Hoofdstuk 6. Tussen halte 5 en 6

Ik haat mijn job. En ik haat mijn baas. Ik haat mijn baas meer dan mijn job en ik haat mijn job omdat ik mijn baas haat. Zij is de meest onnozele trut waar ik ooit mee heb moeten werken. Wat mij betreft is één van ons te veel op deze wereld en als je het mij vraagt is zij dat. Een compleet gefrustreerd wijf is het. Niemand wil haar in de buurt en ze is het mikpunt van allerlei spotterijen en grappen. Miranda Priestly mag dan de duivel in Prada zijn, mijn baas Celeste is de duivel zonder enige vorm van stijl. Ze kan amper een zin foutloos uitspreken en werkwoorden vervoegen is ook niet haar sterkste kant. Ze draagt constant veel te diep uitgesneden bloesjes waardoor haar opgepompte borsten bijna smeken om er een naald in te steken zodat ze als een ballon zouden rondvliegen en afgaan. Kon dat maar! Haar billen zijn bijna leeggezogen en haar ogen hebben steeds dezelfde uitdrukking: geen. Volgens mij heeft ze al een drukke morgen achter de rug voordat ze op kantoor arriveert. Eerst een plan opstellen wie het pestslachtoffer van de dag wordt, dan een plan van aanpak opmaken om uiteindelijk, gewapend met een stevige dosis onzin en pesterijachtige humor, haar hoerachtige outfit in te tuimelen en zich op sluiptocht te begeven. Lachen doet ze al jaren niet meer want haar kaken zijn net iets te strak opgetrokken en de naden achter haar oren zouden kunnen scheuren. Dus maakt ze alleen een ontzettend schel keelgeluid dat nog harder door je lijf dringt dan een krassend stuk krijt op het schoolbord. Ik vermoed ook dat ze haar grote schaamlippen heeft laten bijknippen of misschien heeft ze haar binnenste schaamlippen laten verkleinen, want ze loopt soms zo raar dat het net lijkt of er kokosnoten tussen haar benen hangen. Je moet het maar getroffen hebben met je baas. En het ergste is dat jij als miezerig werknemertje haar doelstellingen moet verwezenlijken. Zij gaat lopen met mijn pluimen en daar krijg ik stilaan meer dan genoeg van. Er woedt al enkele weken een koude oorlog tussen ons en ik besef maar al te goed dat ik wel enkele veldslagen kan winnen, maar de oorlog uiteindelijk zal gewonnen worden door haar. Omdat ze van hogerhand beschermd wordt. Ik ben mij goed bewust van de spelregels en de oneerlijke positie van beide spelers, maar ik heb het karakter niet om zomaar haar pesterijen te pikken. Ik behandel mensen zoals ze mij behandelen, zo simpel is het.
Oorspronkelijk deed ik mijn job heel graag, maar de inhoud van mijn taken wordt door mijn baas Celeste zo verwrongen en 180 graden verdraaid geïnterpreteerd dat er nog maar weinig overblijft van mijn leuke baan. Ik maak leerboekjes voor het lager onderwijs en dat is op zich best fijn om te doen. Alleen niet met Celeste erbij.

“Lilly, morgen is er vergadering met onderwijzersbond. Jij komt ook, n’est-ce pas? Misschien kan jij nu verslag opmaken van discussie en dan morgen in vergadering aanpassen.”
Geen idee wat mij hier opgedragen wordt.
“Lilly, jij nooit komen met auto naar rendez-vous. Waarom niet? Kan jij niet autorijden? Heb je geen auto? Waarom kom jij niet met auto?”
“Ik heb een rijbewijs en een auto, maar geen bedrijfswagen waar ik het hele land mee kan doorkruisen zoals jij. Het bedrijf verzekert mij niet als ik een ongeval krijg onderweg, dus ben ik ook niet bereid het risico te nemen. Ik neem de trein, voila!”
“Lilly, waarom jij altijd zo kort tegen mij? Ik doe lief tegen jij en jij niet tegen mij. Ik begrijp niet.”
“Ik begrijp ook niet waarom jij lief doet tegen mij.” “Ha, oui, evidemment! Ik denk jij iets tegen mij hebt. Ik ben blond maar niet dom. Ik weet ook wat iedereen denkt over mij. Ook de mensen die nooit niks niet zeggen, ik weet toch wat die denkt. Je sais tout Lilly, vergeet niet! Moi, je sais TOUT!”
Op dat moment kijkt ze me arrogant aan en ze werpt haar overgeblondeerde haren vol overgave naar achteren. Ze trekt haar neus op alsof ze vieze poep ruikt, draait zich met een kwartzwaai om en op haar rood gelakte schoentjes tippelt ze over de gang naar de wc om haar gezicht weer in de juiste vorm te gaan trekken. Oh, had ze op dat moment toch maar een Pradapakje aan, dan was er tenminste nog iets stijlvol aan haar geweest!

Weet je wat mij een ontzettend leuke job lijkt? Dat van achtergrondzangeresje. Ja, dat lijkt mij echt het einde! Mee gaan toeren met een artiest, de hele wereld zien en een sterrenstatus beleven zonder beroemd te zijn. Je hoeft alleen maar af en toe wat zinnetjes mee te zingen en met je kont te schudden, wat danspasjes uit te voeren en je wordt er nog goed voor betaald ook. Je mag slapen in de sjiekste hotels, eten in de beste restaurants en niemand op straat die je kent of herkent. Elke avond plezier op het podium en uit de bol gaan met enkele tienduizenden fans. ’s Morgens uitslapen, beetje oefenen overdag en ‘s avonds weer volop ambiance in een nokvolle zaal. Champagne drinken alsof het fruitsap is, drie keer per avond van outfit veranderen en de hele tijd naar de kont kunnen kijken van de artiest die voor je staat te performen. Ik zou kiezen voor Gabriel Rios, of Bryan Adams. Misschien Bruce Springsteen maar die heeft zijn eigen vrouw in het achtergrondkoortje gezet en dat is niet zo leuk. Sting wil ik ook wel doen, of Lenny Kravitz. Waarom ben ik dat eigenlijk nooit geworden? Okee, ik kan niet zingen, maar is dat echt nodig als je op de achtergrond staat? Er zijn zoveel zangers die niet kunnen zingen en die zelfs op de voorgrond staan! Dus what’s the big deal? Gewoon doen alsof en blijven lachen met je tanden bloot.

Goh, ik herinner me plots dat ik vanavond naar de tandarts moet. Daar kijk ik nu niet bepaald naar uit! Mijn tandarts is zo snel dat je voor je het weet weer buiten staat en juist daarom ga ik bij hem. Hij heeft een ontzettend Antwerps accent en zijn stem klinkt een beetje verwijfd. Als ik bij hem binnenkom zit ik twee seconden later al in de stoel en tien seconden later zit hij al in mijn mond. Hij is heel snel. Mijn tanden zijn goed en dus hoef ik meestal maar een nazicht en wat ontkalken. Het scenario is dan ook meestal identiek.
“Hallo Lilly, alles goed? Zet je maar onmiddellijk in de stoel!”
“Ja, alles gwwaaoooeeeeeddd…” Nog voor ik kan antwoorden op zijn blijkbaar retorische vraagstelling zit hij al met spiegel en vingers te friemelen in mijn mond. “Mmmmm….okeeeee…..mmmmm….dat ziet er op het eerste zicht goed uit…”
Ik probeer te beamen: “oweeee”
Hij brengt de lamp dichter bij mijn gezicht en ik doe van schrik mijn ogen dicht. Wat is dat licht fel zeg! “Okee Lilly, ik zal wat ontkalken.”
“Ja. Dat…”
Daar zit het ontkalkingsding al in mijn mond! Het speeksel loopt langs mijn mondhoeken naar beneden. Ik proef allemaal stukjes in mijn keel, net zand. Ik probeer tijdig te slikken maar één of andere slang is mij steeds te snel af. De tandarts krabt met iets tusen mijn tanden en ploetert volle bak verder met slangen en zuigdingen. Wat een hels lawaai allemaal!
“Mond meer naar mij draaien! Okee, nu iets verder open doen!”
Mijn tandarts is de enige man op de hele wereld die zo tegen mij mag praten. En dan nog omdat ik gewoon niet bij machte ben om hem van repliek te dienen. Ik zit daar letterlijk en figuurlijk met mijn mond vol tanden en dat is niet de ideale conversatiehouding.
“Zo, klaar! Spoel maar.”
Oef, ik heb het weer overleefd. Ik spoel snel mijn mond want de tandarts zit al aan zijn bureau de rekening te schrijven. Ik wrijf mijn lippen schoon met mijn zakdoek en sta op uit de stoel. Terwijl ik nog een beetje aan het bekomen ben hoor ik al zijn stem door het lokaal galmen: “24 euro a.u.b.”
Ik neem snel mijn handtas, neem 25 euro uit mijn portemonnee en leg het op zijn bureau. Hij heeft al één euro wisselgeld teruggelegd en staat al op om de deur open te houden. Ik ben zo gestresseerd van deze reeks zeer korte handelingen dat ik met trillende handen de euro maar voorlopig opberg in mijn jaszak en nog steeds half bij mijn bewustzijn stap ik heel zelfzeker naar buiten. Niemand die aan me kan zien dat ik net in een paar minuten tijd mijn hele gebit heb laten reinigen! Ik hou me flink en stoer, lach naar de tandarts en beloof naar goede gewoonte terug te komen over zes maanden. Enkele seconden later sta ik weer op straat. Ik adem eens diep in en uit en doe rustig mijn jas aan want daar kreeg ik binnen uiteraard geen tijd voor. Zo, ik kan er weer tegen voor het volgende halve jaar! En goed gemutst stap ik dan mijn auto weer in. De korte pijn is inderdaad de beste. Of toch de minst erge. Naar de tandarts gaan is nooit een pretje en dan kan je maar beter weer zo snel mogelijk vertrokken zijn. Dus wat dat betreft, heb ik de beste tandarts van iedereen!

Mijn tandarts is niet de enige rare kwiet die ik ken. Mijn beste vriendin is pas een complete ramp. Zij is mijn beste vriendin omdat ik me een kriek lach met haar. Ze is een levende ongeluksvogel en als er wat kan misgaan, dan zal het bij haar ongetwijfeld ook echt helemaal mislopen. In een zaal met honderd stoelen gaat zij uitgerekend op die ene kapotte stoel zitten. Wanneer ze uit de auto wil stappen vergeet ze af en toe wel eerst haar
veiligheidsgordel los te maken waardoor ze met een terugslag van vijftig kilometer per uur weer in de passagiersstoel belandt. Ze daagt op bij verkeerde bruiloften en heeft pas na enkele uren gezellig gekeuveld te hebben met bruid en bruidegom door dat ze die mensen eigenlijk helemaal niet kent. Ze neemt op vakantie wel eens de reiskoffer van iemand anders mee naar haar hotel om pas twee dagen later te ontdekken dat die onderbroeken haar toch niet zo goed zitten. Het waren onderbroeken voor mannen. Ze trapt in haar haast op de veegborstel zodat de houten steel in haar oog terechtkomt en dat een mooie blauwe kleur geeft. Ja, Manon is meer dan prettig gestoord en daarom is ze mijn beste vriendin. Ze geeft alle kleur aan mijn leven met haar verhalen en ze is het beste dat je kan overkomen om je relativeringsvermogen te vergroten. Je eigen problemen lijken zo bespottelijk stom als je alle avonturen en mislukkingen van Manon aanhoort. Sommige mensen zijn echte pechvogels en tot op heden heb ik nog steeds geen idee waarom Manon haar lot zo bepaald is. Ze is een heel leuke vrouw die altijd lacht en altijd bereid is om lol te gaan trappen. Manon heeft echter heel weinig zelfvertrouwen en daarom misschien dat ze altijd zoveel pech heeft. Ze probeert te hard om iets goed te doen en dan loopt het toch steeds weer fout. Haar ogen werken al enkele jaren niet meer zo goed en in de plaats van een bril te dragen blijft ze maar uren turen om kleine letters te kunnen lezen. Daardoor vergist ze zich wel eens in de juiste tijd op haar horloge en komt ze zonder het zelf te beseffen een uur te laat op een afspraak. Als het gesneeuwd heeft blijft ze maar beter binnen want één stap kan al te veel zijn. Autorijden heeft ze gelukkig nooit geleerd, het zou de andere weggebruikers anders gauw fataal worden. Op fietstochten heeft ze net op het verste punt een lekke band en iemand bellen is geen optie want haar mobiel is niet opgeladen. Ze kan liegen als de pest maar dat doet ze alleen omdat ze denkt dat een eerlijk antwoord je zou kwetsen. Overdag ligt ze onbeschermd uren in de hete zon en ’s nachts wrijft ze zich in met zonnemelk omdat volgens haar de maan ook je huid verbrandt want die “schijnt” immers toch ook. Regelmatig zit ze op een verkeerde trein en als ze wel op de juiste zit, valt ze in slaap zodat ze haar afstapplaats voorbijrijdt. De lift zal net blijven hangen als zij erin zit en een loslopende hond plast zonder schroom tegen háár benen. Ze geeft de meest ongeneerde antwoorden op vragen waardoor mensen zich vaak in haar buurt wat ongemakkelijk voelen. Ze heeft de mooiste krullen die je je maar kan indenken en elke avond doet ze honderd speldjes in haar haar om “het plat te drukken”. Als de verwarming stuk is belt ze per vergissing de tuinman wakker en meer dan eens heeft ze de deur dicht getrokken met haar sleutels nog op de binnenkant. Ze heeft eens haar neus gebroken door tegen een glazen deur te lopen waarvan ze dacht dat die openstond en haar hand ernstig verbrand omdat ze vergeten was dat olie in de frituurpan heet is. De ene keer dat ze ooit paard heeft gereden sloeg het paard op hol en draafde met haar door struiken en bomen. Haar gezicht en armen stonden vol schrammen en haar haar hing vol bladeren en stuifmeel.
Manon geeft net dat beetje meer aan je leven. Als je vindt dat het leven te veel routine is geworden en je hebt wat behoefte aan afwisseling en onverwachte wendingen dan moet je bij Manon zijn. Ze is veertig jaar en woont bij haar vader in. Dat heeft twee redenen. Financieel omdat ze niet veel verdient en bovendien kan ze zo ook voor haar ouder wordende vader zorgen. Maar ik denk dat het eerder omgekeerd is. Vader wil voor zijn dochter zorgen want zonder zijn toezicht zou het hek helemaal van de dam zijn. Af en toe kan hij nog eens kleine rampen vermijden. En ook grote. God beware Manon als haar vader er later niet meer zal zijn. Hoe moet het met haar verder als er niemand meer is om over haar te waken? Wat moet er dan met Manon en haar geld gebeuren? Ik mag er niet aan denken!

Geld en daarom ook cijfers zijn ook niet echt mijn ding. Ik moet heel veel moeite doen om correct uit mijn hoofd te rekenen en zelfs van het wisselgeld in de supermarkt raak ik danig in de war. Ik tel alles drie keer na en dan nog ben ik niet helemaal zeker dat het goed is. Cijfers met komma’s zijn helemaal een ramp en getallen met meer dan zes cijfers ook. Boekhouding heb ik nooit begrepen, hoeveel bijles ik daar ook voor kreeg. Zelfs nu heb ik geen idee waarom een balans in evenwicht moet zijn. Actief en passief moeten evenveel bedragen, hoe kan dat nu? Ik begrijp er echt geen snars van. Bij termen als jaarrekeningen en journaalposten gaat mijn haar rechtop staan. Boekhouden lijkt mij dan ook een typisch beroep voor nerds en mensen zonder een greintje plezier in hun leven.
Het enige wat mij wel kan boeien is mijn bankrekening. Daarop houd ik alles nauwlettend in de gaten en dat lukt me vrij goed. Er gaat niks in min zonder mijn toestemming en al wat in plus komt verwacht ik ook. Ik weet perfect wat mijn kosten per maand zijn en ook mijn inkomsten. Maar de balans is bij mij nooit in evenwicht, ik heb meestal wel wat over in plus. Anders doe je het volgens mij helemaal niet goed!
Iedereen zegt dat geld niet belangrijk is maar dat vind ik wel. Geld is heel belangrijk omdat het je vrijheid geeft en toelaat dingen te doen die je anders niet zou kunnen. Geld maakt je onafhankelijk en dat is een goede zaak. Dus al die bullshit over geld hoef ik niet te horen. Als geld dan toch zo onbelangrijk is, waarom spelen dan zoveel mensen met de lotto? Waarom is het constant een onderwerp van huishoudelijke ruzies? Het valt me ook op dat het meestal de rijke mensen zijn die beweren dat geld niet gelukkig maakt. Het is natuurlijk wel gemakkelijk praten als je er zelf in zwemt om zoiets te beweren. Ik heb dat nog nooit een arme landloper horen verkondigen. Ik kan begrijpen dat je plots genoeg krijgt van iets dat je te veel hebt. Als ik elke dag in een winkel kaas zou verkopen, hoef ik ’s avonds op mijn boterham ook geen kaas meer. Als ik kinesiste was zou ik ook geen zin meer hebben om in het weekend mijn man te masseren en te veel wijn drinken doet mij ook snakken naar liters water. Dus ja, als je rijk bent, kan het misschien wel zijn dat je op een gegeven moment gewoon genoeg hebt van je geld. Ik heb geen idee hoe dat moet voelen, maar ik zou er wel kunnen inkomen. Wat moet je dan in zo een geval? Je geld aan goede doelen schenken? Geld uitgeven zonder scrupules? Geld uitdelen aan minder gefortuneerden? Moeilijke keuze.

Collega’s van mij staan regelmatig in het rood op het einde van de maand en ik begrijp niet hoe dat kan. Hun balans klopt volgens mij ook niet echt. Hoe slaag je erin om meer geld uit te geven dan je binnen krijgt? Dat is mij nog nooit overkomen. Al een paar dagen voor de uitbetaling van het loon staan ze bij de personeelsdienst om te vragen wanneer het loon op de rekening zal staan. Er staat dan nog 10 euro op de bank en – ojeee- ze moeten nog tanken. Blijkt dat vriendinnen naar de film gaan dus gaan ze mee, ook weer 10 euro. Daarna wordt er nog wat gedronken en iets gegeten, weer 20 euro. Mmmm, uitgaan of tanken? Moeilijke keuze.
Zien ze net nu een heel mooi truitje in de etalage liggen. Mmmm, truitje of uitgaan of tanken? Moeilijke keuze. Oh neen, de telefoonrekening is binnen. Weer 100 euro. Mmmm, dat betalen ze dan wel een paar dagen te laat. Ohhh, blijken ze nog een afspraak met de manicure te hebben. Mmmm, manicure of truitje of uitgaan of tanken? Moeilijke keuze.
Voor hen dan. Ik vind het heel simpel, ga gewoon tanken want zonder benzine geraak je niet tot bij de film of de manicure! Andere opties vallen bij wijze van praktische onuitvoerbaarheid al snel af. Waarom is dat zo moeilijk? Het is toch zo klaar als een klontje?

Ik begrijp ook niks van statistieken en cijfermatige voorspellingen. Onlangs stond in de krant dat tegen 2015 er nog “amper” tweehonderd verkeersdoden zullen vallen. Hoe weet men dat? Hoe in hemelsnaam kan men dat als een vaststaand feit vooropstellen? Leg me dat maar es haarfijn uit. Hoe bereken je dat er over zeven jaar dat aantal mensen zullen sterven in het verkeer? Dat is toch pure waanzin!
Ook bevindingen uit enquêtes zijn volgens mij lulkoek. Je krijgt een hele reeks resultaten in percentage uitgedrukt alsof het een wetenschappelijk bewezen feit is. Zoveel procent vindt dit, zoveel procent vindt dat, zoveel procent doet dit en zoveel procent doet dat. Alsof ze het warme water hebben uitgevonden. En wat blijkt dan op het einde van het verhaal? Dat ze al die vaststellingen hebben gedaan na een rondvraag bij zesduizend mensen. Zesduizend!!!! Er zijn dus nog negen miljoenm negenhonderdvierenegentigduizend anderen waar ze niets aan gevraagd hebben! Als ze aan iedereen iets hadden gevraagd, zouden die cijfers misschien wel heel anders liggen. Dus wat is de bedoeling? Te bewijzen dat zesduizend mensen het beter weten dan een hele bevolking? Daar heb ik serieus mijn twijfels bij. En het rare is dat ik nog nooit bij zo een enquête ben uitgenodigd. Je zou toch denken met al die onderzoeken dat het je wel eens één keer overkomt dat ze je uitnodigen, maar neen. Hoe kiezen ze die mensen dan? Of zijn het altijd dezelfde die ze vragen? Volgens mij is het allemaal opgezet spel. Ik heb er alvast weinig vertrouwen in, omdat ik niet begrijp hoe ze aan die cijfers komen. Ik ben heel wantrouwig tegenover cijfers. Cijfers kunnen je brein aardig in de war brengen. Cijfers kunnen een heel vertekend beeld van iets geven. Cijfers zijn één van de onbetrouwbaarste gegevens op aarde. Je kan met cijfers echt alles bewijzen! Als ik stel dat het geld op mijn rekening met honderd procent is gestegen, lijkt het een heel goede zaak. Maar uiteindelijk is dat geld gestegen van 1 euro naar 2 euro…en dat geeft al een heel ander beeld!
En dat is nu net my point!