HOOFDSTUK 4

 

 

 

De rest van de dag vloog om en Elissa had het best naar haar zin. Ondertussen bleef ze nadenken over het gebeurde. Wat kon er toch met die brief van Rupert gebeurd zijn? Zou hij zoekgeraakt zijn bij de post?

Als alles volgens plan was verlopen, had dit een lange, betaalde vakantie voor haar kunnen worden. In plaats daarvan zat ze nu met de zorg voor een groot huis en moest ze koken voor een stel mensen, van wie ze de smaak niet kende. Een van hen was bovendien tante Claudia.

De kinderen gingen met Logan mee om een karweitje op de farm te doen en Claudia was druk bezig in de leskamer. Logan had van alles klaargelegd: aardappels, wortels, bieten en een verse kool. Verder een pot met ingemaakte abrikozen. Daarbij zou ze vla koken, waarschijnlijk vonden de kinderen dat lekker. Ze haalde een paar eieren uit de kelder en begon het wit ervan in een kom te kloppen tot het stijf werd. Wat een prachtige eieren hadden ze hier, natuurlijk liepen de kippen hier vrij rond.

Het kostte haar veel tijd om zoveel aardappels te schillen. Eigenlijk zou ze de koteletten willen bakken, maar ze wist niet of dat ging op het fornuis. Doordat ze zo druk bezig was, was ze vergeten daar kolen op te doen. Op dat moment kwam tante Claudia binnen.

‘Waarom probeer je het elektrische fornuis niet?’ vroeg ze.

Elissa zei weifelend: ‘Dat ding ziet er al even gecompliceerd uit als een computer. We kookten thuis op gas.’

Opgewekt vertelde Claudia: ‘Deze is nog erg nieuw, maar gelukkig heeft een vriendin van me in Dunedin er net zo één. Als je die knop van de grill indrukt, geeft hij alleen bovenwarmte.’ Ze deed de koteletten in een pan. ‘Zet ze helemaal bovenin, je kunt ze er acht minuten voor elke kant in laten. De ovendeur moet open blijven.’ ‘Open?’ Elissa begreep er niets van.

‘Ja, want hij schakelt uit als de temperatuur, die jij hebt ingesteld, bereikt is en met de deur open blijft hij aan. Het valt niet mee om in een vreemde keuken te werken, vind je niet?’

Elissa was dankbaar voor Claudia’s houding. ‘Alle vrouwen raken in de war, als ze een nieuwe manier van koken moeten leren,’ zei deze, ‘zelfs een oude rot in het vak als ik. Je hoeft niet bang te zijn mij iets te vragen hoor. Ik mag je wel, je bent niet voor een kleintje vervaard. De meeste meisjes waren weggelopen, ze hadden de boel in de steek gelaten na wat er vanmorgen gebeurd is. Ik moet zeggen dat ik genoot toen ik vanmorgen zag hoe jij die dame aanpakte, die het zo hoog in haar hoofd heeft. Je hebt je prima gehouden, eerst was je de bescheiden vreemde gast en toen ging je Logan ineens verdedigen. Dat vond ik leuk.’

Elissa lachte. ‘Dank u wel, Mrs. Robertson. Ik schrok er achteraf van dat ik me zo in de strijd had gegooid. Het was echt gemeen hem te verdenken, dat was gewoon onbegrijpelijk.’ Ze zweeg even. ‘Maar nu we het er toch over hebben: Logan dacht dat u hem ook niet geloofde. Dat vond hij nog erger dan de houding van Stacey, vreemd genoeg. U zei dat hij het verdiende dat Stacy hem beschuldigde. Ik begrijp er niets van.’

Claudia Robertson begon te lachen. ‘Ik ben vreselijk, hè? Maar ik was doodsbenauwd dat ze hem toch zou geloven en als er twee mensen zijn die niet bij elkaar passen, zijn zij het wel.’

Claudia keek Elissa aan. De uitdrukking op Elissa’s gezicht veranderde voortdurend. ‘Vooruit, wat wilde je zeggen?’ drong Claudia aan. ‘Het is niet goed je gevoelens op te kroppen.’

‘Hoe bedoelt u?’

‘Je moet zeggen: ik ben het volkomen met u eens. Wees maar eerlijk.’

Elissa barstte in lachen uit. ‘Dat klopt, zo dacht ik er inderdaad over. Nu ja, we kunnen haar niet beoordelen naar zo’n ongelukkige gebeurtenis als vanmorgen, dat is gewoon niet eerlijk.’

‘Dat doen we ook niet. We beoordelen haar naar haar gebrek aan vertrouwen in Logan, toen hij alles uitlegde. Bovendien is mijn oordeel gebaseerd op de ervaring van een heel jaar.’

‘Maar... maar u wilde beslist dat zij hier het huishouden kwam doen, terwijl u de kinderen lesgeeft. Ik begrijp natuurlijk dat u niet alles alleen kunt doen, maar als u zo’n hekel aan haar hebt, dan ..

‘Onzin. Ik had het best aangekund. Ik ben gouvernante geweest op een paar zeer afgelegen schapenfarms in Canterbury, helemaal in de bergen, veel eenzamer dan hier. Ik ben pas na mijn veertigste getrouwd, dus ik heb dat jarenlang gedaan. De moeders op zo’n farm gingen vaak naar de kust om hun babies te krijgen en dan bleven ze zes of acht weken weg. In die tijd deed ik het huishouden en zorgde ik voor de kinderen en de schaapherders. Ik vond dat het tijd werd voor die domme Logan om zijn geliefde eens in die omstandigheden mee te maken. Zoiets haalt het slechtste of het beste uit de mensen naar voren. En ik ben blij dat Alicia en Nicol naar Australië zijn gegaan. Zij deden zo hun best om zich er niet mee te bemoeien.’

Elissa keek nadenkend. ‘Dat is misschien toch beter?’

‘Ja, natuurlijk, maar als ik me ermee bemoei, is het iets anders. Ik sta er een beetje buiten en ze denken van: dat is die bazige oude tante Claudia, die een beetje zonderling is. Die types komen in iedere familie voor en dus laten ze mij maar praten.’

Er kwam een lachje om Elissa’s mond. ‘Daar geloof ik niets van. Ik denk niet dat Logans zuster haar dierbare kinderen bij u zou achterlaten, als ze zo over u dacht. Ze vertrouwt u in elk geval, net als ik zou doen.’

Elissa was verbaasd toen ze zichzelf zo hoorde praten. Dat kwam door de uitwerking die Claudia op de mensen had. Het was de onderwijzeres in haar. Ze zag in haar de autoriteit en het wijze oordeel. Je was een beetje bang voor haar, maar toch gaf ze je ook een gevoel van zekerheid. Dat wist Sue natuurlijk ook.

Claudia voelde zich niet helemaal op haar gemak, ze stond op en zei opgewekt: ‘Kom, ik zal de tafel even dekken, terwijl jij die koteletten braadt en de andere groenten kookt. Ik zal de kool wel voor je kleinsnijden.’

Ze schenen het eten allemaal lekker te vinden en Elissa had voor het eerst het gevoel dat ze zich kon ontspannen. Haar ogen dwaalden telkens af naar het raam in de hoek, waar je de zon kon zien ondergaan. Claudia zei: ‘Je hebt erg lekker voor ons gekookt, Elissa. Ik ga afwassen, Elizabeth en Isabel kunnen afdrogen en Rennie bergt de schalen op. Elissa moet naar buiten gaan, dan kan ze de zon zien ondergaan boven het meer. Dat is de moeite waard. Neem haar mee naar het terras, Logan. We drinken later wel koffie.’

Logan grinnikte. ‘Ik gehoorzaam tante Claudia altijd. Dat is verreweg het verstandigste.’

Elissa keek naar hem op terwijl ze naar buiten stapten. ‘Zelfs als het je tegen de hare instrijkt?’

Hij gaf haar een knipoog. ‘Dacht je heus dat ik een meisje als jou de zonsondergang niet wilde laten zien?’

Ze keek heel ernstig. ‘Nee, zo bedoel ik het niet. Ik zat niet naar een komplimentje te vissen. Ik vroeg me echt af hoeveel invloed je oud-tante in de familie heeft.’

Dit keer keek hij niet zo vragend, ik verzeker je dat het niet in de eerste plaats als een kompliment bedoeld is. Ik was al van plan je de zonsondergang te laten zien, lang voor tante Claudia het voorstelde.’

‘O? Waarom deed je dat dan niet?’

Hij grinnikte, ik probeerde een manier te bedenken, waarbij de hele familie niet achter ons aan zou hollen. Maar tante Claudia houdt hen wel bezig.’

Dat negeerde ze. ‘En hoe zit het nu met de invloed van je tante op de familie?’

Hij dacht even na. ik weet het eigenlijk niet. Ze heeft vaak een heel helder oordeel over de dingen. Ze is niet autoritair of zo, maar we voelen dat ze van ons houdt en wij proberen instinktief het haar naar de zin te maken. Moeder zegt altijd dat als tante Claudia er niet geweest was, ze met de verkeerde man getrouwd zou zijn. Ik ben maar blij dat het zo gegaan is, ik kan me niemand anders als mijn vader voorstellen.’ Hij lachte, het klonk zo gek. ‘Elissa Montgomery, we zouden naar de zonsondergang gaan kijken, die verandert nu ieder moment en wij staan te kletsen over mijn tante.’

Ze hieven hun gezicht naar het westen en zwegen. De bergen kregen een roze-rode kleur.

Elissa zei dromerig: ‘Nu moet ik aan de andere kant van de wereld denken, aan Engeland, en de mensen daar. Victoria wordt misschien op dit moment wakker, rijdt dan naar een huis in Midhurst dat daar al vierhonderd jaar staat... of naar Porchester, naar een huis dat nog ouder is.’

‘Porchester? Bij Porchester Castle, waar Hendrik de Vijfde zijn troepen verzamelde voor de slag bij Agincourt?’

Verbaasd keek ze naar hem. ‘Ken je dat? Houd je van geschiedenis?’

‘Ja, ik ben dol op geschiedenis, en ik ben in Porchester geweest. Ik kom daar graag en tante Claudia ook. Ik heb drie jaar in Engeland gewerkt bij verschillende bedrijven, ook in Schotland en Wales. Ik had een soort beurs gewonnen voor veertien maanden, maar ik ben er anderhalf jaar gebleven. Tante Claudia en oom Dennis maakten in de tijd dat ik in Surrey op een farm zat, een reis in die buurt. Dennis was als jongen uit Hampshire gekomen, en daarom zijn ze in die buurt een tijdlang gebleven. Ik ken Haslemere ook. Ik herinner het me in het voorjaar, met de berken pas in blad en de bluebells eronder.’ ‘O, dan hoef ik geen heimwee te hebben, want hier zijn twee mensen, die de plaatsen kennen, waar ik van houd.’

‘Dacht je dat je heimwee zou krijgen, Elissa? Ik dacht dat jij door de jaren misschien juist naar hier zou verlangen ... dat je het graag terug wilde zien.’

‘Ja, dat is zo. Ik voelde me teleurgesteld dat oom Rupert niet hier zou zijn. Hij was voor mij een vader-figuur toen ik jong was. Maar hij heeft beloofd dat hij terugkomt voor ik vertrek. Het is geweldig om het allemaal weer te zien .. . dat halve uur toen ik achter de reiger aanliep, was zo idyllisch, tot ik in het water viel, alleen...’

‘Alleen wat?’

Ze lachte even. ‘Het is dom van me om te verwachten dat alles hetzelfde is gebleven. Hoe zou dat kunnen? Judy en Elspeth, mijn vriendinnetjes van vroeger, zijn nu getrouwd. Ze wonen hier niet meer en moeder is er ook niet. Zij had, geloof ik, nooit heimwee naar hier. Ik begrijp het niet. Ze sprak er haast nooit over, alleen over South Canterbury, waar zij en mijn vader een farm hebben gehad. Ik geloof dat de tijd, toen we hier woonden, erg verdrietig voor haar geweest is. En dus heb ik mijn verlangen opgepot... naar het meer en de bergen, de stilte en de vogelgeluiden. Ik hoopte dat de oude charme terug zou komen en dat gebeurde ook wel even, maar toen viel ik in het meer, in de modder en ik..stotterde ze.

‘En toen liep het allemaal mis? Maak jij je maar geen zorgen, Stacey komt niet terug. Het zal niet allemaal even leuk zijn, eindeloos veel werk in huis en elke dag koken. Als Gwyneth terugkomt, zul je meer tijd krijgen voor de binnenhuisarchitektuur.’

Elissa wilde antwoord geven, maar op dat moment kwam Rennie naar buiten hollen. ‘Oom Logie, Hew is aan de telefoon.’

Elissa volgde hem naar binnen en ze luisterden allemaal. ‘Goeie hemel... een tweeling? Dat had niemand verwacht? Welgefeliciteerd. Hoe is het met Gwyneth? En met de babies? Mooi, ja goed. Ze zal wel moe zijn, het heeft nogal lang geduurd. Hew, blijf jij nog een paar dagen daar. Tante Claudia is er. Als ik hulp nodig heb, vraag ik Gordon Samson of Olaf Haraldsen wel. Kan de zuster van Gwyneth komen om haar later te helpen met de tweeling? Mooi. Doe haar de groeten en feliciteer haar van me.’

De meisjes waren er opgewonden van. ‘Ieder een,’ zei Elizabeth. ‘We kunnen ieder voor een baby zorgen. Wat zijn het?’

‘Een jongen en een meisje en het gewicht is best goed voor een tweeling. Ze waren trouwens wat te vroeg. Wat gebeurt er veel vandaag... o, pas op, tante, Ben is ...’

Hij stak zijn armen uit en probeerde haar op te vangen zodat ze niet over de hond zou vallen, maar hij kreeg een halve fles melk over zijn hemd. De drie kinderen barstten in lachen uit, ze genoten van zo’n ongelukje, waar niemand hen de schuld van kon geven. Benjamin ging mooi zitten en begon als een gek te blaffen. Elissa lachte mee en ze hadden zo’n plezier met zijn allen dat de spanning van die dag van hen afviel.

Claudia had voorgesteld dat ze in de grote keuken zouden blijven zitten, in plaats van de kachel in de zitkamer aan te maken, en daarna zouden ze vroeg naar bed gaan.

Elissa vond het gezellig, met z’n allen om de grote tafel. Claudia was bezig de lessen voor de volgende dag voor te bereiden, Isabel knipte papieren poppen uit, Elizabeth tekende en Rennie zat met een papier voor zich. Elissa schreef een brief aan haar moeder en keek na een poosje op. Ze was verbaasd toen ze zag wat Rennie deed.

Logan lachte. ‘Rennie is dol op het invullen van formulieren.’ Rennie keek op en zei: ‘Het is erg interessant, Elissa. Ik heb al veertig verschillende aanvraagformulieren.’

‘Lieve help,’ zei Elissa, ‘hoe krijg je het voor elkaar?’

Rennie straalde. ‘Ik zal het je eens laten zien.’

Logan wierp haar een blik van verstandhouding toe en ging weer aan het werk met de boeken van de farm.

Eindelijk zei Rennie vriendelijk: ‘Nu zal ik maar ophouden, dan kunt u verder gaan met uw brief.’

Elissa zuchtte. ‘Ja, dat moet ik wel doen. Moeders hopen altijd dat ze regelmatig brieven krijgen, zodat ze weten wat hun kinderen aan het doen zijn.’ Het werd weer stil.

Plotseling klonk het stemmetje van Elizabeth: ‘Oom Logie,’ zei ze, ‘wat is sex?’

Elissa hoorde dat Logan slikte, maar hij deed zijn best. Hij zei rustig: ‘Luister, Bess, ik wil graag eerst dit afmaken. Zal ik het uitleggen, als ik jou en Isabel jullie verhaaltje voor het slapengaan vertel?’

Elizabeth zei: ‘Maar ik wil dit nu eerst afmaken.’ Elissa en Logan keken haar niet-begrijpend aan.

Claudia lachte even en zei: ‘Ze heeft zo’n formulier van Rennie te pakken. Wilde je weten wat sex is? Dat is gewoon of je een man of vrouw bent, of een moeder of vader, een jongen of meisje. Maar op zo’n formulier zet je gewoon mannelijk of vrouwelijk.’

Het was dus heel eenvoudig. Een vraag op een formulier! Elissa voelde dat ze moest lachen. Ze stond op en ging de keuken uit, ze liep door de gang tot ze buiten gehoorsafstand was. Ze liep naar de veranda, waar ze die nacht geslapen had, toen ze merkte dat Logan achter haar aankwam.

Ze draaide zich om, hij sloot de deur achter hen en samen barstten ze in lachen uit.

‘Die kinderen,’ zei Logan. ‘Wat zijn ze direkt en wat doen wij, volwassenen, toch ingewikkeld. Ik probeerde nog te bedenken wat ik haar zou vertellen en toen loste die lieve tante Claudia het zomaar op. Natuurlijk zijn Sue en Rol heel openhartig tegenover de kinderen, maar je kunt hun toch ook niet alles ineens vertellen.’

Elissa keek hem aan. ‘Jij zou het ook heel goed kunnen volgens mij, als je er zo met mij, een vreemde, over kunt praten.’

Hij wilde nog iets zeggen, maar zweeg. Zij ging verder: ‘Ik vond dat je dat erg goed bedacht, om er een verhaaltje voor het slapengaan van te maken. Op die manier kreeg zij niet het idee dat ze het niet had moeten vragen waar iedereen bij was. En je zei heel natuurlijk dat je eerst je werk af wilde maken, dat vond ik heel verstandig.’

Langzaam zei Logan MacCorquodale: ‘Het is fijn om zo door je geprezen te worden. Ik vind het erg moeilijk om ouders als Sue en Rol te vervangen, ik ben maar een vrijgezel. Maar jij verstaat de kunst iemand een hart onder de riem te steken. Nu heb ik weer het gevoel dat ik het aan kan.’

Elissa keek nieuwsgierig naar hem. ik vond je juist zo’n sterke figuur, ik kan me niet voorstellen dat je wel eens twijfelt.'

‘Vroeger niet, maar de laatste tijd voel ik me minder zeker van mezelf. Ik laat me teveel leven. Misschien heb ik niet genoeg ambitie.’

Ze begreep instinktief wie hem op dat idee had gebracht: Stacey. ik denk dat het ervan afhangt wat je graag wilt, als je ambitieus bent. Het is goed als de mensen een doel hebben, iets waarvoor ze kunnen werken. Zoals bijvoorbeeld een getrouwd stel dat samen hard werkt om geld genoeg te hebben voor de opvoeding van hun kinderen. Natuurlijk klopt er iets niet, als ze daarin te fanatiek zijn. Mijn moeder is een goed voorbeeld. Het was geweldig zoals ze ons heeft grootgebracht en voor ons heeft gewerkt tot ik ook ging verdienen. Ze was een uitstekende kracht bij de firma waar ze werkte en ze had het daar ver kunnen brengen.

‘Toen drong plotseling tot haar door dat die firma de belastingen oplichtte. Ze verlangden van haar alleen dat ze deed of ze niets zag. Dat wilde ze niet, ze is er weggegaan en heeft erbij gezegd waarom. Ze gaf een hoog salaris op en moest van voren af aan beginnen bij een firma, waar het wel netjes toeging. Haar baas en een kollega zeiden dat het stom was. Moeder vond het niet erg dat ze zelf met minder toe moest, maar ze trok het zich aan dat bepaalde plannen voor mij niet konden doorgaan. Ze is er tegen mij erg eerlijk over geweest. Ze zei gewoon dat ik zelf wat harder zou moeten werken en al kon ik dat toen niet direkt begrijpen, het zou toch goed voor mijn karakter zijn.’

Ze kon zijn gezicht niet meer zien, want het was donker geworden, maar er lag warmte in zijn stem toen hij zei: ‘Dat is het ook geweest.’ Elissa was blij met het kompliment, maar ze lachte toen even. ‘Wat zijn wij bezig elkaars ego op te krikken, hè? Hoe je zoiets kunt zeggen over zo’n stomme griet, die in het meer valt en haar autosleuteltjes verliest, snap ik niet. Maar hoe komt het dat we nooit iets over jou of je ouders gehoord hebben, toen we nog hier woonden? Ben je eigenlijk familie van Rupert Airlie?’

‘Ik had Rupert nooit ontmoet voor ik naar Engeland ging. Toen ik terugkwam, wilde ik weer werk op een farm gaan zoeken, maar ik ging eerst hierheen om eens te kijken waar mijn overgrootvader naar goud had gezocht. Nee, mijn over-overgrootvader. Daardoor kwam ik met Rupert in kontakt en hij ging met me mee. Toen we tien dagen samen hadden opgetrokken in de rimboe, waren we vrienden geworden, ondanks het verschil in leeftijd. Hij bood me werk aan, later kon ik bedrijfsleider bij hem worden. Hij is familieziek en hij nodigde ook mijn familieleden uit om in hun vakantie om de beurt te komen logeren.’

‘Jullie waren vrienden ondanks het feit dat zijn overgrootvader de jouwe zijn claim afhandig heeft gemaakt?’

‘Dat dachten ze alleen,’ verbeterde hij. ‘Stacey heeft een poosje bij de gemeente gewerkt en ze haalde een paar oude paperassen uit het archief. Volgens mij weet Rupert er niets van. En dat wil ik liever zo houden.’

Hij zweeg even en ging toen verder: ‘Rupert is erg aardig voor tante Claudia geweest, nadat haar man is overleden. Rupert is erg op haar gesteld, hij zegt dat ze hem herinnert aan iemand, van wie hij lang geleden veel gehouden heeft.’

‘Bedoelt hij zijn vrouw?’

‘Nee, dat denk ik niet. Er is een oude dame in Ludwigtown, die ik vaak ga opzoeken, de oude Trudi...’

Ze viel hem in de rede. ‘Trudi? Leeft zij nog? Wat enig, ik heb bij haar gewoond, toen ik nog op school zat. Maar wat wilde je zeggen?’ ‘Ik heb eens aan Trudi gevraagd hoe die vrouw van Rupert eigenlijk was. En toen zei ze: ‘O, dat was een keurig nette vrouw, ze was goed in het huishouden en handig in de tuin. Maar ze was vreselijk saai. Tegen Rupert was ze... ze was hem altijd aan het afkatten,’ aldus Trudi. En toen vertelde ze me dat Rupert later, toen zijn vrouw overleden was, een ander ontmoet heeft, bij wie hij veel beter leek te passen, maar zij wilde niet met hem trouwen.’

‘Wat jammer. Soms zou je de klok terug willen zetten en de mensen meer geluk geven.’

Hij lachte haar toe. ‘Ik begrijp wat je bedoelt, het is jammer.’ Er viel een stilte. Elissa zei luchtig: ‘Wat zijn we diepzinnig. Laten we naar binnen gaan.’

‘O, tante Claudia kan het wel aan. Deze toestand heeft jouw plannen natuurlijk in de war gestuurd. Je zou rond moeten lopen met een aantekenboek en potlood en allerlei stoffen en monsters van behangpapier om hier een droomhuis van te maken, maar in plaats daarvan doe je het huishouden. Ik zal proberen een meisje te krijgen, die je kan helpen. Maar nu kun je beter eerst nog even van de schoonheid om ons heen genieten.’

Ze keken naar het meer en de lichtjes van Ludwigtown. In de verte hoorden ze het geroep van vogels. ‘Is dat geen uil?’ vroeg Elissa.

‘Weet jij veel van de natuur, van vogels en zo?’

‘Ja, maar ik heb er nu geen tijd voor. Maak je niet ongerust, Logan, ik kan het werk hier best aan. En nu gaan we naar binnen.’ Eenmaal terug in de kamer kwamen de meisjes met een verzoek. ‘Het zou zo leuk zijn als jij ons in bad deed, Elissa. Dan kunnen we je van alles vragen ondertussen.’

‘Maar jullie zijn toch groot genoeg om zelf in bad te gaan,’ reageerde hun oom.

Isabel lachte. ‘Het gaat veel vlugger zo, oom. Dat zegt mammie ook ... en dan maken we veel minder rommel.’

‘Natuurlijk, daar heeft ze gelijk in,’ zei Elissa vrolijk voor Logan er weer tussen kon komen.

Rennie zei op een toegeeflijke toon: ‘Ik zal u niet ophouden, ik ga gewoon naar bed, om daar nog wat te lezen.’

Zijn oom trapte daar niet in. ‘Daar komt niets van in. Eerst moeten de modder en het mos van je knieën geschraapt. Neem dan maar een douche.’

Terwijl Elissa hen in bad deed, praatten de meisjes honderduit, vooral over de gebeurtenissen van die morgen.

Isabel zei: ‘Ze was natuurlijk jaloers op je, Elissa. Jij bent veel leuker om te zien.’

Elissa barstte in lachen uit. ik ben zo’n onhandig type, ik val altijd in een vijver of een meer en zo. Stacey is erg knap, maar niemand ziet er op zijn best uit, als hij... zo opgewonden is.’

‘Je bedoelt, als ze kwaad is,’ zei Isabel slim.

Elizabeth duwde een plastic eend door het water. ‘We vinden haar helemaal niet aardig. En mammie ook niet. Ik heb haar tegen pappa horen zeggen dat ze hoopte dat Logie haar door zou krijgen voor het ernst werd. Ze zei...’

Maar Elissa viel haar in de rede. ‘Ik wil er niets meer over horen. Je kunt nu eenmaal niet iedereen aardig vinden en je oom kent haar misschien beter. We moeten zijn gevoelens niet kwetsen.’

Maar Isabel mopperde: ‘Hij was niet bang om haar vanmorgen te kwetsen, als je hem zo hoorde. Ik denk dat hij haar door heeft gekregen. Ik zal dat morgen aan mammie schrijven.’

‘Nee, Isabel, je moet je moeder niet lastig vallen met zulke verhalen. Ze heeft het druk met het zoeken naar een huis in Cambridge. Zal ik er eens wat over vertellen? Als we opschieten, is er nog tijd voor en daarna komt oom Logan boven om jullie voor te lezen, als je in bed ligt.’

Terwijl Logan bij de kinderen was, hielp Elissa Claudia met opruimen. Ze hadden de koffie klaar, toen Logan bij hen kwam. Hij keek naar Elissa en zei: ‘Isabel en Bess zijn nog opgewonden omdat ze het zo gezellig met je gehad hebben.’

Claudia pakte een boek, Logan ging de krant van de vorige dag zitten lezen en Elissa ging naar haar kamer en kwam terug met een armvol boeken, die ze op de keukentafel liet vallen. Claudia keek op en zei: ‘Je hoeft de boeken van de kinderen niet uit te zoeken, hoor. Ga maar eens rustig zitten.’

‘Die zijn niet van hen. Het zijn mijn eigen oude kinderboeken. Ik ben blij te zien dat ze nog hier zijn, ik vond het zo erg dat moeder ze had achtergelaten. Ik moet eens kijken of die kinderversjes erbij zijn, dat was zo aardig. Ik heb Victoria beloofd dat ik het haar zou sturen voor haar stiefkinderen. Ik ...’ Ze zweeg, want Claudia staarde haar aan.

‘Jouw boeken, die nog hier zijn. Hoe bedoel je?’

Elissa vertelde: ‘Mijn moeder is hier gouvernante geweest, tien jaar geleden. Maar daarna zijn we naar Engeland vertrokken. ’

‘Ben jij...’ zei Claudia scherp. Even zweeg ze en toen ging ze snel verder: ‘Dus jij bent de dochter van de gouvernante?’

Het deed Elissa aan de reaktie van Bob Samson denken. Het leek erop dat ze haar moeder niet aardig hadden gevonden. Maar hoe was dat mogelijk?

‘Ja, de dochter van Meg Montgomery. O, daar is het boek, wat fijn.’

Ze voelde zich echter niet op haar gemak. Wist ze eigenlijk wel waarom haar moeder was weggegaan?