50

Iedere lof waardige Meester,

 

U kunt U wel voorstellen dat ik gelijk ben teruggegaan naar die hufter van een Lionardo om hem het nieuws te brengen want al vind ik hem een ontzettende zak, hij is wel de enige die ik kan spreken over de gekke dingen die hier in Rome gebeuren en vooral zou ik haast zeggen van waarom gaan we niet terug naar Florence voordat ze ons uit de weg ruimen? Maar terwijl ik naar Lionardo snelde gebeurde er nog iets geks en wel dat ik op een stoet mensen stuitte die naar de Campo dei Fiori ging, vlak bij onze herberg dus. Het plein stikte van het volk en in het midden was een soort van houten podium gebouwd en daar stonden een hoop wachters omheen en een hoop volk dat op iets wachtte en toen vroeg ik aan een oud vrouwtje dat naast me stond van neem me niet kwalijk, beste vrouw, maar wat is er aan de hand? En zij van ze hebben een slechte dief gevangen die een hoop mensen heeft bestolen en een man heeft vermoord die hem na een diefstal achternazat en daarom hangen ze die dief nou op en zetten hem op de brandstapel op het plein, zodat die lui zoals hij die schurkenstreken afleren.

Op dat moment hoorde je een groot rumoer van joelende en tierende omstanders die riepen van op de brandstapel, op de brandstapel en er was een vrouw bij die huilde en de haren uit haar hoofd trok en je snapte wel dat dat de weduwe was van de man die door de dief van kant was gemaakt. Toen de menigte die huilende vrouw zag (ze had, Mijnheer en Meester, ook een fraai stel dikke tieten als twee buffelmozzarella’s), kwam iedereen die al tegen mekaar aangedrukt stond op het plein als één stroom in beweging en daarna drong er een stoet met twee wachters aan het hoofd door de drukte heen met tussen hen in een geboeide man met een opgezwollen gezicht vol bloed waaraan je zag dat ie flink was afgetuigd en die had iets bekends. Maar ik kon hem niet goed zien want daarna viel ie gelijk weer weg achter de groep die de huilende vrouw vergezelde en die nieuwe stroom begon tegen de dief te krijsen en te schreeuwen van Smeerlap hoerenjong loop naar de hel en ze spuugden hem in zijn gezicht en schopten hem en probeerden hem van de wachters af te pakken, maar die maakten zich breed met hun lansen en deelden ook aardig wat tikken uit aan iedereen die probeerde ertussen te komen. Op een gegeven moment gaf een wachter zomaar een por met de lans aan iemand die daardoor halfdood tegen de vlakte ging en toen begon de meute ook tegen de wachters te krijsen en ze gooiden met stenen en andere zooi.

Vanaf dat moment, Mijnheer en Meester, kan ik U niet vertellen wat een bende het werd, een paar mensen droegen die de gewonde weg en anderen werden afgetuigd door de wachters, weer anderen krijsten van angst, weer anderen vielen op de grond en werden vertrapt als oud vuil, sommigen drongen naar voren om de dief te grijpen en anderen vluchtten her en der weg om niet onder de voet gelopen te worden, maar op het laatst wisten de wachters de veroordeelde met grote moeite op het podium te krijgen en aan een paal te binden terwijl het halve plein krijste van hoerenjong en hem weer onderspuugde en de andere helft nog krijste van woede en verdriet om iedereen die uiteindelijk vertrapt was en nog een andere helft schold de wachters uit en zei van jullie klotedienders zijn nog erger dan dieven enzovoorts enzoverder. Ik, Mijnheer en Meester, heb het gered omdat ik op het karretje van een fruitverkoper klom dat tegen de muur van een huis aan stond, daar stond ik lekker stevig zonder te vallen en ook met niemand voor mijn neus. Afijn, toen ze de dief aan een paal op het houten podium hadden gebonden begon een strafrechter de reden van het vonnis voor te lezen, dat de veroordeelde had gestolen gemoord gevloekt en nog veel slechte dingen meer en dat ze hem daarom nu gingen ophangen. Toen kon ik zijn gezicht goed zien en, Mijnheer en Meester, mijn hart sloeg over want dat soort dingen maak je niet elke dag mee, ik herkende hem gelijk, het was de dief die mijn kamer in de herberg was binnengedrongen en me bijna overhoop had gestoken.

En toen dacht ik van Godsammeliefhebben, die zigeunerin kent echt toverij hekserij en andere magie want ze wist al die dingen uit verleden en toekomst: ten eerste dat briefje met de tekening van een gehangene dat we gevonden hadden onder Lionardo’s deur; ten derde die tekening van een touw met de strop om iemand te wurgen die we ook al in het logement hadden gevonden; ten tweede en laatste de gehangene van vandaag. Alleen vraag ik me af, Mijnheer en Meester, hoe kan dat nou helemaal? En waarom zei de zigeunerin toen ze de kaart van de gehangene zag dat alle ongeluk van Lionardo van Poggio Bracciolini komt? Afijn, of het is allemaal toeval maar dat lijkt me toch stug, of de zigeunerin is echt een tovenares maar dan een hele goeie.

De strafrechter las intussen de lijst met aanklachten voor maar de dief hoorde hem aan en huilde niet en lachte ook niet hij deed helemaal niks, ook niet tegen al die mensen die krijsten van crepeer toch, klootzak en hem in zijn gezicht spuugden en stenen en andere zooi naar hem gooiden; hij stond er met het gezicht van iemand die besloten had de dood moedig te doorstaan, de duivel mag weten hoe ie dat kon, Mijnheer en Meester, in zijn plaats zou ik schreeuwen van zijn jullie nou allemaal betoeterd, haal me hier direct van af. Toen de strafrechter vroeg of hij spijt had en wou sterven in de genade Gods bleef die dief zwijgen en de wachters bonden hem intussen heel strak aan de paal met zijn handen op zijn rug.

Toen zag ik dat vlak bij mijn karretje ook de ouwe vrouw van eerst was komen staan en ik zei van goeie vrouw, die dief moet wel iemand wezen met een ijzeren hart en heel wreed want hij zegt geen woord, ook niet nu ie vlak voor de dood staat.

Intussen hadden de wachters de dief het touw om zijn nek gedaan en de mensen bedaarden wat en schreeuwden minder dan eerst want ze wouen lekker in alle rust zien hoe die dief zou creperen.

De ouwe vrouw zei van maar jongen, weet je dan niet wat ze zeien toen ze hem vandaag hadden opgepakt? Nee, goeie vrouw. O nee? Gut, hij is stom, jongen, hij is stom en kan nog geen woord uitbrengen, hij zei alleen wat toen de dienders hem grepen nadat ie zijn achtervolger had vermoord en toen ze hem helemaal in mekaar sloegen. Wat zei die dan? Hij zei klote, alleen maar klote, want dat is het enige woord wat ie kan uitbrengen; maar zijn stem gorgelde zo gek in zijn keel dat de dienders in het begin dachten dat ie een buitenlander was, een Duitser of Fransoos of wat dan ook maar het is gewoon een herder, een achterlijke herder uit de Abruzzen die niet kan praten en alleen klote kan zeggen.

Op hetzelfde moment hingen ze de dief op aan zijn hals en ik sloeg een kruis en zei een Onzevader voor zijn ziel want zijn gezicht werd rood en zwol op als een pruim en terwijl ie bleef hangen trappelde hij als een jong veulen want een strot is er niet op gebouwd om het hele gewicht van een man te dragen anders had Onze-Lieve-Heer onder een hoofd wel wat anders gedaan, bijvoorbeeld een hand of een knie, maar zeker geen hals die zo zacht is als een saucijsje.

Terwijl de dief trappelde en crepeerde krijsten de familieleden van de man die hij om zeep had gebracht op de eerste rij onder het podium samen met de weduwe met de mozzarella-dikke tieten incluis van ha, net goed klootzak, crepeer maar, dat zal je leren, loop naar de hel enzovoorts en bij mij, Mijnheer en Meester, tolde mijn kop niet alleen door dat schouwspel want het is echt niet leuk om een man te zien creperen ook al is het een schurk maar ook omdat ik wist dat dezelfde man die aan het creperen was had geprobeerd om mij te vermoorden in mijn kamer en ik dacht van beste Salai, je zult nog meemaken dat je geen ene reet begrepen hebt want terwijl je dacht dat het de Alemannen waren die probeerden je het hoekje om te helpen, was er gewoon een klotedief in je kamer gekomen die nog stom was ook en klote tegen je zei, wat een afgang, een dief die helemaal geen Alemannisch praatte zoals je dacht maar gewoon met zijn tong in zijn keel bleef steken, gggr, net zoals hem nu gebeurt nu ze hem ophangen als een hond.

Toen zei ik bij me eigen, kijk es hier Salai, je kunt er gif op innemen dat alles wat je meende te snappen van de Duitsers en de Alemannen allemaal onzin is die je zelf hebt bedacht terwijl er niks van waar is. Maar toen zei ik bij me eigen, goed, dan heeft die dief die me overhoop wou steken niks met de Alemannen en de Duitsers te maken, hoe komt het dan dat die moordenaar die naar ui stinkt me al meer dan eens heeft proberen te vermoorden? Want laten we er geen doekjes om winden, Mijnheer en Meester, hier zijn toch echt doden in het spel, aangezien iemand De Podio echt heeft vermoord terwijl zijn naam in het Italiaans dan weer hetzelfde is als die van Poggio Bracciolini die een bloedhekel heeft aan de Duitsers en Alemannen. Ik moet bekennen dat ik er geen reet meer van snap maar U misschien wel want U bent een deftig Heerschap met een hoofd vol voortreffelijk verstand, dus als U me nou raad kan geven, anders kan ik U niet dienen zoals ik graag wil en wel met heel mijn hart en de inzet die Uw Persoon verdient.

Intussen is de dief uitgebungeld en uitgetrappeld en gecrepeerd als een hond met zijn gezicht helemaal blauw zijn nek gebroken en zijn ogen naar buiten en nu ik gezien heb hoe die dief is doodgegaan vind ik veroordeeld worden tot de galg wel zwaar overdreven voor een dief.

Uw toegenegen dienaar Salai

De twijfel van Salai
001.html
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0001_0001.xhtml
Section0001_0002.xhtml
Section0001_0003.xhtml
Section0001_0004.xhtml
Section0001_0005.xhtml
Section0001_0006.xhtml
Section0001_0007.xhtml
Section0001_0008.xhtml
Section0001_0009.xhtml
Section0001_0010.xhtml
Section0001_0011.xhtml
Section0001_0012.xhtml
Section0001_0013.xhtml
Section0001_0014.xhtml
Section0001_0015.xhtml
Section0001_0016.xhtml
Section0001_0017.xhtml
Section0001_0018.xhtml
Section0001_0019.xhtml
Section0001_0020.xhtml
Section0001_0021.xhtml
Section0001_0022.xhtml
Section0001_0023.xhtml
Section0001_0024.xhtml
Section0001_0025.xhtml
Section0001_0026.xhtml
Section0001_0027.xhtml
Section0001_0028.xhtml
Section0001_0029.xhtml
Section0001_0030.xhtml
Section0001_0031.xhtml
Section0001_0032.xhtml
Section0001_0033.xhtml
Section0001_0034.xhtml
Section0001_0035.xhtml
Section0001_0036.xhtml
Section0001_0037.xhtml
Section0001_0038.xhtml
Section0001_0039.xhtml
Section0001_0040.xhtml
Section0001_0041.xhtml
Section0001_0042.xhtml
Section0001_0043.xhtml
Section0001_0044.xhtml
Section0001_0045.xhtml
Section0001_0046.xhtml
Section0001_0047.xhtml
Section0001_0048.xhtml
Section0001_0049.xhtml
Section0001_0050.xhtml
Section0001_0051.xhtml
Section0001_0052.xhtml
Section0001_0053.xhtml
Section0001_0054.xhtml
Section0001_0055.xhtml
Section0001_0056.xhtml
Section0001_0057.xhtml
Section0001_0058.xhtml
Section0001_0059.xhtml
Section0001_0060.xhtml
Section0001_0061.xhtml
Section0001_0062.xhtml
Section0001_0063.xhtml
Section0001_0064.xhtml
Section0001_0065.xhtml
Section0001_0066.xhtml
Section0001_0067.xhtml
Section0001_0068.xhtml
Section0001_0069.xhtml
Section0001_0070.xhtml
Section0001_0071.xhtml
Section0001_0072.xhtml
Noten.xhtml