italiaanse bestuurders van Capitalia hadden er wel oren naar, omdat zij als grootste van de twee Italiaanse banken de meeste zeggenschap zouden krijgen. ABN Amro mikte in deze combinatie op een belang voor zichzelf van 20 procent. Capitalia, met zijn hoofdkantoor in Rome, heeft vooral vestigingen in het zuiden. Antonveneta is op het noorden gericht. Met een aanzienlijk belang in die combinatie zou de ambitie van een tweede Europese thuismarkt binnen handbereik komen.
    Groenink vervoegde zich in dezelfde zomer van 2004 ook bij Fazio om het plan voor te leggen. Op zijn suggestie Antonveneta en Capitalia te fuseren, reageerde Fazio in eerste instantie niet afwijzend. Hij zei geen nee, maar concrete toezeggingen deed hij evenmin. En dat bleef zo. Wat Groenink niet wist, is dat Fazio toen al probeerde tijd te winnen om Fiorani gelegenheid te geven zijn belang in Antonveneta uit te breiden.

image

De plannen van Fiorani om een coup te plegen bij Antonveneta worden pas in volle omvang duidelijk na het bezoek van Groenink aan Lodi in maart 2005. Nadat de Italiaan heeft gezegd dat hij binnen de kortste keren over 15 procent van de aandelen kan beschikken, komen er steeds meer aanwijzingen dat hij de waarheid spreekt. Kort na de belangenmelding van 5 procent volgt een melding van 7 en daarna van 9 procent. Ook zou Fiorani partners hebben die samen goed zijn voor nog eens 10 procent.
    Voor ABN Amro is het nu zaak zo snel mogelijk zekerheid te krijgen. Er is nog ruim een maand te gaan tot aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Antonveneta op 30 april 2005. Als Fiorani gelijk heeft en het belang van Lodi groter kan laten worden dan dat van ABN Amro, kan hij die dag de macht grijpen door een nieuw bestuur te benoemen. ABN Amro raakt zijn greep op de Italiaanse bank dan vrijwel zeker kwijt.
    Groenink besluit in de tegenaanval te gaan. Op 30 maart doet ABN Amro zonder toestemming van de centrale bank een bod op Antonveneta van bijna 8 miljard euro. Aandeelhouders van ABN Amro worden benaderd om 2,5 miljard bij te dragen. De belangrijkste aandeelhouders gaan akkoord, maar veel enthousiasme is er niet. Ze stemmen in op voorwaarde dat het geld wordt teruggegeven als de overname mislukt.

De val van ABN AMRO
titlepage.xhtml
De_val_van_ABN_AMRO_split_000.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_001.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_002.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_003.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_004.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_005.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_006.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_007.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_008.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_009.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_010.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_011.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_012.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_013.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_014.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_015.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_016.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_017.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_018.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_019.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_020.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_021.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_022.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_023.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_024.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_025.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_026.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_027.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_028.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_029.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_030.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_031.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_032.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_033.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_034.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_035.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_036.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_037.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_038.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_039.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_040.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_041.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_042.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_043.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_044.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_045.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_046.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_047.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_048.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_049.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_050.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_051.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_052.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_053.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_054.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_055.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_056.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_057.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_058.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_059.html
De_val_van_ABN_AMRO_split_060.html