PROLOOG

 

 

Duizenden kleine voorvallen hadden van Noelle dit hoopje ellende kunnen maken, dat nu onbeheerst snikkend in de leraarskamer zat. Ze bewezen allemaal dat ze haar taak niet meer aankon. Het niet meer aankon! Dat waren afgrijselijke woorden voor een lerares! Uiteindelijk was het het gooi- en smijt gevecht in de eetzaal dat de laatste druppel deed overlopen. Of misschien was het het obscene briefje om 8.16 uur vanmorgen dat Jerry Blake voor al zijn klasgenoten had vernederd en hem in tranen had achtergelaten. Noelle was zelf wit weggetrokken door de woorden die een jeugdige hand had geschreven terwijl ze de verlegen Jerry probeerde te troosten.

Misschien was het de voortdurende druk van ouders die de heksenketel in haar hoofd had veroorzaakt. Noelle had vanmorgen in de pauze met de vader van de briefjesschrijver gesproken. Hij was geschokt geweest, beschaamd en kwaad. Ontzettend kwaad. Hij zou later terugkomen om er met het hoofd over te praten. Ze had Norm al gewaarschuwd. Om precies te zijn was dit de derde keer sinds 7.45 dat ze in zijn kantoor was geweest.

Toegegeven, het meningsverschil met een collegadocente vanmorgen maakte de situatie er niet beter op. Het was kinderachtig geweest en had nooit mogen gebeuren. Nu zou ze haar excuses moeten aanbieden. En zij had notabene gelijk. Twee volwassenen die in hetzelfde gebouw werkten met hetzelfde doel voor ogen zouden niet moeten kibbelen over een studieboek voor de middelmatige leerlingen. Noelle kreunde en begroef haar gezicht in haar handen. De gebeurtenissen die met elkaar hadden geleid tot de ramp van deze ochtend bleven in haar hoofd rondtollen.

Tegen de tijd dat de pizza Art Garstka’s voorhoofd raakte, was Noelle in de eetzaal haar zelfbeheersing kwijtgeraakt. Ze had wanhopig geprobeerd een schijn van orde op te houden maar binnen de kortste keren vlogen erwten van vorken af en versierde macaroni de wanden van de eetzaal. Een paar leerlingen die zich gewoonlijk netjes gedroegen hadden niet veel aanmoediging nodig om zich in het onverwachte strijdgewoel te storten. Noelle had zelfs de indruk dat ze het met bijna boosaardige vreugde verwelkomden.

”Naar huis. Ik geloof dat ik naar huis moet,” mompelde ze tussen een paar snikken door terwijl ze haar best deed de herinnering uit haar gedachten te wissen. ”Ja, dat is een goed idee, Noelle,” was Norm Harris het met haar eens, dankbaar dat hij tenminste iets zinnigs van haar hoorde in een tijd van dertig minuten. Zijn dikke buik streek langs haar arm toen hij een glas water voor haar neerzette. ”Hier. Neem een slokje water. Je zult je een stuk beter voelen als je naar huis gaat en dit weekend eens goed uitrust. Dan ben je maandag weer fris.”

Norm liet zijn transpirerende figuur in de stoel tegenover haar zakken. Wat een dag was dit geweest! Om te beginnen stond er al om 7.30 een nijdige vader voor zijn neus om te protesteren tegen een onredelijke strafmaatregel. Toen kwam de drugsbestrijdingsafdeling van de politie om over de verschillende methodes van drugsopsporing in de school te praten, met inbegrip van een speciaal opgeleide hond om aan de kastjes van de leerlingen te ruiken! Een hond met een neus voor drugs! Het begon hier op een politiestaat te lijken! Alsof dat nog niet genoeg was om zijn dag te verpesten hadden Noelle en Margaret, twee van zijn beste leraressen een zeldzaam voorkomende ruzie over studieboeken. Dat alles gebeurde voor acht uur vanmorgen! Later waarschuwde Noelle hem dat er een boze vader zou komen, na drie uur. Toen dat verdomde etensdrama! Het was pas halfeen! En nu dit! Noelle was in tranen die voorlopig niet te stoppen waren.

”Me weer fris voelen na een weekend? Dat zei je ook voor de herfstvakantie. En Kerstmis. Dat hielp ook niet,” beschuldigde Noelle hem onredelijk alsof het allemaal zijn schuld was. Met onvaste hand reikte ze naar het glas water.

Norm haalde diep adem en keek haar wantrouwend aan. Het zinde hem helemaal niet zoals ze er uitzag. ’Ik zal Myrna vragen of ze met je wil praten, Noelle.” Noelle hief haar natte ogen naar hem op toen zijn bedoeling langzaam tot haar doordrong. ”Myrna? De schoolpedagoog?” Heftig schudde ze haar hoofd. ’Ik wil niet met haar praten, Norm. Op dit moment wil ik alleen maar naar huis. Naar huis in New Orleans.” Norm staarde haar aan. Ze kon toch niet zomaar stoppen, midden in maart? Hoe moest hij in deze tijd van het jaar aan een vervanger komen? ”Kom, kom, Noelle,” suste hij, terwijl hij haar op de schouder klopte. ”Dat meen je niet. Je wilt toch je jaar niet afbreken? Daarmee zou je trouwens je nederlaag erkennen. Het is zoals op je paard klimmen nadat je eraf bent gevallen! Je moet wel teruggaan naar de klas. als je ooit weer les wilt geven!”

’Ik wil niet terug, Norm. Nu niet. Je kunt niet op een paard klimmen met een gebroken arm. Of een gebroken rug,” snauwde ze. Haar ogen waren roodomrand en vol tranen.

"Noelle, je bent niet gebroken. Je bent alleen moe. Je bent een veel te goede lerares...”

Desondanks, terwijl haar klas in het filmlokaal naar een haastig uitgekozen film zat te kijken, pakte Noelle Clayton haar tas, haar lunchpakket, en een stapel papieren bij elkaar en verliet het schoolgebouw. Terwijl ze door de groengeschilderde deur liep, steeg er een gevoel van bevrijding in haar óp, als een vogel die uit zijn kooi is losgelaten. Ze had het gevoel alsof ze kon vliegen - en dat was precies wat ze wilde doen. Vliegen, ver weg van New Jersey.

Op dat moment wist Noelle dat ze de volgende maandagmorgen niet door die donkergroene deuren naar binnen zou wandelen.