VIER
De groene Lexus stond in de derde rij op de parkeerplaats, gewoon een van de vele auto’s in een zee van anonieme voertuigen. Pike parkeerde de jeep op het dichtstbijzijnde lege plaatsje, maar liet de motor draaien. Hij stak zijn hand onder het dashboard, zocht behendig en snel het nylon net op en gooide een holster met een .40 kaliber Smith & Wesson op Larkins schoot.
‘Stop in je tas.’
‘Die raak ik niet aan. Ik heb toch al gezegd dat ik een hekel aan wapens heb.’
Hij stak zijn hand onder het dashboard bij de passagiersstoel en haalde een .380 Beretta zakpistool tevoorschijn. Hij pakte een plastic doos met geladen magazijnen voor de Smith en de Beretta. Die gooide hij met de Beretta ook op haar schoot.
Ze zei: ‘Godsamme, wat ben jij voor engerd?’
Hij dook nog een keer onder het dashboard voor een verzegelde plastic zak met tweeduizend dollar, creditcards en een rijbewijs op naam van Fred C. Howe, met zijn foto erop. Hij legde de zak op haar schoot bij de wapens.
‘Hier zit geld in. Misschien past dat beter in je tas.’
Toen zette Pike de motor uit en hij stapte uit zonder op haar te wachten. Hij bracht hun plunjezakken naar de Lexus en liep naar het linkervoorwiel, waar Ronnie het sleuteltje had verstopt. Pike zette hun bagage in de Lexus, sloot de jeep af en legde het sleuteltje op dezelfde plaats onder het wiel. Ronnie zou de jeep ophalen en hem achter de wapenwinkel neerzetten.
Larkin sloeg Pike met haar armen over elkaar gade. ‘Wat gaan we nu doen?’
‘Ten eerste, instappen.’
‘Wat dacht je van: ten tweede, iets te eten halen?’
‘Straks.’
Pike klemde de Kimber onder zijn rechterdij, met de kolf naar buiten, zodat hij voor het grijpen lag. Hij startte de auto om de airconditioning aan te zetten en pakte toen de nieuwe telefoon. Ronnie had de telefoon, twee telefoonkaarten en een briefje bij de bestuurdersstoel op de grond gelegd. Bij de telefoon zat een oplader die Pike in de auto kon aansluiten, nog een oplader om binnenshuis te gebruiken en een oordopje om handsfree te kunnen bellen. Ronnie had de telefoon al opgeladen en er tweeduizend belminuten op gezet; de telefoon was klaar voor gebruik. Hij had Pikes nieuwe mobiele nummer op het briefje geschreven.
‘Ik barst echt van de honger. Kunnen we alsjeblíéft iets te eten gaan halen?’ zei Larkin.
Pike bestudeerde de telefoon om te zien hoe hij werkte, trapte daarna op het gaspedaal en reed achteruit de parkeerplaats af, terwijl hij het nummer intoetste van een makelaar die hij kende.
‘Godzijdank. Eindelijk. Ik heb zo’n honger, dat mijn maag zichzelf opeet,’ zei Larkin.
‘Nog niet.’
Larkin werd rood van ergernis. ‘Nou ja, zeg. Wat een waanzin! Ik heb hónger. Ik wil éten.’
Pike moest een plek zien te vinden waar ze zich konden schuilhouden. Hij had aan een motel gedacht, maar in een motel zouden ze regelmatig mensen tegenkomen en dat was niet goed. Ze moesten privacy hebben in een buurt waar niemand woonde die het meisje zou kunnen herkennen. Ze moesten ergens direct in kunnen trekken zonder dat er vragen werden gesteld en dat betekende dat Pike geen zaken kon doen met onbekenden. Hij had de makelaar ooit geholpen toen ze werd lastiggevallen door een agressieve ex-echtgenoot, en sindsdien had hij verschillende huizen via haar gekocht en verkocht.
Toen Pike haar aan de lijn had, beschreef hij wat hij nodig had. Larkin hing met haar armen over elkaar nors tegen het portier aan haar kant van de auto.
‘Help! Help! Hij verkracht me. Help!’ zei ze. Hard.
‘Wie is dat?’ zei de makelaar.
‘Ik speel voor babysitter.’
Larkin keek nog kwader. ‘Je hebt nog nooit op een baby zoals ik gepast.’ En ze boog zich naar de telefoon toe.
‘Ik heb hem gepijpt!’
‘Lijkt me aardig,’ zei Pikes vriendin.
‘Ik heb hem gepijpt en nu wil hij me niet te eten geven! Ik ga dood van de honger!’ schreeuwde Larkin.
Pike legde zijn hand om de telefoon zodat hij door kon praten.
‘Kun je een huis voor me regelen?’
‘Ik heb wel iets wat geschikt is, denk ik. Kan ik je terugbellen?’
Pike gaf zijn nieuwe nummer aan zijn vriendin, beëindigde het gesprek en wierp een blik op het meisje. Ze hing weer tegen het portier aan en zat door haar zonnebril boos naar hem te kijken alsof ze benieuwd was wat hij zou doen. Misschien stelde ze hem op de proef. Alles wat Pike over dit meisje wist, was hem nog geen zeventien uur geleden verteld door Bud Flynn en de vader van het meisje en inmiddels wist hij dat Buds informatie onbetrouwbaar was.
Pike wierp nogmaals een blik op haar. ‘Hoe heet je?’
Ze zette haar bril af en fronste naar hem alsof hij achterlijk was. ‘Waar heb je het over?’
‘Hoe heet je?’
‘Ik snap het niet. Spelen we soms een spelletje, truth or dare, of zo?’
‘Je naam.’
‘Ik snap niet waarom je me mijn naam vraagt.’
‘Hoe heet je?’
Haar gezicht verbleekte van ergernis en ze trok aan haar shirt. ‘Ik heb honger. Wanneer haal je iets te eten voor me?’
‘Je naam.’
‘LARKIN CONNER BARKLEY! Jezusmina. Hoe heet jij dan?’
‘Je vader?’
‘CONNER BARKLEY! MIJN MOEDER IS DOOD! ZIJ HEETTE JANICE! IK BEN ENIG KIND! KRIJG TOCH DE PEST!’
Pike keek in de achteruitkijkspiegel en wees naar haar tas die bij haar voeten lag. ‘Rijbewijs en creditcards.’
Ze protesteerde niet. Ze greep haar tas, diepte haar portefeuille op en gooide die naar hem toe.
‘Gebruik een creditcard om iets te eten te kopen.’
Pike sloeg de portefeuille open en schoof met zijn duim haar rijbewijs eruit. Er zat een kleurenfoto van haar op en het was afgegeven door de afdeling Motorvoertuigen van Californië op naam van Larkin Conner Barkley. Als haar adres stond een flatgebouw in Century City vermeld, maar zowel Bud als haar vader had het over een woning in Beverly Hills gehad.
‘Woon je in Century City?’ zei Pike.
‘Dat is ons hoofdkantoor. Alles gaat naar dat adres.’
‘Waar woon je?’
‘Wil je naar mijn loft? Ik heb een geweldige loft. Het gebouw is van ons.’
‘In de stad. Het zit in een prachtig industriegebied.’
‘Was je daar de eerste keer dat ze je wilden doden?’
‘Toen was ik bij mijn vader. In Beverly Hills.’
‘Wanneer was dat?’
‘Weet ik veel. Jezus!’
‘Denk na.’
‘Een week geleden. Nog niet eens. Zes dagen misschien.’
‘Wie is Alex Meesh?’
Ze zakte onderuit. Al haar nijdige zelfverzekerdheid was verdwenen.‘De man die me wil vermoorden.’
Pike had het al van haar vader en Bud gehoord, maar nu wilde hij het uit haar mond horen. ‘Waarom wil hij je dood hebben?’
Ze staarde door de voorruit in het niets en schudde haar hoofd. ‘Dat weet ik niet. Omdat ik hem die nacht met de Kings heb gezien. Toen ik dat ongeluk had. Ik werk samen met het ministerie van Justitie.’
Pike bladerde door haar creditcards en wierp er onder het rijden een blik op. De kaarten waren allemaal afgegeven aan Larkin Barkley, soms met de middelste naam erbij en soms niet. Pike haalde er een American Express en een Visa-kaart tussenuit. De American Express was een van die speciale zwarte kaarten, wat aangaf dat ze er minstens tweehonderdvijftigduizend dollar per jaar mee uitgaf. Hij gooide haar portefeuille weer bij haar voeten op de grond, maar hield de twee creditcards en haar rijbewijs. Hij schoof ze onder zijn bovenbeen, bij het wapen.
Pike wist wat Bud en haar vader hem hadden verteld, maar nu wilde hij zelf vaststellen wie de partijen waren en wat waar was. Hij zou hulp nodig hebben om die dingen uit te zoeken, dus belde hij nog een nummer.
Larkin wierp hem een blik toe, maar haar hart lag er niet in. Ze produceerde een flauw glimlachje. ‘Ik hoop dat je belt om een tafeltje te reserveren.’
‘Ik bel iemand die ons kan helpen.’
De telefoon ging twee keer over en werd toen opgenomen door een man. ‘Detectivebureau Elvis Cole. Wij kunnen alles.’
‘Met mij. Ik kom eraan.’
Pike klapte de telefoon dicht en zette koers naar de bergen.