Inhoud

Proloog

Hoe een negenennegentigjarige monnik verneemt dat hij zijn laatste vriend heeft overleefd. Over de waarheidsgetrouwheid van dronkelappen

I. De gouwgravin van Hamaland

1 Hoe de zwaardveger Fritherik en zijn vrouw Frijonde een zoon krijgen en drie dochters verliezen. Hroswith ontvangt een oorvijg die hem zal heugen en hoort vreemde stemmen

2 Hoe Hroswith dankzij de relikwieën van een pelgrim leert lezen en schrijven

3 Hoe de stedelingen Hroswiths zangkunst waarderen

4 Waarin Hroswith een lange reis maakt.
Een marskramer vertelt een vreemd verhaal

5 Hoe een gravendochter Hroswith achtervolgt en chanteert

6 Over de verfrissing die een zwempartijtje kan bieden. Quintiïlianus krijgt een nieuwe leerling

7 Hoe Hroswith zich bekwaamt in het inlichtingenwerk en het kruis heerst in het tuighuis

8 Hoe Hroswith iets opsteekt over de zonden des vlezes

9 Waarin Hroswith veel opsteekt, maar ten slotte het wachten moe wordt

10 Waarin Hroswith helwaarts boort, Liutgardis’ stift een waterput krijgt en Adela voor verrassingen zorgt

11 Hoe Imed de roede spaart

II. Jelling

12 Hoe de stuurmanskunst van Ætheldail Hroswith naar verre kusten voert.
Hij maakt kennis met broedervolkeren en bezoekt een markt met plaatselijke specialiteiten

13 Waarin Hroswith opnieuw kennismaakt met de naastenliefde van geestelijken en blijk geeft van podiumtalenten

14 Waarin wij kennismaken met de schoonheid der Deense poëzie; en verder met skalden en saga’s, schijnheiligen en sibben

15 Waarin de góden der Denen sterker blijken dan de christengod

16 Waarin Hroswith een dief wordt en er niet in slaagt de sporen in het zand te ontcijferen

17 Waarin de kok niets te bieden heeft dan zijn zubb.
Van strandhouwen en berserkers

18 Waarin de kok toch meer te bieden heeft dan zijn zubb. Hroswith slaat de vrouwen over, want de voorraad perkament is beperkt

19 Waarin Hroswith kennismaakt met Haithabu bij nacht; over Wenden en Roes

20 Waarin Hroswith een vreemd gezelschap ontmoet. Hij is, beschamend genoeg, onwetend over Na’alaans

III. Abu al-Fath al-Iskandari

21 Waarin Hroswith de maaltijd gebruikt met Abu al-Fath al-Iskandari.
Hoe zijn blikveld hem parten speelt

22 Hoe Hroswith, in zijn ijver om de invloed van kleine modificaties op zijn vaardigheid te beschrijven, zich bijna een grote modificatie op de hals haalt. Over dobbelstenen en glooiingen

23 Waarin Hroswith een strijdperk betreedt. Hoe Abu al-Fath al-Iskandari een betere verdeling van aardse rijkdommen bewerkstelligt

24 Waarin Hroswith zijn meester het beestenspel leert. Hoe Hosseyn twee Griekse maagden bevruchtte

25 Over de gastvrijheid van Slavische dorpelingen en de gevaren van het dragen van een tulband

26 Waarin Hroswith inzicht krijgt in de gretigheid der plaatselijke schonen

27 Waarin de lezer naast het onsterfelijke proza waar hij aan gewend is, ook kennismaakt met de rijkdom der Arabische poëzie

28 Over de zin van ascese voor wie geen verlokkingen kent. Andermaal kruist een ongebreidelde, tijdloze schoonheid het pad van Abu al-Fath al-Iskandari

29 Over onderhandelingen op de slavenmarkt. Hroswith verbaast zichzelf en alle anderen

30 Waarin de reis wordt voortgezet in de richting van de Zwarte Zee en Miklagaard aan de Gouden Hoorn. Hoe zeven stroomversnellingen alles op zijn kop kunnen zetten

IV. Het pad dat bilwaarts voert

31 De lezer ontmoet twee merkwaardige Damasceners en bezoekt een badhuis

32 Waarin de stad wordt bezocht door spoken en demonen. Djounaadif heeft een vreemde droom. Hoe liefde wederom leidt tot verraad

33 Waarin drankzucht en vergetelheid Hroswiths metgezellen zijn. Over darmbewegingen na langdurig kerkerverblijf. Men ziet hem, ondanks zijn tafelmanieren, aan voor een aap

34 Waarin Hroswith het donker in gaat zien, al verkeert hij in een omgeving die hem vertrouwd is

35 Waaruit blijkt dat vergetelheid niet altijd een welkome gast is. Hroswith zet iets recht over zijn Andalusische tijd

36 Waarin een voorstelling Hroswith hogelijk verbaast en hij iets terugkrijgt wat hij lang kwijt was. Hoe Ali de bultenaar werd genezen

37 Het verhaal van Abu al-Fath al-Iskandari. Hoe het Balkon der Vloeken aan zijn naam komt

38 Een vliegende vlucht. Hroswith beleeft één van zijn donkerste uren

V Clamosa in voce...

39 Waarin Hroswith terugkeert in de Lage Landen. Hij heeft een weerzien

40 Waarin Hroswith de metamorfosen in zijn woonstee mist; die in zijn bedstee ontgaan hem echter niet. Graaf Balderik krijgt een kwade tijding

41 Waarin Hroswith een blijde tijding krijgt, geruchten de kop opsteken en een spook uit het verleden aan de deur klopt

42 Waarin onze held een reis onderneemt, oponthoud ondervindt en weer thuis uitkomt

43 Waarin Hroswith een groot geleerde ontmoet, maar zijn pogingen tot het voeren van een intelligente conversatie gedwarsboomd ziet

44 Waarin Hroswith een pleidooi houdt en alweer een galgenmaal krijgt aangeboden. Hij redt een arme marskramer

45 Waarin Hroswith een voorstel krijgt dat hij niet kan weigeren en eindelijk een goed gesprek heeft

VI. De drie zephira

46 Hoe de Romeinen Hroswith ontvangen. Over een ondergrondse paus, een heilige vrouw en de weldaden van de rust

47 Hoe Hroswith een volgeling wordt van de heilige; de kunst van het schrijven van hagiografieën

48 Hoe Hroswith alsnog kan afdwalen ter loutering van zijn gekwelde ziel

49 Hoe een bibliothecaris de economie kan beïnvloeden.
De dorpsgek doet goede zaken

50 Waarin Hroswith zijn arbeid onderbreekt voor eenjachtpartijtje

51 Waarin het ‘Habemus Papam!’ weerklinkt tussen de palazzi.
Het gloren van een gouden dageraad en de belofte van een nieuwe pax Romana

52 Waarin Hroswith de zoete voordelen smaakt van een pauselijke aanbevelingsbrief. O vreugden van een welvoorziene bibliotheek, maar hoed u voor Langobarden

53 Waarin een bloedbad voorafgaat aan een bloedregen en ten slotte Hroswiths bloedlijn zich vertakt in overwachte richting

VII. Duizendjarig dolen

54 Over het wonder van de onbederfelijkheid. Hoe Hroswith de nagels van keizer Karei knipt en zijn spiegelbeeld ontmoet

55 Waarin Adela’s grootste leugen uitkomt en de bibliotheek eindelijk gestalte krijgt

56 Waarin het oude Rome eens te meer een slangenkuil blijkt

57 Waarin Hroswith het advies van de heilige Wiborga tot zijn motto maakt en weer op weg gaat, met Schraalhans als reisgezel. O vreugden der ascese

58 Waarin Romuald Hroswith wijst op zijn verborgen talenten

59 Terug in de slangenkuil. Hoe Hroswith vazal wordt van de keizer

60 Waarin het leger zich in stelling brengt; een droevige wake

61 Hoe Hroswith drager wordt van de Heilige Lans.
Een onderhoud in de duiventil

62 Waarin Bodo het er niet mee eens is, en hoe het Hroswith verder vergaat

Epiloog

Waarin Hroswith een weddenschap aangaat met een magere man

Verantwoording