78

De nacht begon te vallen. Hij bracht de kilte van de herfst met zich mee, de dreiging van de winter. Maar in Phil en Marina’s huis in Wivenhoe waren de ramen gesloten en de gordijnen en jaloezieën dichtgedaan. De nacht werd op afstand gehouden.

Of dat had althans zo moeten zijn.

Want Phil voelde de nacht vanbinnen. Diep vanbinnen. Hij zat in een leunstoel en staarde recht voor zich uit. Marina en Don stonden met bezorgde gezichten voor hem.

‘Zal ik je helpen hem naar boven te brengen?’ vroeg Don. ‘Hem in bed stoppen?’

Marina keek naar Phil. Zijn ogen waren open, maar er was geen beweging in te zien. Wat hij ook zag, het was niet iets wat bij hen in de kamer was. Het bevond zich niet eens in het heden. Haar hart brak toen ze hem zo zag. ‘Nee, laat hem hier.’

‘Maar hij heeft rust nodig, Marina. Hij heeft –’

‘Ja, Don,’ zei ze op gedempte toon, maar kalm en standvastig, ‘hij heeft rust nodig. Maar eerst heeft hij iets anders nodig. Antwoorden.’

Ze keek de oudere man in de ogen. Hij kon haar niet blijven aankijken en wendde zijn blik af.

‘Hij moet dit onder ogen zien, Don. Dit duurt al lang genoeg. Dit duurt al zijn hele leven.’

Don schudde zijn hoofd. Toen hij sprak, was zijn stem amper meer dan een fluistering. ‘Ik wil niet… Ik wil hem geen pijn doen.’

Marina lachte bijna. Ze gebaarde naar Phil. ‘Moet je hem zien, Don. Denk je dat je hem nog meer pijn kunt doen dan hij al heeft?’

Don zuchtte en schudde uiteindelijk zijn hoofd. ‘Nee, het zal wel niet.’ Hij zuchtte opnieuw. ‘Laten we het dan maar doen. Laten we het hem vertellen.’ Hij moest elk woord naar buiten slepen, als een betonblok dat aan een ketting werd opgetild en stukje bij beetje werd verschoven.

Marina haalde diep adem, en toen nog eens. Ze ging tegenover Phil zitten en pakte zijn hand vast. Die voelde koud, droog. ‘Phil?’

Zijn ogen bewogen even. Alsof er een zwakke elektrische stroom tussen hen heen en weer was gesprongen.

‘Phil. Ik ben het. Marina. Ik wil met je praten. Kan dat? Kunnen we praten?’

Een haast onzichtbaar knikje.

‘Mooi.’ Ze hield nog steeds zijn hand vast. ‘Ik wil alleen maar vragen… Wie heb je gezien, Phil? Wie was dat in die auto?’

‘Het gezicht… het gezicht uit mijn droom…’ Zijn ogen gingen dicht en zijn gezicht vertrok alsof hij het allemaal weer opnieuw voor zich zag.

‘Oké. Goed zo. Het gezicht uit je droom. Goed zo. Wat was hij in de droom? Wat deed hij?’

‘Hij… Ik zat in de kooi, de kooi van botten, in de kelder… en hij…’ Hij keek weg en schudde zijn hoofd, alsof hij het beeld zo wilde verdrijven.

‘Je doet het prima, Phil. Ga maar door.’

‘Ik zat in de kooi en hij kwam op me af, en… die ogen… onder de kap, die ogen…’

‘Wat was er met die ogen, Phil?’

‘Donker… donker… alsof je in een zwarte, bodemloze put keek…’

‘En hij droeg een kap over zijn hoofd?’

Phil knikte. ‘En toen… en toen was hij daar, bij het ziekenhuis… daar… echt…’

Marina keek naar Don, die met een ernstig gezicht knikte.

‘Don is hier ook, Phil. Hij komt nu met je praten. Hij heeft je… wat te vertellen.’ Ze haalde haar hand van de zijne en schoof opzij.

Don ging naast hem zitten en boog zich naar hem toe. ‘Phil? Ik ben het. Don. Ik heb… Ik heb je iets te vertellen. Over die gedaante met de kap. De man in je dromen, die je in de kooi had gestopt. Oké?’

Nog een haast onwaarneembaar knikje.

Don haalde diep adem. En nog eens. Hij zou hier nooit echt klaar voor zijn. ‘Hij is echt, Phil. Daarom was hij bij het ziekenhuis. Hij bestaat echt. En ik weet wie hij is.’

Phil deed zijn ogen open en staarde Don aan. ‘Hoe…? Hoe…?’ Zijn stem klonk ijl, klein, als die van een kind. Een verdwaald kind.

‘Omdat ik hem ken, Phil. Ik ben hem eerder tegengekomen. En ik zal je alles vertellen. Dit gaat over jou en je leven. Ben je er klaar voor?’

‘Zal het… zal het een einde maken aan de nachtmerries?’

‘Ik hoop het.’

Phil slikte moeizaam. ‘Dan ben ik er klaar voor.’

Gekooid
Gekooid1.html
Gekooid2.html
Gekooid3.html
Gekooid4.html
Gekooid5.html
Gekooid6.html
Gekooid7.html
Gekooid8.html
Gekooid9.html
Gekooid10.html
Gekooid11.html
Gekooid12.html
Gekooid13.html
Gekooid14.html
Gekooid15.html
Gekooid16.html
Gekooid17.html
Gekooid18.html
Gekooid19.html
Gekooid20.html
Gekooid21.html
Gekooid22.html
Gekooid23.html
Gekooid24.html
Gekooid25.html
Gekooid26.html
Gekooid27.html
Gekooid28.html
Gekooid29.html
Gekooid30.html
Gekooid31.html
Gekooid32.html
Gekooid33.html
Gekooid34.html
Gekooid35.html
Gekooid36.html
Gekooid37.html
Gekooid38.html
Gekooid39.html
Gekooid40.html
Gekooid41.html
Gekooid42.html
Gekooid43.html
Gekooid44.html
Gekooid45.html
Gekooid46.html
Gekooid47.html
Gekooid48.html
Gekooid49.html
Gekooid50.html
Gekooid51.html
Gekooid52.html
Gekooid53.html
Gekooid54.html
Gekooid55.html
Gekooid56.html
Gekooid57.html
Gekooid58.html
Gekooid59.html
Gekooid60.html
Gekooid61.html
Gekooid62.html
Gekooid63.html
Gekooid64.html
Gekooid65.html
Gekooid66.html
Gekooid67.html
Gekooid68.html
Gekooid69.html
Gekooid70.html
Gekooid71.html
Gekooid72.html
Gekooid73.html
Gekooid74.html
Gekooid75.html
Gekooid76.html
Gekooid77.html
Gekooid78.html
Gekooid79.html
Gekooid80.html
Gekooid81.html
Gekooid82.html
Gekooid83.html
Gekooid84.html
Gekooid85.html
Gekooid86.html
Gekooid87.html
Gekooid88.html
Gekooid89.html
Gekooid90.html
Gekooid91.html
Gekooid92.html
Gekooid93.html
Gekooid94.html
Gekooid95.html
Gekooid96.html
Gekooid97.html
Gekooid98.html
Gekooid99.html
Gekooid100.html
Gekooid101.html
Gekooid102.html
Gekooid103.html
Gekooid104.html
Gekooid105.html
Gekooid106.html
Gekooid107.html
Gekooid108.html
Gekooid109.html
Gekooid110.html
Gekooid111.html
Gekooid112.html
Gekooid113.html
Gekooid114.html
Gekooid115.html
Gekooid116.html
Gekooid117.html
Gekooid118.html
Gekooid119.html
Gekooid120.html
Gekooid121.html
Gekooid122.html
Gekooid123.html
Gekooid124.html
Gekooid125.html
Gekooid126.html
Gekooid127.html
Gekooid128.html
Gekooid129.html
Gekooid130.html
Gekooid131.html
Gekooid132.html
Gekooid133.html
Gekooid134.html
Gekooid135.html
Gekooid136.html
Gekooid137.html
Gekooid138.html
Gekooid139.html
Gekooid140.html
Gekooid141.html
Gekooid142.html