***


De eikenboom
Elke ochtend sinds hij een motorfiets had gekocht, reed Harley vlak achter papa en mij aan als papa me naar de Dogwood School voor meisjes bracht. Soms was Harley een beetje laat. maar hij wist ons altijd in te halen als we de bij hel kruispunt van Spring Creek Road kwamen. Wij gingen naar links en hij ging naar rechts naar de openbare school. Vaak draaide ik me 0111 en zwaaide, en dan stak hij zijn rechterhand op, met zijn gezicht naar voren, alsof hij ogen had aan de zijkant van zijn hoofd of kon voelen wanneer ik achterom zou kijken 0111 goedendag te zeggen. Ik zag hem om de bocht verdwijnen.
Bijna op hetzelfde moment dat Harley thuiskwam met de motor die hij van zijn spaargeld had gekocht, deed papa me in bijzijn van mama beloven, bijna met mijn hand op een stapel bijbels, dat ik niet bij Harley achter op de motor zou gaan zitten. Ik geloofdat het niet moeilijk te begrijpen is waarom ze zo bang zijn voor een ongeluk. Ik herinner me nog hoe voorzichtig papa me leerde fietsen en welke beperkingen hij en mama me oplegden en me precies vertelden waar ik erop mocht rijden. Al mochten de meeste van mijn vriendinnen ermee op de snelweg (sommigen reden zelfs van hun huis naar Dogwood), ik moest ermee op het landgoed blijven of in het park gaan rijden met papa.
Precies zoals mama paard had gereden op Dogwood, deed ikdat ook; ik werd als een goede amazone beschouwd. Sommige vriendinnen hadden hun eigen paard, en ik werd vaak meegevraagd als ze een eind gingen rijden. Ik wistdat mijn ouders zich daar erg zenuwachtig over maakten, denkend aan wat er met mama gebeurd was, maar mama drukte haar angst weg, sloot haar ogen en zei dat het goed was. Zelfs dan wist ik dat ze op spelden zat tot ik veilig en wel weer thuis was.
Wat zwaar woog, behalve het feit dat ze zo ernstig gewond was geraakt bij een ongeluk met haar paard, was haar voortdurende angst dat ze nog steeds door ongeluk achtervolgd werd, dat het noodlot wachtte op een nieuwe kans om ons kwaad te doen. Ik zal nooit die keer vergeten toen ik pas vijf was en struikelde toen ik de trap af holde. Ik holde de hele trap af en bonkte met mijn hoofd op de treden. Mama was zo verschrikkelijk bang dat ze geen woord kon uitbrengen. Ik ging versuft overeind zitten, meer geschrokken dan gewond, maar ze had me toch mee naar de dokter genomen. Zo ging het altijd: meer paniek dan nodig was als ik me sneed of verwondde, kou had gevat of griep kreeg. Dat alles in aanmerking genomen was het te verwachten dat mijn ouders doodsbang waren zodra Harley met zijn mooie nieuwe motor voor de dag kwam.
Harley was er zo trots op. Hij had bijna al het geld ervoor gebruikt dat hij had verdiend met zijn werk in de bouw voor Roy en met gras maaien voor papa of met karweitjes op het landgoed; toen had hij net zolang gezocht tot hij de motor had gevonden die hij wilde hebben en kon betalen. Roy gaf hem geen toestemming om de motor te kopen, maar Harley wist Glenda over te halen haar fiat te geven en de verzekeringsaanvraag mede te ondertekenen. Roy zwoerdat hij geen cent zou betalen voor de benzine of het onderhoud van het ding. Van tijd tot tijd in dat jaar werkte Harley in hel weekend als hulpkelner in een wegrestaurant, waar hij net genoeg verdiende om zijn motor te onderhouden en wal zakgeld over te houden. Ik denk dat hij altijd al onafhankelijk had willen zijn, maar hel nam pas werkelijk vorm aan toen hij veertien werd. Hij had die air van volwassenheid en zelfvertrouwen die de meeste jongens pas krijgen als ze bijna afgestudeerd zijn of gaan werken.
Zijn onafhankelijkheid maakte me zenuwachtig, omdat ik begon te voelen dat Harley zich steeds meer distantieerde van zijn ouders. Te vaak gedroeg hij zich als een huurder in zijn eigen huis, een huurder die wist dat de dag spoedig zou komen waarop hij zijn spullen zou pakken om voorgoed te vertrekken. Roy beschouwde hem nog steeds als een last en Glenda toonde niet voldoende belangstelling voor hem. De enige keer dat Glenda ging winkelen om kleren voor hem te kopen of dingen die hij nodig had was als mama haar praktisch dwong met haar mee te gaan.
Glenda liet zich sinds de dood van Latisha vrijwel niet in het openbaar zien. Het was of ze dacht dat iedereen naar haar keek en haar om de een of andere reden de schuld gaf van de afschuwelijke ziekte van haar dochter. Mama was bang dat Glenda zich diep in haar hart werkelijk verantwoordelijk voelde voor Latisha's dood. Er waren genoeg religieuze en onverdraagzame fanatici om haar te ver- lellen dat ze een morele wet had overtreden door met een Afro- Amerikaanse man te trouwen en een kind van hem te krijgen. Ik had nooit geloofd dat God over zoiets kwaad zou zijn, zeker niet als die twee mensen echt van elkaar hielden en elkaar trouw bleven. En ik vond het vreselijk dat er mensen waren die geloofden dat God zijn woede zou botvieren op een onschuldig klein meisje.
'Zo zien ze dat niet, schat,' vertelde mama me. 'Het versterkt hun haat en hun slechte gedachten -dat is het enige waaraan ze denken. Ik maak me alleen bezorgd over Glenda.' Ze probeerde haar op allerlei manier te betrekken bij sociale activiteiten.
Maar Glenda's weerzin was te groot. De lijd genas haar niet en hel litteken bleef, zodat ze zich steeds meer in zichzelf terugtrok. Zelfs de zorg voor haar zoon werd ondergeschikt, evenals alle andere activiteiten. Uiteindelijk moest Harley zijn spullen zelf kopen. Soms, meestal als ik of mama bereid was met hem mee te gaan, ging Roy met Harley inkopen doen, maardat gebeurde niet vaak - ik kon de keren op mijn vingers tellen.
En dus verhardde Harley en raakte steeds meer geïsoleerd. Soms, als ik uit het raam van mijn slaapkamer keek en hem over het landgoed zag stappen, leek hij inderdaad op een indringer. Roy verbood hem om te roken, dus deed hij hel stiekem, achter de garage of in een bos - gewoon om te stangen, denk ik.
Toen Harley nog een kleine jongen was, moest hij van Roy in zijn kamer blijven en zijn spullen keurig opbergen en organiseren, alsof hij in een legerbarak sliep. Harley vertelde me vaak over Roys plotselinge, onverwachte inspecties. Tot op de dag van vandaag mocht Harley geen slot op zijn deur hebben. En zelfs verleden jaar nog hield Roy zo nu en dan een onverwachte inspectie. Als hij een pakje sigaretten vond of het bed was slordig opgemaakt of zijn kleren slingerden in het rond - zoals ik ze had gevonden op de dag van mijn verjaardag - ging hij tegen hem tekeer, schold hem de huid vol en strafte hem. Ik dacht dat Harley nu met opzet slordig was, alleen om
Roy te bewijzen dat al zijn inspanningen, zijn gesnauw en zijn straffen verspilde moeite waren. De aankoop van zijn motor was de bekroning van dit alles.
Mijn ouders wisten niet dat Harley een motor ging kopen. Alleen Glenda wist er iets van, en zij had er tegen niemand iets over gezegd, zelfs niet tegen Roy. We hoorden hem allemaal aankomen op zijn motor. Papa was net thuis van zijn werk. Ik was de eerste aan wie Harley zijn motor wilde laten zien, en hij stopte vlak voor de deur om me te roepen. Natuurlijk wilde hij onmiddellijk een ritje met me maken en ik was bijna achterop gaan zitten, maar mama was naar de voordeur gereden en schreeuwde: 'Nee!'
We keken allebei achterom en zagen zo'n verwarring en angst in haar gezicht dat we ons even niet konden verroeren en geen van beiden iets konden zeggen.
'Het is te gevaarlijk,' zei ze op kalmere toon. Papa kwam naast haar staan en liep toen naar Harley en mij.
'Alle passagiers die je achterop meeneemt,' zei hij tegen Harley, 'moeten een helm dragen.'
'O,' zei Harley, en de volgende dag kocht hij een extra helm voor een eventuele passagier. Hij dacht dat papa het nu wel goed zou vinden dat ik met hem ging rijden, maar die avond lieten papa en mama me mijn belofte afleggen.
Ik vond het vreselijk om het aan Harley te vertellen. De opwinding en de trots verdwenen uit zijn ogen.
'Het is alleen omdat ik het ben,' mompelde hij. 'Iedereen hier denkt dat ik van alles een puinhoop maak.'
Hij schoot weg en viel bijna aan het eind van de oprijlaan, vóór ik een andere uitleg kon geven. Het had geen zin hem achterna te schreeuwen; er was te veel lawaai. Ik hoorde hem gas geven en hij verdween snel over de zijweg. Mijn hart bonsde, ik was bang dat hij een ongeluk zou krijgen en dat ieders voorspellingen over hem bewaarheid zouden worden. Misschien wel omdat hij dacht dat iedereen eropuit was hem een hak te zetten of hem van iets te beschuldigen, was hij in feite een heel voorzichtige rijder, die zich strikt aan de snelheidslimiet hield. Er kwam nooit een klacht over hem en weldra werden hij en zijn motor een vertrouwd gezicht. Mij was het natuurlijk nog steeds verboden om bij hem achterop te zitten.
Hoe dan ook, Harley reed de schooldag na mijn verjaardag niet vlak achter ons. Ik bleef naar hem uitkijken en was verbaasd toen we bij de bocht waren en hij nog steeds niet verschenen was. Ik had hem de dag ervoor de hele dag niet gezien. Papa's ouders waren er voor een late lunch, en hoewel we Glenda en Roy hadden uitgenodigd, kwamen ze niet. Roy belde met het gebruikelijke excuus: Glenda had hevige hoofdpijn.
Na het eten die avond liep ik naar het huis van Roy en Glenda om met Harley te bespreken wanneer en hoe ik hem zou helpen met zijn studie voor zijn komende eindexamen. Roy zat in zijn schommelstoel. maar bewoog nauwelijks. Hij zat in de schaduw, en ik besefte pas dat hij er was toen ik bijna boven aan de trap van de veranda was.
'Hoi, oom Roy,' zei ik. 'Hoe gaat het nu met tante Glenda?'
'Ze is in slaap gevallen,' zei hij.
Er was niet veel licht van de sterren, omdat de lucht bewolkt was, zodat ik nauwelijks zijn gezicht kon zien.
'Is Harley er? Ik wilde met hem praten over zijn schoolwerk.'
'Hij is ook naar bed," zei Roy.
'Zo vroeg?'
'Als het enige wal je in je leven doet slapen en eten en motorrijden is, hoeft je dat niet te verbazen,' mompelde hij.
'Wil je hem dan alsjeblieft zeggen dat ik morgen na schooltijd kom, oom Roy ?'
'Ik zal het tegen hem zeggen.'
'Bedankt voor je hulp op mijn feest gisteren,' ging ik verder.
'O, meer dan graag gedaan, prinses.'
'Goedenavond,' zei ik.
'Goedenavond,' antwoordde hij, nog steeds in de schaduw. Het leek haast of ik tegen een geest praatte.
Toen ik die maandag thuiskwam uit school, verkleedde ik me haastig in spijkerbroek, blouse en gympen. Toen ging ik naar buiten, naar Harleys huis. Ik zag de motor naast de garage staan met een canvas doek erover. Hij had me verteld dat Roy niet wilde dat hij hem in de garage stalde, wat hij best vond omdat hij bang was dat Roy er met opzet overheen zou rijden.
Ik klopte op de deur en Glenda kwam te voorschijn, haar handen drogend aan haar schort.
'O, dag, Summer.'
'Hallo, tante Glenda, ' zei ik. Ze deed de deur voor me open en ging glimlachend een stap achteruit.
'Je had zo'n mooi feest en zo veel mooie cadeaus. Het was precies het soort feest voor je zestiende verjaardag dat ik Latisha zo graag gegund zou hebben.'
'Het was een leuk feest, tante Glenda.'
Ze staarde me even met een verstarde glimlach aan, maar haar ogen versomberden door haar verontruste gedachten.
'Is Harley thuis?'
'Harley?'
Ze keek om zich heen of ze even in de war was. alsof de vraag zo onverwacht was, dat ze daar eigenlijk geen behoorlijk antwoord op kon geven.
'O... ja,' zei ze. 'Ik denk hel wel tenminste,' voegde ze eraan toe.
'Is hij in zijn kamer?'
'Zijn kamer? Ja,' zei ze. 'Dal is hel. Hij is in zijn kamer.'
'Dan ga ik naar hem toe,' zei ik, met een knikje naar de trap. Ze glimlachte.
'Ik heb aardappels op staan voor de puree,' zei ze. 'Roy is dol op aardappelpuree.'
'Ja,dat is lekker,' stemde ik in, wat de glimlach weer terugbracht.
Ze knikte en ging terug naar de keuken. Ik keek even naar haaien liep toen de trap op. Ik riep Harley. Zijn deur was gesloten. Hij gaf geen antwoord en deed niet open, dus klopte ik zachtjes aan.
'Harley?'
Nog steeds geen antwoord. Ik draaide de knop voorzichtig om en deed de deur behoedzaam open. Toen ik naar binnen keek, zag ik hem met zijn gezicht omlaag in bed liggen. Waarom sliep hij op dit uur van de dag? vroeg ik me af. Ik wachtte, maar hij draaide zich niet om en bewoog zich zelfs niet.
'Harley?' Ik bleef wachten. Ik wist dat hij me gehoord moest hebben. Ik wist dat hij niet zo vast sliep.
'Ga weg, Summer,' zei hij ten slotte.
'Waarom? Wal is er? Ben je ziek?'
'Ja, ik ben ziek,' zei hij. 'Ga weg voordat ik je aansteek.'
'Wat mankeer je? Moet je niet naar een dokter?'
'Een dokter, ja.' zei hij en liet er een kort sarcastisch lachje op volgen.
'Nou, wat is er aan de hand met je, Harley? Wasje niet op school vandaag?'
'Nee,' zei hij, 'en ik ga ook niet meer. Ga naar huis, wil je?'
'Harley Arnold, praat met me!'
Hij zuchtte diep. Ik bleef met bonzend hart staan wachten. Wat was er mis? Waarom zo'n radicale verandering?
'Harley?'
Hij draaide zich langzaam om en kwam in zittende houding overeind. Mijn hart stond even stil en toen slaakte ik een onderdrukte kreet. Zijn rechteroog was bont en blauw en eronder zat een lelijke zwelling.
'Wat is er gebeurd?' riep ik uil.
'Ik ben tegen een deur op gelopen,' zei hij.
'Harley! Vertel me de waarheid!'
Hij sloeg zijn ogen neer. haalde diep adem en begon.
'Toen ik thuiskwam na je feest kregen Roy en ik erge ruzie. Ik werd driftig en zwaaide met een stoel naar hem. Hij ontweek die en ik viel en sloeg met mijn gezicht tegen de onderkant van de stoel. Ik sloeg mezelf bijna bewusteloos.'
'Vertel je me de waarheid, Harley? Hij heeft je niet geslagen?'
'Had hij dat maar gedaan,' zei hij. 'Hoe denk je dat ik me voeldat ik zoiets aan mezelf heb te wijten? In plaats van me te slaan lilde hij me op, gooide me over zijn schouder, droeg me naar mijn kamer en smeet me op bed, en ging toen een biefstuk voor me halen voor op mijn oog. Die heeft niet veel geholpen, hè?'
'Je ziet er niet uit!' zei ik. Ik kon de waarheid niet verbergen.
'Ik weet het. Daarom heb ik mijn landen niet gepoetst en mijn haar niet gekamd en ben ik niet naar school gegaan.'
'Je moet terug naar school en je kunt niet wachten tot dit over is, Harley. Zo veel tijd heb je niet meer.'
'Wat maakt het voor verschil?'
'Ik dacht dat we afgesproken hadden dat ik je zou helpen om je eindexamen te halen. Ik dacht dat we dat besloten hadden en dat het vaststond. Je hebt beloofd dat je je best zou doen als ik je hielp, Harley Arnold,' zei ik verontwaardigd. 'Je kunt hel niet zomaar opgeven omdat je jezelf pijn hebt gedaan. Je kunt toch nog zien met dat oog?'
'Ja,' zei hij.
'Dan kun je lezen en schrijven en studeren. Ik ga nu naar huis. Jij staat op, je kleedt je aan, pakt je boeken en komt over...1 Ik keek op mijn horloge. 'Twintig minuten. We gaan twee uur werken. '
'Twee uur!'
'Twee uur en geen minuut minder.' Ik draaide me om en liep naar de deur. 'En,' zei ik, terwijl ik me omdraaide, 'poets je tanden en kam je haar.'
Hij begon te glimlachen en kreunde toen van pijn.
'Misschien heb je eindelijk eens geleerd dat je wat minder opvliegend moet zijn,' zei ik. En ik voegde eraan toe: 'Maar ik betwijfel het.'
Ik deed de deur achter me dicht, liet mijn adem ontsnappen, glimlachte toen bij mezelf en liep haastig de trap af. Nog geen twintig minuten later stond Harley voor mijn deur, zijn boeken onder zijn rechterarm, zijn haar keurig gekamd.
'Zo goed genoeg?' vroeg hij.
'We zullen zien,' zei ik. 'We gaan naar het kantoor.' Ik had mama en papa al verteld dat Harley kwam om te studeren. Ze zaten in de zitkamer tv te kijken. Ik had ze gewaarschuwd dat Harley een blauw oog had en ik had Harleys verklaring ervoor gegeven, maar ze hadden allebei nogal sceptisch gekeken. Mama probeerde zich te beheersen toen ze hem zag, maar ze sperde haar ogen open bij het zien van zijn gezwollen wang.
'Hoi,' zei hij, en ze knikten sprakeloos.
'Wat heb je ze verteld?' vroeg hij toen we wegliepen.
'Precies wat jij mij verteld hebt.'
'Ze kijken of ze het niet geloven.'
Ik bleef staan. 'Wie zou dat wel?' vroeg ik, en hij lachte.
We gingen naar het kantoor en begonnen met maatschappijleer. De rest van de week werkten we net zo lang, en toen nog langer naarmate het eindexamen naderde. Papa maakte zich ongerustdat ik te veel tijd besteedde aan Harley en niet genoeg aan mijn eigen werk, maar ik verzekerde hem dat hij zich niet ongerust hoefde te maken.
Ik ontdekte dat als Harley zich echt concentreerde op iets, hij het heel snel door had. In het begin kwam papa af en toe bij ons kijken. Dan keek Harley me aan met dat sarcastische glimlachje van hem. Ik negeerde het tot mevrouw Geary begon te komen, zogenaamd om
iets schoon te maken of iets te zoeken.
'Zweeft er iets van paranoia door dit huis?' vroeg Harley.
Ik kon geen excuus bedenken, dus negeerde ik zijn opmerking, maar de laatste twee dagen vóór het examen besloot ik op mijn kamer te gaan studeren. Ik deed de deur op slot.
Toen we klein waren en samen opgroeiden, was Harley van tijd tot tijd in mijn kamer, maar in de laatste vijfjaar of zo kwam hij daar maar zelden. Ik kon me de laatste keer zelfs niet meer herinneren. Toen hij binnenkwam bleef hij om zich heen staan kijken, nam alles in zich op, alsof hij het voorgoed in zijn geheugen wilde prenten, elk detail. Hij glimlachte toen hij zag dat de tekening die hij voor mijn verjaardag had gemaakt boven mijn bed hing.
'Wat is er?'
'Heeft niemand erover geklaagd datje dat hebt opgehangen?'
'Nee, en bovendien is dit mijn kamer en ben ik trots op die tekening en wil ik dat hij zo veel mogelijk opvalt,' zei ik.
Er kwam een warme blik in zijn ogen.
'Jij mag op de bureaustoel zitten,' zei ik, en ik ging op het bed zitten. We waren nu zover dat ik hem een soort examen dicteerde en hij de vragen beantwoordde. Ik bladerde door zijn boeken en schriften, spreidde ze uit en begon.
Ik droeg een rok en blouse en mijn haar hing los. Harley zat over zijn papieren gebogen en begon, maar zo nu en dan draaide hij zich om en keek naar me. Terwijl hij werkte las ik een paar van mijn eigen studieboeken door, dus wist ik niet hoe lang hij naar me had zitten kijken. Maar na een tijdje begon ik zijn ogen op mijn lichaam te voelen. Ik keek snel op en zag dat hij naar me zat te staren.
Wat niet tot me was doorgedrongen was dat de bovenste drie knoopjes van mijn blouse los waren geraakt en door de houding waarin ik zat was er net zo veel van mijn boezem te zien als wanneer ik een badpak zou hebben gedragen. Ik wilde het niet al te duidelijk laten blijken, hem niet het gevoel geven dat hij betrapt was op iets dat hij niet hoorde te doen, maar ik ging snel rechtop zitten en drukte mijn hand tegen mijn blouse.
'Wat is er?' vroeg ik ten slotte. 'Je bent nu toch nog niet klaar?'
'Het was beneden gemakkelijker toen we geregeld gestoord werden,' zei hij.
'Waarom?'
ik was bang om iets anders te doen dan me te concentreren op mijn studie.'
'En?'
Hij keek naar de gesloten deur van mijn slaapkamer en toen naar mij.
'Wat is er?' vroeg ik.
'Ik kan hier niet naar je kijken zonder je te willen zoenen,' zei hij zonder enige aarzeling.
Even leek het of mijn keel dicht zat. Ik probeerde te slikken, maar kon het niet. Hij haalde zijn schouders op en stond op uit zijn stoel.
'Misschien kan ik mc concentreren als ik dat achter de rug heb,' zei hij op nuchtere toon. Toen liep hij nonchalant naar het bed en bukte zich om mijn schouders vast te pakken en mijn lippen naar zijn mond te brengen. Ik was zo overrompeld dat ik geen enkele weerstand bood. Het was een lange, warme kus. Toen zijn lippen de mijne loslieten, hield ik mijn ogen nog gesloten.
Zodra ik ze weer opendeed, zoende hij me weer. Toen deed hij een stap achteruit terwijl ik op adem kwam.
'Oké,' zei hij. 'Nu voel ik me beter.' Hij liep terug naar zijn stoel, keek naar zijn papieren en draaide zich toen weer naar me om. 'Ik heb het eind gemist van de laatste vraag, vraag tien.'
Hij pakte zijn pen op en wachtte.
'Vraag tien?' herhaalde hij.
Ik denk dat ik keek of ik een shocktoestand was. 'Wat? O ja,dat ging over Macbeth.'
Ik bladerde door mijn aantekeningen terwijl hij wachtte. Telkens als ik naar hem keek zag ik dat blijde glimlachje 0111 zijn lippen. Eindelijk vond ik de vraag en herhaalde die. Hij knikte en richtte zijn aandacht weer op zijn papieren.
Ik legde mijn handen tegen mijn wangen, die in brand leken te staan.
Toen knoopte ik snel mijn blouse dicht, slaagde er eindelijk in om le slikken en haalde diep adem.
Toen hij weg was, bleef ik zo lang mogelijk op om voor mijn eigen examen te studeren, maar voor ik ging slapen, bleef ik even naakt voor het raam staan en keek uit over het meer naar zijn huis, naar het verlichte raam van zijn kamer. Ik had het gevoel dat zijn ogen op mij gericht waren.
Ik voelde zijn kus nog op mijn lippen toen ik mijn hoofd op het kussen legde.
Ik viel pas in slaap toen ik wegzonk indat diepere, gelukkige deel van mijzelf, waar nooit ongelukken gebeuren, mensen nooit kwaad werden op elkaar, niemand huilde, en waar het, als het ooit regende, heel zachtjes regende, mei druppels vol licht en liefde, en altijd gevolgd door een regenboog.
Twee dagen later begon voor ons allebei het eindexamen.
Harley slaagde voor alle vakken. Zelfs Roy was onder de indruk en kon alleen maar zeggen: 'Ja, goed,' toen papa voorstelde om met ons te gaan eten om hel feit te vieren dat Harley geslaagd was voor zijn examen, en omdat we allebei zulke goede cijfers hadden.
Mama besloot Glenda te helpen zich voor te bereiden op de festiviteiten. Ik bracht mama naar hun huis. zodat ze met haar kon afspreken om nieuwe kleren te gaan kopen. Zoals gewoonlijk bracht het hele idee van uitgaan een angstige uitdrukking op Glenda's gezicht, maar mama sprak op zachte, kalme toon, dronk een kop thee met haar, verzekerde haar dat ze mei haar naar alle warenhuizen zou gaan, en vertrok len slotte met Glenda's belofte dat ze het zou doen. Mama wees haar er voorzichtig op dat Harley het verdiendedat ze enthousiast voor hem was.
'Hij heeft veel bereikt, Glenda. Hij heeft het nodigdat hij je trots ziet lachen op de dag van de diploma-uitreiking.'
Ik dacht dat Glenda zou gaan huilen. Haar ogen vulden zich met tranen, maar ze hield haar adem in en knikte. Toen keek ze door het keukenraam naar Lalisha's graf.
'Het had fantastisch kunnen zijn voor ons allemaal.' zei ze.
'Dat zal het voor Harley zijn,' zei mama nadrukkelijk.
Ik was zo trots op mama die dag, trots dat ze zo goed kon omgaan met iemand die zo kwetsbaar was als Glenda. Waar haalde mama haar wijsheid vandaan? Ze had zo veel van haar volwassen leeftijd in die rolstoel doorgebracht, met al haar therapieën. Ze had zo'n kosmopolitisch leven kunnen hebben, ze had kunnen reizen en interessante mensen kunnen ontmoeten, maar nu dat niet voor haar was weggelegd bleef ze niet vol zelfmedelijden thuis zitten. Ze liet haar innerlijk licht helder branden en hield de duisternis op een afstand.woners, omdat de school zo'n goede reputatie had.
De school plande ook sociale activiteiten, had een zwembad, er werd twee keer per week een film gedraaid, en eens per week was er een bijeenkomst waarop leerlingen om de beurt voor dansmuziek zorgden. Hel studentenhuis was heel comfortabel en modern, met twee leerlingen in elke kamer. De laatste twee jaar had ik dezelfde kamergenote gehad, een meisje dat een jaar ouder was dan ik. Ze heette Judy Foster en kwam uit Richmond, Kentucky. Ze was een heel serieuze muziekstudente, een beetje aan de preutse kant. Ik had altijd het gevoel gehad dat onze verhouding aanmerkelijk bekoeld was vanaf het moment dat ze mijn moeder had gezien en had beseft dat ik deels Afro-Amerikaans was. Gelukkig was ze verleden jaar voor het laatst geweest en zou ik dit jaar een ander kamergenootje krijgen.
'Misschien kun je me komen opzoeken,' stelde ik Harley voor.dat had hij nooit eerder gedaan, ik weet dat het ver is en...'
'Echt? Zou jedat leuk vinden?'
'Natuurlijk,' zei ik. 'Maaralleen als je me belooft datje zult proberen iets van je leven te maken en niet doelloos rond te zwalken, zoals zo veel jongens tegenwoordig doen.' Ik vonddat het heel volwassen en verstandig klonk.
'Ay, ay, juffrouw Eikenboom.'
We lachten allebei en besloten te gaan roeien.
ik zal al het werk doen,' beloofde hij. 'Jij kunt rustig blijven liggen en genieten van de zon.'
Toen we wegvoeren, was dat precies wat ik deed. Een tijdlang zeiden we geen van beiden iets. De late middagzon zakte weg achter de bomen, zodat lange, donkere en koele schaduwen zich uitstrekten over het meer. Met een zachte, maar aanhoudende bries was het heerlijk koel op het water.
'En,' zei Harley, 'wat ga jij doen na je eindexamen?'
ik denk dat ik door wil gaan in muziek, en als ik goed genoeg ben zal ik op een dag misschien in een orkest kunnen spelen en uitvoeringen geven in plaatsen als het Lincoln Center in New York. Ik zal proberen op een goed conservatorium te komen.'
'Jij kunt op elk conservatorium komen,' zei hij.
'O, probeer jij nu meneer Eikenboom te zijn?' reageerde ik. Hij lachte en hief de riemen in de lucht zodat we ronddreven. Mussen en roodborstjes kwamen te voorschijn in de schemering, op zoek naar eten. Zo nu en dan kwamen de vissen, die Roy 'getrainde baarzen' noemde, dicht aan de oppervlakte, alsof ze op broodkruimels wachtten.
Harley boog zich voorover en staarde naar de bodem van de boot.
ik geloof dat ik een jaar of twaalf was toen ik me plotseling ongerust maakte dat jij en ik nicht en neef zouden zijn,' begon hij. 'Om de een of andere reden had ik daar nooit eerder bij stilgestaan.'
'Waarom zou je je daar ongerust over maken?'
ik was oud genoeg om te beseffen dat als we neef en nicht waren. we geen vriend en vriendinnetje konden zijn.'
'Dat heb je me nooit verteld.'
ik was te verlegen. Dat ben ik nog steeds. Ik vertel het nu ook niet aan jou,' zei hij, nog steeds naar beneden kijkend. 'Ik vertel het aan de bodem van de boot.'
Ik lachte en boog me naar voren en gaf een duw tegen zijn hoofd zodat hij me aan moest kijken. Hij deed het langzaam en we keken elkaar diep in de ogen.
'Toen dacht ik dat we toch te veel familie van elkaar leken en dat je daarom nooit naar mij zou kijken zoals je naar iemand als Chase Taylor kijkt. Ik dacht: we zijn net als je moeder en Roy, en misschien is dat wel de familievloek waarvoor je moeder, zoals jij zegt, zo bang is.'
'Voor ons is het anders. Harley. We kennen elkaar al heel lang, maar wij zijn niet opgevoed met de gedachte dat we broer en zus waren. Dat maakt een heel verschil; als je hoort hoe mama die tijd beschrijft, zou je begrijpen waarom. Zo moetje niet denken.'
'Dat wil ik ook niet,' antwoordde hij glimlachend. 'Daar kun je zeker van zijn.' Hij zweeg even. 'Nog een bekentenis,' ging hij verder. 'Toen ik jou en Chase op je verjaardag samen in deze boot zag, was ik zo jaloers dat ik bijna geen adem meer kreeg. Daarom duwde ik hem van het vlot en begon ik te vechten. Het was niet om Ambers eer te verdedigen of zoiets.'
'Dal heb ik ook geen moment geloofd.'
'Was je niet kwaad?'
Ik wendde mijn blik af. De waarheid wasdat ik helemaal niet kwaad was. De waarheid was dat ik het opwindend vond dat twee jongens om me vochten, maar ik wist ook dat het verkeerd was en ook gemeen kon zijn.
'Ik vind hel prettig datje om me geeft, maar ik vind het niet prettig als je in moeilijkheden komt,' zei ik ten slotte.
We hoorden de claxon van een auto en zagen dat papa naar hel meer was gereden. Hij stapte uit en bleef naar ons staan kijken. Ik zwaaide en Harley pakte de riemen en roeide terug naar de steiger. Papa stond daar op me te wachten.
'Bedankt voor het tochtje,' zei ik toen hij me hielp uitstappen.
'Het was te kort.'
'Er komen nog meer tochtjes,' beloofde ik. Hij glimlachte.
'Jawel, mevrouw Eikenboom.'
'Tot ziens, meneer Eikenboom.'
Ik holde naar papa om hem te begroeten. Toen hij me een zoen had gegeven, keek hij naar Harley. Even lag er een sombere, ongeruste uitdrukking in zijn ogen.
'Alles in orde?' vroeg hij.
'Fantastisch, papa."
'Harley zal nu een paar belangrijke beslissingen moeten nemen over zijn leven,' zei hij, nog steeds met zijn blik op hem gericht.
ik weet het. We hebben erover gesproken. Hij wil proberen op een vervolgopleiding te komen. Je weet hoeveel tekentalent hij heeft en dat hij belangstelling heeft voorde constructie van gebouwen en bruggen en zo. Hij zou er heel goed in kunnen zijn, papa. Echt waar!'
'Oké, schat.'
'Misschien kun jij hem ook helpen, papa.'
ik zal het zeker proberen. Maar wees met één ding voorzichtig, lieverd. Wees voorzichtig met je investering in mensen. We worden te vaak teleurgesteld in een relatie,' adviseerde hij. 'Je moet eerst heel zeker zijn van jezelf. Zorg datje met beide voeten stevig op de grond staat voordatje naar de ene of de andere richting overhelt. Dan val je niet op je gezicht. Begrijp je wat ik bedoel?' vroeg hij, terwijl hij me onderzoekend aankeek.
'Ja, papa." Ik glimlachte. 'Je wiltdat ik net zo word als meneer Eikenboom.'
'Eikenboom?' Hij keek naar de boom. 'O. Ja, dat is het. Dat is het precies,' zei hij. Toen sloeg hij zijn arm om me heen en we liepen naar huis.
De volgende dag was Harleys diploma-uitreiking. Hij had er nog
nooit zo knap uitgezien, en Glenda en Roy waren zo indrukwekkend in hun nieuwe kleren en gekapte haren,dat ze veel meer aandacht trokken dan ze anders deden. Mama en ik hielden elkaars  hand vast, vooral toen de gediplomeerden in een rij het podium op kwamen. Na de toespraken begon de directeur de traditionele prijzen af te kondigen. Ik had een beetje medelijden met Harley; ik dacht dat hij zo goed als onzichtbaar zou blijven in dit alles.
En toen kwam de mooiste verrassing van alles. Harleys tekenleraar had hem uitgekozen voor de kunstprijs. Harley keek zo geschokt dat hij niet opstond en zijn naam twee keer moest worden omgeroepen. Er klonk wat gelach. Ik keek even naar Glenda. Haar gezicht straalde en Roy leek oprecht onder de indruk. Hij wierp een blik op mama, die naar hem glimlachte. Hij was te verbluft om op le staan en een foto te nemen, dus kwam papa snel in het geweer en drukte af.
Later schudde Roy Harleys hand zo stevig dat ik bang was dat hij zijn arm zou breken. Een paar mensen van zijn werk feliciteerden hem, en hij koesterde zich in de aandacht. Om de beurt omhelsden en zoenden we Harley. Later, toen we naar de auto's liepen om naar het restaurant te gaan waar we het zouden vieren, bleef Harley even met me achter.
'Dat heb ik allemaal aan jou le danken, Summer.'
'Je hebt het aan jezelf te danken,' antwoordde ik. 'Jij hebt het gedaan.'
We hadden een heerlijk diner. Ik kon me niet herinneren wanneer we ooit meer een familie hadden geleken. Glenda leek te stralen van geluk, een gelukdat ze in jaren en jaren niet meer had beleefd. Een paar uur lang was ze in staat haar grote verdriet van zich af le zetten.
Maandag deed Harley wat hij beloofd had en ging naar de decaan om nog een paar late inschrijvingen voor vervolgopleidingen in te dienen. Twee dagen later laadden papa en ik mijn spullen in het busje voor de rit naar het muziekkamp. Harley was met Roy al begonnen te werken aan een project voor het provinciebestuur.
Toen het tijd werd om te vertrekken bleef ik achter, in de verwachtingdat Harley me gedag zou komen zeggen. Hij had beloofd dat hij het zou doen, ook al was hij al uren vroeger opgestaan en aan het werk gegaan. Maar het zag ernaar uit dat hij niet zou komen. We
stonden op het punt om weg te gaan en ik kon mama niet laten wachten in hel busje. Ik was erg teleurgesteld toen we wegreden.
Maar juist toen we bij de bocht kwamen, hoorde ik het geluid van zijn motor en even later was hij er. Papa stopte aan de kant van de weg, zodat ik kon uitstappen om afscheid te nemen van Harley.
'We hebben niet veel tijd meer, schat,' zei papa.
'Sorry,' zei Harley. 'Ik was met iels bezig dat ik niet kon onderbreken.'
'Het geeft niet. Ik ben blij dat je in elk geval een paar seconden kon komen.'
'Ik zal je missen.'
'Blijf maar praten tegen meneer Eikenboom,' zei ik. Ik keek achterom naar het busje. Papa staarde naar ons in de zijspiegel.
Instinctief pakte ik Harleys hand en trok hem naar me toe, weg uit papa's gezichtsveld. Ik gaf Harley een snelle, maar stevige afscheidszoen.
Hij glimlachte en ik holde terug naar de auto.
We reden weg en Harley volgde ons even vóór hij ons inhaalde en linksaf sloeg.
Hij stak zijn hand op, zoals altijd - meer dan ooit wetend dat ik daarop zou wachten.