De Zwaan
Overal wonen mensen. Ze hebben allemaal hun zorgen. Hun plezier, hun verhalen, hun geliefden. Hun werk, hun geheimen, hun verlangens. Ze zijn allemaal bezig, het leven gaat altijd maar door.
Neem Nuenen.
Brabants dorp onder de rook van Eindhoven. Andere dorpen in de buurt: Gerwen, Nederwetten, Gemert, Mariahout. Vooral Nederwetten trekt, wat een prachtige naam. Maar we blijven in Nuenen.
Nuenen is niet groot. Het centrum bestaat uit een park waar een paar kroegen, de kerk en een oud klooster omheen liggen. De Parkstraat komt erop uit, en halverwege die straat heb je Parkhof – het winkelhart van Nuenen, met the usual suspects: Kruidvat, Marskramer, Bruna, Aldi. Aan de andere kant van het park ligt een straat die Berg heet – daar heeft Vincent van Gogh gewoond en De aardappeleters geschilderd. In het park, tussen de lindebomen, staat een beeld van de schilder. Het lijkt niet, maar waarom zou het?
Gebeurt er ook wat in Nuenen?
Op naar café De Zwaan, hoek Park, Parkstraat en Boordseweg. Bij binnenkomst betaalt de gokkast in de hoek net uit aan een jongen die zo te zien al een tijdje aan het spelen is. Biertje erbij, asbak op een kruk. Heerlijk geluid toch, al die rinkelende munten. Verder is het rustig in De Zwaan, hoewel, achter in de zaak zit een grote groep oude dames.
Koffie, appelgebak.
Achter de bar staat een jongen in een groen T-shirt. Hij heeft zwart haar dat in spikes recht op zijn hoofd staat en draagt een modern brilletje. Meteen maar ter zake komen, lijkt me: ‘Gebeurt er wat in Nuenen?’
De jongen peinst.
Dat is een goed teken. Meestal zegt zo’n barkeeper dat er geen klap gebeurt in het oord waar hij werkzaam is. Ik wil dan altijd meteen vragen waarom hij niet verhuist, maar nu hoeft dat dus niet – lekker.
‘Oké,’ zegt de jongen, ‘sinds een week hebben we eenrichtingsverkeer in de Parkstraat. Ze zijn nu bezig met nieuwe fietsenrekken. Heb je ze gezien? En de oliebollenkraam van Paasbuis is er ook weer. Twee weken geleden speelde Rowwen Hèze hier. En zaterdag is het Prinsenbal in Nederwetten, zondag receptie. Verder hebben we hier allemaal breedband, Ons Net heet dat, razendsnel.’ Hij lacht en tapt, en kijkt verstoord de kant op van de gokkast – die betaalt alweer een stroom euro’s uit. ‘En zondag komt Sinterklaas aan.’
Zo, alles op een rijtje.
Het leven zelf.
Ik bedank de barkeeper en ga bij het raam zitten. Buiten passeert Nuenen zoals het er op een donderdagmiddag in november uitziet. Veel scholieren onderweg naar huis – de modekleur nog steeds roze, tassen onder de snelbinders. Veel auto’s ook, onderweg naar het parkeerterrein van Parkhof, een enkele oude dame achter een looprek, goed ingepakt tegen de kou. Sky Radio brengt intussen de nieuwste Madonna, twee mannen die op De aardappeleters niet zouden misstaan, komen De Zwaan binnen en bestellen luidkeels ‘een bokske’.
Voor de derde keer ratelt de gokkast – de jongen die hem bespeelt, geneert zich nu duidelijk, maar van opgeven wil hij niet weten. Groot gelijk. Je moet ergens beginnen, als je Nuenen wilt ontvluchten. Als je dat al zou willen, natuurlijk, want er is niets tegen Nuenen.