Jacques Teuwen
Voorzitter vakbond De Unie
‘Angstcultuur regeert in dit land.’
Had de regering moeten ingrijpen in de strijd om ABN Amro voor Nederland te behouden? Ja, zegt Jacques Teuwen, voorzitter van De Unie, de vakbond met de meeste leden onder het hoger kader van ABN Amro en de enige vertegenwoordiger van werknemers die zich echt heftig tegen de overname heeft verzet.
U vindt dat de overheid een
barrière had moeten opwerpen tegen de overname van ABN Amro.
Waarom?
‘Het is echt doodzonde dat ABN Amro er niet meer is en dat neem ik
minister van Financiën Wouter Bos en ook premier Jan Peter
Balkenende kwalijk. Absoluut. Begrijp me goed, ik ben niet voor
protectionisme, maar je moet als land wel knokken voor wat je hebt,
want op het mondiale speelveld krijg je niets cadeau. Andere landen
verkopen hun huid duurder als het om economische en strategische
belangen zoals werkgelegenheid gaat. Als Ford in België een fabriek
wil sluiten, weet Ford dat er gelazer komt. Kijk naar Frankrijk,
waar nog geen jaar na de overname van ABN Amro problemen ontstaan
bij Société Générale. Daar laat president Sarkozy meteen aan
iedereen weten: die bank is niet te koop. Dat had in het voorjaar
van 2007 ook het Nederlandse kabinet moeten zeggen: ABN Amro is
niet te koop.’
Nederland moet meer de Franse kant
op?
‘Wat is er mis met de Franse stijl? Wij zijn Frankrijk niet en dat
worden we ook niet. Maar je kunt jezelf vergelijken met
Scandinavië. Daar speelt de overheid mee op voet van gelijkheid en
houdt zich aan de afgesproken spelregels. Zij is een partner die
streeft naar bepaalde materiële en immateriële opbrengsten. Ik ben
ook niet pessimistisch over Nederland, hoor. Kijk naar Dutch
Design, naar de creativiteitsindustrie van Joop van den Ende, naar
Food Valley in Wageningen – er gebeuren hier aansprekende dingen.
Je moet geen hek om Nederland willen zetten want dan loop je dingen
mis. Maar je mag beslist niet achterover gaan leunen en zeggen: we
kunnen niets en we mogen niets. ABN Amro is geen koekjesfabriek
waarvan je het verdwijnen zomaar kunt scharen onder de plussen en
minnen van de marktwerking. Je moet iedere zaak op zijn merites
beoordelen, maar sinds het RSV-debacle is het ministerie van
Economische Zaken overgenomen door macro-economen. Iedereen die
inhoudelijk betrokken was bij bedrijven en sectoren, is eruit
gebonjourd. De Nederlandse overheid heeft zich teruggetrokken in
een nagenoeg passieve nachtwakersrol. Het terugtreden is bijna
uittreden geworden.’
Vindt u dan ook dat de overheid
zich eigenlijk continu met het beleid bij ABN Amro had moeten
bemoeien?
‘Nederland verliest nu een van zijn belangrijkste multinationals
omdat we het management de kans hebben geboden om te falen. Ik vind
dat de regering in mei 2007 had moeten zeggen: deze bank is niet te
koop. Maar dat was toen eigenlijk al te laat. Het had een sluitstuk
moeten zijn van een intensief proces. ABN Amro was een graag
geziene gast in Den Haag. De bank wist daar tientallen jaren van
alles voor elkaar te krijgen. Dan mag je andersom ook wat
vragen.’
Een belangrijk argument van de
regering om zich afzijdig te houden is dat ABN Amro zichzelf wilde
verkopen. Is dat geen beslissing die een bedrijf zelf mag
nemen?
‘De raad van bestuur van ABN Amro heeft alles teruggebracht tot een
enkelvoudige bedrijfseconomische beslissing. Zij ontwikkelde in de
loop der jaren een tunnelvisie, joeg schaalvergroting na tegen elke
prijs en heeft niet gezien dat het ook mis kon gaan. Meneer
Groenink en de zijnen hadden moeten weten dat er meer mogelijkheden
waren dan alleen een fusie met ING of Barclays. Ze waren
strategisch blind voor andere scenario’s zoals een opsplitsing die
ten koste gaat van werkgelegenheid en klanten, en wat je de
belangen van de bv Nederland kunt noemen. Dan kan meneer Groenink
achteraf wel zeggen dat het niet zijn persoonlijke keuze was. Maar
zelfs toen duidelijk werd dat het consortium een serieuze
kanshebber was om ABN Amro over te nemen, wilde hij niet weten van
alternatieven die wij aandroegen om de bank alsnog zelfstandig te
houden. Wij wilden dat ABN Amro zelf zijn activiteiten in onder
meer Italië en Brazilië zou verkopen, waarna de bank kleiner maar
meer gestroomlijnd verder kon gaan.
Groenink heeft zich in de zeven jaar dat
hij daar als bestuursvoorzitter heeft gezeten, kunnen ontwikkelen
tot een zonnekoning. Kijk naar de hoeveelheid wisselingen van de
wacht die er zijn geweest in de raad van bestuur en de lagen
daaronder. Dan begrijp je dat er niemand meer was die hem durfde en
kon tegenspreken. En niemand heeft er iets aan gedaan, de
commissarissen niet en ook Den Haag niet. Dan kun je naar de
aandeelhouders wijzen, naar de hedgefondsen die de kat de bel
wilden aanbinden, maar dat is veel te gemakkelijk. Er waren
alternatieven en die hadden ten minste op een gedegen wijze aan de
aandeelhouders gepresenteerd moeten worden. Toen wij aan minister
Bos onze plannen wilden voorleggen over hoe de bank zelfstandig kon
doorgaan, kwam hij niet opdagen. Hij stuurde alleen zijn ambtenaren
om uit te leggen dat de bevoegdheid van de overheid niet verdergaat
dan het afgeven van een verklaring van geen bezwaar.
Ik vind het kwalijk dat de top van ABN Amro
de maatschappelijke waarden van de zaak bewust heeft genegeerd. Het
idee was dat de bank schaalvergroting nodig had. Maar wat schiet de
klant ermee op dat ABN Amro nu wordt opgebroken, wat schieten de
werknemers ermee op? Kijk je naar de koers-winstverhoudingen, dan
hebben de kopers een absurd hoog bedrag betaald. Dat geld moeten ze
allemaal terugverdienen door te bezuinigen en te
desinvesteren.
Wat je ook vindt van de uitkomst, het is
niet duidelijk geworden wat de meerwaarde is voor de bv Nederland,
of de Amsterdamse Zuidas, of de universiteiten waar ABN Amro
onderzoek financierde, of de tweehonderd tot driehonderd jonge
mensen die ieder jaar bij ABN Amro een internationale opleiding
kregen aangeboden. Het verlies van een multinational zoals ABN Amro
betekent dat Nederland meer en meer de regie over zijn eigen
toekomst verliest. Er ontstaat instabiliteit, er komt een proces
van ongewenste effecten en neveneffecten op gang waar geen zicht
meer op is. Eén ding is zeker: als er straks iets gebeurt in
Nederland, zijn we afhankelijker geworden van wat er in Frankfurt
of Brussel of New York wordt besloten.’
In Nederland zijn de belangen van
werknemers beschermd via onder meer de Wet op de ondernemingsraden.
Maar de or van ABN Amro heeft zich niet faliekant tegen een
overname verzet. Waarom legt u zich daar als vakbond De Unie dan
niet bij neer? Andere vakbonden hebben dat wel gedaan. Die waren
minder stellig in hun veroordeling, hebben erop gewezen dat zij ook
willen meewegen dat Fortis er nu misschien sterker voorstaat en dat
bij een fusie met ING of een zelfstandig voortgaand ABN Amro zeker
evenveel en waarschijnlijk meer banen gesneuveld zouden
zijn.
‘De werknemers van ABN Amro zijn toch een beetje gekookte kikkers.
Die zagen het gebeuren, maar waren niet in beweging te krijgen
omdat ze dachten dat het allemaal wel zou meevallen, dat de
regelingen goed zouden zijn. Zij vergeten de internationale context
waarin bedrijven moeten opereren. De ontwikkelingen in een
globaliserende economie zijn zo complex en chaotisch dat werknemers
hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Gebeurt dat niet, dan
leidt dat tot uitsluiting en marginalisering. Een ondernemingsraad
heeft niet altijd de onafhankelijke positie en de kennis om in zo’n
complexe situatie te handelen.’
Zegt u nu dat de positie van de
werknemer in dergelijke verkoopprocessen onvoldoende wordt
beschermd of waren de werknemers gewoonweg niet voldoende overtuigd
van de noodzaak om in opstand te komen?
‘Een van de conclusies die ABN Amro heeft opgeleverd, en die ook al
tot de nodige adviezen heeft geleid van bijvoorbeeld de SER, is om
de macht van aandeelhouders meer in balans te brengen ten opzichte
van de andere stakeholders. Aan de ondernemingsraad werd de
onmogelijke vraag gesteld een positief of een negatief advies te
geven over een zeer complexe situatie. Kijk naar De Nederlandsche
Bank. Die gaf ook niet in één keer groen licht aan het consortium,
maar wilde dat stapje voor stapje doen. Wil je als vakbond je rol
kunnen spelen, dan moet je kunnen steunen op betrouwbare en
transparante informatie uit de raad van bestuur. Als Unie vinden we
dat we die onvoldoende hebben gekregen en zijn we zelf vragen gaan
stellen bij onze leden bij ABN Amro. Dat zijn ervaren en
hoogopgeleide mensen die de argumenten en ontwikkelingen in
perspectief kunnen plaatsen. Verder hebben wij via internet een
enquête gedaan onder het personeel, die ruim zesduizend reacties
opleverde. Een meerderheid van de medewerkers wilde zelfstandig
verdergaan, slechts 6 procent had vertrouwen in een overname door
het consortium. Dat signaal van de eigen medewerkers heeft de raad
van bestuur minachtend naast zich neergelegd.
Ook de vakbonden zitten met een
Prisoners’ Dilemma. Als je iets
negatiefs zegt over een overname door Fortis, krijg je meteen
vragen van leden die daar werken. In een andere sector, waar door
marktwerking de arbeidsvoorwaarden slechter zijn, was de
actiebereidheid zeker hoger geweest. Maar het is erg jammer dat
bankmensen niet bereid zijn een vuist te maken. Er gaan toch zeven-
tot achtduizend hoogwaardige arbeidsplaatsen verloren. Een deel
daarvan bestaat uit echt unieke kennisbanen. Er werkten op het
hoofdkantoor mensen uit Australië, Amerika, noem maar op, met
unieke kennis en netwerken voor Nederland. Die zijn weg. De
Nederlandse financiële sector op metaniveau wordt er niet beter
op.’
En nu?
‘Uiteindelijk gaat het erom wat we leren van wat er nu is gebeurd.
Je kunt dingen goed of fout vinden, ze gebeuren. Maar wat nu als
Fortis of ING wordt overgenomen, wat doen we dan? Mijn
belangrijkste conclusie is dat gezien de onvoorspelbaarheid van de
naaste en verre toekomst voor onze bedrijven, en dus ook voor de
sector All Finance, een uiterste staat van paraatheid nodig is.
Niet de transparantie van de markt, maar de kille bureaucratie en
de amorele politiek overheersen de mondiale economie.’
En Den Haag?
‘Het is vooral het kortetermijndenken dat in Den Haag regeert. De
premier die zich druk maakt over het verdwijnen van Lingo van de kijkbuis! We hebben in Nederland
behoefte aan mensen met statuur die boven de materie uit weten te
komen. Ik koester de herinneringen aan mensen als Mich van der
Harst, de voormalig directeur Industrie van het ministerie van
Economische Zaken. Hij bedacht hoe de Nederlandse staat met Volvo
en Mitsubishi Nedcar kon helpen. Met stille diplomatie bleek hij
vervolgens in staat het schijnbaar onmogelijke toch waar te
maken.’