hoofdstuk 11

November

Bruine bonen met chili à la Tezcucana


Ingrediënten:

bruine bonen 

varkensvlees

kaantjes 

ancho 

chili's 

ui

geraspte kaas 

sla 

avocado

radijzen 

serrano 

chili's 

olijven



Bereiding:

Eerst moeten de bonen even worden gekookt in water waaraan wat zuiveringszout is toegevoegd; was ze daarna en breng ze samen met het in stukjes gesneden varkensvlees en de kaantjes opnieuw aan de kook.

Het eerste dat Tita deed toen ze om vijf uur 's ochtends was opgestaan was de bonen opzetten.

Vandaag zouden John en zijn tante Mary komen eten, die speciaal uit Pennsylvania was gekomen om de bruiloft van Tita en John bij te wonen. Tante Mary wilde de verloofde van haar lievelingsneef dolgraag ontmoeten, maar gezien de slechte toestand van Pedro was daar tot nu toe geen gelegenheid voor geweest. John en tante Mary hadden hun bezoek een week uitgesteld, zodat Pedro de tijd had om te herstellen. Het liefst had Tita het hele bezoek afgezegd, maar dat was onmogelijk omdat de tante van John al tachtig was en van zover was gekomen enkel en alleen om haar te ontmoeten. Tante Mary een goede maaltijd voorzetten was wel het minste dat ze voor de aardige oude dame en John kon doen. Ze had hun echter niet meer te bieden dan het nieuws dat ze niet met John zou trouwen. Ze voelde zich helemaal leeg, als een schaal waarop slechts nog de kruimels lagen van wat eens een heerlijke taart was geweest. Ze keek of er nog eten in de voorraadkast lag, maar nee, er was echt niets meer in huis. Door Gertrudis' bezoek aan de haciënda waren alle voorraden op. In de graanschuur lagen, behalve maïs om een paar lekkere tortilla's te maken, alleen nog wat rijst en bonen. Maar als ze haar best deed en haar fantasie gebruikte zou ze daarmee toch nog een respectabele maaltijd kunnen maken. Met een schotel van rijst met bananen en bonen a la Tezcucana zou ze prima voor de dag kunnen komen.

Omdat de bonen niet zo vers waren als anders en ze dus voorzag dat ze meer tijd nodig hadden dan gewoonlijk om gaar te worden, zette ze ze al heel vroeg op. Terwijl de bonen stonden te koken verwijderde ze alvast de lijsten en zaadjes van de ancho chili's. Week de schoongemaakte chili's in warm water en maal ze ten slotte fijn.

Meteen nadat ze de chili's in de week had gezet, maakte Tita het ontbijt voor Pedro klaar en bracht het naar zijn kamer. Zijn brandwonden waren al voor een groot deel genezen. Tita had er steeds opnieuw tepezcohuite-schors opgelegd en daarmee had ze voorkomen dat Pedro littekens zou overhouden. John was het volledig eens geweest met deze behandeling. Uit nieuwsgierigheid zette hij de proeven met deze schors, waarmee zijn grootmoeder 'Ochtendgloren' ooit was begonnen, nog steeds voort. Pedro keek vol verlangen naar Tita's komst uit. Behalve de verrukkelijke maaltijden die zij hem dagelijks bracht, was er nog een ander aspect dat in belangrijke mate tot zijn verbazend snelle herstel bijdroeg: de gesprekken die hij na het eten met haar voerde. Maar deze ochtend had Tita geen tijd voor hem, ze wilde een zo lekker mogelijk maal voor John koken. In een vlaag van jaloezie zei Pedro: 'In plaats van hem te eten uit te nodigen zou je hem eindelijk eens moeten vertellen dat je niet met hem trouwt omdat je een kind van mij verwacht.'

'Dat kan ik hem niet vertellen, Pedro.'

'O nee? Ben je soms bang het doktertje pijn te doen?'

'Ik ben heus niet bang, maar het zou erg onrechtvaardig zijn John zo te behandelen. Hij verdient al mijn respect en ik moet het juiste moment afwachten om met hem te praten.'

'Als jij het zelf niet doet, dan zal ik het doen.'

'Nee, jij vertelt hem helemaal niets. In de eerste plaats omdat ik het je verbied en in de tweede plaats omdat ik niet zwanger ben.'

'Wat zeg je?'

'Ik dacht dat ik zwanger was, maar ik was alleen maar ontregeld. Nu is alles weer normaal.'

'Dus dat is het! Nu begrijp ik heel goed wat er aan de hand is. Je wilt niet met John praten omdat je twijfelt tussen bij mij blijven en met hem trouwen, nietwaar? Nu ben je niet meer aan mij, een zielige patiënt, gebonden.'

Tita begreep niet wat hem bezielde: hij leek wel een driftig klein kind. Hij praatte alsof hij zijn hele leven ziek zou blijven en zo ernstig was zijn toestand nu ook weer niet; binnenkort zou hij weer helemaal beter zijn. Het moest door het ongeluk komen dat hij zo veranderd was. Misschien zat zijn hoofd vol met de rook van zijn brandwonden en lanceerden zijn geblakerde hersenen deze zwarte gedachten, zoals aangebrand brood een onaangename geur door het hele huis verspreidt. Daardoor kwam het misschien dat hij, terwijl hij anders altijd zo vriendelijk was, nu zulke onuitstaanbare dingen zei. Hoe kon hij in vredesnaam aan haar twijfelen; hoe kon zijn gedrag, dat altijd gekenmerkt was geweest door voorkomendheid jegens anderen, nu ineens helemaal omgeslagen zijn. Boos liep ze de kamer uit, maar voordat ze de deur had dichtgedaan schreeuwde Pedro haar toe dat zij hem geen eten meer hoefde te brengen, dat ze Chencha maar moest sturen, zodat zij alle tijd had om John te zien.

Tita ging woedend naar de keuken om te ontbijten. Dat had ze nog niet gedaan, want voordat ze met haar dagelijkse bezigheden begon, wilde ze altijd eerst Pedro verzorgen. En wat was het resultaat? Dat Pedro in plaats van haar erkentelijk te zijn reageerde zoals daarnet, door haar te kwetsen en onheus te behandelen. Pedro was definitief in een egoïstisch, jaloers monster veranderd.

Ze maakte een paar chilaquiles en ging aan tafel zitten om ze op te eten. Ze at niet graag alleen, maar de laatste tijd moest ze wel. Pedro kon zijn bed niet uit, Rosaura had zich zonder eten op haar kamer opgesloten en wilde er niet uitkomen en Chencha had na de geboorte van haar eerste kind een paar dagen vrij genomen.

De chilaquiles smaakten haar dus niet zo goed als anders: er ontbrak iets aan. Plotseling hoorde ze voetstappen. De deur van de keuken ging open en daar stond Rosaura.

Tita was verrast toen ze haar zag. Ze was net zo slank als voor haar trouwen. Door slechts één week niet te eten! Het leek onmogelijk dat ze dertig kilo was kwijtgeraakt in zeven dagen, maar het was zo. Hetzelfde was gebeurd toen ze naar San Antonio waren verhuisd: ze was daar snel afgevallen, maar zodra ze op de haciënda terug was begon ze weer uit te dijen!

Rosaura kwam met een hooghartig gezicht binnen en ging tegenover Tita zitten. Het uur van de confrontatie met haar zus was aangebroken, maar het zou niet Tita zijn die met ruziemaken begon. Ze trok haar bord naar zich toe, nam een slokje koffie en begon zorgvuldig de randjes van de tortilla's die ze voor de chilaquiles had gebruikt in stukjes te breken.

Ze braken altijd van alle tortilla's die ze aten de randjes af om die aan de kippen te geven. Met hetzelfde doel verkruimelden ze altijd de restjes brood. Rosaura en Tita keken elkaar strak aan en bleven zo zitten totdat Rosaura ten slotte het gesprek begon.

'Ik geloof dat wij eens moeten praten, vind je ook niet?'

'Ja, dat vind ik ook. En ik vind dat al sinds jij met mijn vriendje trouwde.'

'Goed, als je dat wilt beginnen we daar. Jij had tegen de regels in een vriendje. Dat mocht helemaal niet.'

'Van wie mocht dat niet? Van Mama Elena niet of van jou niet?'

'Het was tegen de familietraditie, waarmee jij hebt gebroken.'

'En die ik zolang die traditie geen rekening met mij houdt net zo vaak zal breken als nodig is. Ik had net zoveel recht om te trouwen als jij, en jij had zeker niet het recht tussen twee mensen te gaan staan die veel van elkaar hielden.'

'Nou, maar ook weer niet zóveel. Je hebt gezien hoe snel Pedro jou voor mij inruilde. Ik trouwde met hem omdat hij dat wilde. En als je maar een greintje trots had gehad, had je hem voorgoed uit je hoofd gezet.'

'Nou, voor jouw informatie, hij trouwde alleen met jou om dicht bij mij te kunnen zijn. Hij hield niet van je en dat wist je heel goed.'

'Luister, laten we het niet over het verleden hebben, het interesseert me niet waarom Pedro met me getrouwd is. Hij trouwde met me en daarmee uit. En ik duld niet dat jullie twee de spot met mij drijven, hoor je me! Dat zal ik niet dulden.'

x/8

'Niemand probeert de spot met je te drijven Rosaura. Je begrijpt het niet.'

'O nee? Ik begrijp heel goed wat jij doet wanneer je voor het oog van iedereen van de haciënda aan Pedro's bed gaat zitten huilen en liefdevol zijn hand vasthoudt. Weet je wat je dan doet? Je zet me voor gek! Wat jij hebt gedaan is onvergeeflijk! En luister, het zal mij een zorg zijn of Pedro en jij naar de hel gaan omdat jullie overal in huis stiekem hebben zitten zoenen. Sterker nog, vanaf nu mogen jullie je gang gaan. Zolang niemand het merkt kan het mij niets schelen. Pedro zal het voortaan met een ander moeten doen, want mij zal hij met geen vinger meer aanraken. Ik heb wél mijn waardigheid! Laat hij jou of welke andere meid dan ook voor zijn walgelijke praktijken nemen, maar, begrijp dat goed, hier in huis ben en blijf ik zijn vrouw. En voor de ogen van de buitenwereld ook. Want als iemand jullie ooit samen ziet en ik weer voor schut sta, dan zal het jullie berouwen, dat verzeker ik je!'

Het geschreeuw van Rosaura vermengde zich met het tergende gekrijs van Esperanza. Het kind was al een poosje aan het huilen, maar geleidelijk aan was het gesnik steeds luider geworden en nu was het ondraaglijk. Ze wilde natuurlijk eten. Rosaura stond langzaam op en zei: 'Ik ga mijn kind eten geven. Vanaf nu wil ik niet meer dat jij dat doet, je zou haar nog besmetten. Van jou zou ze alleen een slecht voorbeeld en slechte raad krijgen.'

'Van één ding kun je zeker zijn. Ik zal niet dulden dat je je dochter vergiftigt met de ideeën uit dat zieke hoofd van jou. En ik zal niet toestaan dat je haar leven ruïneert door haar te dwingen zich aan een of andere stomme traditie te houden!'

'O nee? En hoe ga jij dat tegenhouden? Je denkt zeker dat ik je nog de kans geef bij haar in de buurt te komen, nou, vergeet het maar. Heb je ooit gezien dat vrouwen van de straat bij meisjes van fatsoenlijke families gelaten werden?'

'Ga me nu niet vertellen dat je onze familie fatsoenlijk vindt!'

'Mijn gezin is dat zeker. En om dat zo te houden verbied ik je nog in de buurt van mijn dochter te komen. Anders zal ik me genoodzaakt zien je het huis uit te gooien, dat mama per slot van rekening aan mij heeft nagelaten. Begrepen?'

Rosaura liep met de pap die Tita had gemaakt de keuken uit om Esperanza eten te geven. Ze had Tita niet harder kunnen treffen. Ze had haar tot in het diepst van haar ziel gekwetst.

Voor haar was Esperanza één van de belangrijkste dingen op deze wereld. Wat deed dit pijn! Terwijl ze het laatste stukje tortilla dat ze in haar handen had brak, wenste ze vurig "dat haar zus door de aarde zou worden opgeslokt. Dat was het minste wat ze verdiende.

Tijdens de ruzie met Rosaura had ze de stukjes tortilla steeds kleiner gemaakt, zodat er nu alleen nog maar kruimels over waren. Woedend veegde ze de kruimels op een bord en ging naar buiten om ze aan de kippen te geven, zodat ze daarna met de bonen verder zou kunnen gaan. De hele waslijn op de patio hing vol met de helwitte luiers van Esperanza. Het waren schitterende luiers. Alle vrouwen in huis waren middagen lang bezig geweest met het borduren van de randen. Ze wapperden in de wind en leken net schuimende golven. Tita wendde haar blik van de luiers af. Als ze de maaltijd op tijd klaar wilde hebben, moest ze vergeten dat het meisje voor het eerst zonder haar at. Ze ging weer naar de keuken om de bonen verder te bereiden.

Bak de fijngesneden ui in reuzel. Voeg als hij glazig is de gemalen ancho chili's en zout naar smaak toe. Laat dit alles even bakken en doe er dan de bonen, het vlees en de kaantjes bij.

Het was zinloos te proberen Esperanza uit haar hoofd te zetten. Terwijl Tita de bonen overdeed in de braadpan, moest ze denken aan hoe lekker het kind het kooknat van bonen vond. Om haar dat te geven, zette Tita het meisje op schoot, bond haar een groot servet voor en voerde het haar met een zilveren lepeltje. Wat was ze blij geweest toen ze op een dag de lepel tegen het puntje van Esperanza's eerste tand hoorde stoten. Nu kwamen er nog twee tandjes aan. Tita zorgde er altijd voor ze niet te raken wanneer ze Esperanza voerde. Als Rosaura dat ook maar deed! Maar wat wist zij er nu helemaal van! Ze had het nooit eerder gedaan. Ze wist waarschijnlijk ook niet dat ze slablaadjes in haar badje moest doen, zodat ze 's nachts rustig sliep, of hoe ze haar moest aankleden, kussen, liefkozen en in slaap moest wiegen zoals Tita het altijd deed. Tita bedacht dat ze misschien het beste de haciënda kon verlaten. Pedro had haar teleurgesteld en zonder haar kon Rosaura haar leven opnieuw inrichten. Bovendien moest het kind vroeg of laat toch aan haar eigen moeder wennen. Als Tita steeds meer aan het kind gehecht raakte, zou ze net zoveel pijn moeten doorstaan als destijds met Roberto. Het was hopeloos, dit was niet haar gezin en het kind zou haar elk moment kunnen worden afgenomen, net zo gemakkelijk als een steentje uit de bonen verwijderd kan worden. John daarentegen bood haar de kans zelf een gezin te stichten, dat niemand haar zou afnemen. Hij was een fantastische man en hij hield veel van haar. Het zou haar niet moeilijk vallen om, in de loop van de tijd, ook veel om hem te gaan geven. Haar gedachten werden onderbroken door de kippen, die op de patio een enorm spektakel maakten. Het leek alsof ze dol geworden waren of zich verbeeldden kemphanen te zijn. Ze pikten elkaar, vechtend om de laatste stukjes tortilla die nog op de grond lagen. Ze gingen elkaar te lijf en sprongen daarbij fladderend alle kanten op. Eén van hen, de felste van allemaal, pikte als ze de kans kreeg de andere de ogen uit, waardoor de luiers van Esperanza vol bloedspetters kwamen. Hevig geschrokken probeerde Tita een einde aan het gevecht te maken door een emmer water over de kippen heen te gooien. Daarmee bereikte ze slechts dat de kippen nog kwader werden en nog meer lawaai maakten. Ze vormden een kring, waarbinnen ze elkaar in duizelingwekkende vaart achternajoegen. Plotseling zaten de kippen gevangen in de werveling van veren, stof en bloed die ze zelf met hun dwaze geren opwekten en konden ze zich niet meer bevrijden uit deze draaikolk, die steeds sneller en sneller rondcirkelde om ten slotte te veranderen in een machtige tornado die alles op zijn weg meesleurde, te beginnen met de dichtstbijzijnde voorwerpen, in dit geval de luiers van Esperanza aan de waslijn op de patio. Tita probeerde nog een paar luiers te redden, maar toen ze ze wilde grijpen werd ze zelf door de machtige draaikolk meegesleurd. Hij tilde haar een paar meter van de grond, liet haar te midden van de woedend pikkende kippen drie helse rondjes draaien en smeet haar ten slotte aan de andere kant van de patio op de grond, waar ze als een zak aardappelen neerkwam.

Doodsbang bleef Tita plat op haar buik liggen. Ze durfde zich niet te verroeren. Als de draaikolk haar weer zou vangen, liep ze het risico dat de kippen haar een oog uitpikten. De wervelwind van kippen boorde zich in de grond. Er ontstond een diep gat, waarin de meeste kippen voorgoed verdwenen. Ze werden door de aarde verzwolgen. Drie kale, manke kippen overleefden het gevecht. De luiers overleefden het geen van alle.

Tita klopte het stof van zich af en keek om zich heen: er was geen spoor van de kippen. Wat haar het meest zorgen baarde was dat de luiers die ze met zoveel liefde hadden geborduurd verdwenen waren. Ze zouden snel vervangen moeten worden. Nu ja, welbeschouwd was het niet haar probleem; Rosaura had toch gezegd dat ze niet meer in de buurt van Esperanza mocht komen? Dus dan moest zij dit probleem maar oplossen en dan zou Tita haar eigen problemen wel oplossen. Voorlopig was dat slechts dat ze de maaltijd voor John en tante Mary moest afmaken.

Ze ging naar de keuken met het idee de laatste hand te leggen aan de bonen, maar wie schetst haar verbazing toen ze zag dat de bonen, ondanks het feit dat ze al uren op het vuur stonden, nog niet gaar waren.

Er was iets vreemds aan de hand. Tita herinnerde zich dat Nacha altijd zei dat als twee of meer mensen ruziemaakten terwijl ze tamales aan het bereiden waren, deze rauw bleven. Er konden dagen voorbijgaan zonder dat ze gaar werden, want de tamales waren boos. Om hen tevreden te stellen zodat ze wel gaar wilden worden, moest je voor hen zingen. Tita nam aan dat er met de bonen hetzelfde aan de hand was; ze waren immers bij de ruzie tussen haar en Rosaura aanwezig geweest. Er bleef haar dus niets anders over dan te proberen hun gemoedstoestand te veranderen en hen liefdevol toe te zingen. Ze had nog maar weinig tijd om de maaltijd voor de gasten te maken.

Het beste kon ze in haar geheugen zoeken naar een moment waarop ze enorm gelukkig was geweest en dat al zingend opnieuw beleven. Ze sloot haar ogen en zette een wals in met de tekst: 'Ik ben gelukkig sinds ik je zag, ik gaf je mijn liefde en verloor mijn hart...' Al heel snel kwamen de beelden van haar eerste ontmoeting met Pedro in de donkere kamer in haar op. De hartstocht waarmee Pedro haar haar kleren had uitgetrokken, zodat haar huid was gaan branden onder zijn gloeiende handen. Haar bloed kookte in haar aderen. Haar hart bonsde van hartstocht. Geleidelijk was hun wilde passie afgenomen om plaats te maken voor een oneindige tederheid, die hun opgewonden harten tot bedaren wist te brengen.

Terwijl Tita zong stond het water van de bonen enthousiast te koken. De bonen namen het vocht waarin ze zwommen in zich op en zwollen tot ze bijna barstten. Toen Tita haar ogen opendeed en een boon nam om te proeven, stelde ze vast dat de bonen precies goed waren. Nu zou ze nog genoeg tijd hebben om toilet te maken voordat tante Mary kwam. Tevreden met het leven verliet ze de keuken en liep naar haar kamer om zich op te knappen. Allereerst moest ze haar tanden poetsen. Door haar smak in de modder, na de vlucht door de lucht waarin de wervelwind van kippen haar had meegesleurd, zat haar mond vol zand. Ze nam wat tandpoeder en begon grondig haar gebit te poetsen.

Op school had ze geleerd hoe ze dit poeder moest maken. Het wordt bereid door een half onza gezuiverde wijnsteen, een half onza suiker en een half onza zeeschuim te mengen met twee drachmen Florentijnse lis en drakenbloed; maal alle ingrediënten tot poeder en meng ze goed dooreen. Juffrouw Jovita, die drie jaar achtereen Tita's onderwijzeres was geweest, was altijd belast geweest met het maken van het poeder. Ze was een kleine, tengere vrouw. Alle leerlingen herinnerden zich haar later nog, niet zozeer vanwege de kennis die ze hun had overgedragen, maar omdat ze een heel apart mens was. Er werd gezegd dat ze op haar achttiende weduwe was geworden, met een kind. Ze wilde het kind geen stiefvader geven en zo leidde ze, uit vrije wil, een absoluut celibatair leven. Maar goed, niemand weet uiteindelijk in hoeverre ze overtuigd geweest was van deze beslissing of hoezeer ze eronder had geleden, want met de jaren had het arme mens haar verstand verloren. Om slechte gedachten te weren, werkte ze dag en nacht. 'Ledigheid is des duivels oorkussen', was haar lijfspreuk. Ze gunde zichzelf dan ook geen moment rust. Ze ging steeds harder werken en sliep steeds minder. Na verloop van tijd had ze om haar geest tot bedaren te brengen niet meer genoeg aan het werk binnenshuis en ging ze iedere ochtend om vijf uur naar buiten om de stoep te vegen. Haar eigen stoep en die van de buren. Daarna breidde ze langzaam aan haar werkterrein uit tot de vier blokken om haar huis en zo ging ze verder, in crescendo, totdat ze ten slotte voordat ze naar school ging heel Piedras Negras veegde. Soms zaten er nog stukjes vuilnis in haar haar en dan moesten de kinderen hard om haar lachen. Toen ze in de spiegel keek, ontdekte Tita dat haar beeltenis op die van de onderwijzeres leek. Misschien kwam dat slechts door de veren die na de valpartij in haar haren waren blijven hangen, maar Tita huiverde evengoed van afschuw.

Ze wilde in geen geval een nieuwe Jovita worden. Ze schudde de veren uit haar haar, borstelde het stevig en ging naar beneden om John en Mary te ontvangen, die juist arriveerden. Het geblaf van Pulque kondigde hun komst aan.

Tita ontving hen in de salon. Tante Mary was precies zoals ze zich haar had voorgesteld: een vriendelijke oude dame. Ondanks haar hoge leeftijd zag ze er tot in de puntjes verzorgd uit.

Ze droeg een bescheiden hoed met bloemen, in een pasteltint die contrasteerde met het witte haar. Haar handschoenen hadden dezelfde kleur als haar haar, verblindend wit. Bij het lopen steunde ze op een mahoniehouten stok met een zilveren knop in de vorm van een zwaan. Ze had een zeer levendige conversatie. Tante Mary was verrukt van Tita; ze feliciteerde haar neef uitgebreid met zijn goede keuze en Tita met haar perfecte Engels.

Tita verontschuldigde haar zus, die zich niet goed voelde, en ging hen voor naar de eetkamer.

Tante Mary vond de rijst met gebakken banaan heerlijk en prees uitbundig de manier waarop de bonen waren klaargemaakt.

De bonen worden geserveerd met geraspte kaas en gegarneerd met lichtgroene slablaadjes, stukjes avocado, in plakjes gesneden radijs, serrano chili's en olijven.

Johns tante was een heel ander soort eten gewend, maar dat was voor haar geen beletsel om de kookkunst van Tita te kunnen waarderen.

'Mmmm. Het is heerlijk, Tita.'

'Dank u wel.'

'Wat heb jij een geluk, John, vanaf nu zul je goed eten, want om eerlijk te zijn kookt Caty erg slecht. Straks maakt het huwelijk je nog dik.'

John zag dat Tita zich ongemakkelijk voelde.

'Is er iets, Tita?'

'Ja, maar dat kan ik je nu niet vertellen. Je tante zal het niet prettig vinden als we geen Engels praten.'

John antwoordde haar in het Spaans: 'Maak je maar geen zorgen, ze is stokdoof.'

'Hoe kan ze dan zo goed een gesprek voeren?'

'Omdat ze lipleest, maar alleen in het Engels, maak je geen zorgen. Trouwens, als ze aan het eten is, ziet ze niets en niemand meer, dus zeg alsjeblieft wat er is. We hebben nog geen tijd gehad om te praten en de bruiloft is al over een week.'

'John, ik denk dat we de bruiloft beter kunnen afgelasten.'

'Maar waarom?'

'Vraag me niet je dat vandaag uit te leggen.'

Tita, die probeerde ervoor te zorgen dat Johns tante niet in de gaten had dat ze het over een zeer delicate kwestie hadden, glimlachte naar hem. Tante Mary deed hetzelfde, ze zag er stralend gelukkig en vredig uit terwijl ze haar bord bonen at. Het was waar, ze kon niet in het Spaans liplezen. Tita kon zonder gevaar met John praten. John wilde op het onderwerp doorgaan.

'Houd je niet meer van me?'

'Dat weet ik niet.'

Tita vond het heel moeilijk verder te praten toen ze een pijnlijke trek op zijn gezicht zag verschijnen, die hij onmiddellijk probeerde te onderdrukken.

'In de tijd dat jij weg was, heb ik een verhouding gehad met een man op wie ik altijd verliefd ben geweest en toen ben ik mijn maagdelijkheid kwijtgeraakt. Daarom kan ik nu niet meer met je trouwen.'

Na een lange stilte vroeg John haar: 'Ben je verliefder op hem dan op mij?'

'Daar kan ik je geen antwoord op geven, dat weet ik ook niet. Wanneer jij er niet bent, denk ik dat ik van hem houd, maar wanneer ik jou zie, verandert alles. Bij jou voel ik me rustig, veilig, geborgen... maar ik weet het niet, ik weet het echt niet... sorry voor alles wat ik je zeg.'

Er gleden twee tranen over Tita's wangen. Tante Mary nam haar hand en zei diep ontroerd in het Engels: 'Wat is het mooi om een verliefde vrouw te zien huilen van emotie. Ik heb dat ook vaak gedaan toen ik op het punt stond om te trouwen.'

John besefte dat deze woorden een huilbui van Tita zouden kunnen veroorzaken en dat er dan een heel vervelende situatie zou ontstaan.

Hij stak zijn hand uit, nam die van Tita en zei, met een glimlach om zijn tante tevreden te stellen: 'Tita, het kan me niet schelen wat je hebt gedaan. Er zijn dingen in het leven waar je niet te veel belang aan moet hechten als ze de essentie niet veranderen. Wat je me verteld hebt maakt niet dat ik nu anders over je denk en ik zeg nogmaals dat ik heel graag je levensgezel zou willen zijn, maar ik wil dat je er goed over nadenkt of ik daarvoor de juiste man ben. Als je antwoord ja is, dan zullen we over een paar dagen trouwen. Als het nee is, zal ik de eerste zijn die Pedro feliciteert en hem vraagt je de plaats te geven die je verdient.'

Johns woorden verbaasden Tita niet: ze strookten met zijn karakter. Maar wat haar wel verraste was dat hij haarfijn wist dat zijn rivaal Pedro was. Ze had geen rekening gehouden met zijn grote intuïtie.

Tita kon onmogelijk aan tafel blijven zitten. Ze verontschuldigde zich, liep snel naar de patio en huilde totdat ze weer gekalmeerd was. Meteen ging ze terug naar de eetkamer, juist op tijd om het dessert op te dienen. John stond op om haar stoel aan te schuiven en was even beleefd en respectvol als altijd. Hij was werkelijk een bewonderenswaardig man. Wat was hij ineens gegroeid in haar ogen! En wat waren de twijfels gegroeid in haar hoofd! De jasmijnsorbet die ze als dessert opdiende deed haar goed. Hij verfriste haar lichaam en maakte haar hoofd weer helder. Johns tante was helemaal weg van het dessert. Ze had nooit gedacht dat je jasmijn ook kon eten. Geïntrigeerd wilde ze alle details weten om thuis zo'n zelfde sorbet te kunnen maken. Uiterst kalm, zodat tante Mary duidelijk haar lippen kon lezen, gaf Tita haar het recept.

'Maak een tak jasmijn fijn en doe hem in drie cuartillos water met een libra suiker. Meng alles goed, totdat de suiker helemaal is opgelost. Filter het mengsel dan door een fijne doek en zet het in de sorbetière om te laten bevriezen.'

De rest van de avond was erg gezellig. Toen John wegging, gaf hij Tita een handkus en zei: 'Ik wil je niet overhaasten, ik wil je alleen maar verzekeren dat je met mij gelukkig zult zijn.'

'Dat weet ik.'

Natuurlijk wist ze dat. En natuurlijk zou ze dat voor ogen houden als ze haar definitieve beslissing nam, de beslissing die haar hele toekomst zou bepalen.



Wordt vervolgd...



Volgende recept:
gevulde paprika's