45
Phil merkte de reactie van Glass meteen op. Don niet. Hij liep de kamer in, glimlachte en knikte, zocht een lege stoel op en ging zitten.
‘Bedankt, Don,’ zei Phil glimlachend. ‘Fijn om je te zien.’
‘Bedankt dat je me hebt gevraagd.’
Phil was verbaasd. Zodra Don de kamer binnenkwam, leken de jaren van hem af te glijden. Hij was niet langer Phils adoptievader en Josephina’s opa, maar weer een politieman. Hij liep zelfs anders. Met fermere passen. Doelgerichter.
En dan was er nog het effect dat hij op Glass had. Die was duidelijk uit zijn doen. Misschien vond Glass het niet prettig dat Phil zijn gezag uitoefende. Nou, jammer dan. Phil had het al met hem overlegd en had zelfs Dons naam genoemd. Glass had toestemming gegeven. Misschien had hij niet zo’n publieke aankondiging verwacht.
Phil zette het van zich af en ging door. ‘Oké. Anni. De jongen?’
‘Ja.’ Anni stond op en richtte zich tot de aanwezigen. ‘Ik denk dat dit een langdurige toestand gaat worden.’ Ze keek even in haar aantekeningen. ‘Er is een kinderpsycholoog bij gehaald.’ Ze aarzelde en keek Marina aan. ‘Misschien kan Marina de technische details beter uitleggen dan ik.’
‘We willen graag eerst jouw indrukken horen, brigadier Hepburn,’ zei Glass. ‘De technische details kunnen nog wel even wachten.’
Anni zweeg even en keek verontschuldigend naar Marina, die haar schouders ophaalde en flauwtjes glimlachte. Anni, hierdoor gesterkt, ging door.
‘Zoals ik al zei, dokter Ubha heeft er een kinderpsycholoog bij gehaald. Maar Marina heeft die jongen als eerste gesproken.’
Ze trok haar wenkbrauwen op en gaf Marina een teken om het woord te nemen.
Phil wist wat zijn brigadier deed. Een subtiele sneer naar de hoofdinspecteur. Na Anni’s gebaar en de steun die hij eerder van Mickey kreeg, was hij best een beetje trots op zijn team.
‘Ja,’ zei Marina, zonder op te staan, ‘ik heb geprobeerd met hem te praten. Hij is vreselijk getraumatiseerd en is er heel, heel slecht aan toe. Hij heeft daar, of op een gelijksoortige plek, een hele tijd gezeten. En uit zijn woorden valt op te maken dat hij niet alleen was.’
Het bleef stil in de kamer. Marina ging door. ‘Hij bleef maar praten over zijn moeder. Was ongerust om haar. Wilde haar zien.’
‘Dat is niet zo vreemd bij een ontvoerde jongen,’ onderbrak Glass haar.
Marina keek hem niet aan. ‘Dat is waar, maar ik kreeg de indruk dat ze samen gevangen hadden gezeten.’
‘We hebben de lijsten van vermiste personen nagekeken,’ zei Jane, die achterin zat. ‘Niks. Niemand die voldoet aan het signalement van die jongen. We zijn begonnen bij kindertehuizen, de sociale dienst, maar tot nu toe niks.’
‘Hij zal nog een tijdje in het ziekenhuis moeten blijven,’ vertelde Anni. ‘Hij is heel zwak. Ze blijven proberen contact met hem te leggen. Hopelijk zal hij ons iets kunnen vertellen, ons aanwijzingen kunnen geven. En er zijn ook al wat onderzoeksresultaten over hem bekend.’ Ze zuchtte. ‘Hij is bijna even erg ondervoed als kinderen in de derde wereld, waardoor hij weerloos is tegen allerlei soorten infecties. Ze hebben hem volgestopt met antibiotica. Waar hij ook gezeten heeft, hij is er verschrikkelijk verwaarloosd.’
Phil kon aan de zachtheid van haar stem horen dat de jongen haar had geraakt. Daar was hij niet verbaasd over. De aanblik van een kind dat er zo aan toe was, zou dat effect hebben op iedereen met een beetje gevoel in zijn donder.
‘We hebben ook voorlopige dna-resultaten binnen,’ meldde Anni. ‘Geen match. Met niks. Zelfs geen bijna-match. Het lijkt wel alsof hij gewoon… niet bestaat. Maar aangezien we niet weten wie hij is of waarom hij daar was, moeten we aannemen dat hij voor iemand belangrijk is. We houden vierentwintig uur per dag zijn kamer in het oog.’
‘Dank je wel, Anni.’
‘Nog één ding.’ Ze pakte een foto en legde die voor zich neer. ‘Dit zat op zijn voet. Een soort litteken. Het lijkt wel een brandmerk.’
‘Wat?’ vroeg Mickey. ‘Zoals bij vee?’
‘Het lijkt erop,’ zei Anni. ‘Ik ben bezig te kijken of er nog meer lijken zijn opgedoken met gelijksoortige kenmerken, maar tot nu toe heb ik nog niks.’ Ze ging zitten.
‘De forensische gegevens uit de kelder hebben we nog niet,’ zei Phil. ‘Ze doen nog proeven om te bepalen of die botten menselijk zijn, en hetzelfde geldt voor het geronnen bloed dat we hebben gevonden. Dus. Marina?’ Hij keek haar aan. Toen hun blikken kruisten, schrok ze alsof hij haar had aangeraakt. Zijn hart brak nog een beetje verder. ‘Zou jij verslag kunnen uitbrengen over de plaats delict?’
Marina stond op, maar ze hield haar blik op haar rapport gericht. Phil was daar blij om. Hij was ervan overtuigd dat iedereen in deze kamer wist dat er iets tussen hen speelde, dat iedereen naar hen keek en luisterde, en niet om de juiste redenen.
‘Ja,’ zei ze. ‘Nou, de meesten hier weten al wat daar behalve die jongen nog meer was. De kooi. Het gereedschap. De bloemen. Ik heb me gericht op de esoterische tekens op de muur. Heb ze nagetrokken. Ik denk dat als we snappen wat die betekenen, we een eindje op weg zijn om te achterhalen waarom die jongen daar zat en wie hem in die kooi had gestopt.’
Glass knikte zwijgend.
‘Alles wijst erop dat het een soort kalender is. Een groeicyclus. De bloemen hebben daar ook mee te maken. Een kalender met equinoxen en zonnewenden. Op dit ogenblik is er ook een bezig. En als het zo zit, dan denk ik dat die jongen belangrijk is. Heel belangrijk. Degene die hem daarheen heeft gebracht, heeft plannen met hem, en die hebben te maken met de equinox.’
‘Bedoel je een offer of zoiets?’ vroeg Mickey.
Marina haalde haar schouders op. ‘Ik durf niet te speculeren, maar het zou best kunnen. Die jongen was gevangengezet alsof hij ergens op wachtte. De kooi was een tijdelijke cel. Ik denk dat hij voor die tijd ergens anders werd vastgehouden. Dat hij alleen naar dat huis was verplaatst voor het ritueel. De bloemen wijzen daar ook op. Ze hebben heel specifieke kleuren. Rood, blauw, geel. Mijn vermoeden is dat ze lichaamsafscheidingen vertegenwoordigen. Blauw en rood voor bloed, geel voor urine, en ze zijn allemaal aan het verwelken, bruin aan het worden. Die mogen jullie zelf uitknobbelen.’
Niemand lachte.
‘Maar waarom daar?’ informeerde Mickey. ‘Waarom die plek?’
‘Dat weet ik niet. Het moet een betekenis hebben voor degene die het ritueel uitvoert. Ik denk wel dat we een moord hebben voorkomen door die jongen daar weg te halen.’
Stilte in de kamer.
‘Zou hij het opnieuw kunnen proberen?’ vroeg Anni.
‘Zeer waarschijnlijk. Zoals ik al zei, er is maar een heel korte mogelijkheid tijdens deze equinox, als dat is waar hij naartoe werkt, en ik heb sterk het vermoeden van wel.’
‘Zal hij proberen die jongen terug te krijgen?’ wilde Mickey weten.
‘Misschien. Of mogelijk probeert hij een andere jongen te vinden. We hebben nog de rest van vandaag en morgen. Ik denk dat hij binnen die tijd zal toeslaan.’
‘Waar?’ Mickey weer.
‘Dat weet ik niet. Hij werkt vanuit een veilige plek, ergens waar hij zich op zijn gemak voelt. Een plek die iets voor hem betekent. De kelder was op een bepaalde manier ingedeeld, vanwege het ritueel. En dat is belangrijk voor hem. Hij moet er heel lang over hebben gedaan om alles zo voor te bereiden, het precies zo te krijgen als hij het wilde hebben. Tussen nu en morgen zal hij al zijn tijd besteden aan het zoeken van een andere plek en het inrichten daarvan.’
‘En achter die jongen aan gaan?’ vroeg Mickey.
‘Of een andere jongen.’
Stilte in de kamer.
‘Nog iets,’ zei Marina. Iedereen luisterde. ‘Hij heeft dit eerder gedaan. Zonnewenden, equinoxen… vier per jaar. En niet alleen dit jaar.’
Weer stilte. Phil dacht aan strips. Het Huis van Mysterie. Het Huis van Geheimen. Met een begraafplaats ertussenin.
‘Oké,’ zei hij. ‘We hebben meer dan genoeg te doen. Dit is een race tegen de klok. Als Marina gelijk heeft, en alles wijst daarop, dan zal er voor morgenavond iemand worden ontvoerd en vermoord. Wij blijven doen wat we kunnen. Werken met die jongen, zorgen dat hij veilig is in het ziekenhuis. We volgen het papieren spoor om uit te zoeken wie de eigenaar is van dat huis. En vergeet Adam Weaver niet. Die hebben we ook nog.’
Hij keek hen allemaal om beurten nog eens aan. Kreeg een plotselinge, intense flashback naar zijn nachtmerrie. Dat gezicht dat naar hem toe kwam, die donkere, diepe ogen, het mes dat omlaag hakte…
Hij schrok op, schudde het van zich af. Keek om zich heen. Ze wachtten tot hij zou spreken.
‘Ik wil een grondradar hebben,’ zei hij. ‘Voor het terrein tussen de twee huizen. De bodem laten onderzoeken, kijken of er lichamen liggen. Dat is alles. We gaan deze zaak oplossen.’ Hij hoopte dat hij zelfverzekerder klonk dan hij zich voelde.
Iedereen stond op en liep naar de deur.
Phil zag Marina later opstaan dan de rest. Ze pakte langzaam haar spullen bij elkaar. Ze wacht op mij, dacht hij. Ze wil praten. Nu. Over wat er mis is.
Ze kwam zijn kant op.
Phil wachtte en bereidde zich voor.
Een tikje op zijn schouder. Hij draaide zich om.
Glass. ‘Phil? Kan ik je even spreken op mijn kantoor, alsjeblieft?’
De hoofdinspecteur keek niet blij. Hij draaide zich om en liep de kamer uit.
Phil volgde hem, met een heel flauw glimlachje naar Marina.