.2.

Die zaterdag gingen Hanneke en Steven aan het eind van de ochtend Sanne halen. Meestal deed één van hen dat, terwijl de ander de weekboodschappen haalde, maar deze keer gingen ze samen.

Hanneke had een grote tas bij zich met schone was voor Sanne. Wasgoed was er altijd. Sanne werd soms wel drie keer op een dag verschoond. Hanneke had ervoor gekozen de was van Sanne zelf te blijven doen. Ze deed het graag, en zo wist ze zeker dat er niets zoekraakte bij de wasserij.

Steven parkeerde de auto bij De Roos, de afdeling waar Sanne verbleef. Daarna liepen ze samen naar binnen.

Ze liepen eerst langs het 'aquarium', zoals de rechthoekige verpleegunit met haar glazen ramen genoemd werd.

Daar zat Arjen de rapportage bij te werken. Hij stond op toen hij Hanneke en Steven zag aankomen en begroette hen vriendelijk.

'Gefeliciteerd met je nieuwe baan. Fijn voor jou, maar jammer voor Sanne en voor ons,' zei Steven.

'Tja, ik ben er zelf ook een beetje dubbel in,' zei Arjen. 'Enerzijds ben ik natuurlijk blij dat ik aangenomen ben in Woerden. Niet alleen omdat ik dan hogerop kan en weer een andere kant van mezelf kan ontwikkelen, maar mijn vriendin woont daar ook, en we zijn eraan toe te gaan samenwonen. Maar anderzijds voelt het ook alsof ik de boel hier een beetje in de steek laat.'

'Wanneer wordt de sollicitatieprocedure gestart?' vroeg Hanneke. "Vanmorgen stond de advertentie in de krant. Heb je die niet gezien?'

Hanneke schudde haar hoofd. 'Nee, ik heb de krant nog niet gelezen. We hebben vanmorgen uitgebreid zitten ontbijten met de meiden. Aafke is gisteravond al gekomen en is dit weekend ook thuis. En daarna zijn we de weekboodschappen gaan doen.'

'Nu ik je toch zie, we wilden je vragen of je in de sollicitatiecommissie zitting wilt nemen. Als vertegenwoordiger van de cliënten,' zei Arjen.

Hanneke fronste haar wenkbrauwen. Arjens vraag overviel haar een beetje. Ze dacht even na en zei toen: 'Dat wil ik wel. Wat wordt er dan van mij verwacht?

'Er komen twee commissies: eentje namens het personeel, waar Jolanda als leidinggevende, Sjors namens het team en ook nog iemand van Personeelszaken in zitten, en eentje namens de cliënten en hun vertegenwoordigers. Daarin zitten ook drie mensen: Bart, de voorzitter van de bewonersraad, Tineke, de moeder van Kees, en jij dan.'

'En wanneer zijn de sollicitatiegesprekken?' vroeg Hanneke.

'De gesprekken zijn op donderdag 17 april, waarschijnlijk 's middags. De kandidaten hebben dan eerst een gesprek met Jolanda, Sjors en Personeelszaken, en meteen daarna met jullie.'

'Oké.'

Steven zag aan Hannekes gezicht dat ze in gedachten al bezig was met de gesprekken. Hij lachte. Dit was typisch Hanneke.

'Dan zal ik wel contact zoeken met Bart om de gesprekken voor te bereiden. Ik heb al wel een idee over de vragen die ik wil stellen,' zei Hanneke.

Arjen lachte. 'Dat dachten we al. Daarom wilden we jou hebben,' zei hij.

Hanneke fronste haar wenkbrauwen. 'Ik kwam met een heel vervelend gevoel terug van de zorgplanbespreking woensdag,' begon ze toen. Ze keek naar Steven, die haar bemoedigend toeknikte.

'O?' vroeg Arjen. 'Waardoor?'

'Ik heb me eraan zitten storen dat het nauwelijks over Sanne ging, maar meer over jullie klachten over de nieuwe methodiek en het werk dat die meebracht. Maar ik heb me er nog meer aan gestoord dat bij de vraag wie er na jou pb'er van Sanne moet worden, het alleen maar ging over de vraag wie er ruimte had, en niet over de vraag wie het meest betrokken is bij Sanne. En daar werd ik steeds bozer over. Ik had dat natuurlijk beter meteen kunnen zeggen in plaats van met een boos gevoel naar huis te gaan.'

Arjen knikte. 'Ik zou in jouw plaats ook boos geweest zijn. Maar de vraag naar ruimte is helaas net zo legitiem. Er zijn maar een paar pb'ers in ons team, en we moeten daarin niet alleen kijken naar het aantal bewoners per pb'er, maar ook naar de zwaarte van de verschillende bewoners. Kijk, jullie zijn vaak hier en jullie zijn nauw betrokken bij de zorg rondom Sanne, maar er zijn ook bewoners die nauwelijks familie hebben of van wie de familie te ver weg woont om er nauw bij betrokken te zijn. Zulke bewoners leggen een grotere druk op een pb'er. '

'Dat weet ik wel,' zei Hanneke, 'maar dan nog ken jij Sanne goed genoeg om te weten dat zij sterk kan reageren op sommige mensen en dat ze supergevoelig is voor de manier waarop ze benaderd wordt. Jij voelt dat goed aan, maar we merken regelmatig dat niet iedereen dat blijkbaar aanvoelt. Zo'n fingerspitzengefühl heb je of dat heb je niet. Bijvoorbeeld wanneer ze naar de tandarts moet.

Dat is altijd heel ingrijpend voor Sanne. Wij hebben dan het liefst dat jij meegaat, want jij bent in staat haar het rustigst te houden. En dat zouden we ook graag zien bij een nieuwe pb'er. Houden jullie ook daar rekening mee bij het kiezen van jouw opvolger?'

Arjen knikte. 'Natuurlijk nemen we dat soort dingen ook mee. Alleen zijn dat pas doorslaggevende dingen als de keuze gaat tussen twee mensen. Bij een tandartsbezoek is het bijvoorbeeld niet per se noodzakelijk dat de pb'er meegaat. Wel houden we rekening met het plannen van een afspraak met de tandarts dat er dan iemand dienst heeft die Sanne begrijpt en rustig kan krijgen.

Maar we kunnen dat niet als prioriteit nemen bij het verdelen van het pb'erschap. Want dan zou telkens bij de komst van een nieuwe bewoner of het vertrek van een personeelslid alles omgegooid moeten worden, en dat geeft dan bij iedereen onrust, niet alleen onder de cliënten, maar ook onder het personeel. En dat willen we niet. Begrijp je?'

Hanneke keek naar Steven.

Die knikte.

'Oké, ik begrijp het,' zei ze toen. 'Bedankt voor je uitleg. Waar is Sanne?'

'Sanne is nog even met de groep naar de grote zaal. Joop is vandaag zestig geworden, en zijn familie heeft een artiest uitgenodigd om dat hier met Joop te vieren. Gaan jullie haar zelf halen of zal ik het doen?' 'Nee, we gaan zelf wel. Dan kunnen wij Joop ook nog even feliciteren, ' zei Hanneke. 'Ik leg eerst de schone was weg en haal de vuile, en dan gaan we Sanne halen. We nemen haar dan meteen mee. We komen hier dus niet meer terug. Heb je haar medibox klaar?'

Arjen pakte de weekendbox met de medicijnen van Sanne en gaf die aan Hanneke. Die stak hem in haar handtas.

'Rustige dienst verder, en tot ziens,' zeiden Steven en Hanneke, en daarna liepen ze gearmd naar de afdeling en vervolgens naar de grote zaal.

Daar was het een gezellige drukte. De artiest op het geïmproviseerde podium zong liedje na liedje en stimuleerde de aanwezigen om mee te zingen. De bewoners zaten kriskras door de zaal, met daartussen personeel en vrijwilligers. De familie van Joop liep heen en weer met drankjes en hapjes, en de jarige zat op de voorste rij te stralen. Hij keek breed grijnzend om zich heen, alsof hij wilde zeggen: jullie zien toch wel dat ik het feestvarken ben?

Hanneke en Steven feliciteerden hem en zochten daarna de zaal af naar Sanne. Die zat wat achterin, op haar gebruikelijke manier heen en weer wiegend in haar rolstoel, volledig opgaand in haar eigen wereldje. Pas toen Hanneke vlak bij haar neerhurkte, liet ze een brede glimlach zien.

Hanneke knuffelde haar dochter. 'Dag, Sanne. Mooie muziek, hè?'

'Mooi! Siek!' zei Sanne. Ze ging door met wiegen.

Ook Steven hurkte neer en gaf zijn dochter een kus en een aai over haar bol. 'Hé, stoere dochter van me.'

'Ga je mee naar Aafke en Lobke?' vroeg Hanneke aan Sanne.

Het gewieg werd heviger. 'Ja, huis! Aafke! Lobke!'

'Nou, zo te zien is ze helder vandaag,' zei Hanneke. 'Fijn.'

Ze deden de rolstoel van de rem, hielpen Sanne in haar jas, zwaaiden naar iedereen en liepen toen naar de auto. Hanneke hielp Sanne op de achterbank, terwijl Steven de rolstoel opvouwde en in de achterbak deed.

Sanne zat weer heen en weer te wiegen. 'Ja, huis!' Haar enthousiasme deed Hanneke glimlachen.

Thuis stonden Aafke en Lobke hen op te wachten. Kleine stukjes kon Sanne nog wel zelf lopen, en tussen haar zussen in liep ze naar binnen. Aafke had al koffiegezet.

Eenmaal binnen liep Sanne meteen naar haar speelhoek. Haar favoriete speelgoed was een Nijntje computer. Daar kon ze een tijd lang mee zitten spelen. Ze ging zitten, zette de computer aan en ging mee zitten hummen en wiegen met de muziek.

Aafke schonk koffie in en serveerde daar de appelkruimeltaart bij die ze 's morgens had gebakken.

'Heb je het nog gezegd op De Roos, dat je zo boos was?' vroeg Aafke. Ze had het hele verhaal gisteravond gehoord.

'Ja. Arjen werkte vandaag, en hij had zelfs begrip voor mijn boosheid,' zei Hanneke. 'En ze hebben me gevraagd voor de sollicitatiecommissie. Dus ik mag meedenken en meepraten over zijn opvolger.'

'Of opvolgster,' zei Lobke droog.

'Of opvolgster,' beaamde Hanneke. 'Al reageert Sanne beter op mannen.'

'Tss, zo jong nog, en dan al een mannenverslindster,' grapte Aafke. 'Pas maar op, Lobke. Voordat je het weet, kaapt ze je vriendjes onder je neus weg.'

Lobke sloot haar ogen en haalde nuffig haar neus op. 'Puh, pas jij maar op. Ik durf mijn vriendjes tenminste nog mee naar huis te nemen. Dat kan ik van jou niet zeggen.'

'Nee, natuurlijk niet. Ik zou wel gek zijn, met twee van die knappe zussen thuis. Die mannen zien mij dan nooit meer staan,' diende Aafke haar zus van repliek.

Hanneke lachte. Dergelijke humor had hen soms door moeilijke tijden heen geholpen, en vooral Aafke was er een ster in. Ondanks de handicap van Sanne waren Aafke en Lobke allebei gek op hun zus. En zij op hen. Dat zag je maar weer vanmorgen aan Sannes reactie.

Dank U, Heer, bad Hanneke in stilte, voor drie prachtige meiden.

Ik voel me een gezegend mens.

De dag verliep verder rustig.

's Middags ging Hanneke met Sanne in de rolstoel naar de zaterdagse groentemarkt, maar ze was algauw terug. 'Hè, niks lekker met af en toe die regen buiten, ' zei ze.

Sanne dook meteen weer in haar speelhoek. Deze keer ging ze aan de slag met het knikkerspel dat Steven eens in een creatieve bui gemaakt had. Ze kon eindeloos kijken naar de kleurige knikkers die van boven 'naar beneden rolden.

Aafke en Lobke waren boven, en Steven deed wat klusjes in de schuur.

Hanneke belde even naar haar zus Els. Die had een bruidswinkel, waar Hanneke op dinsdag en donderdag hielp. Er werd weer vaker getrouwd de laatste jaren, helemaal in stijl, en de zaak liep goed. 'Hé zus, met mij. Hoe is het? ... Hé, moet je horen. Ik kan op donderdag 17 april niet komen werken, want dan heb ik wat sollicitatiegesprekken. ... Nee, niet voor mijzelf, maar ik ben gevraagd voor een sollicitatiecommissie als vertegenwoordiger van Sanne, want Arjen gaat weg. ... Ja, wij vinden het ook heel jammer. Maar daarom kan ik die donderdag niet. ... De zeventiende.

Zal ik dan die vrijdag komen in plaats van donderdag? ... Dat is goed. Dan noteer ik dat. Verder alles goed bij jullie?... Hier ook.

De meisjes zijn alle drie thuis dit weekend. Gezellig. Hé, Sanne huilt. Ik hang gauw op. ...Ja, jij ook, de groeten aan Ton. Tot dinsdag.'

Hanneke gooide de hoorn op de haak en liep snel op Sanne af, die klagend huilde. 'Wat is er, schat?'

Sanne jammerde: 'Au! Au!' Ze hield haar beide handen stevig tegen zich aan gedrukt en kromde haar schouders.

Het kostte Hanneke enige moeite Sannes handen los te wringen. Toen zag ze het: er zat bloed aan een van de handen van Sanne.

Ze nam haar mee naar de keuken en waste het bloed van de hand.

Het bleek een klein wondje, en een pleister erop was voldoende om het bloeden te laten stoppen. Sanne bleef echter nog lang van streek. Pijn en bloed waren dingen waarmee ze moeilijk kon omgaan, en waardoor ze snel in paniek raakte.

Daarna ging Hanneke op zoek naar de oorzaak van het wondje.

Ze vond die aan de rand van het knikkerspel, waar een van de knikkerbanen losgelaten had. Er stak een spijkertje uit. Sanne was in haar enthousiasme wellicht wat te ruw te werk gegaan en had er daarna haar vinger aan opengehaald.

Hanneke bracht het knikkerspel naar de schuur. 'Hier, nog een klusje,' zei ze tegen Steven. 'Kom je zo koffiedrinken?'

'Ik kom zo. Ik ben bijna klaar,' zei Steven.

Hanneke liep terug naar de keuken en zette het koffiezetapparaat aan.

Ook Aafke en Lobke kwamen naar beneden. Zij stoeiden en knuffelden een poosje met Sanne, die daar zichtbaar van genoot en daarmee het verdriet van het wondje weer leek te vergeten.

Hanneke keek vertederd naar Sanne. Hè, was al haar verdriet maar zo makkelijk op te lossen als deze keer.


's Avonds op bed lagen Steven en Hanneke nog wat na te praten over de dag.

'Ik schrik er altijd weer van wanneer ik zie hoe Sanne reageert op pijn en bloed, al is het nog zo weinig,' zei Hanneke. 'Bij de andere meisjes was in zo'n geval een kusje erop vaak voldoende, maar bij Sanne werkt dat niet. Die lijkt dan helemaal in paniek te raken. Lastig, hoor, niet alleen voor ons, maar vooral voor haarzelf. Je zou alles willen doen om te voorkomen dat ze zich bezeert, maar dat lukt helaas niet altijd.'

'Nee,' zei Steven, 'pijn hoort om een of andere rare reden bij het leven, ook voor Sanne. Het willen voorkomen is niet verstandig. We kunnen beter zoeken naar andere manieren waarop ze ermee kan omgaan.'

'Wat ben je toch een wijze man,' was Hannekes reactie.

Steven gaapte. 'Niet alleen een wijze man, maar ook een slaperige.' Hij kuste zijn vrouw zacht op haar lippen. 'Welterusten, schat.'

Even later was huize Schrijver in diepe rust.