
Ashja Bosboom
Eigenaar, tevens werkzaam als marketing directeur van Uitgeverij Scala BV. Hierbij is ze verantwoordelijk voor de tijdschriften Digital Movie (alle ontwikkelingen op het gebied van hardware voor bewegend beeld), Luister (klassieke muziek), Media Detail (detailhandelaren in consumentenelektronica), Poppenhuizen & Miniaturen (miniatuurwereld) en Railhobby (modelspoor en spoorwegen). Alle bladen verschijnen zowel in print als 100% identiek online. Huidige situatieKun je de situatie
beschrijven waarin de uitgeverij zich nu bevindt?
“Op het moment dat we een aantal titels aankochten voor Scala in
2000, brak er een crisis uit in adverteerderland. Dat hebben we in
de loop der jaren gevoeld en in 2005 hebben we besloten om niet
alleen maar te bezuinigen, dit was voor ons geen oplossing.
Crisissen zullen er altijd blijven, er zal ooit een tweede Twin
Towers-drama plaatsvinden, dit is bijna een crisisconjunctuur. Voor
die tijd moeten wij weer klaar zijn, we hebben toen een vijf
jarenplan gemaakt om de toenmalige gevolgen van de crisis boven te
komen. Je kunt als bedrijf alleen overleven als je verder denkt dan
bezuinigen.
Veel uitgevers denken alleen vanuit hun product, maar het gaat
juist om jouw doelgroep. Wij voorzien onze doelgroep van informatie
door een blad, dat is ons voortbestaan. In ons vijf jarenplan
hebben wij gekeken hoe wij een aankomende adverteerdercrisis konden
bezweren of zelfs helemaal ontlopen. Een probleem hierbij was dat
wij geen geld hadden voor webredactie, we konden niet investeren.”
Waarom heb je toentertijd
niet besloten om te stoppen met Scala?
“Je hebt een verantwoordelijkheid tegenover twintig medewerkers,
voor ons is dat een heel groot argument. Er zouden ook heel veel
lezers hun abonnementsgeld kwijt zijn en er zouden twee
leveranciers failliet gaan. Voor ons was stoppen dus geen optie. Ik
geloof erg in de know how en visie van buitenstaanders. Hoe kijken
buitenstaanders met verstand naar jouw bedrijf? We hebben een
aantal topmensen uit het bedrijfsleven naar ons bedrijf laten
kijken. De conclusie was dat wij een groot cashflowprobleem hadden,
dat het dus niet aan de potentie van de producten lag.
We hadden in 2000 geïnvesteerd in bladen, juist om te overleven,
maar de markt waarin wij zaten stortte een jaar later in. Dit kwam
voor ons een jaar te vroeg, wij hadden in een overbruggingsjaar de
abonnementgelden kunnen innen en zo ons cashflowprobleem kunnen
verkleinen. Ik geloof in loyaliteit, geloof in jouw eigen producten
en kunnen. Er stonden een aantal partijen klaar om ons over te
nemen vanwege onze problemen. Ik vecht dan liever door dan dat ik
mijn bedrijf op een dergelijke manier moet sluiten.”
Online publiceren
“Ik maak iets voor een doelgroep, maar mijn basistool hiervoor is
het blad. In 2005 kwam het online publiceren erg in het nieuws en
ik vroeg mij af waarom tijdschriften dat niet deden. Wat kranten
m.i. niet goed hebben gedaan, is dat zij niet de hele krant online
hebben gezet, maar net genoeg voor de koppenlezende internetter.
Dat is voor veel lezers een argument om geen abonnement af te
sluiten, de benodigde informatie is al binnen. Door deze
ontwikkeling bij kranten, hebben wij besloten om onze tijdschriften
wel online te publiceren, maar niet gratis weg te geven. Of je moet
er voor kiezen om het hele tijdschrift gratis online te zetten en
voldoende inkomsten genereren uit advertenties, of je moet het
tijdschrift online zetten, maar afschermen. Dan wordt het een
toegevoegde waarde voor de abonnees. Alle abonnees bij ons hebben
gratis toegang tot het online gedeelte.
Wij waren de eerste in 2005 die op deze manier online gingen
publiceren. Ik geloofde er heilig in dat deze constructie ons door
de volgende crisis heen ging loodsen. Het biedt meerwaarde aan de
lezers van de printversie, de adverteerders en aan lezers die niet
stapels tijdschriften door willen spitten. Uitgevers doen zelf niet
genoeg, het gaat om doelgroep. Uitgevers moeten meer hun doelgroep
bevragen, wat speelt er, wat wil de doelgroep? We hebben een
kostprijsberekening gemaakt van wat het papieren tijdschrift kost
en wat het online tijdschrift kost. Als je deze twee berekeningen
naast elkaar legt, kost online nagenoeg niets. Het online gedeelte
levert misschien minder omzet op, maar het gaat om rendement.
Consumenten gaan niet alle tijdschriften die zij lezen opzeggen en
ineens overstappen naar online. Als dat wel zo zou zijn, is dat
geen probleem voor ons. Het betekent wel voor ons dat wij dit
scenario heel goed moeten berekenen.
Als wij 100% van onze overhead overhevelen naar online, dus alle
abonnees stappen over online, dan moeten wij nog steeds renderen.
Dit zal in de praktijk waarschijnlijk nooit gebeuren, maar je moet
het wel berekenen. Een papieren abonnement kost ons in het eerste
jaar geld, een online abonnement levert ons in het eerste jaar geld
op. 80% van onze lezers (30+-ers) bezoekt ook het online gedeelte
van het tijdschrift. Bij de start van ons online gedeelte in 2005
viel heel uitgeefland over ons heen. Niemand begreep onze stap naar
online. Ik werd ineens gevraagd als spreker over onze online
strategie. Omdat er geen vergelijkbare voorbeelden waren, hebben we
deze strategie zelf moeten bedenken.”
Internet
Kans of
bedreiging?
“Wij zagen in 2005 dat internet geen concurrent of bedreiging is,
maar juist een nieuw businessmodel, een kans. Er was een duidelijke
verschuiving naar online nieuwsgaring, de zogenaamde infobesitas.
In kleur is een tijdschrift een beleving, maar het maakt niets uit
of dit op papier staat of online. De beleving van kleur was voor
ons wel een afweging om niet met e-readerfabrikanten te gaan
werken. Deze zwart-witachtige apparaten bieden niet voldoende
mogelijkheden voor onze full colourtijdschriften.
Uitgevers zouden internet moeten omarmen, maak van de website ook
een beleving. Onze website trekt maandelijks 60.000 unieke
bezoekers, voor een ‘special interest’-magazine is dat heel erg
veel. De gemiddelde bezoekduur van bijvoorbeeld ‘Digital Movies’
ligt op 7 minuten. Alleen zenden via de website werkt niet meer,
dan trek je nog maar 5.000 bezoekers per maand met een
bezoekersduur van een minuut. Er is een causaal verband te zien bij
ons tussen het blad en de website. Alles wat wij niet in het blad
kunnen plaatsen in verband met de ruimte, plaatsen wij als extra op
de website in de online uitgave.
Denk aan een doorzoekbaar archief, foto’s, filmpjes, extra
informatie, alles kan online. Na een marktanalyse heb ik deze visie
kunnen uitrollen en het blijkt dus te werken. Wij hebben gekozen om
alle abonnees gratis toegang tot de online versie te geven, omdat
ook de adverteerders daarmee een groter bereik hebben. Wij bieden
onze adverteerders ook een gratis link aan, zodat het meetbaar
wordt voor hen.
In tijdschriften is de respons niet meetbaar, door onze
advertenties ‘linkbaar’ te maken, kunnen adverteerders hun
campagnes meten. Het is dus ‘en-en’, niet ‘of-of’. Internet kan
prima naast de bestaande business draaien. Sterker nog, wij kregen
nadien veel minder opzeggingen en meer abonnees. We hebben een paar
duizend puur online abonnees, zij willen de printversie niet (meer)
en zijn tevreden met de online versie. Als lezers hun abonnement
opzeggen, is financiële redenen vaak de oorzaak. Je merkt dat
adverteerders ons weer weten te vinden, omdat bij onze titels de
respons goed meetbaar is, wat bij andere uitgevers vaak niet zo is.
We hebben geen groot budget, maar wij weten wel onze doelgroep te
vinden. We zijn per titel gaan onderzoeken hoe de website er uit
zou moeten komen te zien. Geen standaardsite, maar een uniek
concept per titel.
Onze tijdschriften zien er online precies hetzelfde uit als de
printversie. Waarom zou de online versie er totaal anders uit
moeten zien? Bovendien is het erg duur om het tijdschrift opnieuw
op te maken. De wens van de lezer verandert wel. Je moet als
uitgever kijken naar wat je kunt en wat de doelgroep wil, onze
doelgroep wil altijd en overal bij het tijdschrift kunnen. En ze
willen alles weten rondom hun hobby of passie. We hebben een keer
een grote fout gemaakt. Door het logo van een bepaalde titel te
veranderen, was het voor veel lezers onduidelijk waar de titel was
gebleven. Veel lezers dachten dat het tijdschrift niet meer
bestond, dit alleen door een logoverandering. Dit om maar aan te
geven hoe voorzichtig je met de doelgroep moet omgaan. Binnenkort
gaan we Railhobby restylen, hierbij betrekken we onze doelgroep.
Wij hebben onze lezers de nieuwe layout via een e-paper voorgelegd
en gevraagd wat ze ervan vinden, hier hebben honderden lezers op
gereageerd.
Als je het als uitgever goed wilt doen op de iPad, heb je een groot
budget nodig. Alle uitgevers zouden iets moeten doen voor
tabletgebruikers, als uitgevers al jaren lang hun tijdschrift in de
kiosk leggen, waarom dan ook niet in een online kiosk? We zijn nu
aan het bekijken om een zesde titel erbij te nemen. Een nieuwe
titel zelf starten is geen optie, hiervoor hebben we een groot
budget nodig. Het overnemen van een bepaalde titel ligt meer voor
de hand. In Nederland wordt bijna elke doelgroep bediend.”
Experimenteel uitgeven
"Wij geven op een rare manier een van onze tijdschriften uit, noem
het experimenteel. Toen wij het tijdschrift Poppenhuizen &
Miniaturen vorig jaar overnamen was er geen redactie, geen content,
niets. We hebben daarna iedereen die ooit voor dat tijdschrift
heeft geschreven benaderd met de vraag wat zij graag in het
tijdschrift wilden zien. Daarnaast hebben wij gevraagd of zij nog
content hadden liggen en of zij weer voor het tijdschrift wilden
gaan schrijven voor een vergoeding en PR. Ook op fora hebben wij
deze oproep geplaatst. We hebben een kleine subsidie ontvangen om
samen met onze doelgroep en een marktpartij de koers van het blad
in kaart te brengen. Er kwamen op onze oproep heel veel reacties
binnen, met deze mensen hebben we een dag onze nieuwe richtlijn
voor het blad bepaald. Wij hebben nu ruim 200 pagina’s op de plank
liggen, waarmee wij ons blad kunnen vullen, zoveel content werd er
ingeleverd. Onze doelgroep vindt het erg leuk om mee te denken en
te helpen om content aan te leveren. Wij brengen in de nabije
toekomst deze mensen vervolgens weer in contact met elkaar op onze
website.”
Toekomst
“De komende vijf jaar gaan wij onze online producten verdiepen,
denk aan cross mediaal. Wij willen onze lezers nog meer betrekken
bij hetgeen wij doen, dus bij onze website en nieuwe plannen. Wij
willen meer invloed van de lezers op de inhoud van het blad. Lezers
kunnen bijvoorbeeld mee naar beurzen of presentaties om daarover
een artikel te schrijven. De expertise ligt namelijk ook bij onze
lezers.
De rol van uitgeverij zal in de toekomst gaan veranderen naar een
bemiddelaar, een samenbrenger zo je wilt. Wij bemiddelen in
communicatie, wij brengen informatie bij de juiste personen. Over
vijf jaar zullen wij ook financieel weer helemaal gezond zijn, we
kunnen dan meer onze ideeën uitwerken. We willen bijvoorbeeld een
themakanaal gaan opstarten met workshops. Een aantal titels van ons
zullen over vijf jaar zullen puur online in het buitenland gaan
verschijnen, nu verschijnen nog de Nederlandse varianten in België
en Duitsland. Hier liggen nog grote kansen voor ons. De abonnee
wordt nog meer de auteur voor onze titels, voor en door onze
doelgroep. General interest, dus de grote bekende bladen gaan het
erg lastig krijgen de komende jaren. Er zal een verschuiving
plaatsvinden naar special interest (specifieke onderwerpen).”
De markt over vijf jaar
“Er kan heel veel veranderen in vijf jaar tijd, maar dan moeten
uitgevers totaal gaan veranderen. Persoonlijk zie ik de tablet de
ontwikkelingen bevorderen, maar er zijn te veel uitgevers nog erg
conservatief. Deze uitgevers willen blijven vasthouden aan het
papier en staan niet open voor de mogelijkheden op online gebied.
Over tien jaar hebben deze uitgevers een groot probleem, deze
problemen zijn nu al zichtbaar bij enkele uitgevers. Gelukkig zie
ik ook genoeg innovatieve uitgevers in de branche.”
Er gaan dan ook een hoop uitgevers omvallen de komende jaren, zij
redden het simpelweg niet meer. Micromarketing wordt de sleutel
voor de komende jaren. Lezers voorzien van betrouwbare informatie,
dat wordt de uitdaging voor veel uitgevers. Er is teveel dezelfde
informatie te vinden, waarom zou men dan nog een printversie van
deze informatie kopen. Je moet ‘need to known’ worden, onmisbaar
voor de hobbyist of geïnteresseerde lezer. Bladen op papier zullen
de komende jaren een luxe worden, de prijs kan best omhoog gaan,
omdat print op termijn schaarser wordt.
Uitgevers moeten nu al uitrekenen wat het omslagpunt is dat lezers
overgaan naar online. Lezers zijn misschien nu nog te verknocht aan
papier, maar er komt daar ooit een omslagpunt in. Je moet
voorbereid zijn op de verschuivingen tussen de verhoudingen
print/online. Er valt niet meer te ontkennen dat deze verschuiving
gaat plaatsvinden. Onze grootste valkuil is dat wij geen grote
budgetten hebben om het online gedeelte geheel naar onze wens uit
te werken. Met een goede visie en geld maak je geld.”
Lees
hier de reacties op Frankwatching.