ZEVEN ER IS EEN TIJD VOOR ALLES
De geur van wierook vermengde zich met de muffe geur van oud leer en lang vergeten geheimen toen ik door de schaars verlichte stellingcatacomben van een oude boekwinkel dwaalde. Ik liet mijn hand langs verbleekte opschriften glijden, genietend van de ervaring, hoewel ik eigenlijk niet goed wist waarnaar ik op zoek was. Ik naderde het einde van dat labyrint toen mijn hand in aanraking kwam met een dikke foliant. De randen waren beschadigd en de goudopdruk was vervuild, maar de omvang van dit boek wekte mijn interesse. Ik trok het boek uit de stelling en moest hoesten in de dikke stofwolk die daardoor werd veroorzaakt terwijl ik op een kruk ging zitten.
Toen het stof was neergedwarreld, gluurde De wijsheid van Euripides door het vervagende daglicht naar mij omhoog. Geïntrigeerd opende ik de broze, vergeelde bladzijden en begon te lezen.
Het beste en veiligste is het in stand houden van evenwicht in je leven, in het besef van de grote krachten om je heen en in jezelf. Als je dit kunt doen en zo kunt leven, ben je een waarlijk wijs man.
Ik glimlachte. Was er een mooiere manier om te beginnen aan een verkenning van de universele wet van het geslacht? Vroeger werd er niet alleen verschil gemaakt tussen het geslacht van mens en dier, maar ook tussen dat van voorwerpen of begrippen, zoals in veel talen nog altijd het geval is – min of meer ook in het Nederlands. Het Latijnse woord voor geslacht is genus. Iedereen die op de middelbare school voor het vak biologie verplicht was om de classificatiesystemen uit het hoofd te leren, zal zich herinneren dat biologen negen klassen gebruikten om te kunnen bepalen in hoeverre levende organismen aan elkaar verwant zijn: het leven, het domein, het rijk, de phylum (stam), de klasse, de orde, de familie, het genus en de soort.
Als we het over de wet van het geslacht hebben, gaat het dus om een soort of type. Het begrip ‘soort’ staat hier in feite dichter bij het Franse begrip genre, dat we vaak gebruiken om een categorie films of boeken te typeren.
De oude hermetici geloofden dat elk menselijk individu en elk oord of ding mannelijke én vrouwelijke eigenschappen had die met elkaar moesten samenwerken om nieuwe creaties voort te brengen. Zij zagen de mannelijke energie als iets externs, iets dat werd uitgezonden naar het universum, terwijl vrouwelijke energie ‘intern’, dus naar binnen gericht, was. De mannelijke en de vrouwelijke energie werkten dus samen als een soort koord voor bungeejumpen. De positief geladen mannelijke energie zou altijd afstotend werken, terwijl de negatieve vrouwelijke energie constant aantrok. Wetenschappelijk gesproken heeft de term ‘positief’ niet de betekenis van ‘goed’, of de term ‘negatief’ de betekenis ‘slecht’. Het zijn eenvoudigweg termen voor de beide polen van stromende energie. Hermes gebruikte de term ‘vrouwelijk’ om de negatieve energiepool aan te duiden, omdat dit een scheppende bron was, zoals de vrouwelijke sekse het nieuwe leven in zich draagt.
Gezondheid! Niet alleen lichamelijke gezondheid dankzij het eten van de juiste dingen en genoeg lichaamsbeweging. Nu hebben we het over emotionele gezondheid en emotioneel evenwicht. Met andere woorden: doen waarvan je houdt en houden van wat je doet; iedere dag vooruitkijken, dingen onderzoeken, andere mensen helpen, iets teruggeven. Dit is het metageheim van emotionele gezondheid.
De wet van het geslacht is dus in alle creaties in het universum een systeem voor instandhouding van het evenwicht. Veel talen, zoals het Spaans, het Frans, het Duits, het Hebreeuws en het Arabisch, volgen deze benadering van het geslacht ook in hun systeem van zelfstandige naamwoorden. Volgens de traditie worden bepaalde woorden als mannelijk of vrouwelijk aangeduid, maar dit is geen feitelijke verwijzing naar mannelijke of vrouwelijke geslachtskenmerken.
De hermetici gingen in dit opzicht een stap verder door in de menselijke psyche mannelijke en vrouwelijke energievormen te onderscheiden. Zij beschouwden de ‘mij’-energie – het deel van ons dat verantwoordelijk is voor onze emoties, gewoonten en stemmingen – als vrouwelijk, terwijl de ‘ik’-energie – dat deel van ons dat begeerten en verlangens heeft – als mannelijk werd gezien. Met andere woorden: het ‘Mij’ is de schepper en het ‘Ik’ is de ‘doener’. ‘Ik’ is het aspect van zijn; ‘Mij’ is het aspect van wording. Beide staan in dienst van een doel, maar ze kunnen geen van beide de taak alleen volvoeren. (De moderne psychologie noemde dit proces later ‘de zelftheorie’.)
Als we er geconcentreerd aan werken, gebruiken we zowel het ‘Mij’ als het ‘Ik’ om bij alles wat we doen iets te bereiken. Het ‘Mij’ brengt het idee voort; het ‘Ik’ voert het uit. Of om een voorbeeld uit het hoofdstuk over polariteit te gebruiken: neem de tegenstelling geluk/verdriet. Hier zou het ‘Mij’ de schepper van je huidige stemming zijn, terwijl het ‘Ik’ de kracht is die bezig is je huidige emotionele niveau over de emotieboog naar omlaag of omhoog te verleggen.
De Drie Adepten hebben dit tot in bijzonderheden als volgt toegelicht.
Aangezien je geest deze gevoelens en andere stemmingen heeft geschapen, kun je ze ook met je vrije wil veranderen. Als je eenmaal hebt geleerd je stemmingen en je kijk op de dingen naar believen te verheffen, zul je je niet langer vereenzelvigen met je emoties, geestestoestanden, gevoelens, gewoonten, eigenschappen, kenmerken en andere mentale hoedanigheden. Dan zet je de hele verzameling van lasten en curiositeiten van je af. Het zal duidelijk zijn dat dit veel mentale concentratie en analytisch vermogen vereist. Toch is het voor de gevorderde oefenaar geen onmogelijke taak. Zelfs minder gevorderden kunnen zich heel goed voorstellen hoe dit proces kan worden uitgevoerd.
Nadat je dit onthechtingsproces hebt voltooid, zul je ontdekken dat je in het bezit bent van een ‘Zelf’ met twee (dualistische) aspecten: het ‘Mij’ is de mentale moederschoot die gedachten, ideeën, emoties, gevoelens en andere toestanden voortbrengt. Het ‘Mij’ brengt aan het bewustzijn rapport uit over allerlei soorten en vormen van ideeën en ingevingen. Het vermogen van zijn scheppende energie is enorm, maar toch moet het ‘Mij’ energie van zijn ‘Ik’-partner ontvangen om zijn mentale scheppingen tot concrete expressie te brengen (‘te manifesteren’).
Het gaat erom werkelijk iets van onszelf te begrijpen. We zouden er al op heel jonge leeftijd mee moeten beginnen door onszelf af te vragen: ‘Wie ben ik? En ‘Wat bezielt mij nu eigenlijk?’ Zo kom je meer over jezelf aan de weet. We hebben altijd haast om aan een auto te komen, een zaak op poten te zetten of een huis te kopen. We zouden onszelf eerst eens aan onszelf moeten voorstellen! De school heeft dat nagelaten, net als je ouders. En als je bij iemand gaat werken, zal hij of zij het evenmin doen. Kortom, als je het niet voor jezelf doet, zal het er nooit van komen. Dit is iets tussen jou en jezelf. De stripfiguur Pogo zei: ‘We hebben onze vijanden gezien; wij zijn het zelf.’
Pas als we ons bewust worden van de wet van het geslacht, beginnen we te beseffen hoe vaak het allemaal om ons heen gebeurt. De energie van mensen met een stressvolle baan is veel te vaak uit balans, vanwege een teveel aan mannelijke energie. Als je je voortdurend laat verleiden tot competitie – zoals veel jonge managers die druk bezig zijn hun carrièreladder te beklimmen, of zoals veel handwerkers die uit noodzaak lange dagen maken, of zoals veel moeders die hebben geleerd alleen aan anderen te denken – is je energie niet uitgebalanceerd. Een accu geeft er vroeg of laat de brui aan als er alleen positieve energie aan wordt onttrokken. Zo is het met ons ook. Als we aan alle kanten steeds maar geven, geven en nog eens geven, zal ons dat vroeg of laat mentaal, fysiek, emotioneel en spiritueel uitputten.
Wij zijn zo ontworpen dat onze energie in beide richtingen moet stromen. Daarom is het zo belangrijk te leren ontvangen. We kunnen dit doen door te leren hulp te accepteren en geschenken te ontvangen.
Echter, niet alleen een overmaat aan mannelijke energie is ongezond; dit geldt ook voor een teveel aan vrouwelijke energie. Degenen die verwachten dat altijd alles voor hen zal worden gedaan of hun zal worden gegeven worden vaak overmatig passief en verliezen het vermogen om zelf in actie te komen of oorspronkelijke ideeën tot expressie te brengen. In plaats van zich actief in te spannen, opdat hun leven alles wordt dat het kan zijn, glijden zij af naar de slachtofferrol.
Als een geestelijke zijn gemeente of parochie ertoe opwekt zich op een bepaalde manier te gedragen, of als een acteur zijn gehoor in lachen uit laat barsten of het tot tranen toe ontroert, of als een activist een menigte oproept om voor een goede zaak in actie te komen, gebruikt de betrokkene al zijn mannelijke energie of wilskracht om de vrouwelijk-accepterende energie van zijn volgelingen te beïnvloeden. Hoe meer je je oefent in het creëren van evenwicht tussen je vrouwelijke en mannelijke energie, hoe kleiner de kans zal zijn dat jij zult worden beïnvloed door de wilskracht (mannelijke energie) van iemand anders, en hoe meer greep je zult hebben over je gedachten, financiën en vrijheid.
Naast het concept van evenwicht tussen de mannelijke en de vrouwelijke energie, heeft de wet van het geslacht ook nog een andere betekenis. Soms wordt dit omschreven als de wet van ontkieming. Dit beginsel zegt dat het tijd kost om het zaad van een gedachte te laten ontkiemen en het tot volledige functionele wasdom te laten komen. Haïtianen hebben hiervoor het oude gezegde ‘Piti, piti, wazo fe nich li’ of ‘De vogel bouwt zijn nest stukje bij beetje.’ Wij zouden misschien zeggen: ‘Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd’ of ‘Er is een tijd voor alles’ – kortom, iedere gedachte en handeling heeft een incubatietijd. Wij weten bijvoorbeeld dat de aarde in 365,25 dagen rond de zon cirkelt, dat baby’s na negen maanden worden geboren of dat zinnia’s zes dagen na het planten ontkiemen.
Onze maatschappij heeft zich echter, om wat voor reden ook – misschien omdat we in het Informatietijdperk leven of omdat we denken dat we op van alles en nog wat ‘recht hebben’ – ontwikkeld tot een samenleving die alles nu wil. We werken niet meer samen met het ritme van de aarde en hebben haar cycli uit het oog verloren.
Het verschil tussen enerzijds het bepalen van doelstellingen en dan aan de verwezenlijking ervan werken, en anderzijds de baan van de aarde rond de zon of het planten van sierplanten als zinnia’s, is dat deadlines of datums niet gemakkelijk herkenbaar zijn. Soms zullen we ons erbij neer moeten leggen dat het niet kennen van het juiste tijdstip deel uitmaakt van het proces. Echter, zoals de bloem weet wanneer het tijd is om te bloeien, zullen doelstellingen pas werkelijkheid worden als het tijdstip daarvoor gekomen is.
In de klassieke film uit 1984, The Karate Kid, vraagt Daniel Larusso de klusjesman mister Miyagi hem karate te leren. Mr. Miyagi stemt ermee in en nodigt Daniel uit bij hem thuis, waar hij de tiener aan het werk zet: hij moet zijn auto netjes in de was zetten, zijn schutting beitsen en allerlei andere karweitjes doen. Daniel laat zich dit een poosje welgevallen, totdat hij woedend uitvaart en mr. Miyagi verwijt dat deze hem gebruikt. Dan pas hoort hij dat mr. Miyagi zijn lichaam op natuurlijke manier de bewegingen heeft laten maken die hij straks nodig heeft om een ster in karate te kunnen worden. Daniel had niet geweten dat het er bij karate niet om gaat een paar snelle bewegingen te leren om een tegenstander te vloeren. Wie deze vechtsport werkelijk goed wil leren, dient eerst de filosofie die erachter schuilgaat te leren en er één mee te worden. In diezelfde geest moeten ook wij leren dat niets in het leven vanzelf gaat en dat we dikwijls de nodige tijd moeten nemen om te leren, zodat we van de nuances kunnen genieten en er werkelijk iets aan hebben.
Volharding en geloof zijn onmisbaar om een doelstelling te realiseren. Of zoals Wallace Wattles, de auteur van een van de eerste boeken over de Wetten van Hermes, eens schreef: ‘De dankbare geest verwacht altijd het goede en deze verwachting wordt vertrouwen.’ De wet van aantrekking leert ons dat vertrouwen de verwezenlijking van doelstellingen naderbij brengt. Jouw doelstellingen zullen vrucht dragen als de tijd er rijp voor is.
De moeilijkheid is dat we soms zeggen dat we vertrouwen in iets hebben: we zetten ons er een tijdje voor in, maar op een bepaald niveau zijn onze intenties niet echt helder en beginnen we onszelf te saboteren door niet door te zetten. Stel dat je besluit naar de plaatselijke ijssalon te lopen. De beste manier daartoe is je huis verlaten, de straat uitlopen en de kortste weg nemen om uit te komen bij die ijssalon in de hoofdstraat.
Je zou niet je huis verlaten en een begin maken met de route naar de ijssalon, om ergens onderweg te besluiten een keer of drie een blokje om te gaan en dan een andere straat in te slaan totdat je steeds verder van je doel bent, waarop je merkt dat je te veel tijd hebt verspild en besluit naar huis te gaan. Toch is dat precies wat we vaak doen als het erom gaat in onze doelstellingen te geloven. In plaats van linea recta naar de ijssalon te lopen, volgen we een route vol omwegen, waardoor het allemaal veel langer duurt dan nodig is. Vaak besluiten we dan maar helemaal van de verwezenlijking van die doelstelling af te zien.
Als een doelstelling niet zo snel werkelijkheid wordt als het volgens jou zou moeten en jij nog steeds in de waarde ervan gelooft, dien je genoeg vertrouwen op te brengen om het niet op te geven! Wees ervan overtuigd dat het zal gebeuren! Soms hoef je er alleen maar je ‘deadline’ voor bij te stellen.
Je zou toch ook geen vermageringspillen gaan slikken om het maar op te geven als je niet binnen een paar minuten begint af te vallen? Je neemt toch ook geen penicillinekuur in om, als je je halverwege begint af te vragen waarom je keelontsteking maar niet overgaat, het maar op te geven? Geef het niet op als je op moeilijkheden stuit! Ontspan je, in het besef dat alle dingen op hun eigen tijd gebeuren.
Vertrouw dat waar je om hebt gevraagd al onderweg is naar je toe. Cultiveer dat vertrouwen. Vertrouw er werkelijk op; weet dat je het in feite al hebt – het is slechts een kwestie van tijd! Als het je te moeilijk lijkt erop te vertrouwen, denk dan aan de raad die we al eerder hebben geformuleerd: door de situatie te accepteren, verplaats je jezelf een paar graden naar de positieve pool van de situatie. De wet van aantrekking zal dan in werking treden om datgene wat jij in je leven nodig hebt aan te trekken. Begin met alles wat je al hebt te waarderen en er dankbaar voor te zijn en vijzel jezelf omhoog naar vertrouwen en geloof. Als de tijd er rijp voor is, zal een doelstelling werkelijkheid worden. Dit is een universele wet die niet kan falen. Misschien zul je het proces verkeerd begrijpen of geen helder zicht hebben op het totaalbeeld, maar uiteindelijk zal alles duidelijk worden.
Bob Proctor
Humor is weldadig, werkelijk. Wat het jou doet, weet ik niet precies, maar ik weet wel dat het iets doet met je hersenen. Norman Cousins, inmiddels al jaren dood, leidde een lang en bijzonder vruchtbaar leven. Rond zijn vijftigste werd er een degeneratieve ziekte in het terminale stadium bij hem gediagnosticeerd. Hij was stervende, letterlijk. Op een dag kwam de gedachte bij hem op: als er verband bestaat tussen verdriet en ziekte, moet er ook samenhang bestaan tussen blijdschap en gezondheid. Daarom liet hij iedereen die hem bezocht oude lachfilms van Laurel en Hardy en allerlei andere slapsticks meebrengen – de een nog hilarischer dan de andere. Hij begon ze te draaien en lachte en lachte. Hij lachte zo veel dat ze hem het ziekenhuis uitzetten. Dus huurde hij een suite in een hotel en draaide die films de hele dag door.
En hij werd weer gezond! Volgens mij weet jij ook dat je je prettig voelt als je moet lachen. Begin om jezelf te lachen. Als je een fout maakt, lach dan om jezelf! Neem jezelf niet zo ernstig! Humor speelt een buitengewoon belangrijke rol in een gezond, ontspannen leven. Wil je hier meer van weten? Zorg dan dat je wat van Cousins materiaal te pakken krijgt. Hij zal je haarfijn uitleggen wat humor bewerkstelligt in het brein dat de vibraties van het lichaam aanstuurt. Begin wat meer te lachen! Veel plezier!
De spreker Dan Millman wierp wat licht op dit proces door het op de volgende manier te verklaren: ‘Ik heb geleerd dat we van alles kunnen doen, maar niet alles. In elk geval niet op hetzelfde moment. Formuleer daarom je prioriteiten niet in termen van de bezigheden die je doet, maar wanneer je ze doet. Timing is alles!’
Terwijl ik dat oude, stoffige boek sloot, verwonderde ik mij voor de zoveelste keer over de manier waarop de wetten van het universum werken. Ik was deze oude boekwinkel binnengestapt zonder precies te weten wat ik zocht, maar had weer eens een lesje gekregen in het alomtegenwoordige metageheim dat ons omringt. In dit geval had mijn speurtocht naar een goede manier om de wet van het geslacht te verklaren, mij een demonstratie van de werking ervan gegeven.
Het herinnerde mij eraan dat we – in plaats van bij onszelf te zeggen ‘Dit wordt nooit wat’ of ‘Het gebeurt toch niet’ – de mannelijke energie kunnen benutten om ons de weg te laten wijzen naar een positievere manier van denken. Je hoeft je niet te concentreren op ‘hoe’ het moet gebeuren, of ‘wanneer’, laat staan te denken dat het onmogelijk lijkt. Door een doelstelling te bedenken en erin te geloven héb je haar al gecreëerd. Ze zal werkelijkheid worden – het is slechts een kwestie van tijd. Ben je bereid te wachten?
Als je eenmaal inzicht hebt in de wetten van het universum en er in vertrouwen mee samenwerkt, komt alles wat je nodig hebt op zijn eigen tijd. Het is een kwestie van geduld, waarbij je uiteraard je ogen en je hart moet openstellen voor de kansen die zich aandienen!