18.00 uur

Nu mam nog bewerken

Toen Peggy thuiskwam, was haar moeder aan de telefoon. Haar moeder gebaarde dat ze Peggy's vader aan de lijn had en hervatte het gesprek.

Peggy liep de trap op naar haar kamer. Ze pakte een pen en een schrijfblok en ging aan haar bureau zitten. Ze hoopte dat Jade niet al te laat kwam en dat haar vriendin een paar goede ideeën had. Nu ze Scott en Steve had wijsgemaakt dat haar feest bijzonder zou worden, moest ze wel met iets speciaals op de proppen komen.

Nadat ze een tijdje voor zich uit had zitten staren zonder dat ze een idee kreeg, stond Peggy op, schopte haar schoenen uit en plofte op haar bed. Steve was echt cool! Peggy probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn om met hem te zoenen. Ze deed haar ogen dicht en tuitte haar lippen. Ineens vlogen haar ogen weer open. Wacht eens, ze was toch gek van Scott? Peggy stelde zich vlug voor hoe Scotts handen over haar rug gleden en begon net vlinders in haar buik te voelen, toen het haar te binnen schoot dat ze haar moeder nog moest bewerken.

Ze sprong van haar bed en denderde de trap af. Haar moeder was nog steeds aan het telefoneren.

„Ik moet zaterdag echt iets opvallends aan," hoorde Peggy haar moeder zeggen. „Ik kan het nu toch niet af laten weten? Ja, natuurlijk is het belangrijk! Voor mij tenminste wel."

O nee, dacht Peggy geschrokken. Haar moeder was toch niet van plan erbij te komen zitten? Iedereen weet dat ouders niet op het feest van hun kinderen horen. Ze gaan bij de buren op bezoek of op hun slaapkamer tv kijken. Ze stellen zich in elk geval niet aan door de coole ouder uit te hangen. Peggy liep de keuken in op het moment dat haar moeder de verbinding verbrak.

„Eh... mam?" zei ze aarzelend. „Je blijft er zaterdag toch niet bij op mijn feest? Ik bedoel, je blijft er toch niet echt bij?"

Haar moeder liep naar de koelkast en haalde er een zakje met drie hamburgers uit. „Nee hoor, ik ben er niet bij." Ze begon de hamburgers uit de verpakking te halen.

Halleluja! dacht Peggy opgelucht.

„Want ik geloof dat je iets te hard van stapel loopt," ging haar moeder verder. „Er is absoluut geen sprake van dat jij zaterdag een feest geeft."

Peggy's hart stond stil. Ze staarde haar moeder geschokt aan. Geen feest? Dat kon niet. Ze had overal al lopen rondbazuinen dat ze een feest zou geven. Haar vader had gezegd dat het goed was. Wat bezielde haar moeder?

„Maar mam, ik ben zaterdag jarig," protesteerde ze.

„Dat weet ik, schat." Jennifer Vine had alleen helemaal niet meer aan Peggy's verjaardag gedacht. Die was haar pas weer te binnen geschoten toen ze die ochtend Peggy's lijstjes had bestudeerd. „En natuurlijk krijg je een cadeau. Ik zal een taart bakken en zondag gaan we gezellig met z'n drieën uit eten bij Bella Pasta..."

Peggy hapte naar adem. Dit was niet te geloven! Haar moeder dacht toch zeker niet dat ze haar verjaardag ging vieren met een stuk taart en een bord macaroni?

„Mam! Ik ben geen klein kind meer. Ik ga mijn verjaardag echt niet met mijn ouders vieren. Alsjeblieft, hé!"

Peggy's moeder trok een wenkbrauw op.

„Dit kun je me niet aandoen! En trouwens, pap heeft allang gezegd dat het goed was! Van hem mocht ik iedereen vragen. Hij heeft het BELOOFD!"

„O, is dat zo?"

„Ja, dat is zo," zei Peggy woest. „Hij zei nog dat het een bijzondere dag was en dat hij er heel veel zin in had."

Haar moeder zuchtte. „Je kent je vader toch? Hij leeft in zijn eigen wereld. Jullie hadden het allebei over iets anders. Zaterdag is de herdenking van de Slag bij Dunchester. Die wordt door een groep mensen nagespeeld en je vader heeft de leiding. Hij dacht zeker dat je daar al je vrienden en vriendinnen mee naartoe wilde nemen."

Peggy staarde haar moeder aan. De moed zakte haar in de schoenen. Haar vader kon toch niet zo stom zijn te geloven dat ze haar vrienden wilde meenemen naar een of ander stom toneelstuk?

Plotseling kreeg ze een idee. „Nou, dat is mooi," zei ze.

„Als pap de hele dag soldaatje gaat spelen, kan ik best een feest geven."

Haar moeder zuchtte. „Kan het je dan echt niet schelen wat er om je heen gebeurt? Ik doe nog wel zo mijn best om je een beetje besef van de problemen in de wereld bij te brengen."

En ik probeer je mijn problemen bij te brengen, dacht Peggy boos. Al schiet ik er niets mee op.

„We hebben het al weken geleden over die demonstratie gehad," ging haar moeder door. „De gemeente wil een mega-supermarkt bouwen hier in de wijk. Als dat plan doorgaat, moet er een aantal huizen en gebouwen worden gesloopt."

„Nou en?"

„Dat zou betekenen dat we het buurthuis kwijtraken en het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal, alles."

„O o, wat een ramp!" zei Peggy sarcastisch.

„Inderdaad," zei haar moeder fel. „Voor veel ouders en hun kinderen is dat een ramp. Niet iedereen woont in een groot huis met een tuin, zoals wij. Dat buurthuis is een uitkomst voor een heleboel mensen."

Peggy trok een wenkbrauw op.

„En aanstaande zaterdag staat er een demonstratie gepland op het sportveld. Er worden een heleboel mensen verwacht: ouders, bestuur, leerkrachten, iedereen. En we hebben ook al een strijdkreet bedacht: 'In 1642 heeft Dunchester verloren - de slag om het buurthuis gaan we WINNEN!' Goed, hè?"

„Nou! Hoe kóm je erop?" mompelde Peggy.

„We moeten vechten," zei haar moeder strijdlustig. „De kinderen in onze wijk hebben recht op een toekomst."

En hoe zit het dan met mijn toekomst? dacht Peggy nijdig. „Maar mijn feest is 's avonds, na die demonstratie en zo," protesteerde ze. „Ik doe zelf de boodschappen, en ik zal na afloop de kamer opruimen." Het was Peggy te binnen geschoten dat haar moeder daar misschien over in zat. „Echt mam, je hoeft helemaal niks te doen."

Haar moeder schudde haar hoofd. „Het kan niet, want als ik klaar ben met mijn toespraak tijdens de bijeenkomst..."

„Ga je een toespraak houden?" Het idee dat allebei haar ouders zich zaterdag in het openbaar belachelijk gingen maken, bezorgde Peggy kippenvel.

Haar moeder knikte enthousiast. „Ja, en het journaal komt opnames maken."

Zeg dat het niet waar is, dacht Peggy wanhopig.

„En 's avonds is er een diner, en raad eens?"

Peggy zuchtte. „Je gaat tapdansen op tafel, tussen de soep en het hoofdgerecht in."

Haar moeder negeerde die opmerking. „Tim Renfrew, de wethouder, komt. En ik zit naast hem."

„O, geweldig," barstte Peggy los. „Ik snap het al. Een duffe demonstratie en een saaie wethouder zijn belangrijker dan mijn verjaardag. Leuk is dat." Ze begon zachtjes te huilen. „Ik durf te wedden dat je zoiets vroeger met de jongens nooit hebt gedaan. Zij hadden vast en zeker wél feestjes met hun verjaardag. Maar ik ben niet belangrijk genoeg."

Haar moeder keek haar geschrokken aan. „Schat, dat is helemaal niet waar. Natuurlijk ben jij belangrijk. Maar zeg nou zelf, veertien is toch niet echt heel speciaal, zoals tien of achttien."

„Ik vind het wel speciaal," snikte Peggy.

„En weet je, als ik de wethouder op mijn hand krijg, zouden we de zaak kunnen winnen," ging haar moeder bevlogen door.

„Wat kan mij dat schelen," jammerde Peggy.

Haar moeder zuchtte. „Weet je wat, nodig zaterdagavond Cleo en Tansy uit, en dat aardige nieuwe meisje, hoe heet ze ook weer... Jane?"

„Jade."

„Jade, ja. Vraag of ze een videofilm komen kijken. Dan zal ik pizza laten komen. Lijkt je dat niet gezellig?" Haar moeder keek haar dochter hoopvol aan.

Peggy draaide zich om. De tranen stroomden over haar wangen. „Ja, heel gezellig. Dat deden we al toen ik tien werd, mam. Ik wil geen videofilm. Ze zien me aankomen. Ze lachen me allemaal uit..."

„Allemaal?" Haar moeders ogen vernauwden zich tot spleetjes. „Je denkt toch zeker niet dat ik de halve school hier over de vloer wil hebben als je vader en ik er niet zijn!"

„De halve school... doe niet zo stom. Ik heb niet eens de hele klas gevraagd!"

Haar moeder schudde vastberaden haar hoofd. „Het spijt me, Peggy, er komt niets van in. Ik moet er niet aan denken wat er kan gebeuren met een huis vol pubers. Dat wordt natuurlijk één grote bende!"

„Ik ben geen klein kind meer!" schreeuwde Peggy opeens woedend. „En waarom zouden we er een bende van maken? Jij hebt er vroeger zeker zelf een puinhoop van gemaakt en dat reageer je nu op mij af!"

„Ik ga hier niet over in discussie." Haar moeder gebaarde met haar hand ten teken dat het onderwerp gesloten was. „Jij en drie vriendinnen en anders niet."

„Ik ga af voor de hele school," schreeuwde Peggy. „Doe niet zo stom, mam! Vertrouw je me soms niet?"

Haar moeder antwoordde niet. Ze leek even na te denken. Peggy zag haar kans schoon. „Of ben ik je soms tot last? Je had zeker liever gehad dat ik nooit geboren was, hè?"

Het gezicht van haar moeder werd een beetje rood.

„Je geeft meer om de kinderen in het buurthuis dan om mij," draafde Peggy door. „Je vertelt altijd overal dat ik een nakomertje ben en dat ik niet gepland was. Je hebt alleen maar last van me."

Haar moeder perste haar lippen op elkaar. Peggy's woede-uitbarsting leek haar een beetje van haar stuk te brengen.

„Natuurlijk niet, schat," mompelde ze. „Ach, nou ja, dat feest... Misschien als je..."

Peggy hield haar adem in.

Op dat moment ging de voordeurbel. Haar moeder stond op en liep naar de hal om open te doen.

„O, hallo. Jade is het, hè? Kom binnen." Aan haar stem kon Peggy horen dat haar moeder vond dat Jade niet hoefde te weten dat ze midden in een enorme ruzie zaten. Een paar tellen later kwamen ze de keuken in.

„Hoi," begroette Jade haar vriendin. „En? Viel het nablijven mee?"

Peggy gebaarde wild dat Jade haar mond moest houden, maar het was al te laat.

„Nablijven?" Met een ruk draaide haar moeder zich om. „En je zei dat je volleybaltraining had! Zie je wel dat ik je niet kan vertrouwen? Dat feest kun je wel vergeten. Een videofilm of anders niets. En daar mag je nog blij mee zijn."

Jades adem stokte en ze wierp Peggy een verontschuldigende blik toe. Maar het kon Peggy niets meer schelen. Haar reputatie was voor altijd verpest. Ze kon het wel vergeten op school.

„Dat kun je me niet aandoen!" siste ze tegen haar moeder. „Ik haat je, ik haat je!"

Haar moeder antwoordde niet. Ze haalde alleen haar schouders op, pakte haar autosleutels en verliet de kamer.

„Nou, je wordt bedankt," zei Peggy kwaad tegen haar vriendin. „Je hebt net mijn verjaardag verpest, en waarschijnlijk m'n hele leven. Ik hoop dat je tevréden bent."