Gevangene van de waanzin
Ik kon niet erg lang bewusteloos zijn geweest, maar in de tijd
die het me had gekost om de trap op te komen naar grootma Hudsons
kamer, was Victoria door de tunnel van illusie teruggereisd die ze
voor zichzelf had gecreëerd. Ze was naar haar fantasieafspraak
gegaan en weer teruggekomen. Ik deed mijn ogen open en zag haar
over me heen gebogen staan.
Ze glimlachte.
'Hel verbaast me niks je hier te vinden. Zodra ik je rolstoel
beneden zag wist ik watje had gedaan. Natuurlijk wil je dichtbij
haar zijn. Natuurlijk wil je hier zijn. wat dom van me dat ik dat
niet onmiddellijk begrepen heb,' zei ze.
Ik ging rechtop zitten en keek weer naar de pruik en de
pruikenkop.
'Wat is dat?' vroeg ik.
'Ssst,' zei ze. 'Ze slaapt. Jij zult ook wel moe zijn. Wat een
inspanning moet het zijn geweest om boven te komen. we zijn
allemaal trots op je, trots dat je eindelijk hebt besloten samen
met de rest van ons wat pijn en ongemak te lijden.'
ik wil weg.' kermde ik. 'Help me alsjeblieft om weg te komen.
Je mag alles hebben, alles. Ik zal elk papier tekenen, watje maar
wilt, maar laat me vanavond het huis uit.'
'Doe niet zo mal,' zei ze berispend. 'Vooral nu we zo goed met
elkaar kunnen opschieten.'
'Wc kunnen niet goed met elkaar opschieten! Houd daar toch mee
op!'
'O, je moet niet zo schreeuwen, Megan. Je maakt haar wakker,'
ging ze fluisterend verder.
ik ben Megan niet. Ik ben Rain, en je doet gek. Je ziet er
belachelijk uit met die make-up en dat geverfde haar. En er is
niemand om wakker te maken. Grootma Hudson is dood, dood! En help
me nu opstaan en weggaan, anders vertel ik alles aan mijn advocaat.
Begrepen?' dreigde ik.
Ze staarde me strak aan en schudde langzaam haar hoofd.
'En ik dacht nog wel datje vooruitging en niet langer zo'n
verwend nest was. Wat een afschuwelijke teleurstelling.'
Ze draaide zich om en wilde weggaan.
'Waag het niet de kamer uit te gaan.' gilde ik.
Ze draaide zich weer naar me om. 'Misschien gedraag je je wat
beter als je een nacht goed geslapen hebt.' zei ze. 'O,' vervolgde
ze glimlachend, 'ik heb een heerlijke avond gehad met Grant."
'Je was niet met Grant. Je zult nooit met Grant zijn!' gilde
ik toen ze de deur langzaam sloot en het licht uitdeed. 'Tante
Victoria!'
Haar hakken klikten weg.
Ik draaide me om en zocht tastend naar de telefoon, maar toen
ik de hoorn opnam hoorde ik alleen maar stilte. Geen lijn. Waarom
had ze deze telefoon laten afsluiten ? Dacht ze soms dat grootma
Hudson hem zou gebruiken?
Waanzin. Ik verdrink nog in haar waanzin, dacht ik in
paniek.
Ik smeet de telefoon van het nachtkastje en hoorde hem met een
plof op de grond terechtkomen.
Had ik de kracht om naar beneden te gaan? En wat moest ik doen
als ik daar was?
Kreunend liet ik mijn hoofd op het kussen vallen. Wat had ik
gedaan? Ik had mijn rolstoel in de steek gelaten, de enige manier
om me te kunnen bewegen, en ik had me nog dieper in de put gewerkt,
als iemand in een dwangbuis, ik kronkelde en draaide zodat die nog
strakker leek te zitten, tot ik me nauwelijks meer kon
bewegen.
Ik sliep de rest van de nacht. Zodra ik wakker werd had ik de
neiging om over te geven. De ene na de andere golf van
misselijkheid belette me mijn hoofd van het kussen te lillen. Ik
haalde diep adem en probeerde kalm te blijven. Wat gebeurde er met
me? Was het een gevolg van mijn grote krachtsinspanning gisteren?
Ik voelde nog
steeds een dof kloppen in mijn lichaam.
Toen ik me een beetje naar links draaide, tintelden mijn
tepels en ik voelde een lichte pijn in mijn borsten. Hoe kwam dat?
Een afschuwelijke angst schoot in me omhoog als het kwik in een
thermometerdie in heet water wordt gelegd. Ik schudde mijn hoofd,
alsof ik daarmee de mogelijkheid kon ontkennen, maar het drong tot
me door ^ ik had er niet erg veel aandacht aan besteed, omdat ik
zoveel andere lichamelijke zorgen had - dat het al een tijd geleden
was dat ik voor het laatst ongesteld was geweest.
Het besef trof me als een vuistslag in mijn maag en toen kon
ik me niet langer bedwingen. Ik leunde over de zijkant van het bed
en gaf over. Terwijl ik dat deed gilde ik om Victoria, om iémand.
Telkens als het overgeven even stopte, gilde ik weer, en eindelijk
kwam ze naar de deur.
Ze had een radicale verandering ondergaan, er was een
hemelsbreed verschil zoals ze er gisteren had uitgezien en zoals ze
er nu uitzag. Alsof ze ontwaakt was uit een droom, was gestopt met
slaapwandelen of uit een coma bijgekomen: ze was weer de bekende
Victoria, althans zo zag ze er weer uit. Ze droeg een van haar
mantelpakken, haar haar was keurig geborsteld, de make-up
verdwenen, ook de lippenstift. Ze stond in de deuropening en keek
naar me met een blik vol walging die als een luchtbel uit haar
benige gezicht leek op te stijgen.
Die waanzinnige geest van haar was weer terug in het heden,
dacht ik. Hoopte ik.
'Wat doe je?' vroeg ze.
'Wat ik doe? Ik ben misselijk,' zei ik. 'Hoe kon je me zo
achterlaten?'
'Je bent walgelijk,' zei ze en liep naar de badkamer, waar ze
een handdoek van het rek haalde die ze, toen ze terugkwam, over de
vieze troep gooide.
'Je moet een ambulance bellen en me naar het ziekenhuis
brengen,' zei ik.
Ze staarde op me neer en schudde haar hoofd.
'Jij moet altijd van alles een drama maken, hè? Alles moet bij
jou altijd een Oscarvoorstelling zijn. Je wilt altijd in het
middelpunt van
de aandacht staan. Zelfs nu nog, zelfs vandaag.'
'Wat? Vandaag? Wat bedoel je?'
Was ze toch niet zichzelf? Hoe kon ik dat weten door alleen
maar naar haar te kijken? Waar had ze het nu weer over?
'Je weet dat dit een grote dag voor me is. Ik heb misschien
wel de grootste transactie afgesloten die onze zaak ooit heeft
gekend. Wat zal vader trots zijn. Je bent bang dat jij in mijn
schaduw zult staan, hè?'
'Tante Victoria, alsjeblieft, kijk nou eens goed naar me. Ik
ben Rain. Ik ben ziek. Ik denk... dat ik misschien zwanger ben,'
bekende ik, en verwachtte een tirade over Austin de fortuinjager,
die me met opzet zwanger had gemaakt om mijn geld in handen
te krijgen.
Ze hief haar hoofd op en perste haar lippen op elkaar. Haar
ogen leken te verduisteren en toen op te lichten, alsof kleine
gloeilampjes erachter aan en uit werden gedraaid.
is het heus?' vroeg ze sarcastisch, zonder enige emotie of
sympathie. 'Waarom verbaast me dat niet? Waarom verbaast het me
niet dat je je eigen persoonlijke pleziertjes weer belangrijker
vond dan verantwoordelijkheid of zorg voor je familie en de
reputatie van je familie? Waarom is dat geen schok voor me,
Megan?'
'Je luistert niet naar me. Luister alsjeblieft,' smeekte ik.
ik ben je nichtje, niet je zus. Het is heel ernstig voor me om
zwanger te zijn. Ik heb medische hulp nodig. Je moet onmiddellijk
een ambulance bellen en mijn artsen waarschuwen.'
Ik wilde haar hand pakken, maar ze deinsde achteruit alsof het
gif was.
'Ach, houd toch op. Denk je soms dat je het eerste meisje bent
dat zich in de problemen werkt? Wat denk je dat er gebeurt? Denk je
dat we de wereld kunnen laten weten wat een rotzooi je van je leven
hebt gemaakt? Je wilt dat ik een ambulance bel omdat jij denkt dat
je misschien zwanger bent? Dat is belachelijk. Zelfs al ben je
werkelijk zwanger, dan zullen we dit behandelen zoals we al je
fouten behandelen, Megan. Wij regelen dat zelf, discreet, zonder de
rest van de wereld te laten weten hoe slechtje bent.
Voorlopig,' vervolgde ze, 'zal het je goed doen om een beetje
te lijden. Misschien besef je dan hoe egoïstisch je bent geweest en
waarom je aan de rest van ons moet denken als je besluit alle
voorzichtigheid overboord te gooien en alleen te leven voor je
eigen fantasieën en pleziertjes.'
Ze draaide zich om en liep naar de deur.
'Wacht!' riep ik.
'Wat is er'? Ik moet weg. Ik heb vandaag een heel. heel
belangrijke vergadering. Die kan uiteindelijk miljoenen opleveren.
Kun je je voorstellen,' vroeg ze. haar ogen opgewonden opengesperd,
'kun je je voorstellen dat ik. een vrouw, van vaders bedrijf zo'n
enorm succes heb gemaakt dat zelfs hij zich dat niet had kunnen
indenken? Misschien zul je me nu wat meer waarderen. Jullie allebei
misschien.' Ze staarde naar de grond. 'Probeer niet nog meer troep
te maken alsjeblieft.'
Ze sloot de deur bijna volledig.
'Wacht! Laat me hier niet achter!' schreeuwde ik toen ze
verdween. ik ben Megan niet!' Ik hoorde haar de trap af lopen. Kom
terug en kijk naar me! Luister naar me! Tante Victoria!'
Even later ging de voordeur beneden open en dicht en ze was
verdwenen. Ik was alleen. De krampen gingen door, mijn
misselijkheid kwam terug en ik gaf steeds opnieuw over tot ik me te
zwak voelde om mijn hoofd van het kussen te tillen.
Rusten, dacht ik. Kalm blijven en uitrusten en proberen straks
bij de telefoon in haar kamer te komen.
Ik sliep, met onderbrekingen. Ik kon voelen dat het mis ging
met mijn blaas. Ik was nat en de krampen werden steeds heviger. De
golven van misselijkheid gingen over in iets anders, iels dat
verder ging dan dat. Mijn lichaam werd steeds warmer en mijn mond
was zo droog dat ik niet kon slikken. Mijn tong leek een dik stuk
schuurpapier. Om hulp roepen was pijnlijk.
De pijn tussen mijn slapen, achter mijn voorhoofd, was zo
intens dat de tranen in mijn ogen sprongen. Ik had het gevoel of
iemand me daar met een stalen duim en wijsvinger kneep. Het enige
wat ik kon doen was inwendig kermen en kreunen. Ik had geen enkel
tijdsbesef. Er was geen klok in de kamer. Ik weet dat ik urenlang
telkens wegzonk, ik voelde dat ik steeds warmer werd tot ik dacht
dat ik het bed in brand zou kunnen steken. Had ik maar wat
water!
Toen de zon aan de oostkant van het huis verdween, wist ik dat
het laat in de middag moest zijn. Ik dommelde weer in en meende
voetstappen te horen en het gekraak van een deur die iets verder
werd geopend. En toen ik mijn ogen weer opendeed, zag ik dat de
deur inderdaad open was.
Ik probeerde te roepen. Ik dacht dat ik had geschreeuwd, maar
ik weet zeker dat het in werkelijk niet luider klonk dan een
gefluister. Eindelijk, na wat me een uur of zo leek. kwam ze de
kamer in. Ze droeg niet langer haar mantelpak, maar wat ik nu zag
was zo bizar, dat ik dacht dat ik nog steeds droomde.
Victoria leek langs me heen te zweven. Ze droeg slechts een
dun negligé.
Ze was heel tenger en ik kon haar ribben door haar huid zien
steken. Ze draaide zich om en hief haar armen omhoog, hield ze even
stil in de lucht, liet ze toen vallen en draaide weer rond in een
vreemde dans. De glimlach op haar gezicht was zo anders, dat meer
op de blijde glimlach van een klein meisje leek.
Ze bleef staan en keek naar me alsof ze tevreden was.
'O, Megan. Ik ben zo opgewonden. Ik móést het je komen
vertellen. Papa houdt van me,' zei ze. 'Papa houdt meer van mij dan
van jou.'
Ze draaide weer even rond en kwam dichter naar me toe. Het
leek of mijn ogen gefixeerd waren; ik kon mijn blik geen millimeter
naar rechts of naar links afwenden. Haar gezicht hypnotiseerde me.
Toen ze sprak, sprak ze met de stem van een klein meisje.
'Papa heeft me naar boven, naar bed gebracht. Ik had net mijn
warme melk gedronken en hij zei dat ik nu moest gaan slapen. Ik
wilde niet. Ik wilde langer opblijven, maar hij zei dat ik moest
gaan slapen, omdat moeder anders kwaad zou worden. Ze had de zorg
voor ons vanavond aan hem overgelaten, omdat zij naar haar
liefdadigheidsbal moest, en hij moest het wel doen, zei hij, of hij
zou uit de gratie zijn en verbannen worden naar het hondenhok. "Je
wilt toch niet dat ik in het hondenhok moet slapen?" vroeg hij.
Natuurlijk schudde ik mijn hoofd, geschrokken van het idee dat ik
hem in moeilijkheden zou brengen. Hij lachte en keek me met zo'n
zachte, lieve blik in zijn ogen aan als ik nog nooit van hem gezien
had. Zelfs nog liever dan wanneer hij naar jou kijkt. O ja, veel
liever,' eindigde ze verheugd en hevig knikkend.
Ik kon geen woord uitbrengen. Haar gezicht was nu zo dicht bij
het mijne dat ze me angst aanjoeg en ik durfde haar niet in de rede
te vallen. Ik kon de kleine sproetjes onder haar oogleden zien en
een licht, klein moedervlekje dat anders verborgen was ondereen
hoek van haar neusgat.
'Hij zei "Kom mee," en slak zijn hand naar me uit. Zijn hand
is heel groot, hè? Mijn hand leek te worden opgeslokt toen ik hem
in de zijne legde. Ik kon mijn vingers niet zien. "Ik kan mijn
vingers niet zien, papa," zei ik en hij lachte en zei: "Laat eens
zien of ze er nog zijn." Hij opende zijn hand en raakte mijn
handpalm aan met zijn lange linkervingeren zei: "Daar zijn ze." Ik
lachteen papa glimlachte naar me en toen verraste hij me door me
dichter naar zich loc te trekken en me op te tillen alsof ik uit
lucht bestond.
"Daar ga je," zei hij. "Naar boven, naar bed. Ga niet naar
Megan. Ze heeft de mazelen en zal je vast en zeker aansteken,"
waarschuwde hij.
Hij droeg me naar mijn kamer en legde me neer op bed en toen
streek hij over mijn gezicht en liet zijn hand over mijn schouders
glijden en over mijn borst naar mijn buik, waar hij me kriebelde en
dat maakte me aan het lachen. dat had papa nog nooit gedaan. Ik
weet dat hij het bij jou deed, maar hij deed het nooit bij
mij.
Toen zei hij: "Ik wed dat je Megan aan het inhalen bent, hè?
Je bent twaalf. Meisjes worden groot als ze twaalf zijn. Laat eens
zien," zei hij en hij lilde mijn nachthemd op om eronder te kijken.
"Ja," zei hij. "Nu heb ik twee grote meiden."
Ik voelde me blij en hij zoende me op mijn wang en zijn
gezicht was zo rood en heet, dat ik me er bijna aan brandde loen
mijn gezicht het zijne raakte.
Dus hij houdt van me.' eindigde ze en draaide nog even rond.
'Papa houdt ook van mij.'
Ze bleef staan en keek me aan. Ik had geen idee wat ze verder
zou doen, maar ze bewoog haar hand langzaam naar me toe en raakte
mijn gezicht aan. 'Koel.' zei ze. 'Maar niet koel genoeg, ook al
ziet je huid er vandaag beter uit. Je ziel er zelfs half levend
uit, al ben je
afgevallen, hè? Je vriendjes zullen wel ongerust zijn.'
Ze veegde haar vingers af aan het bed alsof ze iets slijmerigs
had aangeraakt.
ik ben ziek,' fluisterde ik. 'Heel erg ziek.'
ik weet het. Je voelt je afschuwelijk. Het is een naar gevoel,
maar je wordt beter,' zei ze en kneep haar ogen samen. 'En dan ben
jij weer het mooie meisje en bekijkt papa me niet meer zoals
nu.'
Ze knielde naast mijn bed. Haar glimlach werd wezenloos, de
glinstering verdween uit haar ogen, die flakkerden en toen dof en
afstandelijk werden.
'Ik kijk naar hem als hij bij jou is. Ik heb hem horen zeggen
dat je zo mooi was, jij kon alles met liefde bezielen, zei hij. Ik
zie de bewondering in zijn ogen, zijn trots, de trots van een
kunstenaar die iets zo moois heeft gecreëerd dat de hele wereld hem
zou willen gelukwensen.'
Ze zweeg en keek me toen kwaad aan.
'Waarom blijf je niet een beetje langer ziek? Dan hoefje niet
naar school en hoef je je geen zorgen te maken over repetities en
huiswerk. Je zult op je wenken worden bediend, dat wil je toch zo
graag? Hè?'
Ik schudde mijn hoofd.
ik heb een idee. Ik zal je helpen ziek te blijven,' zei
ze.
'Water,' smeekte ik fluisterend. 'Ik heb zo'n dorst. Geef me
alsjeblieft wat water.'
Haar ogen verhelderden.
'Wat? Je wilt water? Goed. Ik zal water voor je halen.'
Ze stond op en ging naar de badkamer. Ik luisterde of ik de
kraan hoorde lopen. Alleen al het geluid van water zou me goed
doen, dacht ik, maar ik hoorde het niet. In plaats daarvan hoorde
ik dat de wc-bril omhoog werd geklapt en toen hoorde ik haar een
glas erin dompelen. Daarna kwam ze terug.
'Hier.' zei ze. 'Drink maar op.'
Ik schudde mijn hoofd.
'Alsjeblieft,' mompelde ik met mijn droge lippen. Het was al
pijnlijk om ze van elkaar te halen.
'Je zei toch dat je dorst had ?' snauwde ze. 'Drink wat van
dit water.' Ze glimlachte. 'Misschien blijf je dan wat langer ziek.
Drink op.' beval ze.
Ik schudde mijn hoofd en toen boog ze zich voorover en bracht
het glas naar mijn mond. Ik hield mijn lippen stijf op elkaar
geklemd toen ze het water uit de we eroverheen goot, en het droop
langs mijn kin op het bed en in mijn hals. Ze kneep in mijn kaken,
mijn mond ging enigszins open en iets van het water ging naar
binnen. Ik hoestte en spuwde. Ze keek nog even naar me, stond toen
op en bracht het glas terug naar de badkamer.
Ik begon te kokhalzen, zo vaak dat ik pijn in mijn maag
kreeg.
'Goed zo. Ik zal iedereen laten zien dat je nog zieker bent
dan eerst,' zei ze vrolijk. 'Dan ben ik weer de enige die met papa
aan de eettafel zit. We zullen je thee en toast brengen. Ik zal het
zelf brengen, oké?'
Ze zweeg en hield haar hoofd schuin terwijl ze me fronsend
aankeek.
'Ik snap niet waarom ik zo aardig voor je ben. Je bent nooit
zo aardig voor mij. Op school vermijd je me altijd en doe je net of
we geen familie zijn.'
Toen glimlachte ze weer.
'Maar ik ben niet boos. Ik ben helemaal niet boos. Papa houdt
immers ook van mij.'
Langzaam liep ze naar de deur, keek achterom, zwaaide en deed
de deur achter zich dicht.
Mijn oogleden vielen bijna tegelijkertijd dicht en ik viel in
een diepe slaap, misschien als een manier om aan deze nachtmerrie
te ontsnappen.
Er zijn momenten waarop we allemaal terug willen naar onze
mooie en goede dromen. Mijn arme, gekwelde brein was bereid
zichzelf binnenstebuiten te keren als het moest om me te laten
ontsnappen aan mijn eigen pijnlijke, schrijnende lichaam. Fijne
herinneringen bloeiden op als kleurige bloemen in een donkere tuin.
drongen de mantel van angst en droefheid terug en wekten weer
vrolijke glimlachjes.
Ik was weer een klein meisje in die onschuldige tijd voordat
ik
kennis zou maken met vooroordelen en haat, geweld en armoede.
Ik begreep niet wie ik was, waar ik was en wat voor stormen en
tumult me wachtten buiten mijn heerlijke wereld van lollyfantasieën
en suikerspinbeloftes. Dat zou allemaal gauw genoeg komen, maar
voorlopig kon ik me nog veilig voelen.
Wal een verrukkelijke tijd!
Eén herinnering kwam levendig bij me terug. Ik kon de
heerlijke geuren ruiken van de maaltijd die mama klaarmaakte, en
hoorde haar zingen en neuriën in de keuken. Beni en ik waren in
onze kamer en speelden met een paar poppen die van de Gevonden
Voorwerpen in de supermarkt kwamen. We hoorden Roy thuiskomen; hij
gooide de deur zoals gewoonlijk te hard achter zich dicht.
'Hoe vaak moet ik je nog zeggen niet met de deur te slaan, Roy
Arnold?' berispte mama hem.
'Sorry, mama, ik dacht er niet aan,' zei hij.
'Nou. dat hoor je wél te doen. Straks breek je de scharnieren
en waar blijven we dan?'
'In een appartement zonder deur,' zei Roy.
'Wat zegje?'
We hielden onze adem in, wachtten tot ze haar stem nog meer
zou verheffen, maar toen begon ze plotseling hard te lachen. We
hoorden Roy mee lachen en toen ik om de hoek van de deur keek. zag
ik dat ze hem omhelsde en met haar hand door zijn haar woelde. Toen
hij zag dat ik naar hen keek. liet hij haar snel en verlegen
los.
'O, mama,' kermde hij en liep haastig naar zijn kamer.
'Waar kijkje naar, snoet?' vroeg mama aan mij.
'Niks, mama. Alles goed met Roy?'
'Ja hoor. Hij moet alleen leren wat meer een gentleman te
worden. Ik ben alleen bang dat hij dat hier niet zal leren,'
mompelde ze.
'Waarom niet, mama?'
'Dit is niet bepaald een plaats voor dames en voor heren,' zei
ze. Toen glimlachte ze naar me. 'Maar maak je daar geen zorgen
over, Rain. Jij komt op een dag ergens waar het goed is. Je komt op
een heel bijzondere plaats terecht, dat weet ik zeker.'
'Waar dan, mama?' vroeg ik vol verwachting. Welke geheimen
kende mama over mijn toekomst?
'Dat weet ik niet zo direct,' zei ze, 'maar ik weet dat het
een heel bijzondere plaats is waar de mensen zich mooi kleden en in
grote huizen wonen en mooie dingen hebben als piano's en tuinen en
mooie auto's.'
'Beni gaat ook, hè. mama?' vroeg ik, met een blik op mijn
zusje dat op de grond bij het poppenhuis gehurkt zat. Ze luisterde
niet echt.
ik hoop het,' zei mama. 'Ik hoop dat jullie allemaal
gaan.'
'En jij, mama?'
ik zal er ook zijn,' beloofde ze. 'Laat de deur maar
open.'
'Wat bedoel je, mama? De deur open laten?'
Ze lachte. 'Ik dol maar een beetje, kind. Kom hier.' Ze
strekte haar armen naar me uit. Ik holde naar haar toe en ze drukte
me stevig tegen zich aan, gaf me een zoen op mijn voorhoofd en
streek over mijn haar.
'Jij bent de koelte na de hete, brandende zon, Rain. Jij
vertegenwoordigt de hoop.'
Ze liet me los en ging verder met het eten. Toen ik naar Roy
's kamer keek, zag ik dat hij in de deuropening met een zachte
glimlach naar me stond te kijken.
Waarom was ik zo bijzonder? vroeg ik me af. In mijn huis
voelde ik me een ster. Mama en Roy lieten me denken dat ik
sprankelde als ik liep en praatte, en dat ik gezegend en beschermd
was.
Geen wonder dat zelfs het kleinste sneetje, het geringste
schaaf wondje, het onbelangrijkste pijntje zo schokkend leken.
Langzamerhand, met het verstrijken van de dagen, moest ik die
fantasie laten varen. Iemand opende de deur en liet me de wereld om
ons heen zien zoals die was en ik wist dat zelfs mama en Roy de
pijn niet konden voorkomen. Maar ze probeerden het - o, wat deden
ze hun best ervoor.
Ik weet dat er bij die herinneringen een koele, blije glimlach
om mijn mond verscheen, ook al was mijn huid zo heet van de koorts
dat ik hitte uitstraalde. De hoofdpijn zakte een beetje. Ik haalde
wat gemakkelijker adem en sliep verder met de mooiste
herinneringen, wikkelde ze om me heen als een cocon waarin ik
veilig en behaaglijk verborgen was in afwachting van de komst van
de zon.
Niet lang daarna hoorde ik Victoria de trap op komen en
wachtte. bad in stilte dat ze weer bij haar verstand was gekomen en
besefte dat ik. als ze niet gauw iets voor me deed. zou kunnen
sterven en zij de schuld zou krijgen. Gekleed in een blouse en een
van haar bekende lange rokken, kwam ze binnen met een
dienblad.
'Hier.' zei ze, 'je thee en toast. Dat is het enige watje
voorlopig mag hebben. Wij hebben een mooie gebakken ham met honing,
en die kleine aardappeltjes waar je zo van houdt. Ik wed datje het
hier kunt ruiken, hè? Loopt het water je niet in de mond?'
'Jij krijgt de schuld,' fluisterde ik.
'Pardon? Probeer je iets te zeggen, Megan?'
Ik sloot mijn ogen en deed mijn best om te spreken. Ze kwam
dichterbij.
'Wat was dat? Spijt het je zoals je me op school hebt
behandeld? Het is te laat voor excuses. Gedane zaken nemen geen
keer. Maar ze worden niet begraven. Het zal hier worden
opgeslagen,' zei ze, wijzend naar haar slaap.
'Jij zult de schuld krijgen,' zei ik luider.
Eén woord drong in elk geval tot haar door.
'Schuld?' zei ze lachend. 'Ik? Waar kan ik de schuld van
krijgen? Ik heb nooit moeilijkheden gehad, ben nooit naar de
directeur gestuurd, heb nooit een onvoldoende voor gedrag gekregen
op mijn rapport, ben nooit ongehoorzaam geweest aan mijn vader of
moeder, ben nooit later thuisgekomen dan verwacht of heb vergeten
te bellen als ik later kwam. Wie zou mij van iets de schuld
geven?
Drink je thee en eet je toast. Als je lief bent, zal ik je een
van je maffe film- of schoonheidsblaadjes brengen. Tenminste, een
van de bladen die ik niet in de vuilnisbak heb gegooid.'
Ik schudde mijn hoofd.
'Stop hiermee,' mompelde ik. 'Bel de dokter.'
'Tijd voor de ham,' zei ze op zangerige toon en draaide zich
om. We hoorden allebei het geluid van een deurbel en ze bleef
halverwege de deur staan. De bel ging opnieuw. Ze draaide zich met
een ruk om en keek me aan.
'Wie komt jou opzoeken? Als ik ziek ben, komt er nooit iemand.
Je hebt een van je vriendjes gebeld, hè? Of komen ze
allemaal?'
Weer werd er gebeld. Het is Austin, dacht ik. Goddank, het is
Austin. Hij komt me halen, zoals hij beloofd had.
'Nou. niemand doet open,' besloot ze. 'Wie het ook is zal
weggaan als we net doen of er niemand thuis is. Het is beneden
donker genoeg en ik zal me heel stil houden.'
'Nee!' kermde ik.
Ze liep weg en deed de deur zachtjes achter zich dicht. Ik
hoorde weer bellen en ik wachtte, maar toen hoorde ik niets meer.
Mijn hart kromp ineen van teleurstelling. Het was of iemand de
deken over mijn hoofd had getrokken. Ik deed mijn ogen dicht en
toen ik ze weer opendeed was het zo donker in de kamer, dat ik
dacht dat ik echt onder een deken lag. De bewolkte lucht belette de
sterren en de maan door de ramen naar binnen te schijnen. Ik had
geen natuurlijk geen idee van de tijd, dus wist ik niet hoe laat
het was.
Mijn koorts was niet gezakt. Hij bleef en putte me uit. Mijn
gedachten bleven afdwalen. Beelden van verschillende mensen Uitsten
voor mijn ogen. Ik zag Randall Glenn in Engeland vanuit zijn bed
naar me glimlachen. Ik hoorde lachen en het gegiechel van Catherine
en Leslie, mijn Franse vriendinnen van de Londense
toneelschool.
Toen hoorde ik iets, rechts van me. Ik keek en zag mijn
oudtante Leonora in een schommelstoel in haar slaapkamer met een
grote pop in haar armen. Haar verlegen dienstmeisje, Mary Margaret,
stond met gebogen hoofd naast haar en keek toen naar me op. terwijl
de tranen over haar wangen stroomden.
Verder naar rechts begon mama te zingen.
Ik riep haar en toen spatten ze allemaal als zeepbellen uiteen
en lieten me in het donker achter.
Even later hoorde ik de deur opengaan en zag die afschuwelijke
butler van mijn oudtante en oudoom. Boggs, naar me toe komen.
'Je hebt je verslapen,' zei hij beschuldigend. 'Sta op en ga
je werk doen. Sta op of ik keer je bed om met jou erin. Sta
op!'
Hij stak zijn hand uit en ik gilde en bleef gillen.
'Houd op!' hoorde ik Victoria snauwen. Ze knipte de lamp op
het nachtkastje aan. 'Waarom schreeuw je zo? Wil je nu weer weg uit
deze kamer? Wie heeft je hier gebracht? Ik niet. Ik ben even
weg,
en je zet het hele huis op zijn kop. Wat een rotzooi, en ik
heb geen dienstmeisje om achter je gat op te ruimen.
'O, mijn God,' riep ze uit en keek naar de smerige handdoek
naast het bed. 'Walgelijk! En je stinkt. Waar is je moeder terwijl
dit allemaal gebeurt, hè? In een of andere plaats aan de
Middellandse Zee. waar ze ligt te zonnen, cocktails drinkt, naar
muziek luistert en met Grant danst, terwijl ik hier ben
achtergelaten om voor jou te zorgen.'
Ze draaide nog meer lampen aan. In elk geval is ze weer tante
Victoria, dacht ik, al was dat of je dankbaar was dat de duivel
gewoon maar Hitier was.
'Nou, wat moet ik nou met je beginnen? Ik kan je niet naar
beneden dragen. Ik wil je niet eens aanraken, zo stink je.'
Ze staarde me aan. 'Waarom lach je?' vroeg ze.
Lachte ik?
'Vind je dit soms grappig? Denk je datje me kwetst?
Belachelijke meid. Eerst kan ik je van de oprijlaan schrapen en
moet ik maar zien hoe ik dat voor elkaar krijg, en nu kruip je in
het bed van mijn moeder en maakt een vieze troep en moet ik dat ook
opknappen.'
Ze schudde haar hoofd.
'Zelfs ik heb mijn beperkingen.' Ze zuchtte. 'Oké, ik zal mijn
best doen. Ik zal een bad vullen en je erin helpen en dan zullen we
zien hoe we je hier vandaan krijgen.'
'Breng... me... naar het ziekenhuis,' smeekte ik.
'Vertel me niet wat ik moet doen. Denk je dat ik iemand in
huis laat nadat jij er zo'n smerige boel van hebt gemaakt? Eerst de
noodzakelijke dingen.'
Ze ging naar de badkamer en liet het bad vollopen.
'Oké,' zei ze toen ze terugkwam, ik zal je ernaartoe slepen,
maar je moet me helpen. Ik kan niet alles alleen. Ik ben geen
verpleeghulp. Dit zou allemaal niet gebeurd zijn als je mevrouw
Bogart niet had weggejaagd door je te gedragen als een hoer met die
fortuinjager.'
Ik schudde hevig mijn hoofd toen ze de deken wegtrok. Ze kneep
haar ogen samen en hield haar neus dicht.
'Bah!' zei ze.
Net toen ze me wilde vastpakken ging de bel van de voordeur
opnieuw. Ze verstarde.
'Wie kan dat zijn op dit uur?' vroeg ze.
Er werd steeds opnieuw geheld. Wie het ook was had kennelijk
besloten dit keer resultaat te boeken. Een aanhoudend ding-dong
klonk beneden.
'Verdomme!' riep ze uit. Ze ging terug naar de badkamer om de
kraan dicht te doen en liep toen stampvoetend mijn kamer uit. Deze
keer liet de ze de deur wijdopen staan. Ik spitste mijn oren. Ik
hoorde de voordeur opengaan.
'Wat wil je?' vroeg ze.
ik wil Rain zien,' zei Austin met krachtige stem.
'Je hebt wel lef zeg, om hier te komen. Ik ga direct
bellen.'
'Ze is niet in haar kamer. Ik heb door het raam gekeken. Ze
was er ook niet toen ik hier eerder kwam. Waar is ze? Wat is er aan
de hand?'
'Dat gaatje niks aan.'
'O, jawel. Als u het me niet vertelt, ga ik naar de politie,'
zei hij.
'Austin,' riep ik zo luid ik kon. ik ben hier boven, Austin!
Kom me halen.'
'O ja? Ik denk dat ik de politie eerder zal bellen dan jij om
ze te vragen hierheen te komen om je te arresteren omdat je hier
bent binnengedrongen.'
'Austin!' riep ik. Waarom kon hij me niet horen?
'Wat is er gebeurd met de oprit bij de trap? Waarom is die
weggehaald?'
'Die hebben we niet meer nodig.' zei Victoria.
'Waarom niet? Ze kan niet zelf naar buiten komen. Ik begrijp
het niet. Hoe moet ze naar de dokter als ze die nodig heeft? En hoe
moet ze naar buiten rijden of gereden worden om frisse lucht te
krijgen?'
'Ze is hier niet meer. Ze is terug naar Engeland om bij haar
echte vader te gaan wonen,' zei Victoria snel.
'Wat? Hoe kan dat?' vroeg hij verbaasd.
'Hij heeft alles geregeld. Ze stemde toe en is verdwenen. Ik
denk dat ze er goed aan heeft gedaan. Ze heeft het daar beter. We
verkopen dit huis toch en dat is het eind van het verhaal. Dus zou
ik maar niet langer achter haar en haar geld aanjagen. Je zult er
nu geen cent van zien en als je mij of deze familie nog langer
blijft lastigvallen.
zal ik de politie vragen je te arresteren. Ik zal
morgenochtend meteen mijn advocaten bellen en alle gerechtelijke
procedures van start laten gaan.'
'Nee.' riep ik. 'Austin, geloof haar niet.' Mijn keel deed
pijn van de inspanning, maar ik legde al mijn kracht in een
volgende kreet. 'Austin!'
'Ik begrijp het niet.' hoorde ik hem zeggen.
'Dat is jouw probleem,' antwoordde ze.
Wanhopig hees ik me omhoog op mijn ellebogen en probeerde weer
te roepen, maar ik had geen stern meer. Er kwam niets meer uit dan
een hees gefluister. Wat moest ik doen?
Ik keek naar de pruikenkop naast me en nam hem in mijn armen.
Toen gooide ik hem naar de deur met alle kracht die er in mijn
verzwakte lichaam nog over was. Hij bereikte die niet, maar viel
een meter ervoor met een klap op de grond.
'Wat was dat?' vroeg Austin.
'Die stomme dienstmeid van me die waarschijnlijk iets heeft
gebroken.' zei Victoria. 'Goedenavond, jongeman. Opgeruimd staat
netjes.'
Ik hoorde de deur beneden dichtvallen.
Voor mij was het of het deksel van mijn doodkist
dichtviel.