EENENVEERTIG

Pike hield zijn stem neutraal. Zijn hart sloeg een slag over, maar hij wilde Khali Vahnich niet laten merken dat hij bang was. ‘Is mijn vriendin in leven en ongedeerd?’

‘Nog wel. We zullen zien. Met wie spreek ik?’

Pike gebaarde naar Cole dat het Vahnich was en liep snel terug naar het huis. Hij wilde stilte om zich heen zodat hij Vahnich duidelijk kon horen, en een pen om aantekeningen te maken. Verwarring en fouten zouden net zo fataal zijn voor haar als paniek.

‘Geef haar eens,’ zei Pike.

Binnen liep Pike direct naar het papier en de pennen die op de eettafel verspreid lagen. Hij noteerde het nummer het nummer dat hem gebeld had.

Vahnich zei beledigd: ‘Het gaat prima met haar. Ik vermoord haar alleen als ik het geld niet krijg.’

‘Aan dit gesprek komt nu een einde tenzij ik weet dat ze nog leeft.’

Cole en Barkley waren achter hem aan het huis in gekomen en Barkley had genoeg gehoord om te beseffen wat er aan de hand was. Hij kwam aan gestampt alsof hij de telefoon wilde hebben.

‘Gaat het over Larkin? Is ze dood?’

Pike gebaarde dat hij stil moest zijn. Cole legde een hand op Barkleys mond. Barkley verzette zich, maar Cole fluisterde iets in zijn oor en hij werd rustig.

‘Geef haar de telefoon, Vahnich. Geef haar de telefoon of hang op.’

Pike concentreerde zich op het gesprek. Hij dekte zijn vrije oor af en luisterde of hij achtergrondgeluiden hoorde waaruit hij kon opmaken waar Vahnich zich bevond. Hij hoorde stemmen, maar niets wat de locatie aangaf. Toen kwam Larkin aan de telefoon. Zo te horen ging het goed met haar.

‘Joe?’

‘Ik kom eraan.’

‘Alles is in orde…’

Pike hoorde een klap alsof de telefoon was gevallen. Larkin schreeuwde iets wat Pike niet verstond, gaf toen een gil, maar de gil brak af. Vahnich kwam weer aan de lijn.

‘Ben je blij te horen dat ze nog leeft? Is dat wat je wilde?’

Pike aarzelde. Het was dit keer moeilijker zijn stem neutraal te houden. Hij knikte om Cole en Barkley te laten weten dat ze nog leefde.

‘Ja. We praten alleen als ze in leven is.’

‘Met wie spreek ik?’

‘Haar lijfwacht.’

‘Ik wil haar vader spreken.’

‘Je krijgt alleen mij aan de lijn. Alles gaat via mij.’

‘Genoeg geluld dan. Haar vader maakt het geld over en dan zijn we klaar. Ik geef jullie het rekeningnummer en de toegangscodes.’

‘Wacht… luister… Kline heeft je geld. Hij heeft het overgemaakt naar het buitenland. We weten niet waar hij is.’

‘Dat is niet mijn probleem.’

De voordeur ging open en Bud stormde naar binnen. Cole gebaarde direct dat hij stil moest zijn. Bud knikte, maar liep naar de tafel en schreef iets op.

Pike zag het allemaal, maar concentreerde zich op Vahnich.

‘De Kings hebben je waarschijnlijk wel verteld wat er is gebeurd voor je ze vermoordde. Dit was een zaak van Kline. Barkley had er niets mee te maken.’

‘Ik zal je iets vertellen. Dat geld is niet van mij. Gevaarlijke mensen hebben het me toevertrouwd en ze verwachten dat ik het ze teruggeef. Het maakt hun niet uit waar het vandaan komt.’

Vahnich had een vergissing gemaakt. Dat was het probleem met praten en Vahnich had veel gepraat. Hij had geprobeerd hem te overreden en dat betekende dat hij niet het gevoel had dat hij bevelen kon geven. Pitman had zich overal in vergist, maar Pike had zich ook vergist. Vahnich en zijn teams hadden het meisje nooit willen doden; ze hadden haar willen ontvoeren zodat ze haar als pressiemiddel konden gebruiken. De mensen die het geld hadden verstrekt, wilden het terug en Vahnich probeerde zijn eigen hachje te redden. Zijn angst kon worden gebruikt om tijd te winnen, of Vahnich zo te manipuleren, dat hij nog een vergissing maakte.

‘Als we jou nu eens helpen Kline te vinden? Dan werken we samen,’ zei Pike.

Vahnich lachte. ‘Tuurlijk, wij samenwerken. Nee, dan zou mijn positie te zwak worden. Ik sta nu sterk, volgens mij.’

Bud draaide zich om met zijn briefje en hield het omhoog voor Pike: Zij heeft hem gebeld. Met de telefoon van de buren.

De lijst met telefoonnummers lag nog op tafel. Larkin had de gesprekken tussen Vahnich en Kline gevonden en hem gebeld. Pike gebaarde dat Bud het briefje ook aan Larkins vader moest laten zien.

‘Waarom heeft ze je gebeld, Vahnich?’

Pike was ervan overtuigd dat hij dat al wist.

‘Ze wil haar vader helpen, maar in plaats daarvan helpt ze mij. Wat zijn ze toch dom, hè, die jonge meisjes?’

Pike gaf geen antwoord. Hij keek naar Conner Barkley. Barkley zag er beduusd uit.

‘Zeg het tegen haar vader. Zo’n dochter zal hij niet kwijt willen,’ zei Vahnich.

Cole kwam naar de tafel en schreef ook iets op. Spreek met hem af.

Pike knikte.

‘Hij houdt van haar, Vahnich. Hij verafgoodt dat meisje. Ik denk dat we wel tot een oplossing kunnen komen…’

Buds mobiele telefoon ging, maar hij draaide zich snel om en sprak achter zijn hand. Pike ging verder met Vahnich.

‘Laten we een afspraak maken om de overdracht te regelen. Zeg maar waar we elkaar kunnen zien.’

Vahnich lachte. ‘Neem je het bedrag mee in contanten? Met hoeveel vrachtwagens kom je? Toe nou. Hij maakt het geld over. Als het geld binnen is, laat ik haar vrij. Jij en ik zullen elkaar nooit zien, kerel.’

‘Hij is niet achterlijk, Vahnich. Hij zal het geld niet overmaken voor hij zijn dochter heeft.’

‘Dan krijgen we geen van beiden wat we willen en zijn we allebei verdrietig.’

Pike wilde zo veel mogelijk tijd winnen. Als Vahnich niet wilde afspreken, zouden ze hem moeten opsporen.

‘Ik zal met hem praten. Ik moet hem opzoeken, maar ik zal met hem praten. Hij wil haar veilig terug hebben.’

‘Schrijf deze getallen op…’ zei Vahnich.

Hij ratelde een reeks cijfers op, maar Pike viel hem in de rede.

‘Ik weet niet hoe lang het zal duren voor –’

‘Schrijf ze op en lees ze dan voor.’

Pike schreef ze op en las ze voor. Het waren overboekings- en rekeningnummers.

‘Mooi,’ zei Vahnich. ‘De getallen die je hebt, kloppen. Hij zet het geld binnen twee uur op die rekening, anders hak ik haar hand af.’

Pike zei: ‘Vahnich…’

‘Halfuur daarna geen geld, dan hak ik haar hoofd af. We hoeven elkaar niet meer te spreken.’

De verbinding werd verbroken.

Pike hield de telefoon stevig vast en luisterde naar de stilte. Cole en Conner Barkley stonden naar hem te kijken. Bud stond op de achtergrond te telefoneren en aantekeningen te maken op een blocnote. Uiteindelijk liet Pike zijn telefoon zakken.

‘Ze is nog in leven, maar hij wil niet met ons afspreken. Hij weet wel beter.’

‘Wat wil hij?’ zei Barkley.

‘De honderdtwintig miljoen. We hebben twee uur.’

‘Maar ik heb het niet. Ik wist er niets van.’

Barkley liet zich op de bank zakken en drukte zijn handen tegen zijn ogen. Hij vertrok gefrustreerd zijn gezicht.

‘Heeft ze die man echt gebeld? Heeft ze zich aan hem gegéven?’

‘Ze deed het voor u. Ze dacht waarschijnlijk dat ze tot een soort afspraak kon komen of hem ervan kon overtuigen dat hij u niet moest vermoorden.’

Barkley kwam van de bank overeind alsof hij de situatie in handen nam.

‘Goed, ik betaal hem. Ik kan zo’n groot bedrag niet binnen twee uur overmaken, maar ik betaal hem. Bel hem op.’

‘Geld is niet het antwoord.’

‘Het is niet slim om hem te betalen, Mr. Barkley. Zodra hij het geld heeft, vermoordt hij haar,’ zei Cole.

‘Hij wil geld, ik heb geld. Wat moeten we anders?’

‘Hem opsporen.’

Bud beëindigde zijn telefoontje en kwam weer bij hen staan.

‘Ik heb iets. Die relatie met MS-13 heeft misschien wat opgeleverd. Er worden twee veteranos genoemd die Carlos heten, eentje zit gevangen, maar de andere hoort bij een groep die al jaren Zuid-Amerikaanse dope het land in smokkelt…’

‘Dat zal onze man zijn,’ zei Cole.

‘Dat is ook het slechte nieuws. Ene Carlos Maroto, hij is afkomstig uit de oorspronkelijke Mara en woont midden in een buurt die Mara in handen heeft. Het zal niet makkelijk zijn hem te vinden. Hem zover krijgen dat hij meewerkt, al helemaal niet.’

Pike wist dat Bud gelijk had. Als ze genoeg tijd hadden, zouden ze hem kunnen vinden, maar er was niet veel tijd en een bendelid opsporen in zijn eigen wijk zou moeilijk zijn. Soms waren hele families, hele wijken, lid van een bende. Niemand zou willen meewerken en het nieuws zou snel de ronde doen. In een wereld waar trots en familie voor alles gingen, zouden Zuid-Amerikaanse bendeleden hun vrienden niet verlinken. Zeker niet voor drie Noord-Amerikaanse buitenstaanders.

Snelheid was leven.

‘We hebben zijn hulp nodig,’ zei Pike.

‘Dat kun je vergeten.’

‘Misschien wel als de juiste persoon het vraagt.’

Coles wenkbrauwen gingen omhoog toen hij besefte wat Pike dacht.

‘Frank Garcia. Frank kan het voor elkaar krijgen.’

‘Dé Frank Garcia?’ zei Bud.

Pike keek hoe laat het was. ‘Kom mee. Ik bel hem wel uit de auto.’

Cole en Bud liepen naar de deur. Pike wilden hen achternagaan, maar hij bleef staan en keek naar Barkley.

‘Ik bel u als we iets weten.’

Barkley kwam overeind. ‘Ik ga mee.’

‘Mr. Barkley, dit is –’

Barkley werd vuurrood. ‘Het is mijn dochter en ik wil erbij zijn. Ik ben niet voor niks haar vader.’

Pike meende dat Barkley hem bijna wilde slaan. Pikes mondhoeken trilden.

‘Na u,’ zei hij.

Pike liep achter hem aan de deur uit.