Hoofdstuk 20
In de keuken van het huisje stond Kellie de afwas te doen van de lunch met lauw water en shampoo. Haar hoofd was druk bezig met Ben. Het was allemaal misgegaan tussen hen. Sinds ze had toegegeven dat ze een verhouding had, was alles veranderd. Er was een muur tussen hen opgetrokken. Het vrolijke geplaag over en weer was verdwenen.
Ze schaamde zich, nu ze open was geweest over Elliot, want het was wel duidelijk dat Ben het afkeurde. Dat was ook geen wonder. Het was vast moeilijk om over elke buitenechtelijke relatie te horen, als je vrouw je verlaten had voor je beste vriend. Maar toch, dacht ze, het was niet juist van hem om haar zo te beoordelen, en ze was blij dat ze voor zichzelf was opgekomen. Hij had niet het recht om het allemaal op zichzelf te betrekken.
Toch moest ze er steeds aan denken dat Ben het misschien begrepen had als ze meer over haar relatie met Elliot had uitgelegd. Ze had beter haar best moeten doen om hem te overtuigen dat Elliot en zij echt van elkaar hielden. Ze had de thuissituatie van Elliot moeten schetsen zodat Ben niet zou denken dat ze uit puur egoïsme een vredig thuis verwoestte.
Maar nu was het te laat. En misschien was het zo wel veilig om deze muur tussen Ben en haar te hebben staan, zodat ze niet nog intiemer konden worden dan ze al waren. Want ze moest toegeven, het was een fantastische dag geweest, vandaag. Nog nooit had iemand zoiets…zoiets romantisch voor haar gedaan.
Dat was het probleem. Het woord romantisch. Onwillekeurig, instinctief, was het door haar hoofd geschoten. En als het in haar opkwam, dan waarschijnlijk ook in Ben.
Was dat wat hij had willen zeggen, toen ze tegen hem gezegd had dat ze niet van hem was? Wilde hij iets zeggen over hun relatie? Had hij op het punt gestaan om toe te geven dat hij iets voor haar voelde? Ze wist het niet en nu zou ze er nooit meer achter komen.
Ze schudde haar hoofd. Ze ergerde zich dat ze er überhaupt over nadacht. Ze ergerde zich dat ze zo in de war was. Wat deed het ertoe wat Ben over haar dacht? Ze was met Elliot samen en het zou haar niets moeten schelen of Ben haar aantrekkelijk vond of niet.
“Met wie ben je aan het praten?”
Ze schrok. Ze draaide zich om en zag Ben in de deuropening staan. Ze voelde dat ze begon te blozen.
“Was ik hardop aan het praten?”
“Meer aan het mompelen eigenlijk.”
Ze haalde haar schouders op, verlegen, maar ook wel opgelucht. Hij zou zich rot schrikken als hij wist wat er in haar hoofd omging. “Ik ben zeker gek aan het worden.”
“Weet je zeker dat je geen hulp nodig hebt?”
“Er is niet echt genoeg plek voor twee mensen,” zei ze. “En jij hebt al zoveel gedaan. Het lukt me wel.”
Hij knikte en deed zijn handen weer terug in zijn achterzakken. “Dan laat ik je maar je gang gaan. Ik ga naar de kroeg.”
“O, oké,” zei ze. Ze beet op haar lip. Hij bleef dus niet om haar gezelschap te houden.
Hij maakte aanstalten om te gaan.
“Ben,” begon ze.
Hij draaide zich om. “Ja?”
Zijn ogen waren hard. Niet onvriendelijk. Alleen hard.
“Niets,” zei ze.
Zodra hij weg was, voelde ze zich meer eenzaam dan alleen. Maar het was beter zo, zei ze tegen zichzelf, beter dat ze ieder weer hun eigen ruimte creëerden. Ze was klaar met de afwas en ruimde alles op. Ze haalde de blaadjes met Gelukkig Kerstfeest naar beneden, propte ze op en gooide ze in het haardvuur. Ze keek hoe het brandde. Het had niets te betekenen, daar zou ze wel voor zorgen.
Ze stond bij de deur met haar jas aan en keek naar het lege huisje. Ze probeerde zich te herinneren hoe het was om met Ben bij het haardvuur te zitten. Een paar uur geleden had ze zich nog tevreden en gelukkig gevoeld. Het leek wel een droom.
Terug in hun eigen huisje bladerde ze door een oud tijdschrift, Country Life, verveeld en geïrriteerd. Maar wat kon ze anders doen? Ze kon niet naar de kroeg, want daar was Ben. En zelfs al zou ze zich bij hem willen voegen – en dat wilde ze niet – hij had behoorlijk duidelijk gemaakt dat hij alleen wilde zijn. Voor het eerst sinds ze op het eiland was, voelde ze zich werkelijk gestrand.
Ze dacht aan Elliot en zijn verdomde kerst met de familie. Ze probeerde hem voor te stellen, thuis, iedereen lachend bij het warme haardvuur. Ze waren waarschijnlijk allemaal sherry aan het drinken en spelletjes aan het spelen. Nu wilde ze meer dan ooit dat ze daar gewoon binnen kon lopen om iedereen te vertellen over Elliot en haar, en een einde kon maken aan deze belachelijke vertoning. Maar Elliot had haar beloofd dat hij het op zijn eigen manier wilde doen en dat ze hem moest vertrouwen.
Ze stond op en legde haar hand op de achterkant van de bank. Het dekbed dat Ben had gebruikt lag op een hoop en de trui die hij gisteren had gedragen op de vloer. Het zag er hier hetzelfde uit als in de kamer van Kellie boven. Ze moest denken aan een opmerking die hij tijdens de lunch had gemaakt, over dat het leven te kort was om te flossen. Ze had erom moeten lachen en was het met hem eens geweest. Ze vond het leuk dat hij zo spontaan was en bewonderde hem erom dat hij zijn uiterlijk minder belangrijk vond dan zijn gevoel. En dat was het ‘m nou net met Ben, mijmerde ze. Hij had gevoel. Over allerlei dingen. En hij was niet bang om die gevoelens onder woorden te brengen. Hij had geen pretenties, geen manier om te verbergen wie hij werkelijk was.
Plotseling moest ze eraan denken hoe Elliot altijd zijn neusharen bijknipte met een nagelschaartje, de broekpers in de hal van zijn appartement in Londen, en zijn hemden die wekelijks bezorgd werden, netjes verpakt in plastic. Ze dacht aan de haren op zijn schouders die ze altijd probeerde te negeren. Ze dacht aan de manier waarop hij danste en dat het dan leek alsof hij te hard zijn best deed om er jong uit te zien.
Hou op, zei ze tegen zichzelf, in paniek draaide ze zich om. Ze moest niet te negatief over Elliot gaan denken. Ze hield van hem. Maar toch kwamen de woorden van Ben steeds weer terug.
Als jij van mij was, zou ik je niet zo laten hangen, nog geen seconde. Het ging maar niet weg. Ze speelde met de ketting om haar hals en ging bij het raam staan. Ze tuurde het donker in. Ze wou dat Elliot naar haar toe zou komen. Ze wou dat hij liet zien dat Ben ongelijk had. Ze wou dat hij alles weer goedmaakte. Ze wou dat hij ervoor zorgde dat ze niet zo in de war was.
Het had echter geen zin om het onmogelijke te wensen. Elliot nam waarschijnlijk aan dat ze bij Ben was. En zo te zien aan zijn gezicht, eerder die dag, nam hij nog veel meer aan. Hij zou zeker niet naar haar toe komen. Ze zou moeten wachten tot ze allebei weer in Fleet Town waren, waar ze alles zou kunnen uitleggen.
Fleet Town en hun penthouse appartement leken duizenden kilometers van hen verwijderd. Hoe had ze dit in godsnaam in haar hoofd gehaald, vroeg Kellie zich nu af. Waarom had ze ooit toegestemd om met Elliot naar de eilanden te komen? Ze stelde zich hun lege hotelkamer voor. Was ze gek geweest? Hoe had ze daar drie dagen alleen kunnen doorbrengen?
Plotseling begonnen boven haar de lichten te flikkeren. Ze liep naar de deur en pakte een zaklamp van de plank. Net op dat moment viel de stroom helemaal uit. Ze gilde, geschrokken van het donker.
Ze zei tegen zichzelf dat ze niet idioot moest doen. Dat het stom was om bang te zijn, maar toch, haar handen trilden toen ze de zaklamp aandeed, en er een klap op gaf om de straal licht stabiel te maken.
Het was griezelig in het huisje, in het donker. Nu moest ze wel naar de kroeg, concludeerde ze, en doen alsof haar neus bloedde tegenover Ben. Er was immers geen rede om zich ergens over op te winden. En het was ook niet zo dat ze terugkwam op haar beslissing om de zaak te laten bekoelen met hem, want ze had gewoon geen keus.
De voordeur werd uit haar hand gerukt door de wind. Kellie hield haar capuchon stevig vast, het haar eronder zwiepte in haar gezicht. Voor haar uit lag het pad naar de kroeg en het zag er verraderlijk uit in het zwakke licht van de zaklamp. Het was belachelijk, maar zonder Ben naast haar voelde ze zich kwetsbaar en alleen.
Binnen in de kroeg was Sally bezig kaarsen aan te steken. Het grote haardvuur wierp een warme gloed. De wind gierde door de schoorsteen. Zonder de jukebox was het akelig stil in de kroeg. In de hoek was een man bezig een gitaar te stemmen.
“Dit is een ernstige situatie,” legde Sally uit. “Als de stroom zo helemaal uitvalt, duurt het altijd een poos voordat het weer terugkomt. Roddy is weg om de generator te controleren, maar als hij nog steeds defect is, denk ik niet dat we vanavond nog stroom zullen hebben.”
Kellie zag Ben zitten aan een tafel in de hoek bij het haardvuur. Hij zwaaide naar haar.
“Daar ben je. Ik wilde net komen kijken of alles goed met je was. We zaten hier wat te kletsen,” zei Ben en wees naar de man tegenover hem.
Het was vast weer een vriend van Ben van het eiland. Kellie liep naar hen toe en bleef onhandig naast de tafel staan.
“Hoi,” zei de vreemdeling. Hij was een knappe man, voor in de veertig, maar hij zag er een beetje droevig uit. Hij wierp haar een scheve glimlach toe.
“Mag ik erbij komen zitten?” vroeg ze aan Ben. “Hiernaast is ook geen stroom.”
“Ik vind het prima,” zei Ben.
De man dronk zijn glas whisky leeg. Kellie ging zitten en trok haar jas uit. Er viel een lange stilte. Ben keek hoe ze haar haar opnieuw in een staart bond, zijn glas bleef halverwege steken op weg naar zijn mond.
“Misschien willen jullie – ” begon ze, onzeker of ze ergens tussen gekomen was.
“Nee, nee, blijf zitten,” zei Ben. “Misschien kun je ons helpen. Een vrouwelijk perspectief is misschien precies wat onze vriend hier nodig heeft.”
“Ik vind het geweldig van je dat je naar me geluisterd hebt. Je staat vast stijf van verveling.”
Kellie zag nu dat Ben de man ook niet kende.
“Helemaal niet. Jij nog een?” vroeg Ben. Hij stond op en pakte het glas van de man. Hij keek Kellie vragend aan en ze kon zien dat Ben vast had gezeten in het gesprek met de man. “Wat drink jij, Kellie?”
Ze had veel eerder naar de kroeg moeten komen, realiseerde ze zich nu. De rare sfeer tussen haar en Ben was helemaal verdwenen. Wat het ook was geweest dat hem dwars had gezeten, hij was er blijkbaar overheen.
“Rum cola, denk ik,” zei ze.
“Dat kan,” zei Ben. Hij boog zich naar haar toe en fluisterde: “Ik heb het gevoel dat het wel eens een lange avond zou kunnen worden.”
Kellie glimlachte naar Ben en hij knipoogde. Wat een idioot was ze geweest om zich zo op te winden over niets. Ben en zij waren vrienden en dat was prima zo. Er was geen enkele reden om geen leuke tijd samen te hebben. Nu ze hier was, kreeg ze het gevoel dat ze weer een team waren en dat ze hem ondersteunde.
“Misschien heb je wat wijze woorden voor onze vriend hier. Ze heeft het hem gezegd vandaag, snap je. Zijn vrouw,” zei hij. Hij gebaarde naar de man dat hij Kellie even uit moest leggen hoe het zat.
“Je vrouw heeft je gezegd…?” vroeg ze. Ze wist niet zeker of ze zoiets intiems wel aan een wildvreemde man kon vragen.
“Dat ze wil scheiden,” zei de man. In het flikkerende kaarslicht kon ze zien dat zijn ogen bloeddoorlopen waren van de emoties en de whisky.
“Och God. Wat vreselijk,” zei Kellie. Ze besefte dat ze per ongeluk in een crisis terecht was gekomen die veel groter was dan ze zich had voorgesteld.
“Ja. Het heeft nogal een domper gezet op de kerstvreugde. Dat kan ik je wel vertellen.”
Ze had eerst gedacht dat de man hier uit de buurt kwam, maar zijn manier van spreken en de manier waarop hij gekleed was, deden haar anders vermoeden. Hij leunde met zijn ellebogen op tafel en legde zijn hoofd in zijn handen. Zijn schouders begonnen te schokken.
Kellie keek hulpeloos toe. Ze leunde over de tafel en klopte hem bijna op de schouder, maar ze deed het niet.
“Sorry,” zei hij. Hij veegde de tranen uit zijn ogen. “Het was gewoon zo’n enorme schok.”
“Geeft niks,” zei ze. Ze voelde met hem mee. Wat het verhaal ook was achter deze arme man, het maakte haar eigen problemen erg betrekkelijk.
“Ik kan goed luisteren,” zei ze met een zachte glimlach. “Als je erover wilt praten.”
“Ze denkt dat het mijn schuld is,” zei hij.
“Dat wat jouw schuld is?”
“Onze zoon is gestorven, achttien maanden geleden. Hij is verdronken. Maar Stephanie, mijn vrouw, denkt dat het…dat het mijn schuld is. Maar ik heb alles geprobeerd. God, alles…”
Kellie kon niet geloven wat er hier gebeurde. Ze voelde haar wangen rood worden. Ze kon bijna niet meer ademen. Dit was David. De David. De man van Stephanie. De zwager van Elliot. En haar potentiële toekomstige zwager. Haar mond was kurkdroog geworden.
“Ik snap nu waarom er het afgelopen jaar zoveel mis is gegaan tussen ons. Ze haat me. Omdat ze denkt dat ik hem had moeten redden. Maar hoe durft ze dat te denken?” David keek haar smekend aan. “Ik hield ook van hem.”
Kellie dacht vlug na. Ze moest overkomen als een bezorgde vreemdeling. En ze was ook bezorgd. Deze arme man had zoveel pijn. Maar ze moest niet verraden wie zij was.
“Het was waarschijnlijk gewoon de druk van Kerstmis,” zei ze. Ze schoof heen en weer op haar stoel. Haar hoofd sloeg op hol met de gedachte aan de implicaties van wat David haar vertelde. Hoe hadden de anderen gereageerd? Geen wonder dat Elliot erop uit was gegaan om haar te zoeken. Haar beeld van een gezellige kerst met de familie, van de Thornes die samen allerlei spelletjes deden, ging in rook op.
“Dan draaien mensen altijd een beetje door, toch? Steeds met je familie in één ruimte zijn. Wat heeft ze precies gezegd?”
David begon haar te vertellen over de ruzie en wat er met Paul gebeurd was. Tegelijkertijd begon de gitarist in de hoek zacht te zingen, en op zijn gitaar te spelen. Kellie dacht aan hun karaoke gisteren. Het leek wel een jaar geleden.
“Wat ontzettend vervelend,” zei ze. Ze raakte Davids hand aan toen hij uitverteld was over Stephanie. “Wat vreselijk voor je. En dat met kerst. Hoe reageerden de anderen?” vroeg ze. “Ik bedoel, was er nog meer familie bij je?” Ze probeerde het als een logische vraag te laten klinken.
“Alleen mijn zwager en zijn vrouw. Stephanie was ook woedend op hen. Dat ze zich ermee bemoeiden, zei ze. Ze noemde mijn schoonzus een bemoeizuchtig kreng. Ze zei tegen haar dat ze haar stomme perfecte huwelijk in haar stomme perfecte reet kon stoppen. Maar Isabelle probeerde alleen maar te helpen.”
“O?” zei Kellie. Het was zo overweldigend wat ze te horen kreeg dat ze het bijna niet kon verwerken.
“Maar Isabelle overleeft het wel. Die overleeft alles.”
“Hier, nog wat te drinken,” zei Ben. Hij zette de drankjes op tafel. Hij glimlachte naar Kellie en kneep David even in zijn schouder.
“Kom op, jongen, het komt vast allemaal goed.”
Kellie nam een flinke slok van haar rum-cola om haar hart tot rust te manen. Ze voelde zich onzeker, elke stap die ze maakte leek haar verder in het drijfzand te trekken. Ze had het gevoel dat ze onderging in alle leugens die ze verteld had. Ze wist niet meer welke kant ze op moest.
Heel zelfzuchtig vroeg ze zich af wat de gevolgen zouden zijn van de ruzie tussen David en Stephanie voor Elliot en haar. Hoe kon Elliot nu zijn eigen aankondiging doen, nu Stephanie en David op het randje van scheiden zaten? Het hele huis was vast in rep en roer.
En Isabelle had er ook van langs gekregen, volgens David. Omdat ze het voor hem op had genomen. Ze klonk bepaald niet als de Isabelle die Elliot altijd had beschreven. Kellie wilde het liefst duizend vragen op David afvuren, maar ze wist dat ze niets kon zeggen dat haar verdacht kon maken. Vooral niet met Ben in de buurt.
Maar het ergste van alles was dat hij het huwelijk van Isabelle en Elliot als perfect had omschreven. En wat bedoelde hij toen hij zei dat Isabelle het wel zou overleven – dat Isabelle alles overleefde? Wat betekende dat?
“Wat vind je dat hij moet doen, Kellie?” vroeg Ben.
Ze vond dat het haar volledig boven de pet ging.
“Ik weet het niet. Misschien geeft je vrouw je de schuld omdat ze zichzelf schuldig voelt,” zei ze tegen David. Ze herinnerde zich haar gesprek met Elliot. “Je weet toch hoe dokters zijn?”
“Ik heb je toch niet verteld dat ze dokter was, ofwel?” vroeg David.
Kellie nam haastig een slokje van haar rum-cola. Ze keek Ben en David over de rand aan. “Dat zal toch wel. Eerder misschien.”
David zag er moe uit. “Je zal wel gelijk hebben.”
“Iedereen wordt altijd een beetje emotioneel rond kerst,” stelde Ben hem gerust. Hij draaide zich naar Kellie. “Iedereen zegt wel eens stomme dingen en zet zichzelf voor paal.”
Kellie vroeg zich af of hij verwees naar hun wandeling vanmiddag en naar wat hij tegen haar gezegd had.
“Ik weet niet waarom ik jullie dit allemaal vertel,” zei David.
“Het is makkelijker om het tegen vreemden te zeggen,” zei Ben, Kellies opmerking van eerder die dag citerend.
Ze wierp hem een vluchtige blik toe.
“Weet je, ik hou gewoon van Steph,” zei David. “Altijd al. Niet op een of andere spectaculaire manier. Ik ben niet zo’n type die haar een ketting met diamantjes geeft, maar dat wil niet zeggen dat ik niet net zoveel van haar hou.”
Kellies hand ging automatisch naar de hals van haar dichtgeknoopte blouse, en voelde de ketting eronder die Elliot haar had gegeven.
“Dan moet je haar zeggen wat je voor haar voelt,” zei Ben.
David schudde zijn hoofd. “Ik kan haar niet meer bereiken. Het is alsof er iets in ons is doodgegaan toen Paul doodging. Het is te laat. Als ze echt niet van me houdt, dan heeft het toch geen zin om bij elkaar te blijven?”
“En je andere kinderen dan?” vroeg Ben.
David wreef over zijn gezicht. Toen schudde hij zijn hoofd. “Ik weet het niet. Ik weet het echt niet. Ik dacht dat alles goed ging. Dat we er wel doorheen zouden komen. Maar nu? Ik weet niet wat ik ga doen. Ik weet niet eens hoe dat moet om weer vrijgezel te zijn. Als ik jullie zo samen zie – ”
“We zijn niet samen,” corrigeerde Kellie hem. Ze voelde de blik van Ben.
“We zijn alleen vrienden,” zei Ben.
“Maar ik had kunnen zweren…jullie lijken…” zei David, toen was hij stil. “Stephanie heeft gelijk. Ik heb absoluut geen intuïtie. Ik heb het altijd bij het verkeerde eind.”