Miss X
Jan was een beetje vaag van blik toen hij gistermorgen het
koffiehuis binnenkwam en — met zijn regenjas nog aan —
plompverloren naast me ging zitten.
'Ben je ergens van geschrokken?'
'Ik heb een dochter gekregen, vannacht, ' zei hij en keek me
bezorgd aan.
'En het zou pas over een maand zijn?' riep ik verbaasd.
'Ja, de dokter had zich een beetje verteld, maar dat dochtertje
hield daar geen rekening mee en kwam eigenzinnig ter wereld. Zeven
pond. Alles goed, dat wel. '
'Waarom kijk je dan zo sip?' vroeg ik, want vaders van een eerste
kind mogen op zo'n ochtend wel dooreengeschud zijn, als die
verwarring maar op een basis van jubelende geestdrift staat.
'Kijk, de moeilijkheid is, ik weet geen naam, ' sprak hij. 'Die
hadden we nog niet. We dachten: daar kunnen we nog een maand op ons
gemak overpiekeren. Maar nu slaapt mijn vrouw en moet ik dat kind
over een uur gaan aangeven. En al sla je me dóód... '
Hij staarde wanhopig in zijn koffie, als stond de uitkomst daar te
lezen.
'Maar in het ziekenhuis... ' begon ik.
'Er hangt een kaartje aan haar wieg en daar heeft de dokter "Miss
X" op geschreven, ' zei hij, 'omdat ik het zo gauw niet wist,
vannacht. Maar dat kan natuurlijk niet zo blijven... '
Hij keek mij aan als een drenkeling.
'Weet jij niks?' vroeg hij.
'Wat denk je van Charlotte?' sloeg ik voor.
'Mooi, maar dat wordt Lotje, ' vond hij, 'Lotje leerde Leentje
lopen op de lange Lindelaan. Neen. '
'Suzanne?'
'Klinkt lief, maar schrompelt al spoedig ineen tot Suus, '
voorspelde hij somber. 'En Suus is mijn tante Suus. Tante Suus uit
Soest, die altijd kleedjes haakt die niemand wil hebben. Neen.
'
'Lucie?'
'Mijn eerste verloofde heette Lucie. '
'Anneke?'
'Ik ken een vrouw die Anneke heet en zes complete neurosen
binnendraagt als ze eens een avondje op visite komt. Die naam doe
ik een schuldeloos kind niet aan. '
Ik zweeg — uitgeput. Hij droomde hardop: 'Gertrude wordt Truus.
"Dag Truus, met Karei, zet de spruitjes maar vast op, want ik ga nu
van kantoor. "Sophia lokt Fie uit. "Ja, Fie gaat ook mee met de
reisvereniging naar de Rijn. " Jeanette is lief, maar zo heten de
kamermeisjes in vergeelde Franse blijspelen. Monique kun je ook wel
laten — dat is een feeënnaam. Dan mag ze nooit eens een bril
dragen, later. '
'Waarom niet?'
'Nou, Monique met een bril — dat is waanzin, ' zei hij koppig.
Ik stond op.
'Jongen, jij bent niet te helpen, ' besloot ik.
'Ga niét weg, ' riep hij wanhopig. 'Zeg nou wat. '
'Emilie, ' probeerde ik bij de deur, want ik ken een heel lief kind
dat zo heet.
'Emilie, ' proefde 'hij. 'Ja, dat kan Emmie worden. En Lietje.
Allebei leuk. Mooi zeg... '
Maar 's avonds in de advertentie stond: 'Marie. ' Toen ik hem
telefonisch om rekenschap vroeg, zei hij: 'Zo heet mijn moeder.
'