Stella Bonasera schudde de regen uit haar gezicht en haar ogen en begon foto's te nemen van de hopen puin waar eens een trots gebouw had gestaan. Ze wilde net voorstellen dat Hawkes de lichamen zou bekijken, maar toen ze over haar schouder keek, zag ze dat hij al naast het lijk van Henry Doohan hurkte. Sheldon Hawkes had zijn koffertje naast zich op de grond gezet, boog zich over het lijk, veegde de regen uit zijn ogen en keek naar het gehavende en vuile gezicht van Doohan. Hij draaide het lichaam op zijn zij. Stella had net haar laatste foto genomen toen ze Hawkes hoorde roepen: 'Deze is neergeschoten.' Ze legde de camera weg en wilde naar de knielende Hawkes toe lopen, toen hij zei: 'Volgens mij hoor ik iets.' Hij wees naar een plek op een meter van Doohans lichaam. Stella veegde de regen uit haar gezicht en keek in de richting die Hawkes aangaf. Het was tijd om andere handschoenen aan te doen, maar het zou niet gemakkelijk zijn om de natte dingen uit te trekken. Een geluid. Een knal. Een diepe zucht van de aarde. Stella keek naar Hawkes om te zien of hij het had gehoord. Maar Sheldon Hawkes was verdwenen.