Hoofdstuk 1
Drie jaar later
'Haal je neus uit die rekeningen en verdwijn.'
Laura keek glimlachend op. Ze werd bestraffend aangestaard door Sam, een reus van een man met een verweerd gezicht, dat allesbehalve knap kon worden genoemd.
'We zijn nu al ruim een maand met de vangst bezig,' zei ze tegen hem. 'Als ik niet heel gauw die rekeningen openmaak, wordt straks de elektriciteit of de telefoon afgesloten.'
'Zowel het een als het ander zou een zegen zijn. Hoe het ook zij, je hebt vandaag genoeg gewerkt. Als jij niet zelf zo verstandig bent om na twaalf uur zwoegen de tent te sluiten, dan doe ik het wel.'
Laura stond met een zucht van haar bureaustoel op. 'Ik ga jou binnenkort toch eens ontslaan, Sam.'
'Ik blijf maar bidden dat je dat ook werkelijk doet, maar het blijft steeds uit.' Hij speelde met sleutels van het laboratorium, terwijl zij de jaloezieën neerliet. Zodra hij de deur achter hen beiden had afgesloten, wierp hij haar de sleutels toe.
'Niet dat je de uitnodiging hebt verdiend, maar je zou kunnen meeëten, als je wilt. Ik heb genoeg voor twee.'
Hij aarzelde. 'Wie kookt er, jij of Mattie?'
'Ik.'
Zonder iets te zeggen kroop hij achter het stuur van zijn vrachtwagentje en startte de motor.
Laura zette haar handen in de zij. De vorige keer toen ik heb gekookt, heb je het ook overleefd,' zei ze hem toe.
'Dat is zo. Ik voel er alleen niets voor om twee keer in één jaar het risico te lopen voedselvergiftiging te krijgen.'
Laura keek grinnikend toe terwijl hij wegreed. Daarna liet ze haar blik nog één keer over het laboratoriumterrein dwalen. Oktober was de piek van de parelvangst. De binnenplaats lag nu vol met attributen die daarvoor nodig waren - bootjes, visnetten, en niet bepaald fraai ogende manden. Manshoge bergen schelpen glansden in de namiddagzon. En overal hing een penetrante visgeur.
De binnenplaats zag er rommelig uit, maar ja, de parelvangst was ook een rommelige bezigheid. Perfectionistisch als ze was, keek Laura nog eens goed of alles in de staat verkeerde waarin het behoorde te verkeren, voordat ze naar het huis liep.
De aanblik van het klassieke huis met de witte pilaren werkte ontspannend. Bij de laatste rozen gonsden bijen. De veranda werd geflankeerd door kornoelje- en magnoliabomen.
Het huis en de grond eromheen waren nog lang niet in de staat waarin zij ze hebben wilde. De tuin was nog steeds verwilderd, en binnenshuis hadden diverse kamers dringend een likje verf nodig. Een nieuw dak was ook geen overbodige luxe, maar dat moest nog een jaartje worden uitgesteld. Dank zij de parelvangst van het vorige jaar had ze de buitenkant kunnen laten schilderen. Voor een snelle, volledige renovatie had ze echter geen geld. De brand, die acht jaar geleden het leven van haar ouders had geëist, had de gehele westelijke vleugel vernietigd. De rest van het huis had rookschade opgelopen. Het geld dat de verzekeringsmaatschappij haar had uitbetaald, was onvoldoende geweest voor een grondige restauratie. Bovendien was ze opgezadeld met enige forse zakelijke schulden van haar vader. Toch had ze het huis niet van de hand willen doen. Het was al generaties lang familiebezit. Die traditie wilde zij niet verbreken. Ze had zich vast voorgenomen het benodigde geld zelf te verdienen. Met hard werken zou haar dat op een zeker moment moeten lukken, had ze zich steeds voorgehouden.
Ook die dag had ze weer hard gewerkt, zo hard dat ze nog slechts aan één ding kon denken — een glas verkwikkende ijsthee.
Juist wilde ze de keuken betreden, toen ze opeens iemand zag bewegen. Ze bleef staan. 'Mattie! Wat doe jij hier nog?'
Het doorgroefde gelaat dat naar haar toe gedraaid was, had iets strengs. 'Ik ben al weg! Ik ben al weg! Ik probeer al twee uur lang hier weg te komen, maar die telefoon bleef maar rinkelen, en ik wist dat jij liever zou verhongeren dan zelf een warme maaltijd klaar te maken. Was je handen en ga zitten. Als de kip droog is, kun je alleen jezelf de schuld geven. Kijk eens op de klok. Het is bijna half acht!'
'Je had niet geweten dat ik zo laat was, als jij op de gewone tijd naar huis was gegaan,' wierp Laura tegen.
Mattie keek haar veelbetekenend aan. Veelbetekenende blikken hadden de afgelopen vier jaar een belangrijk onderdeel van hun verhouding uitgemaakt. Laura had haar oude buurvrouw na de dood van haar echtgenoot een parttime baan aangeboden. Dat was een grote vergissing geweest. Mattie was druk, verschrikkelijk nieuwsgierig, en ongelooflijk eigenwijs. Wat Laura van een andere werknemer of werkneemster nooit zou hebben geaccepteerd, accepteerde ze wel van Mattie. Haar buurvrouw had niemand. Zo simpel lag het.
Mattie gebaarde haar dat Laura moest gaan zitten. Vervolgens zette ze een groot bord met gebraden kip, aardappelpuree en boontjes op tafel. Vier dokwerkers zouden hun buik vol hebben kunnen eten aan de hoeveelheid die er op het bord lag.
'Dat ziet er goed uit,' zei Laura, nadat ze aan tafel plaats had genomen.
'Dat is het ook.'
Laura sneed grinnikend de sappige kippebout aan en liet haar blik even door de keuken dwalen. De keuken was een van de vertrekken in het huis die hoog nodig aan renovatie toe waren. De ingebouwde bakstenen oven was bijvoorbeeld ruim honderd jaar oud, en de verdere uitrusting was ook allesbehalve modern. Als ze geld had, zou ze al die zaken kunnen aanpakken...
'Mr. Rothburn heeft gebeld. Hij zei dat hij een bod had gekregen op die parels die jij hem had aangeboden.'
'Ik zal hem wel terugbellen, Mattie. Zeg, waarom eet jij niet mee? Er is wel genoeg voor tien man.' Mattie had haar schoudertasje al opgepakt. Laura wist echter dat ze naar een leeg huis ging.
'Ik heb vanavond nog te veel te doen. Had ik al tegen je gezegd dat er een kwarktaart in de koelkast staat? En, zoals ik al zei, er zijn verscheidene telefoontjes geweest. De ijzerwinkel heeft gebeld met de mededeling dat er een of ander onderdeel is aangekomen dat jij hebt besteld. Hank Shull vroeg of je nog wel erg had in de barbecue van aanstaande zondag. Anna Lee zei dat jij haar nog een lunch schuldig was...'
'Hmm.'
Mattie keek Laura bestraffend aan. 'Reageer niet zo laconiek. Sinds het begin van de zomer ben je het huis niet meer uil geweest.'
'Natuurlijk ben ik het huis wel uit geweest!'
'Ja, voor je werk.'
'Ik heb de hele winter nog voor mijn sociale contacten.'
'Ik weet dat jij er anders over denkt, maar neem nu maar van mij aan dat de zaak heus niet over de kop zal gaan als jij een paar uurtjes weg bent. Die Hank is een aardige vent. Er zijn vrouwen die gaan nadenken, wanneer ze tot het besef komen dat ze al zevenentwintig zijn.' Met het tasje aan haar schouder bungelend begon Mattie de gootsteen te laten vollopen met schuimend water.
'Krijgen we nu weer een preek? En zet die kraan uit, Mattie. Ik was zelf wel af.'
'Eet jij nu maar. Er is ook nog een telefoontje geweest van Nat Hemming. Dat is al de derde keer deze week.'
Laura fronste haar voorhoofd. 'Heeft hij ook gezegd waarom hij belde?'
'Nee. Hij heeft alleen gezegd dat hij nog wel eens zou bellen.'
Laura staarde een ogenblik in haar theeglas. Iedereen in de vallei associeerde parels met de namen Macklin en Hemming. Zij bewoog zich in geen van beide kringen, maar Nat Hemming was wel haar meest nabije buur.
Ze wist hoe hij eruitzag. Ze wist eveneens dat hij nauwelijks wist wat hij met zijn geld moest aanvangen en dat hij zijn geheimen op het gebied van parelkweek bewaarde met behulp van grote hekken en mensen van een bewakingsdienst. Geheimhouding was een eerste vereiste in de parelhandel. Het was van het grootste belang dat men zijn eigen technieken en methoden streng geheim hield, want er waren altijd wel kapers op de kust.
Haar eigen kweektechniek had onlangs een nieuw succes opgeleverd - een derde parelsnoer, dat Saul in New York voor een pittig bedrag had weten te verkopen. Zoiets was echter betrekkelijk. Voor de realisering van het soort parelkwekerij dat zij in haar hoofd had, was heel wat meer geld nodig dan de opbrengst van een enkel snoer. Zolang zij niet over het geld beschikte voor uitgebreide beveiligingsmaatregelen, zou niemand in heel Silverwater te weten komen dat zij experimenteerde met cultivéparels. Ook Nat Hemming wist er niets van. Daarom was zijn plotselinge belangstelling voor haar zo ongerijmd.
'Eten,' zei Mattie nors. 'Dat die ouwe sukkel heeft gebeld, is geen reden om van streek te raken.'
'Ik ben niet van streek. Ik ben me er alleen heel goed van bewust hoeveel invloed Hemming bij de bank heeft.'
'Hij is ook een rokkenjager, en dat op zijn leeftijd!' Sommige eigenschappen waren in Matties ogen bepalend voor het beeld dat zij van iemand had. Nadat ze de pannen had afgewassen, bleef Mattie, met de autosleuteltjes in haar hand, in de deuropening staan. 'O, dat zou ik bijna vergeten. Er heeft ook nog ene Mr. Langg opgebeld. Hij zei dat hij eerder in de stad was dan hij had gepland. Hij zou hier nu tegen negenen zijn.'
Laura hief met een ruk haar hoofd op. 'Wat zei je?'
'Mr. Langg heeft gezegd dat hij hier tegen negenen zou zijn.' herhaalde Mattie. Bij het zien van Laura's verblufte gelaatsuitdrukking trok ze haar wenkbrauwen op. 'Uit de manier waarop hij over jou praatte, maakte ik op dat jij hem kende en dat je wist dat hij zou opbellen.'
'Dat klopt ook. Bedankt, Mattie.'
Zodra Mattie was verdwenen, kon Laura bijna haar hart horen bonzen in het verder zo stille huis. Nat Hemming, gevoelens van vermoeidheid en geldzorgen waren in één klap naar de achtergrond gedrongen.
Ze keek op haar horloge, zag dat het al over achten was en stond op. Vijf minuten later stond ze onder de warme douche. Het anders zo ontspannende water wist haar steeds sneller wordende hartslag niet tot bedaren te brengen. Hij was er. Eindelijk zouden ze erachter komen of het voedingsrecept van zijn grootvader effect had.
Het had drie jaar gekost om Nicks recept te beproeven. Gedurende die periode had ze hem steeds gedetailleerd van haar vorderingen op de hoogte gehouden. Al die keren had hij gereageerd, meestal door middel van uiterst korte briefjes met mededelingen in de trant van 'goed zo' en 'ga zo door'.
Drie jaar geleden had ze nogal sceptisch op de man gereageerd. Ze was vooral bang geweest dat hij zich in hinderlijke mate met haar onderzoek zou bemoeien. Die angst was volkomen ongegrond gebleken. Hij had nooit aanmerkingen gemaakt, hij had haar nooit opdrachten gegeven en hij had haar nooit termijnen gesteld. Meer dan eens had ze de indruk gekregen dat hij dat rare project in dat kleine plaatsje in Tennessee het liefst zou vergeten. Uit zijn correspondentie leidde ze af dat hij een man van de wereld was. Zijn briefhoofd vermeldde dat hij een importfirma leidde, een bedrijf dat kantoren had in Tokio en San Francisco.
Zij was degene gewest die het initiatief tot hun laatste briefwisseling had genomen. Aanvankelijk had ze zich door zijn blinde vertrouwen in haar zowel gerustgesteld als geamuseerd gevoeld, maar later was het een bron van irritatie voor haar geworden. Om juridische redenen wilde ze dat hij bij de parelvangst aanwezig zou zijn. Ze wilde niet van diefstal of verkeerde bedrijfsvoering worden beticht. Dat waren kwesties waaraan hij zelf had moeten denken, vond ze. Toen haar was gebleken dat er van zijn kant geen initiatief dienaangaande viel te verwachten, had ze hem schriftelijk laten weten erop te staan dat hij persoonlijk bij de parelvangst aanwezig zou zijn.
Laura wist dat hij niet in het voedingsrecept van zijn grootvader geloofde. Verstandelijk bezien geloofde zij er ook niet in, maar diep in haar hart wilde ze er wel graag in geloven, hoe weinig realistisch het ook was.
Ze draaide de kraan dicht en pakte een badlaken. Nog steeds druipend van het water, liep ze blootsvoets naar haar slaapkamer. Bij het opentrekken van haar garderobekast merkte ze dat haar polsslag een kalmer ritme had aangenomen.
Zonder erbij na te denken stak ze haar armen in de mouwen van een lichtroze blouse. Bij het dichtknopen vermeden haar vingers de aanraking met haar huid. Onmiddellijk na de brand was haar lichaam aan de rechterkant verminkt geweest met afzichtelijke, hobbelige brandwonden. Tweemaal had ze een plastisch-chirurgische ingreep ondergaan. Nu was de huid gladder daar dan op de rest van haar lichaam. De langgerekte plek in haar hals was minder opzichtig geworden, maar haar rechterzij was rood gebleven. Het zag er... lelijk uit.
Slechts één man had haar verminkingen gezien. Eén was meer dan genoeg geweest, en dat was intussen lang geleden. Snel en behendig controleerde ze de sluiting van de bovenste knoopjes. Daarna trok ze een rok en een paar pumps aan en maakte ze haar bijouteriedoosje open, dat zich op de bovenste plank van de kast bevond. In een apart doosje, met fluwelen binnenbekleding, waren Nicks zwarte parels opgeborgen.
Slechts twee keer in al die tijd dat ze de parels in haar bezit had gehad, had ze de bijzondere sieraden uit het doosje gehaald, beide keren nadat haar proef met het voedingsrecept was mislukt. Die teleurstelling had ze beter kunnen verwerken na die korte aanraking van de zwarte parels.
Haar vingers sloten zich over het effen oppervlak van de parels. Ze waren zo mooi. En zo echt. Hoe zou ze ooit de hoop kunnen opgeven dat haar proeven met dat voedingsrecept een succes werden?
Nu waren de drie lange jaren van wachten eindelijk voorbij. Haar hart begon weer sneller te kloppen bij het afdalen van de trap. Nog even, zei ze tegen zichzelf, en dan zullen we het weten...
Om vijf minuten voor negen hoorde ze iemand op de zware voordeur tikken. Met rechte rug liep ze op de hal toe. Met een glimlach om de lippen deed ze open.
Die glimlach verstarde een ogenblik toen ze Nicks rijzige gestalte in de deuropening ontwaarde. Dat was een gevolg van het eigenaardige gespannen gevoel dat ze opeens in haar buik bespeurde. Ze wist zich echter te vermannen. Met een zwierig gebaar noodde ze hem binnen. 'Kom binnen, Nick. Ik vind het prachtig dat je nog eerder kon komen dan we hadden afgesproken.' Ze stak hem haar hand toe.
'Ik kom toch niet ongelegen, hoop ik?' Evenals bij hun eerste ontmoeting was er niet zozeer sprake van haar de hand schudden, als wel van haar de hand drukken. Ook nu weer maakte dat korte maar intense contact een emotie in haar los die een mengeling was van opwinding en ongerustheid. Dat had louter te maken met die parels van hem, hield ze zich voor.
Voordat hij haar hand helemaal had losgelaten, greep zij de zijne weer vast. Voorzichtig liet ze de parels, die ze in haar vrije hand had gehouden, in zijn handpalm glijden. 'Het is hoog tijd dat ik die eens teruggeef,' merkte ze luchtig op.
'Het is nooit mijn bedoeling geweest dat je ze zou teruggeven.'
'Dat weet ik. Je hebt indertijd gezegd dat ze voor mij waren. Ik heb toen niet gereageerd, maar op dat moment was ik al van plan ze ooit aan je terug te geven. Je hebt me al ruimschoots betaald voor het werk dat ik heb gedaan. Het drie jaar lang in mijn bezit hebben van deze parels beschouw ik op zich al als een vorm van betaling.' Ze draaide zich met een beslist gebaar om. 'Het lijkt me het beste dat we in de bibliotheek met elkaar praten. Als je zin hebt in cognac...'
'Dat is niet nodig.' Hij wierp nog snel een blik op de parels, alvorens ze in zijn zak te stoppen. Vervolgens bekeek hij de hal en de trap. 'Je hebt een mooi huis.'
'Een verschrikking om het schoon te houden,' reageerde Laura nuchter. 'Wanneer ben je met het vliegtuig gearriveerd?'
'Vanmiddag.'
Dat zou kunnen verklaren waarom hij nog in een pak rondliep. Het grijze colbert accentueerde zijn brede schouders. Ze herinnerde zich zijn zwarte ogen. Ze herinnerde zich de suggestie van Euraziatisch bloed, die onder andere sprak uit de manier waarop hij zich bewoog - trots, soepel en zelfverzekerd. Zelfs herinnerde ze zich die merkwaardige uitstraling die hij bezat; enerzijds leek zijn hele houding 'waag het eens mij tegen te werken' te zeggen, anderzijds ging er een beheerste kalmte van hem uit.
Laura was helemaal vergeten dat hij een man was die een vrouw een kwetsbaar gevoel kon bezorgen. Hij hoefde niets te doen, of ze bespeurde al een versnelling van haar polsslag. Ze wilde dat ze een vrouw van de wereld was, iemand die ook in dit soort situaties in ieder geval de schijn van rust en verfijning kon ophouden. Zevenentwintig was ze, en ze wist zeker wel wat er in de wereld te koop was. Maar met dit soort mannen had ze moeite.
Ze ging hem voor naar de bibliotheek, waar hij met zijn rug tegen het notehouten bureau ging staan.
'Wil je niet liever zitten?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Ik heb al de hele dag gezeten.' Zijn rusteloze blik dwaalde door de kamer en bleef een ogenblik rusten op de hoge ramen, die uitzicht boden op de tuin, op de twee leren zitbanken en op de vaas met rozen op het bureau.
'Eigenlijk weet ik niet goed waar ik moet beginnen,' zei ze met een kort lachje. 'Ik heb bijna een heel logboek voor je volgeschreven gedurende de afgelopen drie jaar, maar dat ligt in het laboratorium. Als je wilt, kan ik het straks wel even halen. Ik heb pas een uur geleden gehoord dat je vroeger zou komen dan was afgesproken.'
Hij bleef naar de rozen staren, hetgeen Laura ertoe aanzette in sneller tempo te spreken. Die rozen waren een vreemde gril van haar. Gezien het feit dat ze de hele dag buitenshuis werkte, was er geen zinnige reden te bedenken waarom ze 's ochtends vroeg een kwartier lang rozen ging plukken en die vervolgens in een vertrek zette waar ze bijna niet kwam. Toch deed ze het steeds opnieuw. Om de een of andere reden wilde ze dat het vertrek met het hoge plafond en de statige boekenkasten een vleugje schoonheid en vrouwelijkheid bevatte.
Die rozen zeiden hem natuurlijk niets. Toch bleef hij ernaar staren alsof ze op de een of andere manier wel degelijk van belang voor hem waren.
'Ik heb je weliswaar iets over de opzet van mijn proeven geschreven, maar de precieze gang van zaken heb ik in die brieven nooit uit de doeken gedaan,' vervolgde ze. Meteen daarop begon ze een uiteenzetting over nauwkeurige voorwaarden die ze bij haar experimenten in acht had genomen. Ze had de voedingsstof in schelpkernen geïnjecteerd die allemaal precies zeven millimeter groot waren. Verder had ze alleen jonge mosselen gebruikt, die geen van alle tijdens hun gevangenschap verzwakt waren. 'Ik heb een zelfde aantal mosselen van exact dezelfde soort zonder de voedingsstof opgekweekt. Zodoende beschikken we over een goed controlemiddel...'
Zijn niet aflatende glimlach bracht haar langzaam maar zeker van haar a propos. Ten slotte brak ze haar betoog af. 'Heb je eigenlijk wel iets opgevangen van mijn verhaal?' vroeg ze.
'Nee, eigenlijk niet.' Zijn ogen konden iets ondeugends uitstralen dat niet goed paste bij zijn dure maatpak en bij de natuurlijke autoriteit die hij uitstraalde. 'Laura, ik ben naar jou toe gekomen omdat jij over de vakkundigheid beschikt die ik mis. Aan een chefkok vraag je ook niet hoe hij zijn cordon bleu precies heeft klaargemaakt. Als ik al jouw beslissingen zou willen gaan betwijfelen, had ik jou deze zaak beter niet in handen kunnen geven. Het loutere feit dat ik dit experiment aan jou heb toevertrouwd, houdt in dat ik mijn eigen oordeel volledig buiten beschouwing laat. Jij bent de expert, dus jij bepaalt de werkwijze. Ik vertrouw er domweg op dat je de zaken juist aanpakt.'
'Ik heb van het hele onderzoek nauwkeurige verslagen gemaakt. Ik heb alles zo opgezet, dat jij ieder onderdeel zou kunnen controleren -'
'Dat wil ik graag geloven.'
Zijn lichtelijk geamuseerde blik irriteerde haar. Zag hij haar soms als een wat dom wicht? Op nog veel jongere leeftijd was ze al bij de meest vooraanstaande parelhandelaren van New York over de vloer geweest. Die hadden zich aanvankelijk ook lichtelijk geamuseerd betoond - totdat ze haar parels hadden gezien. Respect moest verworven worden, had ze intussen wel geleerd.
Op afgemeten toon ging ze verder. 'Ik heb ook nog eens nagedacht over de zakelijke condities die we indertijd hebben afgesproken. De eerste parels zouden voor jou zijn, en daarna zou de winst gelijkelijk tussen ons tweeën worden verdeeld.' Ze aarzelde. Drie jaar geleden had zijzelf die voorwaarden gesteld. Hij was er onmiddellijk mee akkoord gegaan. Naderhand was ze tot de slotsom gekomen dat die voorwaarden voor hem niet redelijk konden worden genoemd.
Nu bevond ze zich in een pijnlijke situatie. Zij, het simpele meisje uit Tennessee, moest hem, de man van de wereld, duidelijk maken dat hij drie jaar geleden zijn eigen belangen niet goed had behartigd.
'Daarmee wil ik zeggen dat we destijds weliswaar die overeenkomst hebben gesloten, maar dat jij je daaraan niet gebonden hoeft te voelen. Ik bedoel, je zou eigenlijk het recht moeten hebben de voorwaarden te herzien, zodra je de parels hebt bekeken. We hebben per slot van rekening geen officieel contract ondertekend.'
Haar betoog toverde opnieuw een glimlach op zijn gelaat, misschien vanwege de enigszins schampere toon waarop ze had gesproken. Die toon was gerechtvaardigd, vond ze zelf. Ze wist ook wel dat er zoiets bestond als een mondelinge overeenkomst, maar zij zou hoe dan ook toch op een formeel contract hebben gestaan, als ze in zijn plaats had verkeerd. Een andere parelkweker zou niet hebben geschroomd munt te slaan uit zo'n afspraak waarbij niets op papier was gezet. Dergelijke dingen leken hem in het geheel niet te kunnen schelen.
'Je hebt het er kennelijk nog steeds moeilijk mee dat ik destijds geen officieel contract heb willen opstellen, hoewel jij daarop had aangedrongen,' zei hij op vriendelijke toon.
'Jij zou het er moeilijk mee moeten hebben.'
Hij schudde zijn hoofd. 'Het was voor ons allebei beter dat er niets op papier werd gezet en dat er geen advocaten of andere buitenstaanders aan te pas kwamen. Bovendien heb ik je drie jaar geleden al verteld dat mijn belangstelling voor dit project niets met geld te maken heeft. Ik ben hier alleen om een morele schuld te vereffenen jegens een man die veel voor me heeft betekend. Dat ik van mijn grootvader hield, heeft echter nooit betekend dat ik in zijn voedingsrecept geloofde. Jij hebt er toch, hoop ik, niet op gespeculeerd dat dit jouw grote slag zou worden?'
'Natuurlijk niet.'
Ze zag dat hij naar haar mond, haar keel en haar ogen keek.
'Zou je dan wat kunnen ontspannen? Ik ben niet van plan kritiek te leveren op je werkzaamheden.'
'Ik ben ontspannen.' Ze had alleen... een beetje heen en weer gedrenteld. Abrupt bleef ze staan en stak haar handen in de zakken van haar rok. Drie jaar lang had ze geweten hoe ze zich bij deze ontmoeting zou opstellen - zakelijk en eerlijk, informeel-soepel maar bewust onpersoonlijk. Dat moest toch niet zo moeilijk zijn? Nick Langg was in wezen nog altijd een onbekende, en ze werkte zo vaak met mannen.
In haar mooie scenario had ze echter één klein, merkwaardig detail vergeten. Mensen die elkaar vrijwel niet kenden, deelden nooit drie jaar achtereen een geheim met elkaar. Mensen die elkaar vrijwel niet kenden, hoefden nooit elkaars vertrouwen op de proef te stellen voordat ze de gelegenheid hadden gekregen elkaar wat beter te leren kennen.
Zij had nimmer kunnen doorgronden waarom hij haar zo vlot dat geheime recept had toevertrouwd. Zijn strakke gelaatstrekken verrieden een dominant karakter en een bijna bittere trots. Hij was geen zachtaardig type, geen dromer. Hij toonde geen emoties, geen kwetsbaarheid. En om je op de internationale markt te kunnen handhaven, moest je over een doortastende sluwheid beschikken. Desalniettemin had hij een recept dat goud waard kon zijn klakkeloos in handen gegeven van een vrouw die hij nooit eerder had ontmoet.
Schemerlicht viel door de hoge ramen naar binnen. Avondstilte heerste. Duisternis en geheimen die door twee mensen werden gedeeld. Ze hoorde het bloed in haar oren gonzen van angst. Ze had hem binnengelaten - voor de parels. Niet om dwaze vrouwelijke verwachtingen te koesteren vanwege het feit dat een man haar met belangstelling, nieuwsgierigheid en tederheid opnam.
'We moeten het over de parelvangst hebben,' zei ze abrupt.
Hij knikte. 'Ik heb voor een maand een huis aan Blue Creek gehuurd. Ik hoop dat die periode lang genoeg is.'
'Je zult hier geen volle maand hoeven blijven. Twee weken is ruimschoots voldoende. Hoe lang het precies zal vergen, hangt van jou af. Ik weet niet hoeveel tijd jij voor dit project wilt uittrekken.'
'Hoe bedoel je?'
'De geheimhouding is in het geding,' antwoordde ze eenvoudig. 'Tot nog toe weet noch mijn bedrijfsleider, Sam, noch enig ander personeelslid van mij iets van het project af. Zo wilde jij het hebben. We kunnen overdag of 's avonds werken - wat jij het liefst heb. Overdag zal alleen mijn personeel in de buurt zijn. Ik vertrouw mijn mensen stuk voor stuk, en zeer zeker Sam, maar als jij volstrekte geheimhouding wenst
'Ja, ik wens volstrekte geheimhouding.'
'Dan moeten we 's avonds werken.' Ze maakte een wat hulpeloos gebaar. 'Ik weet dat je niet bij de vangst betrokken wilde zijn. Dat kan ik goed begrijpen. Parelvangst betekent muggen, penetrante visluchtjes en uren achtereen nat zijn. Bovendien komen er allerlei bijzondere technieken aan te pas die jij niet beheerst. Neem zoiets als het openen van schelpen - dat kun jij natuurlijk niet. Dat hoef je ook niet te leren. Ik zal al het werk doen, dat moetje goed begrijpen. Het gaat mij er alleen om dat jij erbij aanwezig bent, zodat je precies weet wat er met je parels gebeurt. Op die manier kunnen er later geen misverstanden ontstaan. Snap je wat ik bedoel?'
'Ik snap het,' zei hij met een droog glimlachje. 'Jij wilt dat ik erbij aanwezig ben voor het geval dat jij opeens bevangen wordt door een vlaag van hebzucht en de neiging krijgt de gevangen parels meteen te verstoppen.' Hij schudde zijn hoofd. 'Het lijkt wel of je er behoefte aan hebt mij in bescherming te nemen, Laura. Er zal ooit een dag komen waarop ik je precies zal vertellen hoezeer ik dat op prijs stel, maar voorlopig...' Hij rechtte zijn rug. 'Laat je niet misleiden door een net pak en een gesteven overhemd. Ik zal gewoon mijn aandeel leveren in de werkzaamheden. Daarvoor ben ik hier. Ik ben hier niet uit angst dat jij me zult bestelen. Je zult samenwerken met een groentje in het vak, maar ik ben een bereidwillige leerling. Is het zo goed?'
'Nick...' Het was nooit haar bedoeling geweest hem te kwetsen, en evenmin om hem te vermaken.
'Noem maar een plaats en een tijdstip,' zei hij kalm maar op een toon waaruit autoriteit sprak.
Ze haastte zich naar de deur. 'Morgen... om elf uur. We werken wel eens over, maar op dat tijdstip is iedereen altijd zeker naar huis. Even voorbij het laboratorium staat een kleine bruine bungalow, het huis van Sam. Als jij je auto een eindje verder op de weg parkeert...'
'Prima.'
Hun zakelijke gesprek was afgelopen. Toch aarzelde hij bij de deur. Ze stonden amper een halve meter van elkaar vandaan, en de spanning tussen hen tweeën was ineens bijna tastbaar.
Laura hield zich voor dat de reactie die ze in haar binnenste bespeurde, slechts met de parels te maken had. Over enkele dagen zouden ze weten of de proef succesvol was. Dan kon ze haar dromen vervangen door harde feiten.
Het punt was alleen dat die parels dat vreemde geklop van haar hart niet écht konden verklaren. Nick stond haar uiterlijk te bestuderen. Hij keek naar de welving van haar borsten, naar de hoge hals van haar blouse en naar het veel te royale deel van haar benen dat onder de rok uitstak. Zijn blik ging weer naar boven. Ze voelde de streling van zijn onpeilbare ogen op haar donkere haar, haar mond, haar fijne jukbeenderen. Hij had haar wel eerder onderzoekend opgenomen, maar nooit op zó'n manier. Hij zag haar als vrouw...
Ja, dacht ze. Dat was precies hetgeen waarop ze had gehoopt. Interpreteerde ze zijn blik wel goed? Of schreef ze hem alleen maar dingen toe die zij graag wilde?
'Morgen om elf uur,' bevestigde hij.
'Ja, morgen om elf uur,' beaamde ze zacht.
Midden in de nacht werd ze rillend wakker. Door het open venster viel het zilveren schijnsel van de maan in haar kamer. Een zachte bries bewoog de slechts gedeeltelijk gesloten gordijnen. Zodra haar hartslag kalmer werd, ebde het gevoel van paniek weg.
Soms gingen er maanden voorbij zonder dat ze in haar dromen opnieuw de brand beleefde. Ditmaal was het een ware nachtmerrie geweest, waarin ze alles tot in de kleinste details weer had beleefd.
Op haar negentiende was ze in het holst van de nacht wakker geworden door rook en geschreeuw. Een enorme vuurzee had haar van haar ouders gescheiden. Destijds had ze geen tijd gehad om na te denken; ze had instinctief gehandeld. Als ze wel had kunnen nadenken, zou ze echter dezelfde keuze hebben gemaakt. Terwijl ze in de verte de sirenes van de brandweer hoorde gillen, was ze op het balkon tussen de twee slaapkamers geklauterd. Nog steeds kon ze die sirenes horen. Nog steeds kon ze die enorme hitte voelen. Nog steeds kon ze die vreselijke angst beleven. Ze had geprobeerd haar moeder uit het raam te trekken, en haar vader... ach, lieve hemel, haar vader...
Laura kneep haar ogen dicht en dwong de herinnering naar de achtergrond. Beneden hoorde ze de staande klok drie keer slaan. Ze draaide haar kussen om en trok de lakens glad.
In een ziekenhuiskamer was ze na de brand wakker geworden, overstelpt door een intense pijn. Lichamelijke pijn, door de brandwonden op haar huid, en emotionele pijn, door het lot dat haar ouders had getroffen. In die tijd had ze zich heel lang niet bekommerd om littekens. Wie kon dat iets schelen? Het leven was nu eenmaal pijnlijk, en er moest worden gewerkt omdat er rekeningen dienden te worden betaald. De schuldeisers hadden zich geduldig en vriendelijk getoond. Het was een geluk dat het allemaal mensen uit de streek waren. Die kende ze al haar hele leven.
Trevor had ze ook haar hele leven gekend. Hij had haar geholpen met het schilderen van het huis. Uren achtereen had hij op de veranda naar haar verhalen over parels zitten luisteren. Talloze malen hadden ze aan de rivier gepicknickt. Zij had de tijd genomen, deels omdat ze zich er maar al te zeer van bewust was dat ze hem nodig had - hem of iemand anders - om die verschrikkelijke leegte op te vullen.
Natuurlijk was ze gevoelig geweest waar het haar littekens betrof, maar op haar twintigste was ze naïef genoeg geweest om te geloven dat de juiste man zich er niet aan zou storen. Trevor wist dat ze brandwonden had opgelopen. Ze vertrouwde hem. Bovendien had hij nooit de indruk gewekt dat uiterlijkheden hem erg veel belang inboezemden. Ze had haar best gedaan zich van de precieze aard van zijn gevoelens te vergewissen. Vele malen hadden ze elkaar, op de vreemdste momenten van de dag, gekust. Langzaam maar zeker was het ogenblik aangebroken waarop zijn kussen en strelingen bij haar de wens tot een intiemer contact opriepen.
Zonder enige aarzeling had ze hem ten slotte haar maagdelijkheid aangeboden. Zij wilde die bezegeling van hartstocht en liefde net zo graag als hij. De nacht waarin het zou gebeuren, gebeurde er echter niets. Ze kon zich nog steeds het gezicht voor de geest halen dat hij had getrokken nadat zij haar blouse had uitgedaan.
Hij had het geprobeerd. Hij had zich er echter niet toe kunnen zetten haar aan te raken. Na die eerste pijnlijke ogenblikken had hij zelfs niet meer naar de bewuste plekken op haar lichaam durven kijken. Hij had haar een lange preek gegeven, waarin hij vertelde dat hij eraan moest wennen dat zijn reactie bij het zien van haar littekens slechts een schok was waaraan zij niet te veel gewicht moest toekennen; ze wist toch hoeveel hij van haar hield?
Die schok zou ze nooit meer iemand bezorgen, zo had ze zich voorgenomen. Ze had haar relatie met Trevor verbroken. Hij was intussen getrouwd, met iemand die vrij van uiterlijke smetten was. Hij had zelfs al een zoon en er was nog een kind onderweg. Laura miste hem niet meer, en de littekens, die ze overdag in zijde hulde, hadden haar ertoe aangezet op een ander gebied — het deed er niet toe welk —
volmaaktheid na te streven.
Niet geheel gave parels werden op een hoop gegooid - die had niemand nodig. Laura putte kracht uit schoonheid, uit perfectie, uit haar trots. Zij was geen parel die niet helemaal gaaf was.
Tot diep in de nacht zag ze Nicks zwarte ogen voor zich, ogen waarin een lome zinnelijkheid te lezen stond. Begeren was zo gemakkelijk, dacht ze bij zichzelf.
En ze koesterde begeerte. Echter niet naar Nick. Alleen naar zijn parels.
Alleen naar zijn parels.