hoofdstuk 2

Februari

Bruidstaart


Ingrediënten:

175 g eerste kwaliteit kristalsuiker 

300 g eerste kwaliteit bloem, driemaal gezeefd 

17 eieren 

geraspte schil van een citroen



Bereiding:

Klop 5 eierdooiers en 4 hele eieren met de suiker in een grote kom. Voeg als het mengsel dik begint te worden twee hele eieren toe. Blijf kloppen en voeg wanneer het mengsel opnieuw dik wordt weer twee hele eieren toe. Herhaal dit proces totdat alle eieren twee aan twee verwerkt zijn. Voor de bruidstaart van Pedro en Rosaura hadden Tita en Nacha de hoeveelheden van dit recept met tien moeten vermenigvuldigen, want in plaats van een taart voor achttien personen moesten ze er een voor honderdtachtig personen maken. Ze hadden dus 170 eieren nodig! Dat betekende dat ze speciale maatregelen hadden moeten nemen om al die eieren, die van een uitstekende kwaliteit moesten zijn op één dag bij elkaar te hebben.

Daarom hadden ze een paar weken lang de eieren van de beste kippen geconserveerd. Deze methode werd al sinds mensenheugenis op de haciënda toegepast om ervoor te zorgen dat ze de hele winter voorzien waren van dit onmisbare, voedzame product. De beste tijd om eieren te conserveren zijn de maanden augustus en september. De eieren moeten heel vers zijn; Nacha had het liefst dat ze van dezelfde dag waren. Ze worden in een grote schaal gelegd en helemaal bedekt met gesmolten en bijna afgekoeld rammenvet. Zo blijven ze zeker enkele maanden goed. En als ze langer dan een jaar bewaard moeten worden, doe de eieren dan in een aardewerken pot en bedek ze met een oplossing van één deel kalk op tien delen water. Sluit de pot goed af zodat er geen lucht bij kan en bewaar hem in de kelder. Omdat de eieren niet maandenlang bewaard hoefden te worden, hadden Tita en Nacha voor de eerste methode gekozen. Nu stond de schaal vlak bij hen onder de keukentafel en namen ze er telkens twee eieren uit voor het beslag.

Nog voordat ze bij het honderdste ei waren, begon de enorme inspanning die het kloppen van zoveel eieren kostte Tita te veel te worden. Het leek haar een onmogelijke opgave het aantal van 170 te bereiken.

Tita klopte, terwijl Nacha de eieren brak en in de kom liet glijden. Telkens wanneer er een ei brak ging er een huivering door Tita heen en kreeg ze wat je noemt kippenvel. De eiwitten deden haar denken aan de testikels van de hanen die een maand tevoren waren gesneden.

Vervolgens waren deze hanen, kapoenen genaamd, vetgemest. Ze stonden op het menu voor de bruiloft van Pedro en Rosaura omdat dit gerecht bij fijnproevers zeer veel aanzien genoot, zowel vanwege de ingewikkelde bereiding als om de buitengewone smaak van de kapoenen.

Zodra de huwelijksdatum op 12 januari was vastgesteld waren er tweehonderd haantjes gekocht, die meteen geopereerd waren om vervolgens te worden vetgemest.

Tita en Nacha hadden deze taak toebedeeld gekregen. Nacha vanwege haar ervaring en Tita als straf, omdat ze de dag dat haar zus ten huwelijk werd gevraagd hoofdpijn had voorgewend om niet bij deze gebeurtenis aanwezig te hoeven zijn.

'Ik zal je recalcitrante gedrag niet dulden,' had Mama Elena tegen haar gezegd, 'en ik zal ook niet dulden dat je met dat zielige gedoe van jou de bruiloft van je zus verpest. Vanaf nu zul je helpen met de voorbereidingen voor de bruiloft en wee je gebeente als ik een chagrijnig gezicht of tranen zie, heb je me gehoord?'

Tita probeerde aan deze waarschuwing te denken toen ze zich gereedmaakte om de eerste castratie uit te voeren. Eerst moet er een snee gemaakt worden in de huid die de testikels van de haan bedekt. Zoek dan met de vingers de testikels en ruk ze eraf. Naai de wond vervolgens dicht en smeer hem in met verse boter of vogelvet. Tita viel bijna flauw toen ze bij de eerste haan de testikels zocht en eraan trok. Haar handen trilden, ze transpireerde hevig en haar maag draaide als een vlieger in de lucht. Mama Elena wierp haar een doordringende blik toe en zei: 'Wat is er? Waarom zit je zo te trillen? Gaan we problemen maken?' Tita sloeg haar ogen op en keek haar aan. Ze wilde schreeuwen dat er inderdaad problemen waren, dat de geschikte persoon om te castreren slecht gekozen was, dat haar moeder het zelf zou moeten doen, dan zou er tenminste een rechtvaardiging zijn voor het feit dat Tita niet mocht trouwen en Rosaura haar plaats innam naast de man van wie zij hield. Mama Elena las haar blik en werd woedend. Ze gaf Tita een keiharde klap, zodat deze over de grond rolde, samen met de haan, die bezweek aan de slecht uitgevoerde operatie.

Tita klopte als een bezetene, alsof ze zo snel mogelijk een einde aan deze marteling wilde maken. Nog maar twee eieren en dan zou het beslag voor de taart af zijn. De taart was het enige wat ze nog moest maken. Verder waren de hapjes vooraf en alle gerechten voor het feestmaal van twintig gangen klaar. Alleen Tita, Nacha en Mama Elena waren nog in de keuken. Chencha, Gertrudis en Rosaura legden de laatste hand aan de bruidsjurk. Opgelucht nam Nacha het op één na laatste ei, maar toen ze het wilde breken hield Tita haar met een schreeuw tegen.

'Nee!'

Ze was opgehouden met kloppen en nam het ei in haar handen. Ze hoorde duidelijk een kuiken in de schaal piepen. Voorzichtig bracht ze het ei naar haar oor en ingespannen luisterde ze naar het gepiep. Mama Elena onderbrak haar werkzaamheden en vroeg streng: 'Wat is er aan de hand? Wat was die schreeuw?'

'Er zit een kuiken in dit ei! Nacha kan het vast niet horen, maar ik wel.'

'Een kuiken? Ben je gek? Zoiets is bij geconserveerde eieren nog nooit voorgekomen!'

Met twee stappen was ze bij Tita, griste het ei uit haar handen en brak het. Tita kneep haar ogen stijf dicht.

'Doe je ogen open en kijk naar dat kuiken van jou!' Langzaam deed Tita haar ogen open. Verbaasd zag ze dat wat zij voor een kuiken had gehouden gewoon een ei was, en zo te zien nog behoorlijk vers ook.

'Luister goed, Tita. Mijn geduld begint op te raken. Ik duld die aanstellerij niet. Dit is de eerste en laatste keer, of het zal je berouwen, dat verzeker ik je!'

Tita heeft nooit kunnen verklaren wat er die avond met haar aan de hand was, of wat ze had gehoord een gevolg van haar vermoeidheid was geweest of dat ze een hallucinatie had gehad. In ieder geval kon ze het beste weer gaan kloppen, ze was niet van plan uit te proberen hoever haar moeders geduld reikte.

Voeg wanneer de laatste eieren geklopt zijn de geraspte schil van een citroen toe; blijf kloppen totdat de eiermassa dik is en schep er dan met een houten spatel beetje bij beetje de gezeefde bloem doorheen. Vet ten slotte een taartvorm in met boter, bestrooi hem met bloem en giet het beslag erin. Bak de taart dertig minuten in de oven.

Nacha, die drie dagen bezig was geweest met de bereiding van twintig verschillende gerechten, was doodop en keek verlangend uit naar het moment waarop de taart in de oven kon, zodat ze eindelijk zou kunnen uitrusten. Tita was deze keer niet bepaald een goede hulp. Ze had geen enkele keer geklaagd, misschien vanwege de vorsende blik van haar moeder, maar toen ze Mama Elena de keuken zag uitlopen om naar haar kamers te gaan, slaakte ze een diepe zucht. Nacha, die naast haar stond, nam zachtjes de spatel uit haar handen, sloeg haar armen om haar heen en zei: 'Er is nu niemand meer in de keuken, liefje, huil maar, want ik wil niet dat ze je morgen zien huilen, zeker Rosaura niet.'

Nacha liet Tita ophouden met kloppen, want ze voelde dat deze op het punt stond een zenuwinzinking te krijgen, nu ja, ze kende dat woord niet, maar met haar grote wijsheid begreep ze dat Tita niet meer kon. Zij zelf eerlijk gezegd ook niet.

Rosaura en Nacha hadden nooit goed met elkaar kunnen opschieten. Nacha ergerde zich aan Rosaura, die van kindsbeen af kieskeurig was geweest met eten. Ze liet haar bord onaangeroerd of gaf het eten stiekem aan Tequila, de vader van Pulque (de hond van de haciënda). Nacha stelde haar Tita ten voorbeeld, die altijd alles at. Er was eigenlijk maar één ding dat Tita niet lekker vond, dat was het lauwe ei dat Mama Elena haar 's ochtends dwong te eten. Maar doordat Nacha de culinaire opvoeding van Tita op zich had genomen, at deze verder niet alleen de dagelijkse spijzen, maar ook sprinkhanen, agaverupsen, torren, gordeldier, enzovoort, tot afschuw van Rosaura. Daaruit was Nacha's antipathie jegens Rosaura en de rivaliteit tussen de twee zussen ontstaan, die een hoogtepunt bereikte met deze bruiloft waarbij Rosaura trouwde met de man van wie Tita hield. Wat Rosaura echter niet wist, hoewel ze het wel vermoedde, was dat Pedro ook onmetelijk veel van Tita hield. Het was dus logisch dat Nacha partij voor Tita koos en op alle mogelijke manieren probeerde haar verdriet te verzachten. Nacha droogde met haar schort de tranen die over Tita's wangen rolden en zei: 'Nog even, liefje, we zijn bijna klaar.'

Het duurde echter langer dan gewoonlijk, want door de tranen van Tita wilde het beslag maar niet dik worden.

En zo, met de armen om elkaar heen, huilden ze totdat Tita geen tranen meer over had. Toen huilde ze zonder tranen en men beweert dat dat nog meer pijn doet, zoals een bevalling zonder vocht. Maar nu werd het beslag tenminste niet nog dunner, zodat ze met de volgende stap konden beginnen, de vulling.


De vulling:

150 gram abrikozenmoes 

150 gram kristalsuiker



Bereiding:

Breng de abrikozen met een bodempje water aan de kook, laat ze een tijdje koken en druk ze door een zeef. Doe de moes over in een pan met dikke bodem, voeg de suiker toe en zet de pan op het vuur. Laat de moes al roerende een tijdje koken, neem de pan van het vuur, laat de jam iets afkoelen en bestrijk er de onderste helft van de taart mee, die uiteraard eerst doormidden is gesneden.

Gelukkig hadden Nacha en Tita een maand voor de bruiloft al enkele potten met abrikozen, vijgen en zoete aardappelen met ananas gemaakt. Daardoor hadden ze zich die dag het werk van jam maken bespaard.

Ze maakten altijd enorme hoeveelheden jam om de vruchten van het seizoen niet verloren te laten gaan. Dat deden ze in een grote steelpan op de binnenplaats. Ze plaatsten de pan boven een houtvuur en wikkelden oude lakens om hun armen om te voorkomen dat er bij het roeren spetters kokende jam op hun huid kwamen.

Toen Tita een pot abrikozenjam opende, voerde de geur van de vruchten haar terug naar de middag waarop ze de jam hadden gemaakt. Tita was uit de boomgaard gekomen met de vruchten in haar rok, omdat ze de mand had vergeten. Toen ze met haar rok omhoog de keuken binnenkwam, trof ze daar tot haar grote verbazing Pedro aan. Pedro was juist op weg naar de patio achter het huis om het rijtuig gereed te maken. Er moesten een paar uitnodigingen in het dorp worden afgegeven en omdat de stalknecht die dag niet was komen opdagen, moest hij zelf de wagen inspannen. Zodra Nacha hem de keuken zag binnenkomen, maakte ze zich haastig uit de voeten, met het excuus dat ze epazote voor de bonen nodig had. Tita schrok zo dat ze een paar abrikozen op de grond liet vallen. Pedro snelde toe om haar te helpen ze op te rapen. En toen hij bukte, kon hij een stukje van Tita's blote benen zien. Tita, die wilde voorkomen dat hij naar haar keek, liet haar rok vallen en de rest van de abrikozen rolde over Pedro's hoofd.

'Neem me niet kwalijk, Pedro. Heb ik je pijn gedaan?'

'Niet zoveel pijn als ik jou heb gedaan, ik wil graag zeggen dat mijn aanzoek...'

'Je bent me geen verklaring schuldig.'

'Luister alsjeblieft naar wat ik te zeggen heb...'

'De keer dat ik dat deed, kreeg ik een leugen te horen, ik wil niet meer naar je luisteren...'

En met die woorden liep Tita haastig door de andere deur de keuken uit, naar de salon, waar Chencha en Gertrudis het bruidslaken zaten te borduren. Het was een wit zijden laken, waarin ze in het midden een opening borduurden. Die opening diende om tijdens de huwelijksnacht uitsluitend de edele delen van de bruid te laten zien. In die tijd van politieke instabiliteit hadden ze echt geluk gehad dat ze nog Franse zijde hadden kunnen krijgen. Sinds de revolutie was het niet veilig meer om door het land te reizen en zonder die Chinees die zich aan de smokkel wijdde hadden ze onmogelijk aan de stof kunnen komen. Mama Elena zou immers nooit hebben toegestaan dat een van haar dochters haar leven zou wagen om naar de hoofdstad te gaan om het materiaal voor de jurk en de uitzet van Rosaura te kopen. Die kleine Chinees was behoorlijk slim: in de hoofdstad accepteerde hij bankbiljetten van het revolutionaire leger uit het noorden. Die waren daar niets waard en onverhandelbaar. Uiteraard accepteerde hij ze tegen een belachelijk lage koers. Vervolgens reisde hij met dat geld naar het noorden, waar de bankbiljetten hun werkelijke waarde kregen, en kocht er zijn spullen van.

In het noorden accepteerde hij natuurlijk tegen de laagste koers bankbiljetten die in de hoofdstad in omloop waren gebracht, en zo ging hij de hele revolutie te werk, totdat hij ten slotte miljonair was. Maar het belangrijkste was dat Rosaura dankzij hem voor haar bruiloft de beste en aller-fijnste stof kreeg.

Tita bleef als gehypnotiseerd staan toen ze het helwitte laken zag; ze keek er heel even naar, maar lang genoeg om op een bepaalde manier blind te worden. Waar ze ook naar keek, alles was wit. Rosaura, die uitnodigingen zat te schrijven, was ineens een spierwit spook. Tita wist wat er met haar gebeurde zo goed te verbergen dat niemand iets merkte. Ze wilde zich niet nogmaals de woede van Mama Elena op de hals halen.

Dus toen de Lobo's hun huwelijksgeschenk kwamen brengen, probeerde ze met al haar zintuigen erachter te komen wie ze voor zich had, want ze zag slechts een spel van Chinese schimmen achter een wit laken. Gelukkig kwam de krijsende stem van Paquita haar te hulp en kon ze iedereen zonder al te veel problemen begroeten.

Toen ze het bezoek later naar het hek van de haciënda vergezelde, constateerde ze dat zelfs de nacht er heel anders uitzag: stralend wit.

Terwijl ze zich nu tevergeefs probeerde te concentreren op de bereiding van de fondant voor de taart, was ze bang dat dit haar opnieuw zou overkomen. De suiker was angstaanjagend wit, ze voelde dat de kleur wit straks zonder dat ze er iets tegen kon doen haar hele geest zou overheersen en de lichte beelden uit haar kindertijd zou oproepen, van toen ze in de maand mei in het wit gekleed witte bloemen aan de maagd Maria had moeten aanbieden. In een rij van in het wit geklede meisjes liep ze naar het altaar vol kaarsen en witte bloemen, verlicht door een hemels wit licht dat door het raam van de witte parochiekerk scheen. Iedere keer dat ze de kerk binnenliep, fantaseerde ze dat ze daar eens aan de arm van een man zou lopen. Ze moest niet alleen deze, maar ook alle andere herinneringen die haar pijn deden weren: ze moest de fondant voor de bruidstaart van haar zus afmaken. Met haar tanden op elkaar begon ze met de bereiding ervan.



Hoeveelheden voor de fondant:

800 g kristalsuiker

60 druppels citroensap en voldoende water om de suiker in op te lossen



Bereiding:

Breng het water met de suiker in een pan met dikke bodem al roerende aan de kook. Zeef de suiker, zet de pan opnieuw op en voeg met kleine beetjes het citroensap toe, totdat de suiker het punt 'slappe bal' heeft bereikt. Maak zo nu en dan met een vochtige doek de randen van de pan schoon om te voorkomen dat de stroop versuikert; giet de suikerstroop vervolgens in een vochtige stenen pan, sprenkel er wat water overheen en laat hem enigszins afkoelen.

Bewerk de stroop daarna op een stenen plaat met een spatel of houten lepel tot een witte, smeuïge massa.

Voeg alvorens de fondant te gebruiken een lepel melk toe en verwarm de massa opnieuw. Doe er dan een druppel karmijn bij en bedek met deze fondant alleen de bovenkant van de taart.

Toen Tita vroeg of er geen karmijn in de fondant moest, besefte Nacha dat er iets mis was.

'Maar liefje, dat heb ik net gedaan. Zie je niet dat de fondant roze is?'

'Nee...'

'Ga slapen, liefje, ik zal het eiwitglazuur wel maken. Alleen een pan kent de borrelingen van zijn bouillon, maar ik kan de jouwe wel raden. Houd op met huilen, zo wordt mijn fondant nog nat en daar is niemand mee gebaat, kom, ga maar.' Nacha bedekte Tita met kussen en duwde haar de keuken uit. Het was een raadsel waar ze die nieuwe tranen vandaan had gehaald, maar ze had ze ergens vandaan gehaald en daarmee was de samenstelling van de fondant veranderd. Nu zou het extra moeilijk zijn hem goed te krijgen. Toen Nacha alleen was, wilde ze zo snel mogelijk het glazuur maken, zodat ze zou kunnen gaan slapen. Voor het eiwitglazuur worden 10 eiwitten samen met 500 gram poedersuiker heel stijf geslagen.

Toen Nacha klaar was, besloot ze een lik van de fondant te nemen om te proeven of de tranen van Tita de smaak niet hadden veranderd. Nee, de smaak leek niet veranderd, maar zonder te weten waarom werd Nacha overvallen door een diepe droefheid. Eén voor één herinnerde ze zich alle bruiloftsmaaltijden die ze voor de familie De la Garza had gemaakt met de illusie dat de volgende ter ere van haar zou zijn. Ze was nu vijfentachtig en het had geen zin meer om te huilen of te treuren over het feit dat het feestmaal en de bruiloft waarnaar ze zo had verlangd nooit hadden plaatsgevonden. En dat terwijl zich wel een bruidegom had aangediend, nou en of, maar de moeder van Mama Elena had hem persoonlijk weggejaagd. Vanaf dat moment was ze er tevreden mee geweest te genieten van bruiloften van anderen. Dat had ze jarenlang zonder verbittering gedaan en ze wist niet waarom ze nu wel verbitterd was. Ze voelde zich verschrikkelijk dwaas, maar ze kon er niets aan doen. Zo goed als ze kon versierde ze de taart met het glazuur en met een stekende pijn in haar borst ging ze naar haar kamer. Ze lag de hele nacht te huilen en was de volgende dag te zwak om bij de bruiloft aanwezig te zijn.

Tita had er alles voor gegeven met Nacha te kunnen ruilen, want zij zelf moest, of ze zich nu goed voelde of niet, niet alleen in de kerk aanwezig zijn, maar er ook nog voor zorgen dat er geen enkele emotie op haar gezicht te lezen was. Ze dacht dat haar dat wel zou lukken, zolang haar blik tenminste niet die van Pedro kruiste. Dat zou alle vrede en rust die ze voorwendde kunnen vernietigen.

Ze wist dat niet haar zus Rosaura maar zij het middelpunt van de belangstelling was. Meer nog dan dat ze een sociale verplichting vervulden, verkneukelden de genodigden zich bij de gedachte haar te zien lijden. Ze zou hun dat plezier niet gunnen.

Achter haar rug hoorde ze duidelijk het doordringende gefluister van de aanwezigen.

'Heb je Tita gezien? Het arme kind! Haar zus trouwt met haar geliefde. Ik heb ze een keer samen op het dorpsplein gezien, hand in hand. Ze zagen er zo gelukkig uit!'

'Echt waar? Nou, Paquita zegt dat ze gezien heeft dat Pedro Tita midden onder de mis een liefdesbrief gaf, geparfumeerd en al!'

'Ik heb gehoord dat ze in hetzelfde huis gaan wonen. Als ik Elena was, zou ik dat nooit goedvinden!'

'Ik denk ook niet dat ze dat goedvindt. Je weet toch hoe er gekletst wordt!'

Al die opmerkingen bevielen haar helemaal niet. De rol van verliezer lag haar niet. Ze moest een houding aannemen alsof ze overal boven stond. Als een groot actrice speelde ze waardig haar rol, waarbij ze probeerde het bruidspaar, de woorden van de priester, de inzegening en de ringen uit haar geest te bannen.

In gedachten verplaatste ze zich naar een dag toen ze negen jaar was en met de jongens uit het dorp aan het spijbelen was. Ze mocht niet met jongens spelen, maar ze had genoeg van de spelletjes met haar zusjes. Ze gingen naar de oever van de grote rivier om te zien wie er het snelst naar de overkant kon zwemmen. Wat was ze die dag blij geweest toen ze had gewonnen.

Een andere grote overwinning had plaatsgevonden op een rustige zondag in het dorp. Ze was veertien en reed met haar zusjes in het rijtuig door het dorp toen een paar kinderen een rotje afschoten. De paarden gingen er in paniek vandoor. Aan de rand van het dorp sloegen ze op hol en de koetsier verloor de controle over de wagen.

Tita duwde hem opzij en slaagde erin in haar eentje de vier paarden te bedwingen. De mannen die hen vanuit het dorp in galop te hulp kwamen snellen, waren diep onder de indruk van Tita's prestatie. In het dorp was ze als een heldin binnengehaald.

Tijdens de ceremonie leidden deze en soortgelijke herinneringen haar af, zodat er een glimlach als van een tevreden poes op haar gezicht verscheen, totdat het moment van gelukwensen aanbrak en ze haar zus moest feliciteren. Pedro, die naast haar stond, vroeg aan Tita: 'En feliciteer je mij niet?'

'Ja, natuurlijk. Ik wens je veel geluk.'

Pedro omhelsde haar steviger dan in een dergelijke situatie geoorloofd was en maakte van de enige gelegenheid die hij had gebruik om Tita in haar oor te fluisteren: 'Ik weet zeker dat je gelukwens uitkomt, want met dit huwelijk heb ik bereikt waarnaar ik zo verlangde: dicht bij jou te zijn, de vrouw die ik werkelijk liefheb...'

De woorden die Pedro zojuist had gesproken waren voor Tita als een frisse bries die een restje bijna uitgedoofde kolen weer nieuw leven inblaast. Haar gezicht, dat ze al die maanden in de plooi had gehouden, veranderde op slag en straalde opluchting en geluk uit. Het was alsof al haar bijna dode emoties plotseling weer tot leven waren gekomen door de warme adem van Pedro in haar hals, zijn brandende handen op haar schouders, zijn sterke borst tegen haar borsten... Ze had voor eeuwig zo kunnen blijven staan als ze niet de blik van Mama Elena had gevoeld, zodat ze zich haastig van hem losmaakte. Mama Elena kwam naar haar toe en vroeg: 'Wat heeft Pedro tegen je gezegd?'

'Niets, mammie.'

'Mij houd je niet voor de gek. Als je mij wilt beetnemen, moet je vroeger opstaan, dus houd je maar niet van de domme. Wee je gebeente als ik je weer in de buurt van Pedro zie.'

Na deze dreigende woorden van Mama Elena zorgde Tita ervoor dat ze zover mogelijk uit Pedro's buurt bleef. Maar ze slaagde er niet in de triomfantelijke glimlach van haar gezicht te wissen. Vanaf dat moment had de bruiloft voor haar een andere betekenis.

Ze vond het helemaal niet erg meer om te zien hoe Pedro en Rosaura de tafeltjes af gingen om met de gasten te toosten, ze samen te zien walsen en ze later de taart te zien aansnijden. Ze wist nu dat het waar was: Pedro hield van haar. Ze hunkerde naar het moment dat het feestmaal afgelopen zou zijn, zodat ze naar Nacha kon hollen om haar alles te vertellen. Ongeduldig wachtte ze totdat iedereen een stuk taart had gegeten zodat zij zich kon terugtrekken. Het handboek voor etiquette verbood haar eerder weg te gaan, maar kon niet verhinderen dat ze in de zevende hemel was terwijl ze haastig haar stuk taart opat. Ze werd zo door haar eigen gedachten in beslag genomen dat ze niet in de gaten had dat er om haar heen iets vreemds gebeurde. Bij de eerste hap van de taart werden alle aanwezigen overmand door een diepe droefheid. Zelfs de altijd zo beheerste Pedro moest zijn uiterste best doen zijn tranen te bedwingen. En ook Mama Elena, die bij de dood van haar man nog geen traan had gelaten, zat stilletjes te huilen. Maar dat was nog niet alles, dit gehuil was nog maar het eerste symptoom van een vreemde vergiftiging die te maken had met een intens gevoel van melancholie en teleurstelling, waarvan alle gasten het slachtoffer werden. Op de patio en in de kralen beweende iedereen zijn grote liefde. Niemand ontkwam aan de beheksing en slechts een enkeling had het geluk op tijd de wc te bereiken; de overige gasten namen deel aan de collectieve braakaanval die midden op de patio plaatsvond. De enige bij wie de taart niet de geringste uitwerking had was Tita. Zodra ze haar stuk op had, verliet ze het feest. Ze wilde Nacha zo snel mogelijk vertellen dat Pedro inderdaad alleen van haar hield. Omdat ze slechts dacht aan het gelukkige gezicht dat Nacha zou opzetten, merkte ze niet dat de situatie om haar heen steeds erger werd en zelfs alarmerende vormen aannam.

Rosaura moest kokhalzend de eretafel verlaten. Op alle mogelijke manieren probeerde ze haar misselijkheid te onderdrukken, maar die was sterker dan zij! Ze was vast van plan haar bruidsjurk te redden van het braaksel van vrienden en familieleden, maar toen ze de patio probeerde over te steken gleed ze uit en er bleef geen stukje van haar jurk schoon. Ze werd ondergedompeld in een woeste, grauwe stroom en een paar meter meegesleurd, zodat ze zich niet meer kon inhouden en als een uitbarstende vulkaan enorme golven braaksel spuwde, voor de ontzette ogen van Pedro. Rosaura vond het verschrikkelijk dat door dit incident haar bruiloft vergald was en niemand kon het haar uit het hoofd praten dat Tita iets in de taart had gedaan.

De hele nacht lag ze te jammeren, gekweld door de gedachte dat ze zou overgeven op de geborduurde lakens, waaraan zo lang was gewerkt. Pedro stelde haar haastig voor de huwelijksnacht uit te stellen. Er gingen echter nog maanden voorbij voordat Pedro zich eindelijk genoodzaakt voelde zijn plicht als man te vervullen en voordat Rosaura durfde te zeggen dat ze zich weer helemaal goed voelde. Op een gegeven moment begreep Pedro dat hij de daad niet langer kon uitstellen en diezelfde nacht knielde hij met het bruidslaken naast zijn bed neer en zei, alsof het een gebed was: 'Lieve Heer, het is niet uit ontrouw of gerief, maar om u te geven een kindjelief.'

Tita had nooit kunnen bedenken dat het zo lang zou duren voordat de huwelijksnacht daadwerkelijk plaatsvond. Het kon haar ook niets schelen hoe het was gegaan en al helemaal niet of het op de dag van de kerkelijke plechtigheid of op een andere dag was gebeurd.

Ze maakte zich meer zorgen over haar eigen lijfsbehoud dan over andere dingen. Op de avond van het feest had Mama Elena haar een pak slaag gegeven zoals ze nog nooit had gekregen en ook nooit meer zou krijgen. Ze lag twee weken in bed om van de klappen te herstellen. De reden van die geweldige afstraffing was dat Mama Elena zeker wist dat Tita, in heimelijk overleg met Nacha, met voorbedachten rade Rosaura's bruiloft had verpest door een braakmiddel in de taart te stoppen. Tita heeft haar er nooit van kunnen overtuigen dat het enige vreemde element in de taart haar tranen waren die er bij de bereiding in waren gevallen. Nacha kon niet voor haar getuigen, want toen Tita op de dag van de bruiloft eindelijk bij haar kwam, had ze haar dood aangetroffen, met wijd open ogen, pleisters tegen de hoofdpijn op haar slapen en de foto van een oude geliefde in haar handen.



Wordt vervolgd...

V

olgende recept:
kwartels in rozenblaadjes