15
Eind voorjaar 2013
De tweede dag dat Catherine terug is op haar werk heeft ze haar aandacht er weer helemaal bij. Dat is de indruk die haar collega’s hebben. De vertrouwde aanblik van Catherine, rechtop in haar stoel achter haar computer, die haar vinger in een krul op haar achterhoofd draait terwijl ze iets leest en aantekeningen maakt. Ze brengt iets tot stand, brengt lijn aan in een verhaal. Kim hangt om haar heen, maar Catherine is verdiept in haar bezigheden en Kim weet dat ze haar vooral niet moet storen als ze zo is. Daarom zet ze een kop koffie op het bureau neer en loopt ze weg.
Catherine heeft een bevestiging gevonden van het overlijden van Nancy Brigstocke. Kanker. Al tien jaar dood. Maar haar man leeft nog. Stephen Brigstocke, BA. Hij is niet meer ‘overleden echtgenoot’ met een vraagteken, maar ‘gepensioneerd docent’. Waarom heeft ze dat verdomme niet eerder nagetrokken? Waarom is ze niet net zo nauwkeurig te werk gegaan als bij elk ander verhaal, in haar eentje? Het is niet bij haar opgekomen dat Nancy over de dood van haar man had kunnen liegen. Nu weet ze dat. En ze weet ook hoe hij eruitziet.
Ze is gebeld door de vrouw die hun oude huis heeft gekocht. De vrouw was kwaad en maakte Catherine uit voor huichelaar, omdat ze haar niet had gewaarschuwd dat er een enge oude man aan de deur zou komen. Catherine putte zich uit in verontschuldigingen en zei dat hij inderdaad haar peetvader was, maar dat ze geen idee had dat hij zomaar zou opduiken. Ze verzekerde haar dat er niets boosaardigs achter zat en, nee, er zouden geen andere ongewenste bezoekers meer langskomen. Niet bij haar in ieder geval, denkt Catherine.
Na het telefoontje staat ze te trillen op haar benen. Het breidt zich uit, verspreidt zich. Kringen in de vijver. Ze moet naar hem toe voordat hij echt schade kan aanrichten. Want hij heeft haar nog geen kwaad gedaan, hij heeft haar alleen op de kast gejaagd. In zijn uitgebreide, giftige brief heeft hij zijn kwaadaardigheid laten blijken, en door die naar haar zoon te sturen heeft hij duidelijk gemaakt dat hij zijn gif wil verspreiden. Waar het voorlopig om gaat is haar reputatie, haar integriteit. Ze is een vrouw die sympathiek wordt gevonden, die wordt bewonderd, vertrouwd en door een paar mensen bemind. Dat brengt hij nu in gevaar, want zodra het in de openbaarheid is, zodra het is gezegd, kan het niet worden teruggenomen. Dan zal ze nooit meer degene zijn die ze dachten dat ze was. Dan gaan ze haar door hem anders bekijken. Nicholas heeft het boek gelezen, al heeft hij haar er niet in herkend. Bij hem ging er geen licht op. Natuurlijk niet! De vrouw in het boek is niet de moeder die hij kent. En Nancy is dood. Dus wie zegt dat zijn verwrongen weergave van de gebeurtenissen waar is? Het is een verzinsel van een zieke geest, de geest van een verbitterde oude man. Maar de geest van een moordenaar? Vast niet. Nee, het is haar reputatie, niet haar leven, waar ze het meest voor vreest.
‘Kim? Heb je even? Er is iets wat ik je graag wil laten uitzoeken.’
Kim schuift haar stoel dichterbij en gaat naast Catherine zitten met haar pen en blocnote in de aanslag.
‘Stephen Brigstocke. Gepensioneerd docent. Begin zeventig. Woont in Londen. Heeft waarschijnlijk in Noord-Londen lesgegeven. Zou jij zijn laatste werkgevers kunnen achterhalen? Maak geen contact, ik wil alleen weten waar hij de laatste paar jaar heeft gewerkt. En een huisadres, als je daarachter kunt komen, en een telefoonnummer. Begin maar bij de onderwijsbonden.’ Kim noteert de naam Stephen Brigstocke en aarzelt voordat ze er tussen haakjes pedofiel? achter zet. Catherine corrigeert haar niet. Waarom zou ze? Daarna ziet ze Kim weer naar haar eigen bureau schuifelen, waar ze de telefoon pakt om ijverig achter een vermoedelijke kinderlokker aan te gaan.
In minder dan een uur heeft Kim de laatste school achterhaald waar Stephen Brigstocke heeft lesgegeven. Rathbone College. Catherine herkent de naam. Een privéschool in Noord-Londen. De school waar ze Nicholas bijna naartoe hadden gestuurd. De school waar enkelen van hun vrienden hun kinderen naartoe hebben gestuurd. Daarvoor Sunnymeade Comprehensive, een openbare middelbare school. Daar heeft hij jarenlang gewerkt. Waarom de overstap van een openbare naar een privéschool? Ze probeert tussen de regels door te lezen. Principes opzijgeschoven? Geldgebrek? In 2004 met volledig pensioen gegaan.
‘Hij was een beetje te oud om nog les te geven, hè?’ Kim leest over haar schouder mee. Catherines blik glijdt omhoog langs de pagina: geboren in 1938.
‘Misschien, hoewel privéscholen hun eigen regels volgen,’ zegt ze. ‘Weet je al hoe we hem kunnen bereiken?’
‘Nog niet. Ik wacht nog op een reactie. Ik blijf zoeken.’
‘Geweldig. Bedankt.’
‘Wat is er met hem?’ Het is een volstrekt normale vraag.
Catherine aarzelt. ‘Dat weet ik nog niet. Misschien stelt het niets voor. Maar wie weet…’ en met een glimlach hoopt ze haar assistente te laten geloven dat zij de eerste zal zijn die het hoort als Catherine iets concreets boven water krijgt. Ze is niet van plan om Kim veel over dit onderzoek te laten ontdekken, maar is niettemin blij met haar hulp.
‘Koffie?’ Als klap op de vuurpijl draait ze de rollen om en door met hun kopjes naar de keuken te lopen maakt ze handig een eind aan het gesprek.
Een uur en twee koppen koffie later heeft Catherine vastgesteld dat de directeur van Rathbone College zich onmiskenbaar slecht op zijn gemak voelt wanneer Stephen Brigstocke ter sprake komt. Zijn voorganger is kort na de vroegere docent Engels met pensioen gegaan, en voor Catherine geeft de tegenzin van de huidige directeur om over hem te praten aan dat er een luchtje zat aan Brigstockes vertrek.
Na enkele korte telefoontjes naar een paar vrienden – het is een hele kunst om contact op te nemen met lang verwaarloosde vrienden, de plichtplegingen kort te houden zonder iemand voor het hoofd te stoten, maar toch de gewenste informatie weten los te krijgen – is ze op weg naar iemand die maar al te graag een boekje opendoet over Stephen Brigstocke. De moeder van een jongetje dat les van hem heeft gehad. Een moeder die er prat op gaat dat er onder haar leiding actie is gevoerd om hem van school te krijgen.
Een nare man. Een leraar die een hekel had aan kinderen. Erger nog, de school wist ervan. Ze hebben geprobeerd zijn tekortkomingen te verbloemen door hem over te plaatsen naar waar hij volgens hen zo min mogelijk kwaad kon doen, weg bij de eindexamenleerlingen, en hem los te laten op de jongste kinderen op school. De moeder is niet meer te stuiten. Ze is nog steeds kwaad. Het enige waarin ze geïnteresseerd waren was het veiligstellen van de resultaten, zonder zich te bekommeren om de schade die hij zou toebrengen aan de geest en de eigenwaarde van zevenjarige jongens. Weerzinwekkend, volkomen weerzinwekkend.
Deze moeder herinnert zich de eerste keer dat ze Stephen Brigstocke ontmoette, toen ze tijdens een ouderavond tegenover hem zat aan een tafel. Hij presteerde het om verveeld te kijken toen hij het over hun zoon had. Het leek hem niet te kunnen schelen wat iemand dacht of wat voor indruk hij maakte. Het kon hem domweg niet schelen. En dat vond ze gevaarlijk, dat het hem domweg niet kon schelen. Nou, dat is het toch, of niet soms? Het is meer dan gewoon onbeschoftheid. De meeste mensen kan het toch wel iets schelen, nietwaar, wat anderen van ze denken? Hem niet.
Catherine is het met haar eens dat het erg verontrustend moet zijn geweest. En de moeder was ervan overtuigd dat hij had gedronken. Haar man en zij konden het aan hem ruiken. Niet het gebruikelijke glaasje witte wijn, maar iets sterkers. Een stevige borrel. Hij vertoonde alle verschijnselen van een zware drinker. Er was iets mis met hem, heel erg mis.
Natuurlijk deed de school haar best om hem te beschermen. Toen de eerste vraagtekens werden gezet bij zijn manier van lesgeven, stuurden ze hem met langdurig ziekteverlof. Er werd gezinspeeld op een sterfgeval. Zijn vrouw was gestorven, en iedereen probeerde uiteraard begrip op te brengen. En toen kwam hij terug. Hij had vast een speciale band met de vroegere directeur, want ze hadden hem veel eerder weg moeten sturen. Toen ze de smerige dingen las die hij bij het opstel van haar zoon had geschreven, was ze diep geschokt. En haar zoon was niet zijn enige slachtoffer. Hij had ook andere kinderen misbruikt.
‘Misbruikt?’ onderbreekt Catherine haar. Jazeker. Deze moeder is heel duidelijk in haar opvatting dat wat Stephen Brigstocke haar zoon heeft aangedaan neerkwam op misbruik.
‘Hij was niet het soort man bij wie je je kind alleen zou laten, daar ben ik heel zeker van.’
‘Heeft hij ooit een kind lichamelijk iets aangedaan?’ dringt Catherine aan.
Het blijft even stil.
‘Nou… Ik heb gehoord dat hij van zijn vorige school is weggegaan omdat hij te sterk gehecht was geraakt aan een van de jongens. Laten we het daar maar op houden.’
‘Wat bedoelt u?’ Catherine heeft meer nodig dan het beschaafde woord ‘gehecht’.
‘Het was een oud-leerling. Het schijnt dat hij een ongezonde belangstelling voor hem kreeg toen hij van school af was. Ik heb gehoord dat er gedreigd werd met een contactverbod. Daar kwam ik pas achter toen hij al met pensioen was. Eerlijk gezegd verbaasde het me niet.’
‘Dat ging dus om een leerling van zijn vorige school, Sunnymeade Comprehensive?’
‘Ja, dat klopt.’
‘En hoe bent u daarachter gekomen?’
De moeder probeert het zich te herinneren. ‘Een vriendin van me. Haar kinderen zaten op Sunnymeade.’
‘Hebt u de naam van die leerling? Ik zou graag met hem praten.’
‘Nou, nee. Maar ik denk dat ik het wel kan navragen.’
‘Daar zou u me erg mee helpen. Dank u. En bedankt dat u de tijd hebt genomen om met me te praten.’ Ach, natuurlijk nam ze de tijd. Catherine heeft een reputatie, een hele reeks sociaal bewogen documentaires op haar naam. Ze staat te boek als betrouwbaar, als iemand van wie je kunt verwachten dat ze de juiste beslissing neemt. Voor het eerst sinds weken is haar hoofd helder, vrij van schaamte. Ze is bezig een verhaal op te bouwen, informatie te verzamelen, haar vijand te leren kennen.