18/9

‘The unperforming sea.’ (zinnetje van Ted Hughes ergens in een van de Birthday Letters) En hoe vertaalt een mens dat ‘unperforming’? De zee die ondermaats presteert? Die niet aan de verwachtingen voldoet? Die weigert zee te zijn?

‘I want that man. I want justice done.’ (George W. Bush over Bin Laden)

Gisteren op receptie na Canvas-voorstelling Scratching the Inner Fields van Wim Vandekeybus kus van Phara de Aguirre gekregen, die me een erg lief mens lijkt te zijn – een guitige blik – dat ouderwetse woord was absoluut van toepassing. Voorstelling zelf erg goed wanneer er werd gedanst, maar vreselijk wanneer er teksten werden gedeclameerd. Dansers zijn geen acteurs, wat hiermee dus werd bewezen. En dan de eindeloze verkleedpartijen, de regen (soms letterlijk) rekwisieten. Bart had daar allemaal minder moeite mee. Die genoot gewoon van die zeven mooie jonge vrouwen met flitsende lijven.

Vandaag van Brussel-Noord naar Rogierplein gelopen. Beseft dat de hoge kantoorgebouwen daar ook World Trade Center heten. Me proberen voor te stellen dat er plotseling een vliegtuig uit het niets zou opdoemen. Ironisch genoeg werd er op een andere werf volop gewerkt. Opbouw en afbraak. Zoals in de natuur.

‘People do not want to fly anymore.’ (een Sabena-woordvoerder)

‘If Osama bin Laden did not exist, it would be necessary to invent him. For the past four years, his name has been invoked whenever a US president has sought to increase the defence budget or wriggle out of arms control treaties.’ (George Monbiot in The Guardian)

KUB akelig leeg. Doolde er tussen de vergaderingen en deliberaties in een beetje doelloos rond.

Ko Colijn – VN-journalist – vanmorgen op Radio 1: ‘Maar zaterdag is de zandloper wel leeg.’ Waarmee hij bedoelde: is het geduld van de Amerikanen op.

19/9

Point de Vue: ‘Les familles royales face à l’horreur.’

‘We’ll smoke them out of their holes.’ (George W. Bush)

Diederik gisteravond: ‘Er gebeurt iets. Eindelijk gebeurt er iets. Anders gebeurt er niets.’ En hij benijdt Jef Lambrecht die voor de VRT in Pakistan zit.

Diederik ook verbijsterd over mijn absolute gebrek aan geduld met/voor het medium televisie. ‘Gij vindt alles “kak” of “saai”,’ zei hij. De meeste programma’s zíjn ook kak of saai.

Lopen denken aan iets wat Dorian (van boek.be) me op die Canvasreceptie zei ter verklaring van het succes van het Vlaams Blok. Dat veel Vlamingen kwaad zijn. Hij vertelde hoe iemand ergens op een feestje hem iemand anders had aangewezen en had gezegd: ‘Op die man ben ik al twintig jaar kwaad, maar ik weet niet meer waarom.’ Dat is de Vlaming, zei Dorian. Kwaad en verongelijkt, zonder goed te weten waarom, en vooral: zonder het uit te spreken.

Telefoontje Kathy. Vliegtuig veilig geland. Ze stond op haar bagage te wachten maar haar Gepäck war verspätet (vlucht uit Frankfurt). En hoe was de stemming aan boord, vroeg ik. Oh, absoluut ontspannen, antwoordde de doorgewinterde wereldreizigster.

De ongelooflijke kracht van die vrouw. Veerkracht ook. (Denkend aan Joris Duytschaever die het ergens over ‘mijn brede rug’ heeft – een letterlijke waarheid, maar hier ongetwijfeld figuurlijk bedoeld.) Maar het is toch allemaal een grap? Niet altijd een goede, maar toch een grap. Der Witz in het Duits. Of is het die Witze?

Kathy vertelt over vrienden van Dick en Wendy – bij wie ze in Australië logeerde – van wie de dochter op de 104e verdieping van het WTC werkt, maar uitgerekend die dag ziek was. Ze belde in ziek, zei Kathy, die opnieuw aan Nederlands moet wennen. She called in sick. O for that sickness.

Eindelijk meer en meer oppositie tegen Bush vanuit de US of A. Het net is toch wonderlijk: Heddy mailt mij een tekst van Chomsky door; ik mail hem naar Frank – die hem net ook gekregen had van een vriend uit ik herinner me niet meer welk ver land. Frank mailt Chomsky op het MIT, krijgt minuten later antwoord dat hij de tekst in SdL mag afdrukken, dat hij er niets voor hoeft te betalen en een bronvermelding hoeft ook niet, want hij is de bron.

Telefoon Frank die zit te foeteren op de vertaling van een zin uit het Chomsky stuk: ‘As has been obvious all along and pointed out repeatedly by strategic analysts, if anyone wants to cause immense damage in the US, including weapons of mass destruction, they are highly unlikely to launch a missile attack, thus guaranteeing their mass destruction.’ Frank noch de vertaler noch ik hebben enig idee wat we met dat ‘including’ en ‘guaranteeing’ aan moeten. De Engelse gerund is niet alleen soepel maar ook vaag, ongedefinieerd. Wat is het verband tussen hoofd- en bijzin? En verder: what includes those weapons? Moet dat niet zijn: ‘including by means of’ of: ‘making use of’? Zou het kunnen dat uit de pen van deze goeroe van de linguïstiek een volstrekt ongrammaticale zin is gevloeid?

20/9

Een tamelijk hallucinante, zelfs surrealistische situatie waarbij het ene moment het militaire machtsvertoon wordt besproken ter voorbereiding van een aanval op Afghanistan, en het volgende moment aandacht wordt gevraagd voor de nu al twee miljoen vluchtelingen in de regio.

Pijnlijk stuntelig debat nav presentatie Eigen schuld eerst van Filip Rogiers, het boek waarin hij het succes van het Vlaams Blok probeert te duiden. Hopelijk geen illustratie van de onmacht van niet-Blokkers. Bea Cantillon bleef maar herhalen dat iedereen zijn job moet doen, alsof God op een blauwe maandag alle jobs heeft uitgedeeld en als die dan maar goed worden uitgevoerd, komt alles in orde.

Filip zelf doodzenuwachtig, verdwalend en dolend in zijn eigen zinnen. Mark Elchardus enig lid van het panel dat de aandacht van het publiek wist te trekken. Interessante beschouwingen over de gesegregeerde maatschappij en de gevoelens van uitsluiting. De media spelen daarin blijkbaar een cruciale rol. Vroeger had je drie radiozenders, nu eindeloos veel meer. Een Donna-luisteraar valt niet te vergelijken met een Radio 2-luisteraar. Hoe eenzamer de mens, hoe meer televisie hij/zij kijkt, hoe geïsoleerder hij/zij raakt. Achteraf stelde Bernard voor om een koffietafel samen met het Blok te organiseren. Met overheidssubsidie uiteraard. En Frank vertelde dat hij met Chomsky’s secretaresse over die kreupele zin had gebeld en dat een kwartier later Chomsky hem een verbeterde – maar nog altijd vrij wazige – versie had doorgemaild. ‘Gosh,’ zei die secretaresse, ‘you guys have read this carefully!’ Alsof dat nou echt niet de bedoeling was. Voor het eerst in de kroeg mix van Barts vriendjes en mijn vriendjes. Bernard was de avond voordien een kwartier gaan wandelen in zijn buurt. Het was opgehouden met regenen, de zon was doorgebroken, er was veel volk op straat, maar niet één autochtone Belg met uitzondering van Bernard zelf. Het punt is, natuurlijk, dat Belgen binnenblijven – voor hun televisie, inderdaad.

21/9

‘Ik moet jou nog condoleren.’ – Lieve Joris in de foyer van het LAK-theater in Leiden. We zijn daar nav de voorstelling Paters in Kongo – aansluitend is er een debat met oa Bart en Lieve. Lieve ratelt erop los. Wil weten wanneer het ook alweer was, die dood van Herman. Maar, zegt ze nuchter, nu heb je nieuwe liefde gevonden. Op de een of andere manier planten die woorden messen in mijn hart. Wat weet jij ervan? denk ik, maar ik glimlach. Het zal wel goed bedoeld zijn, zeker.

‘Ik heb gehoord dat het een meisjesboek is.’ (Vriend van Annechien – én ook een regisseur – na afloop van de première van De tuin der onschuldigen. Hij had niet beseft dat hij met de auteur van ‘het meisjesboek’ stond te praten.)

Af en toe met knoop in mijn buik zitten kijken. Mariette Zabel erg overtuigend in het acteren van gekte. In hun interpretatie is Nora net zo goed gek als Heleen; in de mijne ook, denk ik. Was enorm geëmotioneerd door de voorstelling. Opgelucht dat ik niet op het podium werd geroepen want ik zou hebben staan snotteren, vrees ik. Wat altijd alleen in mijn hoofd heeft bestaan komt plotseling op een podium tot leven. Krijgt een bestaan in andere hoofden. De zaal zat – hoogst uitzonderlijk voor een première – niet vol. De mensen hebben iets anders aan hun hoofd dan theater, zei de directeur. Mijn arme toneelversie ook al een slachtoffer van ‘the terrorist attack’!

‘$ 1.2 trillion has evaporated.’ (CNN, 1.10 p.m.)

Steve belt. Ik lees hem een zin voor uit een stuk van Christopher Hitchens. ‘A few months ago the Bush administration handed the Taliban a subsidy of $ 43 million, in abject gratitude for the assistance of fundamentalism in “the war on drugs”.’

Maar dat is volstrekt logisch, zegt hij. Toen was de oorlog tegen drugs hun eerste prioriteit, en nu de oorlog tegen terrorisme.

23/9

The end of the American dream; the end of the belief in life as something manageable; the end of confidence and security. (drie us proffen in gesprek op BBC World Service)

Gisteren Zomergasten van Maxim Gorki door De Tijd in Gent. Rinckhout achteraf supernegatief (terwijl simpele ziel Kristien juist genoten had). In één adem kraakte hij ook Mamma Medea, dat hij de week voordien had gezien. ‘Tom weet niet wat hij wil: voor de pauze kiest hij voor Asterix, na de pauze voor Who’s Afraid of Virginia Woolf.’ Dacht aan wat Gorki de schrijver in zijn stuk tegen zijn critici laat zeggen: Schrijf dan zelf een boek.

Zomergasten op een merkwaardige manier van toepassing op de huidige situatie. Mensen die zichzelf en elkaar haten; die zich te pletter vervelen maar niet de moed hebben om iets anders te ondernemen; die weten dat ze een hoge prijs voor hun comfort en veiligheid betalen. Voor het eten op hun bord. De warmte in hun huis. En die prijs is zelfhaat en dodelijke verveling. Het leven in een gouden kooi.

Nooit eerder zo ten volle beseft dat wij allen vazallen van de VS zijn. Dat het voor hen goedkoper is om ons een schijn van onafhankelijkheid en autonomie te gunnen zolang we naar hun pijpen dansen.

26/9

Frank gisteren nav concert Manu Chao: ‘meer kloten dan noten’.

Our common humanity.

Sus Slaets op de radio: En dat is toen een heel schoon scèneke geworden.

Dat ga ik nu zo meteen doen: een schoon scèneke schrijven.

27/9

Gisteren radioquiz (Tekstbaronnen) van Paul Jacobs – Benno en ik vs Luk Wyns en Mitta Van der Maat. Oa de vraag: Naar wie kun je in het concertgebouw van Amsterdam gaan luisteren? Naar Randy Newman, natuurlijk. Vraag verwijst naar liedje van Kris De Bruyne over Amsterdam, maar het absoluut ongelooflijke is natuurlijk dat Steve en ik dat concert (eind 1977 of begin 1978) hebben bijgewoond. Schitterend concert, trouwens.

Ik tegen Mitta: Maar wij hebben al eens iets samen gedaan.

Mitta met het ijzeren geheugen: Ja, voor VTM Document. Over plastische chirurgie. Er was ook een ex-Miss België uitgenodigd die zich afvroeg wat jij en ik in het programma kwamen doen. Zij was er om mooi te zijn, maar wat onze rol kon zijn, was haar een raadsel.

Piet Meeuse in SdL over Bernards boek: ‘Hij toont zich vooral als een liefhebber die aanstekelijk schrijft over zijn bewondering.’ Alsof hij het over Herman heeft. En al even toepasselijk op Herman: ‘Dan laat hij zich verleiden tot opzichtig gegoochel met tegenspraken en vervalt hij te gemakkelijk in uitgekauwde paradoxen zoals die van de “lelijke schoonheid” en de “afwezige aanwezigheid”.’

Bernard op Klara over ‘schoonheid’ en ‘zinnelijkheid’. Oa over de theezakjes die Jan Fabre ooit in Watou heeft opgehangen. En hoe mooi dat wel was. Maar dan denk ik: Voor elke man of vrouw die die theezakjes mooi vindt, ergert iemand anders er zich blauw aan.

‘Ik kon u horen ademen. Telkens als ik u hoorde ademhalen, gaf ik Kenneth een teken want dan wist ik dat u iets wilde gaan zeggen.’ (een redactrice van Knetterende Letteren nav mijn deelname vanuit een studio in Antwerpen aan een debat in Amsterdam over literatuur en engagement met Désanne van Brederode en Hans Maarten van den Brink)

Naar huis fietsend dacht ik: men moet niet drie schrijvers bij elkaar zetten om van gedachten te wisselen, zelfs niet als er eentje in Antwerpen zit en twee in Amsterdam, want er wordt niets uitgewisseld. Hoe kun je nou in dertig minuten achterhalen wat de anderen over een onderwerp denken? Laat staan dat je zou weten hoe je wilt of kunt reageren. Hans Maarten begon plotseling over het weer. Over het gouden licht de afgelopen dagen in Amsterdam. Nav literatuur en engagement! (Voor wie daarin geïnteresseerd zou zijn: hier lijkt een zondvloed losgebroken.)

Joost Zwagerman over 11 september: ‘De aanslagen van elf september bevestigen op de meest extreme manier de postmoderne notie dat onze beleving van de werkelijkheid in de greep is van beeldcodes, mediaficatie. (…) verdoofd en sprakeloos in 2001 door een louter met fictie te vergelijken enormiteit van de werkelijkheid.’

28/9

Kamiel Vanhole gisteren over Frans Dumortier, aka Charles Ducal: Dat hij niet meer schrijft en zich heel gelukkig voelt. Nieuwe vriendin ook, en halftijds werken op de boerderij van zijn broer. Verantwoordelijk voor vijftigduizend (!) varkens. Geen letteren maar varkens. En liefde. Liep me af te vragen of ik ook gelukkiger zou zijn zonder die woorden. De drang om ze op te schrijven. En of die drang te maken heeft met een verlangen naar bevestiging. Hunker (wat rijmt op bunker, dixit HdC).

29/9

Er zullen niet alleen bommen op Afghanistan worden gedropt maar ook voedselpakketten. Ze zijn natuurlijk heel erg leep. Nee, wij hebben niets tegen de Afghanen. De Afghanen zijn onze broeders! En nee, ook op de islam hebben wij het niet gemunt, wij houden van de islam, islam is ‘the religion of love and hope’ (dixit Bush, die zich eerstdaags bekeert). Maar wij zijn heel boos op de terroristen. Wij voeren oorlog tegen het terrorisme. (op Five Live vergeleek iemand het met ‘the war on drugs, and we all know how spectacularly unsuccessful that one has been’.)

Begrafenis nummer zoveel, dit keer Bernards vader, overleden op zijn zevenenzestigste. Had er geen zin meer in na de dood van zijn vrouw (vierentwintig jaar geleden) en van zijn dochter (wanneer weet ik niet precies). Prachtige woorden van Bernard, herinneringen aan kleine details (‘mijn vader hield van peperkoek – pontekoek noemde hij het; mijn vader was trots op zijn zilvergrijze Mazda; mijn vader heeft honderden luiers van ons gewassen; hij heeft honderden pagina’s bestudeerd om promotie te maken’). Je zag Bernard aan die lessenaar groeien, ouder worden. Vader van zichzelf. Op het bidprentje dit gedicht:

Zijn haar tekent zich in het mijne af,
ik kondig zijn voorhoofd aan.
In mijn spraak keert zijn tongval terug,
soms kunnen wij elkaar al verstaan.
Mijn rug schikt zich naar hem en met
de jaren voer ik zijn gebaren uit.
Op foto’s komt hij in mijn houding staan,
waar ik lach is hij jong. Hij strijkt
in mij neer, ooit neem ik hem aan.
Ooit zal hij niet meer bestaan.

(voor Gustaaf Dewulf, 22 mei 1934 – 22 september 2001)

Later op de dag de envelop ontdekt met foto’s die mama en papa nav hun verhuizing voor mij hebben uitgekozen. Zit ernaar te staren met in mijn hoofd de vraag waarom ze me die foto’s hebben gegeven. Misschien willen ze zeggen: Kijk, dat kind was jij. Dat gezin waren wij. Voordat het door Veerles ziekte uit elkaar is gespat. Die schaduw rustte er toen nog niet op. Verder ook foto’s van meter Hellebeek, haar overlijdensbericht, én een uitnodiging van de Vlaamse televisie voor Veerle en mij om Klein, klein Kleuterke van 5-6-1960 bij te wonen. ‘Tante Lieve verwacht jullie in het gebouw van het N.I.R. Eugeen Flageyplein, 18, Elsene-Brussel, tegen ten laatste 16.30 u.’

Bernards vader gecremeerd in Vorst, het crematorium waar ook Benneke en Rob zijn gecremeerd. En waar hun as op een grasveldje is uitgestrooid. Frank vertelde over de broer van een vriend die afgelopen zondag om kwart over zeven met een veter zelfmoord heeft gepleegd. Hij was gecolloqueerd in Kortenberg. Blijkbaar is kwart over zeven het onbewaakte moment waarop de verpleging vergadert en patiënten zich dus in alle rust van kant kunnen maken. Ouders van dode man willen iets ‘ondernemen’ tegen het ziekenhuis. I wish them good luck. Trouwens, iemand die zo heftig naar zijn dood verlangt dat hij zich met een veter wurgt, die heeft daar geen onbewaakt moment voor nodig. Die sluit zich in de wc op en doet het daar.

30/9

Ik voelde me bedrogen.
Je was betrapt.

Hoe weinig aantrekkelijk jaloezie een mens maakt.

2/10

‘Ik weet niet wat in hem is gevaren.’ (Jacqueline over Theo)
‘Ik jank van ’s morgens tot ’s avonds.’ (Jacqueline over zichzelf)

Mijn gezicht op de achterflap van de verzamelde verhalen. Het gezicht dat ik ben geworden na twee dode kinderen, een echtscheiding en een weduwschap. Een gezicht dat ik met grote koppigheid en vastberadenheid voor mezelf lijk te hebben geboetseerd. Dit is wie ik zal zijn. Iemand die lacht.

Een pakje foto’s ontdekt, gemaakt in april 1999, van Kat en mij in New York, oa poserend op de ferry naar Ellis Island met op de achtergrond de twee WTC-torens. Alsof we die foto’s speciaal voor die torens hebben gemaakt.

Vraag me af of de lucht meetbaar anders is in een huis waar dagelijks mensen komen en gaan. Maw of aanwezigheid wetenschappelijk meetbaar is. Maar wat betekent dat woord: wetenschappelijk?

4/10

Gisteren Kathy en Barnabé in Gent mee uit eten genomen. Restaurant afgeladen. Het regent ontslagen, de troepen verzamelen zich aan de grenzen van Afghanistan, maar het feest gaat voorlopig door.

Altijd als ik de was ophang denken aan Loes, die op het binnenplaatsje van haar huis in Kaapstad de was ophangt. Loes, die zo rustig met haar huishouden omsprong. Die zich nooit afjakkerde om met boodschappen en eten en wassen en strijken op tijd klaar te zijn. Die geen zenuwen, spanning of stress leek te kennen. Die ontzettend veel over de toestand in Zuid-Afrika wist. Maar zo weinig over haar eigen man.

Een wit glad blad, een pen, blauwe inkt. Niet schrijven, maar tekenen, schetsen, schilderen. Tekens aanbrengen die dan gaan betekenen.

5/10

Blair die zich nu opmaakt om élk wereldprobleem aan te pakken: honger, drugs, terrorisme, onrecht, terwijl in zijn eigen land kinderen in armoede leven en in Noord-Ierland de haat blijft woekeren.

John Pilger in The Guardian: ‘When Blair tells David Frost that his war plans are aimed at “the people who gave the terrorists the weapons”, can he mean we are to attack America?’

Gisteren panelgesprek nav viering tiende verjaardag Eigen Woonst Menen. Ik was uitgenodigd om driemaal vijftien minuten voor te lezen, oa uit ‘Kindje en Appelsientje’, ‘Appelsientje en Kindje’, het verhaal dat ik over Veerle heb geschreven. In het panel een psychiater van Kortenberg, en de man die verantwoordelijk is voor het begeleid wonen dat Kortenberg organiseert, allebei mensen die Veerle goed kennen. Heb oa gezegd dat wie het niet heeft meegemaakt (waarmee ik bedoelde: wie niet de verwante is van een psychiatrische patiënt) niet weet en ook niet kan weten wat het betekent. Eerder had iemand uit de zaal in de richting van de panelleden geroepen: ‘Heeft één van jullie ooit in de psychiatrie gezeten? Weet één van jullie wat dat is, opgenomen zijn?’ Uiteraard viel het woord ‘ervaringsdeskundige’ om de haverklap. Bedreven in dood, afscheid, waanzin en verlies. Maar dat is iets wat artsen en therapeuten de afgelopen jaren in elk geval hebben geleerd: zich nederiger opstellen, luisteren naar mensen die het hebben meegemaakt. Het kan louter pose zijn, maar de rol van alwetende, zalvende patriarch is – voorlopig – duidelijk uit de mode. Heb ook iets gezegd in de trant van: zíj heeft zoveel therapie gekregen, ik ben altijd flink en sterk moeten zijn. En: ik heb deze uitnodiging aangenomen om de psychiatrie binnen te dringen, te infiltreren. En: dit is een beetje mijn therapie. Want ik heb het niet verwerkt, en ook niet aanvaard. Ik zal het nooit verwerken of aanvaarden. En: op het moment dat in een gezin iemand psychisch ziek wordt, draagt het gezin zijn geschiedenis naar het ziekenhuis – in gedachten zag ik familieleden letterlijk met dozen vol foto’s en brieven zeulen – in de hoop dat de psychiater het kluwen zal ontrafelen, het verlossende antwoord zal geven. Het gezin legt zijn lot in de handen van de psychiater, en plotseling is het de psychiater en niet langer het gezin zelf die beslissingen neemt. In het leven van mijn familie hebben psychiaters een sturende rol gespeeld. In zekere zin – dat schrijf ik nu, maar heb ik gisteren niet gezegd – heeft de psychiatrie mijn familie vernietigd. Of anders gezegd: wij hebben de psychiatrie ons gezin laten vernietigen. Of misschien: de psychiatrie heeft het failliet van dat gezin aan de oppervlakte gebracht. Zichtbaar gemaakt en bevestigd.

Als in een gezin een leugen ettert, wordt een lid van dat gezin drager en slachtoffer van de zweer. Aldus Jean-Luc, maar niet alleen hij. De psychische ziekte van een van de gezinsleden is de uitwendige manifestatie van het geheim, de leugen, het bedrog. Als een Christusfiguur neemt de psychisch zieke de ‘zonden’ van de familie op zich, zodat de rest van het gezin ervan is verlost. Dankzij zijn/haar offer kunnen zij onbekommerd leven – al dan niet in ‘zonde’. Fataal gaat de gevoeligste als eerste voor de bijl. Fascinerende visie of theorie, waarin misschien een grond van waarheid schuilt. Maar wat was dan de smeulende leugen, het zwerende geheim?

Zowel met ex-patiënten als psychiaters over dat gruwelijke psychose-remmende medicijn gesproken: Haldol, en de verschrikkelijke uitwerkingen die het heeft op de motoriek van een mens. De eindeloze gangen van Kortenberg en de stoet patiënten die er rusteloos marcheert. Voortgestuwd door de Haldol in hun bloed. Net een kolonie mieren.

Iemand in het panel had het over de tweede moderniteit, waarbij het subject centraal staat en iedereen de kans krijgt om de auteur van zijn eigen leven te worden. En ik die altijd had gedacht dat dat nu zo typisch voor de eerste moderniteit was.

Gisteren kondigde de moderator totaal onverwachts aan dat hij een minuut stilte voor de slachtoffers van het terrorisme in acht wilde nemen. Meteen kreeg ik een beeld van psychiatrische patiënten, vastgebonden met leren riemen aan een bed of met elektroden op hun slapen. Slachtoffers van geïnstitutionaliseerd psychiatrisch terrorisme.

6/10

Hard, harteloos en egocentrisch. Ieder voor zich en God voor ons allen. Niets verwachten van een ander. Zelf de schoot zijn waarin ik rust; de armen die mij warmen.

Als je belt de kracht niet hebben om te verbergen hoe krachteloos ik ben.

Ik spreek tot jou zonder stem.

Als ik ‘zon’ tik, suggereert mijn computer behulpzaam als altijd ‘zondag’, maar ik bedoel ‘zonder’.

7/10

Lezing voor het uitvaartcentrum in Breda over dood, afscheid en verlies. Hoorde mezelf zeggen dat ik altijd had gedacht dat er iets – de pijn, bijvoorbeeld – zou zijn afgelopen op het moment dat Kathy een kind kreeg, maar dat ik onlangs had beseft dat dat niet het geval zou zijn. Het zou/zal Kathy’s kind zijn, niet het mijne. Zelfs haar kind kan niets goedmaken of vervangen.

Later zei ik ook: op het moment dat je kind sterft word je verbannen uit het rijk van de zorgelozen, de kerstmisvierders, de kom-wegeven-een-feestje, MAAR één ding mag je nooit vergeten: in je ballingsoord dool je niet alleen. Je bent er met velen.

Melancholieke Kathy. Piekerend over de Taliban, over haar lief én over haar thesis. Was ik al maar met pensioen, zei ze, dan hoefde ik niets meer.

De Amerikanen zijn begonnen Afghanistan te bombarderen. Een bombs-and-butter campaign: bommen voor de ‘terroristen’, voedsel en medicijnen voor ‘de gewone bevolking’.

Gisteren kermiskoers in Merkem (Bart NIET in vorm); eerder op de dag interviewtje met NRC over ‘het beslissende boek’. Heb over Blijf toch bij ons, Ingertje verteld, het kinderboek waarvan zelfs de naam van de auteur me is ontschoten, maar dat ik nooit zal vergeten. Het slot maakte me zo ongelukkig dat ik niet kon slapen zolang het boek in die – hatelijke – versie bestond. Dus nam ik een pen, sloeg het boek open, trok een streep door de laatste bladzijde, en schreef een ander, mij bevredigend slot. Die dag, zei ik, werd ik schrijfster, al wist ik dat natuurlijk niet. Ik ontdekte de macht van de schrijfster. Het besef dat je met pen en papier alles precies zo kunt laten gebeuren als jij dat wilt. Papieren macht, natuurlijk. Ik vermoed dat ik een jaar of tien moet zijn geweest.

De avond daarvoor een gesprek met Jacobine Geel over mijn mogelijke deelname aan een programma over het menselijk lichaam. ‘We hebben er allemaal één, maar zijn we het ook? En zo ja, in welke mate?’ Tussen beide gesprekken in feest om tiende verjaardag uitgeverij Atlas te vieren. Erg lekker eten en heerlijk om een aantal mensen terug te zien. Maar het was er wel tropisch heet. Casteleintje en ik zijn gauw naar ons hotelbedje getrokken voor wat heet een verkwikkende nachtrust.

‘There is no point in hurling a 2 million dollar rocket at a 10 dollar tent.’ (een intelligente vertegenwoordiger van de islamgemeenschap)

8/10

Heftige discussie met de studenten van het tweede jaar Dora. Of taal na emotie en ideeën komt, dan wel er de moeder van is. Ik zweer dus bij het tweede, zij bij het eerste. Onderwaardeerders van taal, allemaal. En ik die taal te kort kom om het hun overtuigend uitgelegd te krijgen.

10/10

Elke seconde me bewust van de bommen die nu op Afghanistan vallen. De absurditeit van onze dagelijkse beslommeringen.

Mohamed Heikal in The Guardian: ‘Religion can be no base for a state.’

‘The bride is beautiful but she’s married.’ (Telegram gestuurd door twee rabbijnen op missie in Palestina om het land te bekijken dat ooit de staat Israël zou kunnen vormen. Vóór 1948, dus.)

Jaren werd er hier in de kranten gespeculeerd over het al dan niet bestaan van pedofilie-netwerken. Nu hebben die netwerken plaats gemaakt voor ‘terrorist networks’.

12/10

Bush heeft alle kinderen van de VS opgeroepen om één dollar te schenken aan de kinderen van Afghanistan. Ze zouden natuurlijk ook het zilverpapier van hun chocolade kunnen sparen.

In zijn speech noemde hij de Taliban: ‘those thugs, those evil-doers’.

Gisteren met Leon gaan eten. Ik over Leen: zij is het soort mens dat ik graag zie.

Leon: Ik ook.

Maar het viel me op hoe weinig empathisch vermogen hij heeft. Hoe aandachtig, ja, zelfs geconcentreerd hij ook luistert, hij lijkt nauwelijks in het standpunt van een ander te kunnen komen. Het verschil tussen een dichter en een prozaschrijver?

15/10

‘En ik ben altijd al zo op mijn hoede.’ (Bart)

Veel energie moeten steken in weekend met vrienden van Bart. Het trekken en duwen van mensen om aandacht, erkenning, territorium. Hoe je daarin wordt meegezogen en opgeslokt, of je wilt of niet. En hoe het dan een eeuwigheid lijkt te duren vooraleer ik mezelf terugvind, mijn concentratie, mijn evenwicht. De rust van waaruit kan worden gedacht en geschreven. Nagedacht.

Maar ’t was mooi weer. Stralende najaarszon en lieflijk ogend landschap.

Bij de post een affiche voor ‘les jeudis littéraires’: ‘Le 25 octobre de 18 à 19 h La Promotion des lettres et Le Rideau de Bruxelles vous invitent à une rencontre sur l’actualité littéraire avec KH et Guy Vaes.’

Le Rideau de Bruxelles! Jaren geleden gingen wij onder leiding van onze lerares Frans, de vervaarlijke Braccio, naar schoolvoorstellingen van Le Rideau de Bruxelles. Onmogelijke stukken van Racine, Voltaire, Molière. Rumoerige leerlingen en acteurs die met lange, boze blikken in de zaal onze stilte hoopten af te dwingen. Maar bij Antigone van Anouilh luisterde ik ademloos naar elk woord, vervloekte de lompe gevoelloosheid van het luidruchtige publiek. Dat geeft me dan even een mini-kick, dat ik, Kristieneke, nu zelf voor hen optreed. Al is het maar voor een interviewtje.

De weeë geur van de bus waarmee wij naar die schoolvoorstellingen werden gebracht.

Ik zou wel een beetje willen vieren dat mijn roman af is. Dat ik de finale versie vrijdag opgestuurd heb. Maar ik zou niet weten met wie of hoe. Moet het misschien met mezelf vieren. Daar was Herman erg goed in. Feestje bouwen met zichzelf en voor zichzelf. Glas heffen op zichzelf. Zeggen: goed gedaan De Coninck.

18/10

Schrijvers horen niet in groten getale en in een mengelmoes van talen te worden opgevoerd. Enfin, laat ik het zo stellen: het loopt zelden goed af. (En zeker gisteren in het Théâtre Résidence Palace niet).

20/10

Prachtig stuk in The Guardian over de vrouw die vroeger in het WTC de post uitdeelde, en die zich zoveel mensen en bedrijven herinnert die er niet meer zijn. Er blijft post arriveren, en zij en haar collega’s blijven die post sorteren, maar uitdelen is er dus niet meer bij.

21/10

Heerlijke avond bij Paul en Ilse. Veel volk, maar goed volk. Warmte vooral. Ça fait du bien.

Tienjarig zoontje Mullah Omar (grote baas van de Taliban) omgekomen bij bombardementen. (BBC World in gesprek met correspondent in Noord-Afghanistan: ‘Surely there is no rejoicing over the death of a ten year old.’)

23/10

Voor mijn neus op mijn werktafel de foto uit 1916, gemaakt op Hellebeek, van een kar waarin mijn oma en een neefje van haar; naast de kar haar vader, mijn overgrootvader. Kar getrokken door een paard en een koe, volgens de overlevering omdat de paarden door het leger waren opgeëist.

Op de salontafel de tinnen schotel met daarin gegraveerd de geboortedatum van een nog verdere voorvader: Cornelius Verstraeten, * 1827, vader van de man bij de kar. Schotel een geboortecadeautje, precies zoals mijn broer, zus en ik bij onze geboorte een kop kregen met in gouden letters onze naam erop. Kwestie van goed beginnen.

24/10

Uit het verslag van de bijzondere vergadering van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van 18 oktober jl: ‘In elk geval moet de KU Brussel elke mogelijke garantie bieden aan de heer De Gucht, de vrijzinnigen en de Vrije Universiteit Brussel dat de KU Brussel nooit als toegangspoort zal dienen voor de KU Leuven. We moeten alles doen om de angst van de vrijzinnigen weg te nemen. In elk geval zijn de belangen van de KU Leuven en die van de KU Brussel niet gelijk.’

De oorlog in Afghanistan is er klein bier bij!

Casteleintje in Berlijn geweest. Herinneringen aan mijn kamer in Berlijn – hoe lang geleden? November ’94? Zoiets, ja. Alles in die kamer was grijs, en ook de straten waren grijs. Er stond een antwoordapparaat waarop boodschappen werden ingesproken voor de man die zijn appartement aan mij onderverhuurde. Van een afstand – zijn afstand – werden ze af en toe beluisterd en gewist. Jens, heette hij. Der Jens, der nicht zu Hause war. ’s Nachts in het kartonnen bed, dat verrassend stevig was, soms wakker schrikken van het rusteloze geklik van het antwoordapparaat. Veel eenzaamheid daar in Berlijn en in die kamer, maar ook zalige herinneringen aan de stad, de straten waaraan geen einde kwam, lange ritten met de metro, theater- en dansvoorstellingen, restaurantjes, cafés. En er maar niet genoeg van krijgen om met de bus door de Brandenburger Tor te rijden – opnieuw een poort maar bij een vorig bezoek nog deel van die afschuwelijke Muur. En schrijven. Uren en uren aan een stuk. Patatten ophalen is daar geschreven. En ook: Eindelijk, en een tekst over Berlijn.

Wat was Berlijn voor u, mevrouw H.?

Het was de plek waar ik ging onderduiken. Waar ik onderdook. Een schim werd tussen al dat grijs.

Tekening, of beter: illustratie van Laura op cover van Focus Knack. Knap, sterk, overtuigend werk. Trefzeker. Stiefmoeder apetrots.

28/10

A nightmare you have to wake up from.

Er zijn van die gezichten, glimlachende gezichten, en daaronder puur venijn. Kilte. IJs.

Hoe ze daar liep met haar glimlach vastgevroren op haar mond. Met haar glimlach en haar tas. En ik die dan dagen nodig heb om te bekomen.