Hoofdstuk 18
De Vrouw Die Jaagt werd haar titel volledig waardig in de
winter die haar tiende jaar inluidde. Iza voelde een stille
voldoening en iets van opluchting toen ze de veranderingen in het
meisje opmerkte die de nadering van de puberteit aankondigden.
Ayla's uitdijende heupen en de twee bultjes die op haar borstkas
verrezen, aldus de contouren van haar ongevormde kinderlichaam
wijzigend, stelden de vrouw gerust dat haar ongewone dochter
tenslotte toch niet tot eeuwig kind-zijn gedoemd was. Zwellende
tepels en wat licht donzig lichaamsmaat werden gevolgd door Ayla's
eerste menstruele vloeiing; de eerste maal dat de geest van haar
totem met een andere streed. Ayla begreep nu dat het
onwaarschijnlijk was dat ze ooit een kind zou baren; haar totem was
te sterk. Ze wilde graag een kleintje al sinds Oeba's geboorte had
ze een kindje van zichzelf willen hebben om vast te houden en te
verzorgen maar ze accepteerde de beproevingen en beperkingen die de
machtige Holeleeuw haar oplegde. Ze zorgde altijd graag voor de
zuigelingen en kinderen van de groeiende stam wanneer hun moeders
het druk hadden en ze voelde telkens weer een lichte spijt als ze
naar iemand anders gingen om te worden gezoogd. Maar ze was nu
tenminste een vrouw en niet langer een kind dat groter was dan een
vrouw.
Ayla voelde een zekere verbondenheid met Ovra die nog
verscheidene malen een miskraam had gehad, hoewel vroeger in de
zwangerschap en niet met zoveel narigheid als de eerste keer. Ook
Ovra's Bevertotem was wat te agressief. Ze scheen voorbestemd
kinderloos te blijven. Sinds de mammoetjacht en vooral nadat Ayla
de lichamelijke volwassenheid had bereikt, waren de beide jonge
vrouwen dikwijls in elkaars gezelschap. Ovra sprak niet veel ze was
van nature terughoudend, de tegenpool van Ika's open, spontane aard
maar tussen Ayla en Ovra ontwikkelde zich een wederzijds begrip dat
langzaam rijpte tot een nauwe vriendschap waarin ook Goov werd
opgenomen. De genegenheid tussen de jonge leerling en zijn gezellin
was voor eenieder duidelijk waarneembaar. Men ging Ovra er nog meer
om beklagen. De stamleden wisten dat het feit dat haar metgezel zo
begrijpend en zachtmoedig was ten aanzien van haar onvermogen hem
een kind te geven haar nog meer naar een kind deed verlangen. Oga
was opnieuw in verwachting, tot Brouds grote genoegen. Ze was kort
nadat ze de driejarige Brac had gespeend weer zwanger geworden. Het
zag ernaar uit dat ze even vruchtbaar zou zijn als Aga en Ika.
Droeg was ervan overtuigd dat Aga's tweejarige zoon de
gereedschapmaker zou worden die hij zocht toen hij het jongetje
eens twee stenen tegen elkaar zag slaan. Hij vond een klopsteen die
in Groebs dikke handje paste en liet hem wanneer hij werkte bij
zich spelen en in navolging van de steenklopper op afgebroken
stukjes steen timmeren. Ika's twee jaar oude dochtertje Igra
beloofde al even vriendelijk te worden als haar moeder; een
vrolijk, mollig, gezellig klein meisje dat iedereen vertederde.
Bruns stam floreerde.
Ayla verbleef de paar dagen in het vroege voorjaar die ze weg
van de stam moest doorbrengen, de verplichte vrouwenvloek, in de
kleine grot van haar hooggelegen geheime plekje. Na de veel
schokkender doodvloek was het bijna een vakantie. Ze gebruikte haar
tijd om haar slingertechniek na de lange winter weer op peil te
brengen en verder te verbeteren, hoewel ze zichzelf er voortdurend
aan moest herinneren dat ze er niet meer heimelijk over hoefde te
doen. Ofschoon ze zonder veel moeite zelf voor haar voedsel kon
zorgen, keek ze uit naar haar dagelijkse bezoeken aan Iza op een
afgesproken plek niet ver van de grot. Iza bracht haar meer te eten
dan ze ooit kon hopen op te krijgen, maar wat belangrijker was, ze
bracht haar gezelschap. Het alleen slapen viel haar nog steeds
moeilijk, hoewel de wetenschap dat haar verbanning beperkt en van
korte duur was de eenzaamheid gemakkelijker te dragen maakte.
Ze bleven dikwijls tot donker bij elkaar en Ayla moest dan een
toorts gebruiken om haar weg terug te vinden. Iza had nooit haar
nervositeit overwonnen ten aanzien van de hertehuid die Ayla voor
zichzelf had gemaakt toen ze 'dood' was, dus besloot de jonge vrouw
hem in de kleine grot te laten. Ayla leerde de dingen die een vrouw
moest weten van haar moeder, net als alle jonge vrouwen. Iza gaf
haar de repen zacht absorberend leer die aan een gordel om de
taille gedragen werden en vertelde haar welke symbolen ze moest
maken wanneer ze de besmeurde bandages diep in de grond begroef. Ze
kreeg te horen welke houdingen ze moest aannemen wanneer een man
besloot zich met haar te verlichten, welke bewegingen ze moest
maken en hoe ze zich na afloop moest reinigen. Ayla was nu een
vrouw; er kon van haar verlangd worden dat ze alle functies van een
volwassen vrouwelijk stamlid vervulde. Ze bespraken vele dingen die
voor vrouwen interessant zijn, hoewel sommige haar door haar
medische opleiding al bekend waren. Ze bespraken bevalling,
borstvoeding en medicijnen om krampen te verlichten. Iza legde uit
welke houdingen en bewegingen als verleidelijk werden beschouwd
door mannen van de stam, op welke manieren een vrouw een man kon
aanmoedigen zich met haar te willen verlichten. Ze bespraken de
verantwoordelijkheden van een gekoppelde vrouw. Iza vertelde Ayla
al de dingen die haar moeder haar verteld had, maar ze vroeg zich
bij zichzelf af of het onaantrekkelijke meisje ooit veel nut van al
die informatie zou hebben.
Er was één onderwerp dat Iza nooit aanroerde. De meeste jonge
vrouwen hadden tegen de tijd dat ze vrouw werden al wel een oogje
op een bepaalde jongeman. Hoewel een meisje noch haar moeder enige
directe zeggenschap in de kwestie had, kon een moeder als ze een
goede verstandhouding met haar metgezel had, hem van haar dochters
wensen op de hoogte brengen. De metgezel kon als hij dat verkoos
deze aan de leider te kennen geven, bij wie de beslissing berustte.
Als er geen andere overwegingen waren, en vooral als de jongeman in
kwestie belangstelling voor het meisje had getoond, kon de leider
de wensen van het meisje de doorslag laten geven.
Dat deed hij niet altijd, zeker niet in Iza's geval, maar het
onderwerp 'metgezel' kwam tussen Iza en Ayla nooit ter sprake,
hoewel het door een huwbare jonge vrouw en haar moeder gewoonlijk
zeer interessant werd gevonden. Er waren geen jonge ongekoppelde
mannen in de stam en Iza wist zeker dat als ze er wél waren geweest
ze Ayla al net zo min zouden willen hebben als de mannen van de
stam haar als tweede vrouw wilden. En Ayla zelf had voor geen van
hen enige interesse. Ze had zelfs niet over een metgezel nagedacht
voor Iza het onderwerp van De verantwoordelijkheden van een
gekoppelde vrouw had aangeroerd. Maar later dacht ze er wel over
na.
Op een zonnige lentemorgen, niet lang na haar terugkeer, ging
Ayla een waterzak vullen bij de door de bron gevoede vijver bij De
grot. Er was verder nog niemand buiten. Ze knielde neer en hoog
zich over het water om de zak er in onder te dompelen, toen ze zich
plotseling inhield. De schuin over het water vallende stralen van
de ochtendzon verleenden het een spiegelend oppervlak. Ayla staarde
naar het vreemde gezicht dat haar vanuit de poel aankeek; ze had
nog nooit een spiegelbeeld van zichzelf gezien. I let meeste water
in de buurt van de grot bestond uit snel stromende riviertjes of
beekjes en ze keek gewoonlijk pas in de plas nadat ze datgene wat
ze wilde vullen er in gedoopt en het stille wateroppervlak
verstoord had.
De jonge vrouw bekeek haar gezicht. Het was enigszins vierkant
met een duidelijk aangegeven kaaklijn, die verzacht werd door nog
jeugdig-ronde wangen, hoge jukbeenderen en een lange gladde hals.
Haar kin bezat iets van een kloofje, haar lippen waren vol en haar
neus recht en fijn gemodelleerd. Heldere blauwgrijze ogen werden
omlijst door dicht ingeplante lange wimpers die enkele nuances
donkerder waren dan het goudkleurig haar, dat in dikke zachte
golven ruim over haar schouders viel en met lichtplekjes opglansde
in de zon. Wenkbrauwen in dezelfde tint als haar wimpers welfden
zich boven haar ogen op een glad, recht, hoog voorhoofd zonder de
geringste aanduiding van vooruitstekende wenkbrauwbogen. Ayla
deinsde verstijfd terug van de poel en rende de grot in.
'Ayla, wat is er aan de hand?' gebaarde Iza. Het was duidelijk
dat haar dochter ergens door van streek was. 'Moeder! Ik heb zonet
in de vijver gekeken. Ik ben zo lelijk! O moeder, waarom ben ik zo
lelijk?' riep het meisje hartstochtelijk uit. Ze wierp zich in de
armen van de vrouw en barstte in tranen uit. Zolang ze zich kon
herinneren, had Ayla nooit andere mensen dan de stamleden gezien.
Ze had geen vergelijkingsmateriaal. Zij waren aan haar gewend
geraakt, maar zijzelf zag zich als anders dan allen om haar heen,
abnormaal anders. 'Ayla, Ayla,' suste Iza, de snikkende jonge vrouw
in haar armen houdend.
ik wist niet dat ik zo lelijk was, moeder. Ik wist 't echt
niet. Welke man zal me ooit willen hebben? Ik zal nooit een
metgezel hebben. En ik zal nooit een kleine hebben. Ik zal nooit
iemand hebben. O, waarom moet ik zo lelijk zijn?' ik weet niet of
je echt zo lelijk bent, Ayla. Je bent anders.' ik ben lelijk! Ik
ben lelijk!' Ayla schudde haar hoofd en weigerde zich te laten
troosten. 'Kijk toch eens hoe ik eruit zie! Ik ben te groot, ik ben
langer dan Broud en Goov. Ik ben bijna even lang als Brun. En ik
ben lelijk. Ik ben groot en lelijk en ik zal nooit een metgezel
hebben,' gebaarde ze, in nieuwe snikken uitbarstend. 'Ayla! Hou
op!' beval Iza, haar bij de schouders heen en weer schuddend. 'Je
kunt er niets aan doen hoe je eruit ziet. Je bent niet in de Stam
geboren, Ayla, je bent bij de Anderen geboren, je ziet eruit als
zij. Je kunt dat niet veranderen, je moet je erbij neerleggen, 't
Is waar dat je misschien nooit een metgezel zuil hebben. Daar is
niets aan te doen; ook dat zul je moeten aanvaarden. Maar het staat
niet vast, de situatie is niet hopeloos. Binnenkort zul je een
medicijnvrouw zijn, een medicijnvrouw uit mijn geslacht. Zelfs
zonder metgezel zul je geen vrouw zonder waarde, zonder enig
aanzien zijn. De volgende zomer is De Stambijeenkomst. Er zullen
vele stammen zijn, dit is niet de enige stam, weetje. Je zult
misschien in een van de andere stammen een metgezel vinden.
Misschien geen jonge man of een man van hoge rang, maar een
metgezel. Zoug heeft een heel hoge dunk van je; je boft dat hij
zogoed over je denkt. Hij heeft Creb al een boodschap meegegeven.
Zoug heeft verwanten in andere stammen; hij heeft Creb gezegd hen
van zijn waardering voor je te vertellen. Hij denkt dat je een
goede gezellin voor de een of andere man zult zijn en wil dat ze je
in overweging nemen. Hij heeft zelfs gezegd dat hij je zelf zou
nemen als hij jonger was. Vergeet niet, dit is niet de enige stam,
dit zijn niet de enige mannen op de wereld.'
'Heeft Zoug dat echt gezegd? Zelfs al ben ik zo lelijk?'
gebaarde Ayla. met een hoopvolle blik in de ogen. 'Ja, dat heeft
Zoug gezegd. Met zijn aanbeveling en de hoge rang van mijn
geslacht, denk ik zeker wel dat iemand je zal willen hebben, ook al
zie je er anders uit.' Ayla's beverige glimlachje verdween. 'Maar
zal dat niet betekenen dat ik hier weg zal moeten? Ergens anders
moet gaan wonen? Ik wil niet weg van jou en Creb en Oeba!' 'Ayla,
ik ben al oud. Creb is ook geen jonge man meer en over enkele jaren
zal Oeba een vrouw zijn en een metgezel hebben. Wal moetje dan?'
gesticuleerde Iza. 'Eens zal Brun het leiderschap aan Broud
overdragen. Het lijkt me niet dat je bij de stam moet blijven
wanneer Broud leider is geworden. Ik denk dat het heler voor je zou
zijn als je ergens anders heen ging en de Stambijeenkomst zou daar
precies de goede gelegenheid voor kunnen zijn.'
Ie zult wel gelijk hebben, moeder. Ik denk ook niet dat ik
hier wil wonen wanneer Broud de leider is, maar ik vind het een d
•.( huwelijk idee van je weg te moeten,' zei ze fronsend; dan
klaarde haar gezicht weer op. 'Maar volgende zomer is nog een heel
jaar weg. Ik hoef me er tegen die tijd pas druk over te maken.'I en
heel jaar, dacht Iza. Mijn Ayla, mijn kind. Misschien moet je zo
oud zijn als ik om te weten hoe snel een jaar voorbijgaat. Jij wilt
niet van mij weg? Je weet niet half hoe ik je zal missen. Als er
maar een man in deze stam was die je wilde nemen. Als Broud alleen
maar geen leider zou worden.
Maar de vrouw liet haar gedachten niet blijken toen Ayla haar
ogen afveegde en terugging om water te halen. Deze keer vermeed ze
het in de roerloze vijver te kijken. Later die middag stond Ayla
aan de bosrand door het kreupelhout in de richting van de grot te
turen. Er waren verscheidene mensen buiten aan het werk of een
babbeltje aan het maken. Ze verschoof de twee konijnen die ze over
haar schouder droeg, keek omlaag naar de slinger aan de gordel om
haar middel, stopte hem in een plooi van haar omslag, haalde hem er
weer uit en hing hem weer in het volle gezicht aan haar gordel.
Opnieuw keek ze naar de grot, nerveus met haar voeten schuifelend.
Brun zei dat 't mocht, dacht ze. Ze hebben een ceremonie gehouden
zodat 't mocht. Ik ben een jager, ik ben de Vrouw Die Jaagt. Ayla
hief haar kin op en stapte vanachter het verhullende scherm van
gebladerte vandaan.
Eén lang bevroren moment onderbrak iedereen buiten de grot
zijn bezigheden en staarde naar de jonge vrouw die met twee
konijnen over haar schouder op hen toeliep. Zodra de stamleden zich
van de schok herstelden en aan hun manieren dachten, keken ze weg.
Ayla's gezicht gloeide, maar ze liep met koppige volharding door,
de steelse blikken negerend. Ze was opgelucht toen ze na het
spitsroede lopen langs geshockeerde gezichten de grot bereikte en
blij dat het binnen zo koel en donker was. Binnen kon ze de blikken
der anderen gemakkelijker ontwijken. Ook Iza sperde haar ogen wijd
open toen Ayla bij Crebs vuurplaats arriveerde, maar ze herstelde
zich snel en keek weg zonder iets van de konijnen te zeggen. Ze
wist niet wat ze zou móeten zeggen. Creb zat op zijn berehuid,
ogenschijnlijk mediterend, en scheen Ayla niet op te merken. Hij
had haar de grot zien binnenkomen en zijn gezicht weer in de plooi
kunnen brengen tegen de tijd dat ze zijn vuurplaats bereikte.
Niemand zei iets toen ze de dieren bij het vuur legde. Even later
kwam Oeba binnenrennen; zij had totaal geen moeite met haar
reactie. 'Heb je die echt zelf gedood, Ayla?' 'Ja.'
'Ze zien er lekker dik uit. Gaan we ze vanavond eten, moeder?'
'Wel, ja, ik denk van wel,' antwoordde Iza, nog steeds schutterig
en onzeker.
ik zal ze villen,' zei Ayla snel en haalde haar mes te
voorschijn. Iza keek even toe, liep toen op haar af en nam het mes
over.
'Nee Ayla. Jij hebt ze gedood, ik zal ze villen,' zei ze. Ayla
stapte terug terwijl Iza de konijnen vilde en schoonmaakte, ze vlug
aan het spit reeg en boven het vuur hing. Ze was al even gespannen
als Iza.
'Dat was een goed maal, Iza,' zei Creb later, nog steeds
een
rechtstreeks commentaar op Ayla's jachtprestatie
vermijdend.
Maar Oeba had geen last van zulke scrupules.
'Dat waren lekkere konijnen, Ayla, maar waarom breng je
de
volgende keer niet wat sneeuwhoenderen mee,' zei ze.
Oeba
deelde Crebs voorliefde voor de dikke vogels met hun
bevederde
poten.
De tweede keer dat Ayla haar buit naar de grot meebracht, was
de schok al minder en het duurde niet lang of het feit dat ze
jaagde was bijna gewoon. Nu hij een jager bij zijn vuurplaats had,
nam Creb een kleiner deel van de buit der anderen, behalve wanneer
dat een groter dier was waarop alleen de mannen jaagden.
Het was een drukke lente voor Ayla. Haar aandeel in het werk
der vrouwen werd niet verminderd omdat ze jaagde en dan waren er
nog steeds Iza's planten te verzamelen. Maar Ayla vond het
heerlijk, ze was gelukkiger dan ooit. Ze was blij dat ze zonder
heimelijkheid op jacht kon gaan, blij dat ze bij de stam terug was,
blij dat ze eindelijk een vrouw was en blij met de nauwere
betrekkingen die ze met de andere vrouwen had gekregen.
Ebra en Oeka accepteerden haar, hoewel de oudere vrouwen nooit
helemaal konden vergeten dat ze anders was; Ika was altijd aardig
tegen haar geweest; en Aga en haar moeder waren als een blad aan
een boom omgeslagen sinds ze Ona van de verdrinkingsdood had gered.
Ovra was een intieme vertrouwelinge geworden en Oga begon haar
ondanks Broud hartelijker te bejegenen. De vurige genegenheid die
Oga als opgroeiend meisje voor de jonge man had gevoeld, was tot
een onverschillige sleur bekoeld door het jarenlang met zijn
onvoorspelbare uitbarstingen moeten leven. Maar Brouds
wraakzuchtige haat jegens Ayla nam na haar inwijding tot jager nog
toe. Hij bleef manieren bedenken om haar op een of andere manier
dwars te zitten, bleef proberen haar een reactie te ontlokken. Zijn
treiterijen waren een onderdeel van haar bestaan geworden waar ze
mee had leren leven; en ze bleef er onbewogen onder. Ze was al gaan
denken dal hij haar nooit meer uit haar evenwicht zou kunnen
brengen
Het was volop lente toen ze op een dag besloot op
sneeuwhoenders te gaan jagen, om Crebs lievelingsschotel te kunnen
bereiden. Ze dacht dat ze dan wel tegelijkertijd de nieuwe
plantengroei kon gaan bekijken en een begin maken met het aanvullen
van Iza's geneesmiddelenvoorraad. De ochtend bracht ze al zwervend
door het landschap in de directe omgeving van de grot door en
daarna liep ze op een grote wei dichtbij de steppe af. Daar joeg ze
een koppel van de laagvliegende vogels op, die ze dadelijk met een
nog snellere steen neerhaalde en ging toen in het hoge gras op zoek
naar hun nest, in de hoop eieren te vinden. Creb had de vogels
graag gevuld met hun eigen eieren in een bed van groenten en
kruiden. Het meisje slaakte een kreet van vreugde toen ze het nest
ontdekte en verpakte de eieren voorzichtig in zacht mos, waarna ze
ze in een diepe plooi van haar omslag verstopte. Ze was zeer
tevreden over zichzelf. Uit pure uitgelatenheid rende ze in een
lange sprint dwars over de wei en kwam buiten adem tot staan
bovenop een met fris jong gras begroeid heuveltje.
Ze plofte neer, controleerde of haar eieren niet beschadigd
waren en haalde een stuk gedroogd vlees te voorschijn dat als
middageten diende. Boven zich zag ze een veldleeuwerik met een
heldergele borst fier trilleren vanaf zijn hoge zitplaats, dan op
De wieken gaan en al kwinkelerend wegvliegen. Een mussenpaartje met
gouden kruintjes fladderde, hun droefgeestig neergaand wijsje
kwelend, door de braamstruiken aan de rand van het open veld. En
een koppeltje zwartkoppige, grijsgejaste mezen maakte zich druk bij
hun nestgat in een den bij een beekje dat zich door de dichte
vegetatie onderaan de heuvel slingerde. Kleine, levendige bruine
winterkoninkjes kwetterden verontwaardigd tegen andere vogels
terwijl ze twijgjes en droog mos naar een nestholte in een oude
knoestige appelboom droegen, die zijn jeugdige vruchtbaarheid met
een overdaad aan roze bloesems bewees. Ayla genoot van deze
momenten alleen. Zich koesterend in de zon, ontspannen en tevreden,
dacht ze aan niets in het bijzonder, behalve aan hoe prachtig de
dag en hoe gelukkig zijzelf was. ze was zich er absoluut niet van
bewust dat er iemand anders in de buurt was tot er vlak voor haar
een schaduw op de grond viel. Geschrokken keek ze op, recht in
Brouds gemelijke gezicht. Er waren voor die dag geen jachtplannen
gemaakt en Broud had besloten alleen op jacht te gaan. Hij had zich
niet erg ingespannen; zijn jacht was meer een excuus om op de warme
lentedag wat rond te zwerven dan bedoeld om vlees op te leveren dat
hij niet speciaal nodig had. Hij had Ayla uit De verte op het
heuveltje uit zien rusten en kon de gelegenheid niet laten
voorbijgaan om haar van luiheid te betichten, nu hij haar op
stilzitten had betrapt.
Ayla sprong op toen ze hem zag, maar dat ergerde hem. Ze was
langer dan hij en hij keek niet graag tegen een vrouw op. Hij
wenkte haar neer en maakte zich op haar eens flink de les te lezen.
Maar toen ze weer ging zitten, irriteerde de uitdrukkingsloze blik
die in haar ogen verscheen hem nog meer. Hij wenste dat hij een
manier kon bedenken om haar tot een reactie te dwingen. Bij de grot
kon hij haar tenminste iets voor hem laten halen, om haar op zijn
bevel op te zien springen. Hij keek om zich heen en dan neer op de
vrouw die aan zijn voeten zat en met rustige bedaardheid wachtte
tot hij zijn zegje zou zeggen en doorlopen. Ze is erger dan ooit
sinds ze een vrouw geworden is, dacht hij. De Vrouw Die Jaagt, hoe
heeft Brun het kunnen doen? Hij zag de sneeuwhoenderen en dacht aan
zijn eigen lege handen. Zelfs de uitdrukking op haar lelijke
gezicht is onbeschaamd, ze verkneutert zich omdat ze die vogels te
pakken heel t gekregen en ik niets. Wat kan ik haar laten doen? Er
is hier niets dat ik haar kan laten halen. Wacht eens, ze is nu een
vrouw, is 't niet? Dan is er wél iets dat ik haar kan laten doen.
MI oud gaf haar een teken en Ayla's ogen sperden zich wijd open.
Dat was onverwacht. Iza had haar verteld dat mannen dat alleen
wilden van vrouwen die ze als aantrekkelijk beschouwden; en ze wist
dat Broud haar lelijk vond. Ayla's geschokte verbazing ontging
Broud niet, haar reactie moedigde hem aan. Opnieuw gaf hij haar
gebiedend het teken om de houding aan te nemen die hem in staat zou
stellen zich te verlichten, de houding voor geslachtsverkeer. Ayla
wist wat er van haar verwacht werd. Niet alleen had Iza haar er
alles over verteld, ze had ook dikwijls volwassen leden van de stam
deze activiteit zien bedrijven zoals alle kinderen; er bestonden
bij de stam geen kunstmatige remmingen op dat gebied Kinderen
leerden volwassen gedrag door de ouderen te imiteren en het
seksuele gedrag was slechts een van de vele activiteiten die ze
nabootsten. Het had Ayla altijd wat verbaasd, ze vroeg zich af
waarom ze het deden, maar het hinderde haar niet een jongetje
onschuldig op een klein meisje af te zien springen in bewuste
nabootsing van de volwassenen, Soms was het geen nabootsing. Vele
jonge meisjes van de Stam werden ontmaagd door halfwasjongens die
zich nog in het niemandsland tussen jongen en man bevonden omdat ze
hun eerste prooi nog niet gedood hadden; en een enkele maal
amuseerde een man, door een jonge coquette bekoord, zich met een
nog niet geheel volwassen meisje. De meeste jongemannen beschouwden
het echter als beneden hun waardigheid met vroegere
speelkameraadjes malligheid uit te halen.
Maar Ayla had geen mannelijke speelkameraadjes van ongeveer
dezelfde leeftijd, behalve Vorn en sinds die eerdere periode waarin
Aga hun samen spelen actief had tegengewerkt, had zich nooit enig
nauw contact tussen hen ontwikkeld. Ayla was niet bijster op Vorn
gesteld, die Brouds gedrag jegens haar imiteerde. Ondanks het
voorval op het oefenveldje zag de jongen Broud nog steeds als zijn
grote held en Vorn dacht er niet over 'mannetje en vrouwtje' met
Ayla te spelen. Er was niemand anders die in de termen viel, dus
was ze zelfs nooit bij een imitatieparing betrokken geweest. In een
gemeenschap die zich op even natuurlijke wijze met seks bezighield
als ademhaalde, was Ayla nog maagd.
De jonge vrouw wist zich geen houding te geven; ze wist dat ze
zich moest schikken, maar ze was geagiteerd en Broud genoot ervan.
Hij was blij dat hij op het idee gekomen was; eindelijk had hij
haar verdediging doorbroken. Het prikkelde hem aangenaam haar zo
verward en verbijsterd te zien en wond hem seksueel op. Hij kwam
naderbij toen ze eerst overeind kwam, zich dan op De knieën begon
te laten zakken. Ayla was niet aan een dergelijke lichamelijke
nabijheid van de mannen van de stam gewend; Brouds zware ademhaling
joeg haar angst aan. Ze aarzelde. Broud werd ongeduldig. Hij duwde
haar neer, schoof zijn omslag opzij en ontblootte zijn lid, dat dik
was en klopte. Waar wacht ze op? Ze is zo lelijk, ze zou zich
vereerd moeten voelen, geen enkele andere man zou haar willen
hebben, dacht hij boos, naar haar omslag grijpend om deze opzij te
trekken, terwijl zijn begeerte groeide.
Maar toen Broud zich tegen haar aan drong, knapte er iets in
het meisje. Ze kon 't niet! Ze kon 't gewoon niet. Haar rede
verliet haar. Het deed er niet toe dat ze verondersteld werd hem te
gehoorzamen. Ze krabbelde overeind en begon te rennen. Broud was
vlugger dan zij. Hij greep haar beet, duwde haar neer en gaf haar
een vuistslag in het gezicht die haar lip openhaalde. Hij begon dit
eigenlijk wel leuk te vinden. Te vaak had hij zich ingehouden
wanneer hij haar wilde slaan, maar hier was niemand om hem tegen te
houden. En hij stond in zijn recht ze was hem ongehoorzaam, actief
ongehoorzaam. Ayla was buiten zichzelf. Ze probeerde overeind te
komen en hij sloeg haar opnieuw. Ze reageerde nu zo heftig op hem,
dat had hij nooit verwacht en het verhoogde zijn opwinding. Hij zou
deze onbeschaamde vrouw wel eens mores leren. Hij sloeg haar
opnieuw en wéér; het gaf hem een diepe voldoening haar ineen te
zien krimpen toen hij uithaalde als voor de volgende slag.
Haar hoofd gonsde, bloed sijpelde uit haar neus en mondhoek.
Ze probeerde op te staan, maar hij hield haar neer. Ze worstelde,
verzette zich, trommelde met haar vuisten tegen zijn borst. Op zijn
harde gespierde lichaam sorteerden ze niet het minste effect, maar
haar verzet joeg zijn opwinding naar nieuwe hoogten. Nooit was hij
zo sterk gestimuleerd geweest zijn gewelddadigheid verhoogde zijn
passie en zijn opwinding gaf zijn slagen extra kracht. Hij
verlustigde zich in haar verzet en ranselde er opnieuw op
los.
ze was bijna bewusteloos toen hij haar op haar gezicht gooide,
koortsachtig haar omslag opzij rukte en haar benen spreidde. Met
één harde stoot drong hij diep naar binnen. Het meisje schreeuwde
van pijn. Het verhoogde zijn genot. Opnieuw stootte hij toe, haar
een tweede kreet vol pijn ontwringend, dan nog eens en nog eens. De
intensiteit van zijn opwinding dwong hem verder en steeg snel tot
ondraaglijke hoogten. Met een laatste harde toot die het meisje
opnieuw een smartelijke schreeuw ontlokte, kwam hij tot
ejaculatie.
Voor een kort moment zakte Broud bovenop haar ineen, zijn
energie geheel uitgeput. Dan, nog steeds zwaar ademend, trok hij
zich terug. Ayla snikte onbeheerst. Het zout van haar tranen prikt
in de open wonden op haar met bloed besmeurde gezicht. Een oog was
dik gezwollen en begon al donker te verkleuren.
Haar dijen vertoonden bloedsporen en van binnen deed alles
pijn Broud stond op en keek op haar neer. Hij voelde zich geweldig.
nooit eerder had hij zo van de geslachtsdaad genoten. Hij raapte
zijn wapens bijeen en ging weg, terug naar de grot.
Ayla bleef lang nadat haar snikken was opgehouden met haar
gezicht in het stof liggen. Ten slotte richtte ze zich op. Ze
raakte haar mond aan, voelde aan de zwelling en keek naar het bloed
op haar vingers. Haar hele lichaam deed pijn, van binnen en van
builen Ze zag bloed tussen haar dijen en de vlekken op het gras.
Strijd mijn totem weer? vroeg ze zich af. Nee, ik denk het niet,
Het is er de tijd niet voor. Broud moet me verwond hebben. Ik wist
niet dat hij me ook van binnen pijn kon doen. Maar de andere
vrouwen hebben er geen pijn van; waarom zou Brouds orgaan mij wel
verwonden? Is er iets verkeerd met me? Langzaam stond ze op en liep
naar De beek, pijn voelend bij iedere stap. Ze waste zich, maar dat
hielp niet veel voor de kloppende, stekende pijn of de beroering in
haar ziel. Waarom wilde Broud dat van me? Iza zegt dat mannen zich
graag met aantrekkelijke vrouwen verlichten. Ik ben lelijk. Waarom
zou een man een vrouw die hij aardig vindt pijn willen doen? Maar
de vrouwen vinden het ook prettig; waarom zouden ze anders de
gebaren maken die mannen moeten aanmoedigen? Hoe kan het dat ze het
prettig vinden? Oga vindt het nooit erg als Broud het bij haar
doet, en hij doet het elke dag, soms wel meer dan eens. Plotseling
werd Ayla van ontzetting vervuld. Oh, néé! Stel dat Broud me er
wéér toe dwingt? Ik ga niet terug naar de grot. Ik kan niet
teruggaan. Waar kan ik naartoe? Mijn kleine grot? Nee, dat is te
dichtbij en ik kan er in de winter niet blijven. Ik moet wel
teruggaan, ik kan niet alleen leven, waar zou ik anders heen
kunnen? En ik kan toch niet weg van Iza en Creb en Oeba? Wat moet
ik doen? Als Broud het wil, kan ik niet weigeren. Geen van de
andere vrouwen zou het zelfs proberen. Wat mankeert mij dan? Hij
wilde het nooit toen ik nog een meisje was. Waarom moest ik toch
vrouw worden? Ik was er zo blij mee, nu zou 't me niet kunnen
schelen als ik mijn hele leven een meisje bleef. Ik zal toch nooit
een kleintje hebben. Wat heb je eraan een vrouw te zijn als je geen
kleintje kunt krijgen? Vooral als een man je tot zoiets kan
dwingen? Wat héb je er eigenlijk aan? Wat heeft 't voor zin?
De zon stond laag aan de hemel toen ze het heuveltje op
ploeterde om haar sneeuwhoenderen te gaan halen. De zo zorgvuldig
ingepakte eieren waren verpletterd en hadden de voorkant van haar
omslag bevuild. Ze keek om naar de beek en herinnerde zich hoe
gelukkig ze daar naar de vogels had zitten kijken. Het leek eeuwen
geleden, een andere tijd, een andere plek. Ze sleepte zich terug
naar de grot, opziend tegen iedere stap.
Naarmate Iza de zon verder achter de bomen in het westen zag
zakken, werd ze ongeruster. Ze liep de paden van het bos in de
buurt allemaal een eindje in en ging daarna naar de heuvel om de
helling naar de steppen af te turen. Een vrouw zou niet alleen op
pad moeten zijn; ik vind het nooit prettig als Ayla op jacht gaat,
dacht Iza. Stel dat ze door een of ander dier is aangevallen?
Misschien is ze wel gewond? Ook Creb was bezorgd, hoewel hij
probeerde het niet te laten merken. Zelfs Brun werd ongerust toen
het donker werd. Iza was de eerste die Ayla in de richel naar de
grot zag lopen. Ze wilde haar al een standje geven omdat ze haar zo
in angst had laten zitten, maar kwam niet verder dan haar eerste
gebaar.
'Ayla! Je bent gewond! Wat is er gebeurd?'
'Broud heeft me geslagen,' gebaarde ze, met een doffe blik in
de ogen.
'Maar waarom?'
ik was ongehoorzaam,' antwoordde de jonge vrouw, terwijl ze de
grot inliep en zich regelrecht naar de vuurplaats begaf. Wat kon er
gebeurd zijn? vroeg Iza zich af. Ayla is Broud al laren niet meer
ongehoorzaam geweest. Waarom zou ze nu legen hem in opstand zijn
gekomen? En waarom heeft hij me met gezegd dat hij haar gezien
heeft? Hij wist dat ik me zorgen maakte. Hij is al sinds het
middaguur terug, waarom is Ayla zo laat? Iza wierp een korte blik
in de richting van Brouds vuurplaats en zag hem over de grensstenen
heen naar Ayla staren, alle wellevendheid vergetend en met een
voldane uitdrukking op zijn gezicht.
Creb had het hele toneeltje aanschouwd; Ayla's gekneusde en
gezwollen gezicht en diepverloren blik en Broud die vanaf het
moment van haar terugkeer met arrogant leedvermaak in zijn ogen
naar haar had gekeken. Hij wist dat Brouds haat door de jaren heen
was toegenomen haar serene gehoorzaamheid ' heen hem nog erger te
treffen dan haar meisjesachtige opstandigheid maar er was iets
gebeurd dat Broud een gevoel van "ei. In over haar verschafte. Hoe
opmerkzaam Creb ook was, hij had nooit hebben kunnen bevroeden wat
het was. Ayla was de volgende dag bang de vuurplaats te verlaten en
treuzelde zo lang mogelijk met haar ontbijt. Broud stond haar al op
te wachten. De herinnering aan zijn intense opwinding van de vorige
dag had hem gestimuleerd en hij was gereed voor een herhaling. Toen
hij haar het teken gaf, sloeg ze bijna weer op de vlucht maar ze
dwong zichzelf de vereiste houding aan te nemen trachtte haar
kreten te onderdrukken, maar de pijn wrong ze van haar lippen,
zodat de toevallig in de buurt zijnde stamleden nieuwsgierige
blikken naar hen wierpen. Ze konden haar kreten van pijn al net zo
min begrijpen als Brouds plotselinge langstelling voor haar. Broud
genoot van zijn nieuwverworven macht over Ayla en gebruikte haar
dikwijls, hoewel velen zich afvroegen waarom hij de lelijke vrouw
boven zijn eigen knappe gezellin verkoos. Na enige tijd deed het
geen pijn meer, maar Ayla walgde ervan. En het was haar haat waar
Broud zo van genoot. Hij had haar op haar plaats, had weer
overwicht over haar verkregen, en eindelijk een manier gevonden om
haar een reactie te ontlokken. Het deed er niet toe dat het een
negatieve reactie was, die had hij zelfs liever. Hij wilde haar
zien terugdeinzen, haar angst zien, haar zichzelf tot onderwerping
zien dwingen. Alleen de gedachte eraan wond hem al op. Hij had
altijd al een grote behoefte gehad, nu was hij seksueel actiever
dan ooit. Elke morgen dat hij niet op jacht was, wachtte hij haar
op en forceerde haar gewoonlijk 's avonds opnieuw en soms midden op
de dag ook nog. Hij werd zelfs 's nachts wel eens opgewonden wakker
en gebruikte dan zijn gezellin om zich te verlichten. Hij was jong
en gezond, op het toppunt van zijn seksuele potentie en hoe heviger
Ayla haatte, hoe groter het genot dat hij aan de geslachtsdaad
ontleende.
Ayla verloor haar levendige opgewektheid. Ze was lusteloos,
terneergeslagen, voor niets ontvankelijk. De enige emotie die ze
voelde was een allesverterende haat en afkeer jegens Broud en zijn
dagelijkse seksuele eisen. Als een enorme gletsjer die alle vocht
uit het omringende land opzuigt, slokten haar walging en bittere
frustratie alle andere gevoelens op. Ze had zichzelf altijd goed
schoon gehouden en haar haar in de stroom gewassen om het vrij van
luizen te houden, in de winter zelfs grote kommen sneeuw mee naar
binnen genomen om het naast het constant brandende vuur tot vers
water te laten smelten. Nu hing haar haar slap in vettige slierten
langs haar gezicht en ze droeg dezelfde omslag dag in dag uit,
zonder de moeite te nemen hem te ontvlekken of te luchten. Ze
treuzelde met haar werk tot zelfs mannen die nooit tevoren
aanmerkingen hadden gemaakt haar berispten. Ze verloor alle
belangstelling voor Iza's medicijnen, sprak alleen als haar
rechtstreeks iets gevraagd werd, ging zelden op jacht en kwam dan
nog vaak met lege handen terug. Haar neerslachtigheid wierp een
schaduw over alle anderen bij Crebs vuurplaats.
Iza was buiten zichzelf van ongerustheid; ze kon deze
drastische verandering in Ayla niet begrijpen. Ze wist wel dat het
door Brouds onverklaarbare belangstelling voor haar kwam, maar
waarom deze zo'n uitwerking moest hebben, ging haar begrip te
boven. Ze bleef steeds bij Ayla in de buurt, hield haar voortdurend
in het oog en toen de jonge vrouw 's morgens begon over te geven,
vreesde ze dat wat voor geest het ook mocht zijn die in haar
gevaren was haar nu nog zieker begon te maken. Maar Iza was een
ervaren medicijnvrouw. Ze was de eerste die opmerkte dat Ayla zich
niet aan de minimale vorm van isolatie hield die de plicht der
vrouwen was wanneer hun totems strijd voerden en ging nog
zorgvuldiger op haar aangenomen dochter letten. Ze kon nauwelijks
geloven wat ze vermoedde. Maar toen er weer een maan verstreken was
en de zomer zijn hoogtepunt naderde, was Iza zeker van haar zaak.
Vroeg op één avond dat Creb van de vuurplaats weg was, wenkte ze
Ayla bij zich. ik wil eens met je praten.'
'Ja Iza,' antwoordde Ayla, en hees zich van haar vacht op om
naast de vrouw op de grond neer te ploffen. 'Wanneer heeft je totem
voor 't laatst strijd geleverd, Ayla?' ik weet 't niet.'
'Ayla, ik wil graag dat je er even goed over nadenkt. Hebben
de geesten nog in je gestreden sinds de bloesems vielen?' De jonge
vrouw probeerde het zich te herinneren, ik weet het niet zeker,
misschien één keer.'
'Dat dacht ik al,' zei Iza. 'Je bent 's morgens misselijk,
niet?' la,' knikte ze. Ayla dacht dat ze overgaf omdat Broud iedere
morgen dat hij niet op jacht ging op haar stond te wachten en ze
zo'n afkeer van hem had dat ze haar ontbijt weer moest offeren <
II soms ook haar avondeten. Doen je borsten de laatste tijd soms
zeer?' Een beetje.'
En ze zijn ook wat groter geworden, niet?'
IK geloof 't wel. Waarom vraag je dat? Waarom al deze
vragen?'
De vrouw keek haar ernstig aan. 'Ayla, ik weet niet hoe het
heeft kunnen gebeuren, ik kan 't nauwelijks geloven, maar ik ben er
zeker van dat 't zo is.' Dat wat zo is?'
je totem is verslagen; je gaat een kleine krijgen.' Een
kleine? Ik? Ik kan geen kleine krijgen,' protesteerde Ayla. Mijn
totem is te sterk.'
Ik weet 't, Ayla. Ik begrijp het ook niet; maar je gaat een
kleintje krijgen,' herhaalde Iza.
Een ongelovig-verrukte blik verscheen langzaam in Ayla's eerst
zo doffe ogen. 'Kan dat waar zijn? Kan 't echt waar zijn? Ik een
kleintje krijgen? Oh moeder, wat geweldig!' Ayla. je bent niet
gekoppeld. Ik geloof niet dat er een man in de
stam is die je zal willen hebben, zelfs niet als tweede vrouw.
Je kunt geen kleine krijgen zonder metgezel, het zou het kind
ongeluk brengen,' gebaarde Iza ernstig, "t Zou het beste zijn als
je iets nam om het kwijt te raken. Ik denk dat maretak het beste
is. Je weet wel, de plant met die kleine witte besjes die bovenin
de eik groeit. Het is zeer doeltreffend en als je het goed toepast
niet al te gevaarlijk. Ik zal een thee van de bladeren met niet
meer dan een paar besjes maken. Het zal je totem helpen het nieuwe
leven uit te drijven. Je zult een beetje ziek worden, maar…' 'Nee!
Nee!' Ayla schudde heftig het hoofd, Iza, nee. Ik wil geen maretak.
Ik wil niets nemen om het kwijt te raken. Ik wil een kleine,
moeder. Al sinds Oeba's geboorte heb ik een kleine willen hebben.
Ik had nooit gedacht dat het mogelijk zou zijn.' 'Maar Ayla, als de
kleine nu ongeluk aantrekt? Hij zou zelfs mismaakt kunnen
zijn.'
'Hij zal geen ongeluk aantrekken, daar zal ik wel voor zorgen.
Ik zal ook goed voor mezelf zorgen, zodat hij gezond zal zijn. Heb
je niet zelf gezegd dat een sterke totem meehelpt om een gezond
kleintje te krijgen wanneer hij zich eenmaal gewonnen heeft
gegeven? En ik zal ook goed voor hem zorgen als hij er is, ik zal
zorgen dat er niets misgaat. Iza, ik moet deze kleine hebben.
Begrijp je het niet? Mijn totem zal misschien geen tweede keer
verslagen worden. Dit is misschien mijn enige kans.' Iza keek in de
smekende ogen van de jonge vrouw. Het was voor het eerst dat ze er
weer een sprankje leven in zag sinds de dag dat Broud haar geslagen
had toen ze op jacht was. Ze wist dat ze er op aan zou moeten
dringen dat Ayla de medicijn nam; het was niet juist dat een
ongekoppelde vrouw een kind ter wereld bracht, als het voorkomen
kon worden. Maar Ayla wilde haar kindje zo wanhopig graag, ze zou
nog depressiever kunnen worden als ze gedwongen werd er afstand van
te doen. En misschien had ze wel gelijk het kon best haar enige
kans zijn. 'Goed Ayla,' gaf ze toe. 'Als je het dan zo graag wilt.
Je kunt er maar het beste nog tegen niemand iets over zeggen; ze
zullen het gauw genoeg weten.'
'Oh Iza,' zei de jonge vrouw en omhelsde haar pleegmoeder. Er
danste een glimlachje over haar gezicht terwijl het wonder van haar
onmogelijke zwangerschap haar vervulde. Ze sprong op, plotseling
een en al energie. Ze kon niet blijven zitten, ze moest eenvoudig
iets doen.
'Moeder, wat maak je voor vanavond klaar? Laat me je helpen.'
'Oeros,' antwoordde de vrouw, verbluft over de plotselinge
ommezwaai in de jonge vrouw. 'Je kunt het vlees klein snijden als
je wilt.'
Terwijl de twee vrouwen aan het eten werkten, besefte Iza dat
ze bijna vergeten was hoe gezellig Ayla kon zijn. Hun handen vlogen
al werkend en pratend door de lucht en Ayla's interesse voor de
geneeskunde keerde plotsklaps terug, ik wist dat niet, van de
maretak, moeder,' merkte Ayla op. 'Wel van moederkoren en kalmoes,
maar ik wist niet dat een vrouw ook door maretak haar kind kon
verliezen.' 'Er zullen altijd nog wel dingen zijn die ik je niet
verteld heb, Ayla, maar je weet genoeg. En je weet hoe je een plant
uit moet proberen; je zult altijd kunnen blijven leren. Met
boerewormkruid gaat 't ook, maar dat kan gevaarlijker zijn dan
maretak. Je gebruikt de hele plant bloemen, bladeren en wortels en
kookt hem. Als je er zóveel water bij doet,' en Iza wees op een
merktekentje op een van haar medicijnkommen, 'en het inkookt tot
zoveel als in zo'n kommetje gaat,' ze hield een benen kommetje
omhoog, 'moet het ongeveer goed zijn. Eén kommetje is meestal
genoeg. Met margrietebloemen gaat het soms ook. Ze zijn niet zo
gevaarlijk als maretak of boerewormkruid, maar ook niet altijd zo
doeltreffend.'
'Dan zou je die beter kunnen gebruiken voor vrouwen die
gemakkelijk miskramen hebben, 't Is altijd beter iets milders te
gebruiken als dat ook werkt minder riskant.' I 'at is zo. En, Ayla,
er is nog iets anders dat je weten moet.' Iza keek om zich heen om
zich ervan te vergewissen dat Creb nog met terug was. 'Dit mag geen
enkele man ooit te weten komen; het is een geheim dat alleen aan
medicijnvrouwen bekend is en met eens aan alle. Je kunt het zelfs
ook beter niet vertellen aan de vrouw die het krijgt. Als haar
metgezel haar ernaar vroeg, zou ze het hem moeten zeggen. Niemand
ondervraagt een medicijnvrouw. Als een man er ooit achter kwam, zou
hij het verbieden. Begrijp je?'
Ja moeder,' knikte Ayla, verbaasd over Iza's geheimzinnigheid
eb enorm nieuwsgierig.
Ik denk niet dat je deze wetenschap ooit voor jezelf nodig
zult hebben maar als medicijnvrouw moet je het in ieder geval
weten Soms, als een vrouw een heel zware bevalling achter
de
rug heeft, is het beter dat ze nooit meer kinderen krijgt. Een
medicijnvrouw kan haar de medicijn geven zonder haar te zeggen waar
het voor is. Er zijn nog andere redenen waarom een vrouw geen
kind kan willen. Sommige planten bevatten een speciale kracht,
Ayla. Ze maken de totem van een vrouw heel sterk, sterk genoeg om
te verhinderen dat er ooit een nieuw leven begint.'
'Ken jij toverij om zwangerschap tegen te gaan, Iza? Kan een
zwakke vrouwentotem zo sterk worden? Elke totem? Zelfs als een
Mog-ur een tovermiddel maakt om de totem van een man extra kracht
te geven?'
'Ja, Ayla. Daarom mag geen man het ooit te weten komen. Ik heb
het zelf gebruikt toen ik gekoppeld was. Ik mocht mijn metgezel
niet; ik wilde dat hij me aan een andere man zou geven. Ik dacht
dat als ik geen kinderen kreeg, hij me niet zou willen houden,'
bekende Iza.
'Maar je hebt wél een kind gekregen. Je hebt Oeba toch
gekregen.'
'Misschien verliest de toverij na lange tijd aan kracht.
Misschien wilde mijn totem niet meer strijden, misschien wilde hij
dat ik een kind kreeg. Niets werkt altijd. Er zijn krachten die
sterker zijn dan welke toverij ook, maar deze toverij heeft vele
jaren gewerkt. Niemand weet alles van de geesten af, zelfs Mog-ur
niet. Wie zou gedacht hebben dat jouw totem verslagen zou kunnen
worden, Ayla?' De medicijnvrouw wierp een snelle blik om zich heen.
'Nu, voor Creb terugkomt; je kent die kleine gele slingerplant met
die kleine blaadjes en bloemen?' 'Warkruid?'
'Ja, die bedoel ik. Laat de hele plant drogen. Verkruimel
ongeveer zóveel in de palm van je hand. Kook het in zoveel water
dat het benen kommetje vol is, tot het afkooksel de kleur van rijp
hooi heeft. Drink er elke dag dat de geest van je totem niet
strijdt twee slokken van.'
is dat niet ook goed voor een nat verband voor steken en
bijtwonden?'
inderdaad, en dat verschaft je een goed excuus om het in
voorraad te hebben, maar het verband wordt op de huid, aan de
buitenkant van het lichaam gebruikt. Als je je totem kracht wilt
geven, drink je het. Er is nog iets anders, maar dat moetje nemen
wanneer je totem strijdt. De wortel van antelopekruid, gedroogd of
vers. Kook hem en drink het kooknat, één kom per dag van je
isolatieperiode,' ging Iza verder.
is dat niet die plant met die ingekerfde bladeren die zo goed
is voor Crebs jicht?'
'Ja, dat is hem. Ik weet er nog een, maar die heb ik nooit
gebruikt. Dat is de toverij van een andere medicijnvrouw; we hebben
toen wat kennis uitgewisseld. Er bestaat een bepaalde broodvrucht;
hij groeit niet hier in de buurt, maar ik zal je laten zien in
welke opzichten hij verschilt van die hier wél groeien. Snij de
vrucht in stukken, kook die in en prak ze tot een dikke brij, laat
die dan drogen en stamp hem tot een poeder. Je hebt er veel van
nodig: een halve kom van het poeder weer met water tot een brij
aangelengd, elke dag dat je niet geïsoleerd bent, wanneer de
geesten niet strijden.'
Creb kwam de grot binnen en zag de twee vrouwen druk in
gesprek. Hij merkte dadelijk het verschil in Ayla op. Ze was
geanimeerd, oplettend, attent en glimlachte. Ze moet zich van haar
inzinking hersteld hebben, dacht hij terwijl hij op zijn vuurplaats
toe hinkte.
'Iza!' riep hij luid, om hun aandacht te trekken. 'Moet een
man hier verhongeren?'
De vrouw sprong met een enigszins schuldige uitdrukking op
haar gezicht overeind, maar Creb lette niet op haar. Hij was zo
verheugd Ayla druk aan het werk en aan het babbelen te zien dat hij
lza niet eens zag.
"t Is zó klaar, Creb,' gebaarde Ayla en rende glimlachend op
hem toe om hem te omhelzen. Creb voelde zich hierdoor beter dan hij
in lange tijd had gedaan. Terwijl hij zich op zijn mat neerliet,
kwam Oeba de grot binnenhollen. Ik heb honger!' gebaarde het kleine
meisje. Jij hebt altijd honger, Oeba!' lachte Ayla, terwijl ze het
kind optilde en haar door de lucht zwierde. Oeba was verrukt. Het
was die hele zomer de eerste keer dat Ayla met haar wilde
spelen
Later toen ze gegeten hadden, kroop Oeba bij Creb op schoot.
Ayla neuriede gedempt terwijl ze Iza hielp met opruimen. Creb
zuchtte tevreden; het was nu weer veel gezelliger. Jongens zijn erg
belangrijk, dacht hij, maar ik geloof dat ik meisjes liever heb. Ze
hoeven niet steeds groot en dapper te zijn en hebben er niets op
tegen op je schoot te kruipen en er in slaap te vallen. Ik wilde
haast dat Ayla nog een klein meisje was. Ayla werd de volgende
morgen in een warme gloed van vreugde-volle verwachting wakker. Ik
ga een kleintje krijgen, dacht ze. Ze omhelsde zichzelf van vreugde
onder haar bontvacht. Plotseling had zin om op te staan. Ik zal
vanmorgen maar eens naar de rivier gaan, mijn haar moet nodig
gewassen. Ze sprong uit bed maar een golf van misselijkheid sloeg
door haar heen. Misschien kan ik beter eerst iets vasts eten en
kijken of het erin blijft. Ik moet eten als ik wil dat mijn
kleintje gezond wordt. Ze kon het eten niet binnenhouden, maar toen
ze een tijdje op was, at ze weer wat en voelde zich toen beter. Ze
dacht nog steeds aan het wonder van haar zwangerschap toen ze de
grot verliet om naar de stroom te gaan.
'Ayla!' grijnsde Broud, op haar toestappend en het teken
makend.
Ayla schrok op. Ze was Broud helemaal vergeten. Ze had
belangrijker dingen aan haar hoofd, zoals warme knuffelige aan je
borst drinkende kleintjes, haar eigen warme knuffelige aan haar
borst drinkende kleintje. Nu, gauw dan maar, dacht ze en nam
geduldig de houding aan zodat Broud zich kon bevredigen. Ik hoop
dat hij voortmaakt, ik wil naar de rivier om mijn haar te
wassen.
Broud had een gevoel van anticlimax. Er ontbrak iets. Ze
reageerde helemaal niet. Hij miste de opwinding van het haar tegen
haar wil forceren. Haar ziedende haat en bittere frustratie, die ze
daarvoor nooit helemaal had kunnen verbergen, waren verdwenen. Ze
verzette zich niet meer. Ze gedroeg zich alsof hij er niet eens
was, alsof ze helemaal niets voelde. Dat was ook zo. Haar geest
vertoefde elders, ze merkte zijn binnendringen al evenmin op als
zijn scheldkanonnades of zijn vinnige klappen. Haar rustige, serene
kalmte was teruggekeerd. Broud putte zijn bevrediging uit zijn
macht over haar, niet uit de seksuele ervaring. Hij merkte dat hij
niet meer opgewonden raakte, het kostte hem moeite zijn erectie in
stand te houden. Nadat hij daarna enkele keren niet eens een climax
had kunnen bereiken, viel hij haar minder vaak lastig en ten slotte
helemaal niet meer. Het was té vernederend. Ze had qua reactie even
goed van steen kunnen zijn, dacht hij. Ze is trouwens toch lelijk,
ik heb genoeg tijd aan haar verdaan. Ze begrijpt niet eens dat het
een eer is dat de toekomstige leider belangstelling voor haar
heeft. Oga ontving hem met open armen terug, opgelucht dat hij over
zijn onbegrijpelijke bevlieging voor Ayla heen scheen te zijn. Ze
was niet jaloers geweest, het was niet iets om jaloers op te zijn.
Broud was haar metgezel en hij had geen blijk gegeven haar kwijt te
willen. Iedere man kon zich verlichten met iedere vrouw die hij
maar wilde, daar was niets ongewoons aan. Ze kon alleen niet
begrijpen waarom hij zoveel aandacht aan Ayla besteedde terwijl die
het om een of andere vreemde reden zo duidelijk niet prettig
vond.
Hoewel hij probeerde het weg te redeneren, had Broud zeer het
land over Ayla's plotselinge onverschilligheid. Hij had gedacht nu
eindelijk een manier gevonden te hebben om haar geheel te
onderwerpen, om de muur van koele gereserveerdheid om haar heen te
slechten, en hij had ontdekt hoeveel genoegen hem dat verschafte.
Het sterkte hem des te meer in zijn voornemen een andere manier te
vinden om haar te treffen.