De palm
Zowat een jaar geleden is Corrie getrouwd met Hans.
Ze heeft hem, wat vrouwen noemen 'niet cadeau gekregen', doch
moeten trekken, gelijk een diepgewortelde kies. Want als een
verstrooide intellectueel op zijn achtendertigste nog altijd bij
moeder thuis woont, valt er méér te overwinnen dan alleen zijn
vadsige neiging om deze status-quo maar te handhaven. Moe, een
kleine, heerzuchtige korporaal, die alle vorige dames eronder
gekregen had, gaf hem ook aan Corrie niet zonder strijd prijs. Ze
had alles te verliezen. Want Hans was een volmaakt beredder-object
voor haar. 's Ochtends placht zij hem te wekken met een kus. Ze
trok dan de gordijnen open en riep op een zangerige tedere toon:
'Hanneman moet ópstaan. De oogjes ópen. 't Is tijd voor Hanneman.
'
Dat het hoofd op het kussen al kaal begon te worden, stoorde haar
niet. Ze had hem altijd zo gewekt en wilde ermee voortgaan tot haar
laatstedag. Misschien wist ze wel, dat hij eruit gegroeid was, maar
als hij zweefde tussen dromen en waken, permitteerde zij zich haar
getjilp, omdat het een overleefd geluk even terugriep. Die Corrie,
met haar doortastend secretaresse-aplomb, maakte er een eind aan.
Niet ruw natuurlijk, maar mét tact. Toen ze bezig was Hans te
veroveren, drukte zij mamsje méé aan de borst. Maar de oude vrouw
zag, dwars door de lieve tekst heen, dat ze het tegen dit karakter
ging afleggen.
In die verlovingsdagen ben ik er wel eens op bezoek geweest. De
twee vrouwen zorgden dan voor het parlando, vriendelijk, maar met
een giftige onderstroom. Hans had er geen hinder van, want als hij
niet las, zat hij zwijgend in zijn stoel, als iemand die wacht op
een voertuig, dat hem zal komen afhalen. Daar hij de gesprekken
niet volgde, kon hij soms, midden in een geladen discours over het
bereiden van zijn lievelingsspijs, de rolpens, weinig ter zake
binnenvallen met: 'Ja, er zijn natuurlijk zedelijke gedragingen,
maar daar gaat hij niet van uit... Hij gaat uit van zedelijk
bewustzijn. Niet? En dat is juist. Want anders had de moraal geen
basis. Niet?'
De onthutste stilte maakte hem helemaal wakker.
'Schopenhauer, bedoel ik, ' zei hij dan en gaf de weerloze glimlach
af, die het Corrie had aangedaan. Haar verliefd moederinstinct
ontvreemdde hem efficiënt uit het ouderlijk huis, waar
dehuwelijksdag een lege stoel en veel wrok achterliet. Toen ik een
paar weken later op Corries verjaardag was, zat de moeder mét een
harde glimlach op visite en liet zich door haar schoondochter
bemamsen en verwennen. Later kwamen er meer gasten. Corrie nam me
terzijde en vroeg zachtjes: 'Zie je dat daar?' Ze wees op een grote
palm, in zo'n met groen papier gecamoufleerde pot. 'Van mams
gekregen, ' vervolgde ze. 'Schattig he? Voor het reptielenhuis in
Artis, bedoel ik. Maar hier, in mijn kamer... Nou ja, je moet er
niet over praten hoor, maar die laat ik doodgaan. '
Ze had de glimlach even laten varen en keek naar het geschenk als
Lady Macbeth. Nu is een palm net een kameel — hij komt met weinig
rond. Maar Corrie gaf 'm niks dan tocht. In haar sierlijk
gemeubileerd vertrek zat zij het sterfbed uit met een blijmoedig
geduld. Ik heb nooit geweten, dat een plant tragisch kon zijn, maar
déze was het. Aanvankelijk hield hij zich trots overeind, doch hij
verloor langzaam maar zeker de moed. Het groen werd moe en begon
toen aan de punten te vergelen. Na een poos waren zijn dagen
geteld. Hans merkte het niet, maar de moeder overzag bij elke
visite beter wat er gebeurde. Gisteren was ik erbij toen ze op
bezoek kwam.
'O, zó sneu, mamsje, ' riep Corrie op haar toontje. 'De palm is
dood. Ik heb 'm moeten wegdoen... '
'Dat geeft niets kind, ' zei de oude vrouw. En naeen slokje thee:
'Je bent gauw wéér jarig. Krijg je een nieuwe van me. '
'He ja!' vond Corrie.
Boven de lachjes wisten de ogen precies wat zij aan elkaar hadden.
Hans schrok even wakker, keek om en mompelde: 'Gus, is die palm
weg?'
'Al meer dan een week, suffie, ' zei Corrie.
Ze leek me volmaakt gelukkig.