16. JAGERS OP DROMEN

Gefrustreerd en kwaad reed ik bij Tom en opa vandaan, vastbesloten Fanny tegen zichzelf te beschermen, omdat ik niemand anders scheen te kunnen redden. Losjes in opa's zak zat een stapel bankbiljetten die hij niet eens de moeite had genomen te tellen. 'Geef die aan Tom als ik weg ben,' zei ik tegen hem. 'Zorg dat hij het aanneemt en voor zijn toekomst gebruikt.' Maar de Heer boven ons was de enige die precies wist wat een seniele oude man met zoveel geld zou doen.

En weer zat ik in het vliegtuig, en vloog nu naar het westen, naar Nash- ville, waarheen Fanny was verhuisd de dag nadat ze haar baby had verkocht aan dominee Wayland Wise en zijn vrouw. Eenmaal in de stad gaf ik een taxichauffeur Fanny's adres, leunde toen achterover en sloot mijn ogen. Ik werd aan alle kanten verslagen, en scheen niets goed te kunnen doen. Troy was de enige veilige haven, en ik hunkerde naar zijn kracht. Maar dit was iets dat ik alleen moest doen. Ik kon Fanny nooit in mijn privé-leven toelaten - nooit.

Het was benauwd en heet in Nashville, dat een pittoreske, aantrekkelijke indruk maakte. Onweerswolken verduisterden de lucht, toen mijn taxi door mooie, brede straten met bomen reed, langs ouderwetse, Victoriaanse huizen en luisterrijke moderne villa's. Maar toen de taxi stopte voor het adres dat ik hem had opgegeven, zag ik een huis van vier verdiepingen dat vroeger misschien deftig was geweest, maar nu verwaarloosd, met afbladderende verf en scheefgezakte luiken, zoals alle andere huizen in wat een van de slechtste wijken moest zijn van deze beroemde stad. 

Mijn hakken klikten op de uitgesleten treden, en verscheidene jonge mensen die op ligstoelen en schommelbanken zaten draaiden loom hun hoofd naar me om en staarden me aan. 'Alle donders!' zei een knappe jongeman in een spijkerbroek zonder hemd over zijn bezwete borst. Hij sprong overeind en maakte een spottende buiging. 'Kijk nou eens wat we hier op bezoek krijgen! De High Society!''

'Ik ben Heaven Casteel,' begon ik, en probeerde me niet te laten imponeren door zeven paar ogen die me vijandig aankeken. 'Fanny Louisa is mijn zuster.'

'Ja,' zei dezelfde jongeman die overeind was gesprongen, 'ik herken je van de foto's die ze altijd laat zien van haar rijke zus die haar nooit geld stuurt.'

Ik verbleekte. Fanny had me nooit geschreven! Als ze foto's van me had moesten dat de foto's zijn die ik aan Tom gestuurd had. En voor het eerst dacht ik dat Tony misschien met opzet correspondentie voor me had achtergehouden die hij overbodig vond. 'Is Fanny thuis?'

'Nee,' teemde een knap jong meisje in een short en halter-top, met een sigaret tussen haar volle, rode lippen. 'Fanny denkt dat ze kans heeft op een rol die ik had moeten hebben - maar het lukt haar toch niet. Ze kan niet zingen en niet dansen en niet acteren. Ik maak me geen enkele zorg; morgen krijg ik wel de kans om auditie te doen.'

Het was typisch iets voor Fanny om te proberen iemand een baan afhandig te maken, maar dat zei ik niet. Ik had Fanny van tevoren opgebeld om haar te zeggen hoe laat ik zou komen, en toch kon ze niet de beleefdheid opbrengen om te wachten. Mijn gezicht moest mijn teleurstelling hebben verraden.

'Ze was zo opgewonden dat ze waarschijnlijk vergat datje zou komen,' legde een andere, aardig uitziende jongeman uit, die al had opgemerkt dat ik niet praatte als Fanny's zusje.

Inmiddels had zich een groepje jonge mensen om me heen verzameld op de veranda. Ze stonden me aan te gapen, en het was een opluchting voor me toen ik eindelijk kon ontsnappen, naar binnen gejaagd door een donderslag. 'Kamer 404,' riep een meisje dat Rosemary heette.

De regen, die had gedreigd, stroomde neer toen ik de deur van Fanny's kamer opendeed, die niet op slot was. Het was een kleine, maar aardige kamer. Of hij had aardig kunnen zijn als Fanny de moeite had genomen haar kleren op te rapen en zo nu en dan eens stof af te nemen en te stofzuigen. Snel maakte ik haar bed op met schone lakens die ik in een la vond. Toen ik de kamer had opgeruimd, ging ik in de enige stoel zitten bij het raam en staarde blindelings naar buiten, naar het onweer, en dacht aan Troy, aan Tom, aan Keith en Onze Jane, en dat was voldoende om de regen ook over mijn wangen te laten stromen. Wat was ik jong en dom, om te leven op de emoties van het verleden, en het volle, rijke leven aan me voorbij te laten gaan, omdat ik het noodlot en het leven van anderen niet kon beheersen. Van nu af aan zou ik nemen wat me geboden werd en het verleden vergeten. Niemand leed meer dan ik, zelfs Fanny niet.

Ik bracht mijn handen naar mijn kloppende voorhoofd. Het rommelende geluid van de donder en het flitsen van de bliksem door het open raam maakten me soezerig. Troy en ik renden naast elkaar door de wolken, vechtend tegen de mist en tegen vijf oude mannen die ons volgden.

'Hol verder,' beval Troy, en gaf me een duw naar voren. 'Ik zal ze afleiden door een andere richting uit te rennen.'

'Nee! Nee!' schreeuwde ik met mijn geluidloze droomstem. De vijf oude mannen lieten zich niet afleiden. Ze volgden hem, en niet mij!

Met een schok werd ik wakker.

De regen had de kamer gekoeld en verfrist, die daarvoor ondraaglijk benauwd was geweest. De nevelige schaduwen van de late middag verfraaiden het uitzicht en gaven een romantische sfeer aan de oude huizen met hun grillige portieken en veranda's. Versuft keek ik om me heen in de kleine kamer met de goedkope meubels. Waar was ik?

Voor ik weer bij mijn positieven was vloog de deur open. Kletsnat en luid mopperend dat ze haar laatste kleine geld had opgemaakt, stormde mijn zusje Fanny, zestien jaar, op me af en wierp zich in mijn armen.

'Heaven, jij bent het! Je bent gekomen! Je geeft echt wat om me!' Een snelle omhelzing, een vluchtige zoen op mijn wang, en toen liet ze me los, bekeek zichzelf. 'Die verdomde regen heeft mijn beste jurk verpest.' Met een ruk draaide Fanny zich om en trok haar doorweekte rode jurk uit. Toen liet ze zich in een stoel vallen en trok haar zwarte plastic laarzen uit, die vol water stonden. 'Verdomme, m'n voeten doen pijn tot aan mijn middel.'

Ik verstarde. Het beeld van Kitty flitste voor mijn ogen. Zij had vaak die woorden gebruikt, maar alle mensen uit de bergen en het dal in de Willies gebruikten min of meer dezelfde uitdrukkingen.

'Die verdomde agent sleurt me hier vandaan, terwijl ik hier op jou had willen wachten, en als ik daar kom willen ze dat ik een tekst lees. Ik had ze al verteld dat ik dat nog niet goed kan. Ik wil een rol waarin ik kan dansen of zingen! Maar ze geven me alleen maar kleine stinkrolletjes zonder één regel tekst... en ik sjouw nu al langer dan een halljaar rond om een rol te krijgen!'

Fanny was altijd in staat geweest haar frustraties als een oude slangehuid af te stropen, en dat deed ze nu ook weer. Ze keek naar me met een stralende glimlach, die haar kleine, witte, gelijkmatige tanden toonde, en draaide het kraantje van haar charme open. De Casteel-kinderen boften met hun gave, gezonde gebitten...

'Heb je wat voor me? Ja? Tom schreef dat je tonnen geld te besteden hebt, en dat je hem een hoop kerstcadeaus hebt gestuurd, en cadeaus voor opa. Opa heeft geen geld nodig! Geen cadeaus! Ik heb alles nodig watje kan missen!'

Ze was magerder en knapper geworden sinds ik haar het laatst had gezien, langer ook, of misschien werd haar lengte geaccentueerd door de strakke zwarte onderjurk die ze droeg, waardoor ze op een goedgevormd potlood leek. Haar zwarte haar plakte in lange natte slierten aan haar hoofd, maar zelfs nat en verfomfaaid was ze mooi genoeg om de blikken van de mannen te trekken.

Ik was verward door mijn gevoelens voor haar - ik hield van haar omdat ze een bloedverwante was, ik vond dat ik van haar moest houden en voor haar zorgen.

De naakte begeerte in haar donkere ogen stootte me af toen ik een voor een de cadeaus uit de grote leren boodschappentas haalde die ik voor haar had meegebracht. Nog voordat ik de laatste doos uit de tas had gehaald, scheurde ze het eerste pak al open, zonder te letten op het mooie, dure papier en de linten, zonder enige aandacht voor iets anders dan de inhoud. Fanny gaf een gil toen ze de rode jurk zag.

'O, o! Dat is precies wat ik nodig heb voor de party waar ik volgende week naar toe ga! Een rooie dansjurk!'

Ze smeet de jurk opzij en scheurde haar tweede cadeau open. Ze gilde nog luider toen ze opgewonden het rode avondtasje te voorschijn haalde, dat versierd was met brede strepen rijnsteentjes. De roodsatijnen schoentjes waren iets te klein, maar op een of andere manier wist ze haar voeten erin te persen. En haar mooie, exotische gezichtje straalde toen ze de stola van wit vossebont bewonderde. 'Heb je dat allemaal voor mij gekocht? Mijn eigen nieuwe bontcape? O, Heaven, ik heb nooit geloofd dat je me aardig vond, en dat doe je wel! Je moet wel van me houden om me zoveel te geven.'

En toen, voor het eerst, zag ze me echt. Ze kneep haar zwarte ogen halfdicht tot het wit niet meer was dan een glinstering tussen haar zwaar opgemaakte wimpers. Ik was erg veranderd, dat had mijn spiegel me wel verteld. De schoonheid, die maar oppervlakkig was geweest toen ik in de bergen woonde, had zich verdiept, en een voortreffelijke kapper had wonderen verricht met mijn haar, dat mijn gezicht mooier maakte. Mijn dure jurk sloot strak om de welvingen van een slank lichaam, en toen ze me van top tot teen bekeek, besefte ik plotseling dat ik me extra zorgvuldig had gekleed voor deze ontmoeting met mijn zuster.

Haar donkere ogen gingen langs mijn lichaam naar mijn schoenen, en terug naar mijn gezicht. Ze hield haar adem in, maakte een fluitend geluid. 'Wel heb ik van m'n leven, die ouwe vrijster van een zus van me ziet er sexy uit!'

Een hete blos van verlegenheid vloog naar mijn gezicht. 'We wonen niet meer in de bergen. De meisjes in Boston trouwen niet op hun twaalfde, dertiende of veertiende. Je kunt me moeilijk een ouwe vrijster noemen!'

'Je praat gek,' zei ze, nu met openlijke vijandigheid in haar ogen. 'Het enige wat je voor me hebt meegebracht zijn dingen! En opa heb je geld gestuurd, dat hij toch nergens kan uitgeven!'

'Kijk in je tas, Fanny.'

Weer gillend van verrukking rukte ze het tere tasje open, dat tweehonderd dollar had gekost, en staarde naar de tien biljetten van honderd dollar, alsof ze meer had verwacht. 'Jezus Christus,' fluisterde ze, druk tellend. 'Je hebt m'n leven gered... Had geen cent meer... net genoeg om deze week nog door te komen.' Ze keek met fonkelende ogen naar me op. 'Dank je, Heaven.'

Ze glimlachte, en als Fanny glimlachte staken haar witte tanden scherp af in contrast met haar Indiaanse tint. 'Vertel eens wat je hebt uitgespookt in die stad. Ik heb gehoord dat alle vrouwen daar blauwe kousen dragen en de mannen meer belangstelling hebben voor politiek dan voor neuken!'

Ik was een idioot die dag - zorgeloos, vergetend wat voor soort meisje Fanny was.

Misschien was het omdat Fanny voor hel eerst in haar leven aandachtig naar me luisterde. En pas toen het te laat was begon ik te stotteren en vervloekte ik mezelf omdat ik zoveel verteld had dat ik geheim had moeten houden, vooral voor Fanny.

Toen ik tot bezinning kwam, lag ze opgekruld op bed, met niets anders aan dan haar zwarte onderbroekje en haar beha met voorsluiting, die ze voortdurend losmaakte en dan automatisch weer vastmaakte. 'Laat ik je goed begrijpen - je grootmoeder Jillian is eenenzestig en ze ziet er jong uit? Wat hebben ze daar voor lucht?'

De scherpe blik in haar ogen deed me plotseling op mijn hoede zijn. 'Vertel eens wat jij hebt gedaan,' zei ik haastig. 'Heb je nog iets gehoord over je baby?'

Blijkbaar had ik het juiste onderwerp gekozen om haar af te leiden. Ze begon enthousiast te vertellen. 'De vrouw van Wise stuurt me voortdurend foto's. Ze noemen haar Darcy. Leuke naam, hè? Ze heeft zwart haar... o, het is zo'n knap ding.' Ze sprong overeind en grabbelde in een la vol kleren en haalde twintig of meer foto's uit een grote bruine enveloppe, waarop een baby stond afgebeeld in diverse stadia van ontkleding. 'Je kan wél zien wie haar ma is, hè?' vroeg Fanny trots. 'Natuurlijk heeft ze ook wel wat van Waysie. Niet veel, maar wel iets.'

Waysie? Ik moest even lachen als ik dacht aan de brave dominee die "Waysie" werd genoemd. Maar Fanny overdreef niet. Het was een mooi kind. Het verbijsterde me dat een baby die geboren was uit zo'n heilloze verbintenis zo mooi kon zijn. 'Ze is mooi, Fanny, echt mooi. Zoals je zei, ze heeft de mooiste trekken van jou en van haar vader.'

Fanny's gezicht vertrok op dramatische wijze. Ze liet zich op het alweer verfomfaaide bed vallen, kreukte haar nieuwe rode jurk en schoenen en tas die ze daar had laten liggen, begon te jammeren en te huilen, en sloeg met beide vuisten op de goedkope kussens.

'Het deugt hier niet, Heaven! Het is helemaal niet zoals ik had gedacht toen ik als kind in de bergen woonde! Die regisseurs en producers in de Opry houden van mijn uiterlijk en haten mijn stem! Ze zeggen dat ik zang- en spraaklessen moet nemen, of beter nog danslessen, zodat ik niks hoef te zeggen! Ik heb een keer les genomen, om goed te leren bewegen, zoals ze hadden gezegd dat ik moest doen, en toen had ik zo'n verschrikkelijke spierpijn, dat ik nooit meer terug ben gegaan! Ik dacht dat je alleen maar je benen hoog in de lucht moest kunnen gooien, en je weet hoe goed ik dat altijd kon! En als ik zing trekken ze rare gezichten, alsof het pijn doet aan hun oren. Ze vinden dat ik met een accent praat! Ik dacht dat country singers juist een accent moesten hebben! Heaven, ze zeggen dat ik een geweldig gezicht en lijf heb, maar een middelmatig talent - wat bedoelen ze daarmee? Als ik half slecht ben, betekent dat dat ik half goed ben en beter kan worden!

'Maar ik wil niet langer wachten! Ik vind het afschuwelijk als ik hoor dat ze me uitlachen. En nou is al mijn geld op. Het ging zo hard toen ik eenmaal eraan gewend was om het uit te geven. Ik sliep er bovenop. Bang dat iemand het zou stelen. Als jij niet was gekomen, had ik nog maar vijftien dollar gehad voor deze week, en dan was ik de straat opgegaan om mezelf te verkopen.'

Ze keek even naar me om te zien hoe ik zou reageren, en toen ze geen reactie zag, draaide ze zich weer om en veegde met haar vuisten haar tranen uit haar ogen. En alsof er een knop werd omgedraaid, verdwenen haar tranen, haar frustratie en haar depressie. Ze glimlachte weer. Een valse, nare glimlach.

'Jij ruikt duur nou, Heaven. Echt waar. Dat parfum van je zal heel wat gekost hebben. En ik heb nog nooit zulk zacht leer gezien als van jouw schoenen en tas. Je hebt vast wel tien bontjassen! En honderden jurken, duizenden schoenen, miljoenen dollars! En je komt met dure cadeaus. En je geeft niet echt om me, niet zoals om Tom. Kijk maar eens goed om je heen en bedenk dan waar jij vandaan komt! O, ik heb van Tom alles gehoord watje mij niet vertelt. Je hebt van alles daar in dat huis met vijftig kamers en achttien badkamers, en God mag weten wat je daar allemaal mee doet! Je hebt drie kamers van jezelf, met vier kasten vol kleren en handtassen en schoenen, juwelen en bontjassen, en je gaat naar de universiteit. En ik heb alleen maar zere voeten en ik haat die hele verdomde stad waar niemand vriendelijk voor je is.'

Weer wreef ze hard met haar knuisten in haar ogen, tot ze rood zagen. 'En je hebt Logan Stonewall nog op de koop toe! Het is waarschijnlijk nooit bij je opgekomen dat ik Logan Stonewall voor mezelf had willen hebben. Jij hebt hem van me afgenomen, en daarom haat ik je! Zelfs al mis ik je, dan haat ik je toch! En het wordt tijd dat je eens iets voor me doet, behalve me een paar armzalige bankbiljetten geven, die voor jou toch niks te betekenen hebben! Het staat op je gezicht geschreven. Je kan me gemakkelijk tien biljetten van honderd dollar geven, wantje hebt nog veel meer!'

Voor ik met mijn ogen kon knipperen was ze overeind gesprongen en sloeg me!

En voor het eerst in mijn leven sloeg ik terug. Ze was zo verbaasd toen ze mijn klap op haar wang voelde dat ze jammerend terugdeinsde.

'Je hebt me nog nooit geslagen!' snikte ze. 'Je bent gemeen geworden, Heaven Casteel, gemeen!'

'Kleed je aan,' zei ik scherp. 'Ik heb honger en ik wil eten.' Ik zag dat ze een kort rood rokje aantrok dat op leer leek en daarover een wit katoenen trui die veel te klein was. Gouden oorringen bungelden aan haar oren. Haar versleten rode plastic schoenen met de dunne zolen hadden zwarte hakken die meer dan tien centimeter hoog waren. De inhoud van haar rode plastic tas, die ze had laten vallen toen ze mij zag, lag over de grond verspreid. Een gekreukt pakje sigaretten lag naast vijf kleine vierkante doosjes met condooms. Ik wendde mijn blik af. 'Het spijt me dat ik ben gekomen, Fanny. Na het eten nemen we afscheid.'

Ze zweeg tijdens de maaltijd in een Italiaans restaurant in de straat waar ze woonde. Fanny verslond alles op haar bord, at toen op wat ik had overgelaten, al zou ik met liefde nog een portie hebben besteld. Van tijd tot tijd keek ze me tersluiks aan, met een berekenende blik, en ik wist dat ze haar volgende zet beraamde. Ik wilde niets liever dan weggaan, terug naar Troy, maar liet me door haar overhalen eerst nog met haar mee te gaan naar haar kamer. 'Heaven, alsjeblieft, terwille van vroeger en omdat je mijn zusje bent - je kunt me niet in de steek laten.'

Toen we terug waren in haar kamer, keerde ze zich met een ruk naar me toe. 'Nou moet je eens goed naar me luisteren!' schreeuwde ze, met haar vuisten op haar heupen en haar benen gespreid. 'Wie denk je wel dat je bent? Je kan niet hier komen en zo maar weer weggaan, en me afschepen met een gratis maal, wat goedkope kleren en een fooi!'

Ik werd kwaad. Fanny had me nog nooit een vriendelijk woord gegeven in haar leven, laat staan iets materieels. 'Waarom informeer je niet naar Tom, of Keith en Onze Jane?'

'Ik kan me om niemand anders druk maken dan om mezelf!' gilde ze. Ze ging voor me staan, zodat ik niet bij de deur kon komen zonder haar opzij te duwen. 'Je bent me wat verschuldigd, Heaven! Toen ma wegging, werd je verondersteld je best voor me te doen - en dat heb je niet gedaan! Je hebt me door pa aan de dominee en zijn vrouw laten verkopen, en nu hebben zij mijn baby! En je wist dat ik haar niet had moeten verkopen! Jij had me tegen kunnen houden, maar je deed niet genoeg je best!'

Mijn mond viel open! Ik had mijn uiterste best gedaan Fanny tot inzicht te brengen en haar niet haar baby te laten verkopen voor tienduizend dollar. 'Ik heb het geprobeerd, Fanny, ik heb het geprobeerd,' zei ik vermoeid en ongeduldig. 'Nu is het te laat.'

'Het is niet te laat! En je hebt niet genoeg je best gedaan! Je had de juiste woorden moeten vinden, dan had ik het niet gedaan! Nu heb ik niks meer! Geen geld en geen baby! En ik wil mijn baby! Ik verlang zo naar mijn baby dat het pijn doet! Ik kan niet slapen als ik denk dat zij haar hebben, en ik haar nooit zal hebben... en ik hou van haar, ik heb haar nodig, wil haar bij me hebben. Ik heb mijn baby maar één keer in mijn armen gehouden - toen hebben ze haar meegenomen en aan de oude vrouw Wise gegeven.'

Verbluft door Fanny en haar onredelijke temperament, probeerde ik uiting te geven aan mijn medeleven, maar daar wilde ze niet van horen.

'Vertel me niet dat ik beter had moeten weten. Ik wist niet beter, en nu heb ik er spijt van. Dus ik zal je zeggen wat je kan doen met al die duiten die je ergens hebt weggeborgen... ga terug naar Winnerrow en geef de dominee en zijn vrouw die tienduizend dollar terug die ze me voor haar hebben betaald! Of betaal ze twee keer zoveel, maar koop mijn baby terug!'

Ik kon niets zeggen. Wat ze vroeg was onmogelijk.

Haar donkere ogen brandden in de mijne. 'Hoor je me? Je moet mijn baby terugkopen!'

'Dat kun je niet menen! Ik kan je baby niet terugkopen! Je hebt me

verteld dat toen je naar het ziekenhuis ging, je de papieren hebt getekend waarbij je de baby weggaf voor adoptie

'Dat heb ik niet gedaan! Ik heb alleen maar een papier getekend dat mevrouw Wise mijn baby kon houden tot ik oud genoeg was om zelf voor haar te zorgen.'

Ik wist niet of ze loog of niet. Tom had Fanny altijd beter doorzien dan ik. Maar ik probeerde met haar te redeneren. 'Ik kan niet naar Win- nerrow gaan om een baby af te nemen van ouders die haar adoreren en goed voor haar zorgen. Je hebt me de foto's laten zien, Fanny. Ik kan zien dat ze genoeg van haar houden om haar alles te geven, en wat heb jij haar te bieden? Ik kan een hulpeloze baby niet overgeven aan jou en jouw soort leven.' Ik breidde mijn armen uit, maakte een gebaar naar de kleine kamer, waar nog geen wieg kon staan. 'Wat wit je beginnen met een kind dat zo jong is en zoveel aandacht nodig heeft? Waar wil je haar laten als jij weg moet om je brood te verdienen? Kun je me dat vertellen?'

'Ik hoef jou niets te vertellen!' gilde ze. Haar ogen fonkelden en werden toen vochtig. 'Je doet wat ik zeg of ik vlieg met die duizend dollar van je naar Boston! En dan ga ik naar je grootmoeder Jillian, die eruitziet als een monsterachtig kind, en vertel haar alles over die lieve engel van haar, die is weggelopen uit Boston. Ik vertel alles: die berghut zonder WC, en pa met zijn dranksmokkel, en zijn vijf broers die allemaal in de gevangenis zitten, en als Jillian hoort hoe haar engeltje heeft geleefd voor ze stierf, zal ze er niet zo jong meer uitzien. Ik zal haar vertellen over pa, die naar Shirley's Place ging toen hij nog met haar getrouwd was. En over de plee buiten en de honger die haar rijke meisje heeft geleden. En ik zal haar precies vertellen hoe haar lieve dochter gestorven is - omdat ze zonder medische hulp is bevallen, alleen met oma erbij. En als ik haar alle rottige dingen vertel over jou zal ze eindigen met je te haten! - als ze tenminste niet het beetje verstand verliest dat ze nog over heeft!'

Verbijsterd staarde ik naar Fanny, ik kon niet geloven dat ze me zo haatte! En ik had mijn leven lang voor haar gedaan wat ik kon. Ik wist niet wat ik aan moest met iemand die zo geobsedeerd was als zij. Zenuwachtig streek ik met mijn handen door mijn haar en liep naar de deur.

'Ga nog niet weg, Heaven Leigh Casteeir Haar wrange sarcastische stem wekte een vertrouwd schaamtegevoel in me op. O, ze wist precies hoe ze me moest kwetsen. Ze herinnerde me eraan wie ik was en waar ik vandaan kwam.

Ik had het ijskoud, en het was midden in de zomer, en het onweer had de hete dag alleen verfrist, niet afgekoeld.

'Ik zal alles doen wat ik kan om je kapot te maken, tenzij je me mijn baby terugbrengt!'

'Je weet dat ik dat niet kan,' zei ik weer, zo moe van Fanny en haar schrille stem dat ik wenste dat ik nooit was gekomen.

'Wat kan je dan wel voor me doen? Hè? Kun je me alles geven wat je zelf hebt? Een kamer in dat enorme huis, zodat ik kan hebben wat jij hebt? Als je van me houdt, zoals je altijd beweert datje doet, zou je willen dat ik daar was, zodat je me elke dag kon zien.'

Ik kreeg het steeds kouder. De laatste die ik elke dag van mijn leven zou willen zien was Fanny. 'Het spijt me, Fanny,' zei ik op ijzige toon. 'Ik wil jou niet in mijn leven. Ik zal je eens per maand geld sturen, genoeg om comfortabel van te leven, maar je zult nooit worden uitgenodigd in het huis waar ik woon. De echtgenoot van mijn grootmoeder heeft me laten beloven dat ik geen van mijn Casteel-verwanten ooit zal toestaan zijn geluk te verstoren, en als je soms plannen maakt om me te chanteren door te dreigen hem te vertellen dat ik jou en Tom heb opgezocht, vergeet het dan maar. Want hij zou me zonder een cent de deur uit zetten, even gemakkelijk als jij met je ogen kan knipperen - en dan zou ik geen geld meer hebben voor jou - en geen geld om je baby terug te kopen.'

Ze kneep haar donkere ogen nog verder dicht. 'Hoeveel wil je me elke maand sturen?'

'Genoeg!' snauwde ik terug.

'Stuur me dan twee keer zo veel, want als ik mijn baby heb, heb ik elke cent nodig die je kan missen. En als je me teleurstelt, Heaven Cas- teel, kom ik naar je toe, en het kan me geen donder schelen of je alles kwijtraakt! Je verdient het toch niet!'

De wind uit de Willies kwam op me af en verkilde me nog meer. Ik meende de wolven in de verte te horen huilen; ik meende de sneeuw hoog tegen de berghut opgehoopt te zien, zodat ik zat opgesloten. Met moeite concentreerde ik me op hetgeen ik moest doen en moest zeggen, terwijl de seconden langzaam voorbij tikten.

Ik twijfelde er geen seconde aan of Fanny zou haar dreigement ten uitvoer brengen, al was het alleen maar om wraak te nemen, omdat ik als eerste geboren was, wat zij als een voordeel leek te beschouwen, terwijl er nooit iets goeds uit was voortgekomen, tot Logan mij koos in plaats van haar.

En toen pas drong het tot me door. Ik had haar niet geloofd toen ze het zei. Logan was de reden dat ze me haatte! Al die tijd had ze hem willen hebben, en hij had haar zelfs nooit bekeken, ondanks alles wat ze had gedaan om hem naar zich toe te trekken. Ik legde mijn handen tegen mijn koortsachtige wangen, me afvragend wat er mis was met meisjes uit de bergen die te snel volwassen werden - en lang voor hun tijd bepaalden welke man geschikt voor hen was, terwijl ze dat dan onmogelijk al konden weten.

Sarah en haar ellendige keus. Verliefd worden op een man als Luke Casteel. Kitty Setterton en haar krankzinnige liefde voor een man die haar alleen maar had gebruikt omdat hij behoefte had aan een vrouw om mee naar bed te gaan. Maar Fanny die daar stond met haar donkere, hatende ogen, die me het liefst zou doden met haar blikken, terwijl Logan niet eens meer van mij was... Maar ik verdomde het om hem aan haar uit te leveren en hem door haar te gronde te laten richten!

'Goed, Fanny, kalmeer een beetje,' zei ik zo autoritair mogelijk. 'Ik ga naar Winnerrow. Ik zal met de Wises praten en proberen de baby terug te kopen die jij hebt verkocht. Maar terwijl ik weg ben, ga jij eens heel goed nadenken wat je precies gaat doen om voor dat meisje te zorgen en haar een gezond en goed leven te geven. Er is meer dan geld voor nodig om een goede moeder te zijn. Je hebt liefde en toewijding nodig, je moet meer van je dochter houden dan van jezelf. Je moet je plannen voor het toneel opgeven en thuis blijven om voor Darcy te zorgen.'

'Ik word toch nooit een grote hit in de Opry, zoals ik altijd heb gedacht,' zei ze met een zielig stemmetje, en even had ik medelijden met haar. 'Dus kan ik daar net zo goed mee kappen. Er is een man die me gevraagd heeft met hem te trouwen, en dat wil ik dan maar doen. Hij is tweeënvijftig, en ik hou niet echt van hem, maar hij heeft een goeie baan, en hij kan mij en mijn kind onderhouden - met jouw hulp tenminste. Ik zal hier wachten tot je terugkomt, en als je komt zijn we getrouwd. En ik zal niet meer uitgeven van dit geld dat je me hebt gegeven dan nodig is.'

Misschien zei ik iets verstandigs, of misschien was het stom, maar ik zei het uit wanhoop. 'Wees niet zo dom om met een man te trouwen die zo veel ouder is. Zoek een jongeman van je eigen leeftijd en trouw dan. Blijf rustig hier tot ik terugkom, en dan zal ik je met de baby helpen tot je me niet meer nodig hebt.'

Ze keek me met een stralende glimlach aan. 'Natuurlijk blijf ik hier. Ik zeg geen woord. Zelfs niet tegen Mallory. Hij is die man die van me houdt. Doe jij maar watje kan... en je wint het... je wint immers altijd, Heaven?'

En weer keek ze met begerige ogen naar mijn kleren en de juwelen, waaraan ik zo gewend was geraakt, dat ik vergeten was dat ik ze droeg.

Maar ik ging niet meteen naar Winnerrow toen ik Fanny achterliet op haar bed in Nashville. Ik belde Tom. 'Fanny wil dat ik haar baby terugkoop, Tom. Neem iets van het geld dat ik aan opa heb gegeven en vlieg naar Winnerrow en ga met me mee naar dominee Wise.'

'Heavenly, je weet dat ik dat niet kan! Het was stom van je om opa al dat geld te geven, want nu kan hij het niet meer vinden! Je weet dat hij nooit meer dan een dollar op zak heeft gehad - wat bezielde je in godsnaam hem zoveel geld te geven?'

'Omdat jij het niet wou aannemen!' riep ik uit, aan de rand van tranen, omdat hij zo koppig was.

'Ik wil zelf mijn geld verdienen, ik wil het niet krijgen,' zei Tom koppig. 'En als je verstandig bent, vergeet je die belofte aan Fanny en laat je de Wises het kind houden van wie iedereen denkt dat het van hen is. Fanny is geen goeie moeder, zelfs al geef je haar een miljoen per maand, dat weetje.'

'Dag, Tom,' fluisterde ik. Ik had het gevoel dat dit het einde was. Tijd en omstandigheden hadden me de broer ontnomen, die vroeger mijn vaste beschermer was. Nu had ik alleen Troy nog. Maar hij voelde zich niet goed toen ik belde.

'Ik wou dat je terugkwam, Heaven,' zei hij met een vreemde klank in zijn stem. 'Soms word ik 's nachts wakker, en dan denk ik dat je maar een droom bent en dat ik je nooit meer zal zien.'

'Ik hou van je, Troy! Ik ben geen droom! Als ik bij de Wises ben geweest, vlieg ik terug en word ik je vrouw.'

'Maar je klinkt zo ver weg, en zo anders.'

'Dat is de wind op de lijn. Die hoor ik altijd. Ik ben blij dat iemand anders het ook hoort.'

'Heaven... ' Hij zweeg even, en zei toen: 'Laat maar, ik wil niet smeken.'

Ik wachtte als stand-by voor de vlucht naar West-Virginia, naar Win- nerrow, naar Main Street, waar Logan woonde in het appartement boven de Stonewall apotheek.

Het was de goden verzoeken, maar dat besefte ik toen niet. Ik wist alleen dat ik het spel wilde winnen... en misschien kon ik met geld een klein meisje terugkopen dat me in de toekomst dankbaar zou zijn...