Gevangene van de waanzin

Ik kon niet erg lang bewusteloos zijn geweest, maar in de tijd die het me had gekost om de trap op te komen naar grootma Hudsons kamer, was Victoria door de tunnel van illusie teruggereisd die ze voor zichzelf had gecreëerd. Ze was naar haar fantasieafspraak gegaan en weer teruggekomen. Ik deed mijn ogen open en zag haar over me heen gebogen staan.
Ze glimlachte.
'Hel verbaast me niks je hier te vinden. Zodra ik je rolstoel beneden zag wist ik watje had gedaan. Natuurlijk wil je dichtbij haar zijn. Natuurlijk wil je hier zijn. wat dom van me dat ik dat niet onmiddellijk begrepen heb,' zei ze.
Ik ging rechtop zitten en keek weer naar de pruik en de pruikenkop.
'Wat is dat?' vroeg ik.
'Ssst,' zei ze. 'Ze slaapt. Jij zult ook wel moe zijn. Wat een inspanning moet het zijn geweest om boven te komen. we zijn allemaal trots op je, trots dat je eindelijk hebt besloten samen met de rest van ons wat pijn en ongemak te lijden.'
ik wil weg.' kermde ik. 'Help me alsjeblieft om weg te komen. Je mag alles hebben, alles. Ik zal elk papier tekenen, watje maar wilt, maar laat me vanavond het huis uit.'
'Doe niet zo mal,' zei ze berispend. 'Vooral nu we zo goed met elkaar kunnen opschieten.'
'Wc kunnen niet goed met elkaar opschieten! Houd daar toch mee op!'
'O, je moet niet zo schreeuwen, Megan. Je maakt haar wakker,' ging ze fluisterend verder.
ik ben Megan niet. Ik ben Rain, en je doet gek. Je ziet er belachelijk uit met die make-up en dat geverfde haar. En er is niemand om wakker te maken. Grootma Hudson is dood, dood! En help me nu opstaan en weggaan, anders vertel ik alles aan mijn advocaat. Begrepen?' dreigde ik.
Ze staarde me strak aan en schudde langzaam haar hoofd.
'En ik dacht nog wel datje vooruitging en niet langer zo'n verwend nest was. Wat een afschuwelijke teleurstelling.'
Ze draaide zich om en wilde weggaan.
'Waag het niet de kamer uit te gaan.' gilde ik.
Ze draaide zich weer naar me om. 'Misschien gedraag je je wat beter als je een nacht goed geslapen hebt.' zei ze. 'O,' vervolgde ze glimlachend, 'ik heb een heerlijke avond gehad met Grant."
'Je was niet met Grant. Je zult nooit met Grant zijn!' gilde ik toen ze de deur langzaam sloot en het licht uitdeed. 'Tante Victoria!'
Haar hakken klikten weg.
Ik draaide me om en zocht tastend naar de telefoon, maar toen ik de hoorn opnam hoorde ik alleen maar stilte. Geen lijn. Waarom had ze deze telefoon laten afsluiten ? Dacht ze soms dat grootma Hudson hem zou gebruiken?
Waanzin. Ik verdrink nog in haar waanzin, dacht ik in paniek.
Ik smeet de telefoon van het nachtkastje en hoorde hem met een plof op de grond terechtkomen.
Had ik de kracht om naar beneden te gaan? En wat moest ik doen als ik daar was?
Kreunend liet ik mijn hoofd op het kussen vallen. Wat had ik gedaan? Ik had mijn rolstoel in de steek gelaten, de enige manier om me te kunnen bewegen, en ik had me nog dieper in de put gewerkt, als iemand in een dwangbuis, ik kronkelde en draaide zodat die nog strakker leek te zitten, tot ik me nauwelijks meer kon bewegen.
Ik sliep de rest van de nacht. Zodra ik wakker werd had ik de neiging om over te geven. De ene na de andere golf van misselijkheid belette me mijn hoofd van het kussen te lillen. Ik haalde diep adem en probeerde kalm te blijven. Wat gebeurde er met me? Was het een gevolg van mijn grote krachtsinspanning gisteren? Ik voelde nog
steeds een dof kloppen in mijn lichaam.
Toen ik me een beetje naar links draaide, tintelden mijn tepels en ik voelde een lichte pijn in mijn borsten. Hoe kwam dat? Een afschuwelijke angst schoot in me omhoog als het kwik in een thermometerdie in heet water wordt gelegd. Ik schudde mijn hoofd, alsof ik daarmee de mogelijkheid kon ontkennen, maar het drong tot me door ^ ik had er niet erg veel aandacht aan besteed, omdat ik zoveel andere lichamelijke zorgen had - dat het al een tijd geleden was dat ik voor het laatst ongesteld was geweest.
Het besef trof me als een vuistslag in mijn maag en toen kon ik me niet langer bedwingen. Ik leunde over de zijkant van het bed en gaf over. Terwijl ik dat deed gilde ik om Victoria, om iémand. Telkens als het overgeven even stopte, gilde ik weer, en eindelijk kwam ze naar de deur.
Ze had een radicale verandering ondergaan, er was een hemelsbreed verschil zoals ze er gisteren had uitgezien en zoals ze er nu uitzag. Alsof ze ontwaakt was uit een droom, was gestopt met slaapwandelen of uit een coma bijgekomen: ze was weer de bekende Victoria, althans zo zag ze er weer uit. Ze droeg een van haar mantelpakken, haar haar was keurig geborsteld, de make-up verdwenen, ook de lippenstift. Ze stond in de deuropening en keek naar me met een blik vol walging die als een luchtbel uit haar benige gezicht leek op te stijgen.
Die waanzinnige geest van haar was weer terug in het heden, dacht ik. Hoopte ik.
'Wat doe je?' vroeg ze.
'Wat ik doe? Ik ben misselijk,' zei ik. 'Hoe kon je me zo achterlaten?'
'Je bent walgelijk,' zei ze en liep naar de badkamer, waar ze een handdoek van het rek haalde die ze, toen ze terugkwam, over de vieze troep gooide.
'Je moet een ambulance bellen en me naar het ziekenhuis brengen,' zei ik.
Ze staarde op me neer en schudde haar hoofd.
'Jij moet altijd van alles een drama maken, hè? Alles moet bij jou altijd een Oscarvoorstelling zijn. Je wilt altijd in het middelpunt van
de aandacht staan. Zelfs nu nog, zelfs vandaag.'
'Wat? Vandaag? Wat bedoel je?'
Was ze toch niet zichzelf? Hoe kon ik dat weten door alleen maar naar haar te kijken? Waar had ze het nu weer over?
'Je weet dat dit een grote dag voor me is. Ik heb misschien wel de grootste transactie afgesloten die onze zaak ooit heeft gekend. Wat zal vader trots zijn. Je bent bang dat jij in mijn schaduw zult staan, hè?'
'Tante Victoria, alsjeblieft, kijk nou eens goed naar me. Ik ben Rain. Ik ben ziek. Ik denk... dat ik misschien zwanger ben,' bekende ik, en verwachtte een tirade over Austin de fortuinjager, die me met opzet zwanger had gemaakt om  mijn geld in handen te krijgen.
Ze hief haar hoofd op en perste haar lippen op elkaar. Haar ogen leken te verduisteren en toen op te lichten, alsof kleine gloeilampjes erachter aan en uit werden gedraaid.
is het heus?' vroeg ze sarcastisch, zonder enige emotie of sympathie. 'Waarom verbaast me dat niet? Waarom verbaast het me niet dat je je eigen persoonlijke pleziertjes weer belangrijker vond dan verantwoordelijkheid of zorg voor je familie en de reputatie van je familie? Waarom is dat geen schok voor me, Megan?'
'Je luistert niet naar me. Luister alsjeblieft,' smeekte ik. ik ben je nichtje, niet je zus. Het is heel ernstig voor me om zwanger te zijn. Ik heb medische hulp nodig. Je moet onmiddellijk een ambulance bellen en mijn artsen waarschuwen.'
Ik wilde haar hand pakken, maar ze deinsde achteruit alsof het gif was.
'Ach, houd toch op. Denk je soms dat je het eerste meisje bent dat zich in de problemen werkt? Wat denk je dat er gebeurt? Denk je dat we de wereld kunnen laten weten wat een rotzooi je van je leven hebt gemaakt? Je wilt dat ik een ambulance bel omdat jij denkt dat je misschien zwanger bent? Dat is belachelijk. Zelfs al ben je werkelijk zwanger, dan zullen we dit behandelen zoals we al je fouten behandelen, Megan. Wij regelen dat zelf, discreet, zonder de rest van de wereld te laten weten hoe slechtje bent.
Voorlopig,' vervolgde ze, 'zal het je goed doen om een beetje te lijden. Misschien besef je dan hoe egoïstisch je bent geweest en waarom je aan de rest van ons moet denken als je besluit alle voorzichtigheid overboord te gooien en alleen te leven voor je eigen fantasieën en pleziertjes.'
Ze draaide zich om en liep naar de deur.
'Wacht!' riep ik.
'Wat is er'? Ik moet weg. Ik heb vandaag een heel. heel belangrijke vergadering. Die kan uiteindelijk miljoenen opleveren. Kun je je voorstellen,' vroeg ze. haar ogen opgewonden opengesperd, 'kun je je voorstellen dat ik. een vrouw, van vaders bedrijf zo'n enorm succes heb gemaakt dat zelfs hij zich dat niet had kunnen indenken? Misschien zul je me nu wat meer waarderen. Jullie allebei misschien.' Ze staarde naar de grond. 'Probeer niet nog meer troep te maken alsjeblieft.'
Ze sloot de deur bijna volledig.
'Wacht! Laat me hier niet achter!' schreeuwde ik toen ze verdween. ik ben Megan niet!' Ik hoorde haar de trap af lopen. Kom terug en kijk naar me! Luister naar me! Tante Victoria!'
Even later ging de voordeur beneden open en dicht en ze was verdwenen. Ik was alleen. De krampen gingen door, mijn misselijkheid kwam terug en ik gaf steeds opnieuw over tot ik me te zwak voelde om mijn hoofd van het kussen te tillen.
Rusten, dacht ik. Kalm blijven en uitrusten en proberen straks bij de telefoon in haar kamer te komen.
Ik sliep, met onderbrekingen. Ik kon voelen dat het mis ging met mijn blaas. Ik was nat en de krampen werden steeds heviger. De golven van misselijkheid gingen over in iets anders, iels dat verder ging dan dat. Mijn lichaam werd steeds warmer en mijn mond was zo droog dat ik niet kon slikken. Mijn tong leek een dik stuk schuurpapier. Om hulp roepen was pijnlijk.
De pijn tussen mijn slapen, achter mijn voorhoofd, was zo intens dat de tranen in mijn ogen sprongen. Ik had het gevoel of iemand me daar met een stalen duim en wijsvinger kneep. Het enige wat ik kon doen was inwendig kermen en kreunen. Ik had geen enkel tijdsbesef. Er was geen klok in de kamer. Ik weet dat ik urenlang telkens wegzonk, ik voelde dat ik steeds warmer werd tot ik dacht dat ik het bed in brand zou kunnen steken. Had ik maar wat water!
Toen de zon aan de oostkant van het huis verdween, wist ik dat het laat in de middag moest zijn. Ik dommelde weer in en meende voetstappen te horen en het gekraak van een deur die iets verder werd geopend. En toen ik mijn ogen weer opendeed, zag ik dat de deur inderdaad open was.
Ik probeerde te roepen. Ik dacht dat ik had geschreeuwd, maar ik weet zeker dat het in werkelijk niet luider klonk dan een gefluister. Eindelijk, na wat me een uur of zo leek. kwam ze de kamer in. Ze droeg niet langer haar mantelpak, maar wat ik nu zag was zo bizar, dat ik dacht dat ik nog steeds droomde.
Victoria leek langs me heen te zweven. Ze droeg slechts een dun negligé.
Ze was heel tenger en ik kon haar ribben door haar huid zien steken. Ze draaide zich om en hief haar armen omhoog, hield ze even stil in de lucht, liet ze toen vallen en draaide weer rond in een vreemde dans. De glimlach op haar gezicht was zo anders, dat meer op de blijde glimlach van een klein meisje leek.
Ze bleef staan en keek naar me alsof ze tevreden was.
'O, Megan. Ik ben zo opgewonden. Ik móést het je komen vertellen. Papa houdt van me,' zei ze. 'Papa houdt meer van mij dan van jou.'
Ze draaide weer even rond en kwam dichter naar me toe. Het leek of mijn ogen gefixeerd waren; ik kon mijn blik geen millimeter naar rechts of naar links afwenden. Haar gezicht hypnotiseerde me. Toen ze sprak, sprak ze met de stem van een klein meisje.
'Papa heeft me naar boven, naar bed gebracht. Ik had net mijn warme melk gedronken en hij zei dat ik nu moest gaan slapen. Ik wilde niet. Ik wilde langer opblijven, maar hij zei dat ik moest gaan slapen, omdat moeder anders kwaad zou worden. Ze had de zorg voor ons vanavond aan hem overgelaten, omdat zij naar haar liefdadigheidsbal moest, en hij moest het wel doen, zei hij, of hij zou uit de gratie zijn en verbannen worden naar het hondenhok. "Je wilt toch niet dat ik in het hondenhok moet slapen?" vroeg hij. Natuurlijk schudde ik mijn hoofd, geschrokken van het idee dat ik hem in moeilijkheden zou brengen. Hij lachte en keek me met zo'n zachte, lieve blik in zijn ogen aan als ik nog nooit van hem gezien had. Zelfs nog liever dan wanneer hij naar jou kijkt. O ja, veel liever,' eindigde ze verheugd en hevig knikkend.
Ik kon geen woord uitbrengen. Haar gezicht was nu zo dicht bij het mijne dat ze me angst aanjoeg en ik durfde haar niet in de rede te vallen. Ik kon de kleine sproetjes onder haar oogleden zien en een licht, klein moedervlekje dat anders verborgen was ondereen hoek van haar neusgat.
'Hij zei "Kom mee," en slak zijn hand naar me uit. Zijn hand is heel groot, hè? Mijn hand leek te worden opgeslokt toen ik hem in de zijne legde. Ik kon mijn vingers niet zien. "Ik kan mijn vingers niet zien, papa," zei ik en hij lachte en zei: "Laat eens zien of ze er nog zijn." Hij opende zijn hand en raakte mijn handpalm aan met zijn lange linkervingeren zei: "Daar zijn ze." Ik lachteen papa glimlachte naar me en toen verraste hij me door me dichter naar zich loc te trekken en me op te tillen alsof ik uit lucht bestond.
"Daar ga je," zei hij. "Naar boven, naar bed. Ga niet naar Megan. Ze heeft de mazelen en zal je vast en zeker aansteken," waarschuwde hij.
Hij droeg me naar mijn kamer en legde me neer op bed en toen streek hij over mijn gezicht en liet zijn hand over mijn schouders glijden en over mijn borst naar mijn buik, waar hij me kriebelde en dat maakte me aan het lachen. dat had papa nog nooit gedaan. Ik weet dat hij het bij jou deed, maar hij deed het nooit bij mij.
Toen zei hij: "Ik wed dat je Megan aan het inhalen bent, hè? Je bent twaalf. Meisjes worden groot als ze twaalf zijn. Laat eens zien," zei hij en hij lilde mijn nachthemd op om eronder te kijken. "Ja," zei hij. "Nu heb ik twee grote meiden."
Ik voelde me blij en hij zoende me op mijn wang en zijn gezicht was zo rood en heet, dat ik me er bijna aan brandde loen mijn gezicht het zijne raakte.
Dus hij houdt van me.' eindigde ze en draaide nog even rond. 'Papa houdt ook van mij.'
Ze bleef staan en keek me aan. Ik had geen idee wat ze verder zou doen, maar ze bewoog haar hand langzaam naar me toe en raakte mijn gezicht aan. 'Koel.' zei ze. 'Maar niet koel genoeg, ook al ziet je huid er vandaag beter uit. Je ziel er zelfs half levend uit, al ben je
afgevallen, hè? Je vriendjes zullen wel ongerust zijn.'
Ze veegde haar vingers af aan het bed alsof ze iets slijmerigs had aangeraakt.
ik ben ziek,' fluisterde ik. 'Heel erg ziek.'
ik weet het. Je voelt je afschuwelijk. Het is een naar gevoel, maar je wordt beter,' zei ze en kneep haar ogen samen. 'En dan ben jij weer het mooie meisje en bekijkt papa me niet meer zoals nu.'
Ze knielde naast mijn bed. Haar glimlach werd wezenloos, de glinstering verdween uit haar ogen, die flakkerden en toen dof en afstandelijk werden.
'Ik kijk naar hem als hij bij jou is. Ik heb hem horen zeggen dat je zo mooi was, jij kon alles met liefde bezielen, zei hij. Ik zie de bewondering in zijn ogen, zijn trots, de trots van een kunstenaar die iets zo moois heeft gecreëerd dat de hele wereld hem zou willen gelukwensen.'
Ze zweeg en keek me toen kwaad aan.
'Waarom blijf je niet een beetje langer ziek? Dan hoefje niet naar school en hoef je je geen zorgen te maken over repetities en huiswerk. Je zult op je wenken worden bediend, dat wil je toch zo graag? Hè?'
Ik schudde mijn hoofd.
ik heb een idee. Ik zal je helpen ziek te blijven,' zei ze.
'Water,' smeekte ik fluisterend. 'Ik heb zo'n dorst. Geef me alsjeblieft wat water.'
Haar ogen verhelderden.
'Wat? Je wilt water? Goed. Ik zal water voor je halen.'
Ze stond op en ging naar de badkamer. Ik luisterde of ik de kraan hoorde lopen. Alleen al het geluid van water zou me goed doen, dacht ik, maar ik hoorde het niet. In plaats daarvan hoorde ik dat de wc-bril omhoog werd geklapt en toen hoorde ik haar een glas erin dompelen. Daarna kwam ze terug.
'Hier.' zei ze. 'Drink maar op.'
Ik schudde mijn hoofd.
'Alsjeblieft,' mompelde ik met mijn droge lippen. Het was al pijnlijk om ze van elkaar te halen.
'Je zei toch dat je dorst had ?' snauwde ze. 'Drink wat van dit water.' Ze glimlachte. 'Misschien blijf je dan wat langer ziek. Drink op.' beval ze.
Ik schudde mijn hoofd en toen boog ze zich voorover en bracht het glas naar mijn mond. Ik hield mijn lippen stijf op elkaar geklemd toen ze het water uit de we eroverheen goot, en het droop langs mijn kin op het bed en in mijn hals. Ze kneep in mijn kaken, mijn mond ging enigszins open en iets van het water ging naar binnen. Ik hoestte en spuwde. Ze keek nog even naar me, stond toen op en bracht het glas terug naar de badkamer.
Ik begon te kokhalzen, zo vaak dat ik pijn in mijn maag kreeg.
'Goed zo. Ik zal iedereen laten zien dat je nog zieker bent dan eerst,' zei ze vrolijk. 'Dan ben ik weer de enige die met papa aan de eettafel zit. We zullen je thee en toast brengen. Ik zal het zelf brengen, oké?'
Ze zweeg en hield haar hoofd schuin terwijl ze me fronsend aankeek.
'Ik snap niet waarom ik zo aardig voor je ben. Je bent nooit zo aardig voor mij. Op school vermijd je me altijd en doe je net of we geen familie zijn.'
Toen glimlachte ze weer.
'Maar ik ben niet boos. Ik ben helemaal niet boos. Papa houdt immers ook van mij.'
Langzaam liep ze naar de deur, keek achterom, zwaaide en deed de deur achter zich dicht.
Mijn oogleden vielen bijna tegelijkertijd dicht en ik viel in een diepe slaap, misschien als een manier om aan deze nachtmerrie te ontsnappen.
Er zijn momenten waarop we allemaal terug willen naar onze mooie en goede dromen. Mijn arme, gekwelde brein was bereid zichzelf binnenstebuiten te keren als het moest om me te laten ontsnappen aan mijn eigen pijnlijke, schrijnende lichaam. Fijne herinneringen bloeiden op als kleurige bloemen in een donkere tuin. drongen de mantel van angst en droefheid terug en wekten weer vrolijke glimlachjes.
Ik was weer een klein meisje in die onschuldige tijd voordat ik
kennis zou maken met vooroordelen en haat, geweld en armoede. Ik begreep niet wie ik was, waar ik was en wat voor stormen en tumult me wachtten buiten mijn heerlijke wereld van lollyfantasieën en suikerspinbeloftes. Dat zou allemaal gauw genoeg komen, maar voorlopig kon ik me nog veilig voelen.
Wal een verrukkelijke tijd!
Eén herinnering kwam levendig bij me terug. Ik kon de heerlijke geuren ruiken van de maaltijd die mama klaarmaakte, en hoorde haar zingen en neuriën in de keuken. Beni en ik waren in onze kamer en speelden met een paar poppen die van de Gevonden Voorwerpen in de supermarkt kwamen. We hoorden Roy thuiskomen; hij gooide de deur zoals gewoonlijk te hard achter zich dicht.
'Hoe vaak moet ik je nog zeggen niet met de deur te slaan, Roy Arnold?' berispte mama hem.
'Sorry, mama, ik dacht er niet aan,' zei hij.
'Nou. dat hoor je wél te doen. Straks breek je de scharnieren en waar blijven we dan?'
'In een appartement zonder deur,' zei Roy.
'Wat zegje?'
We hielden onze adem in, wachtten tot ze haar stem nog meer zou verheffen, maar toen begon ze plotseling hard te lachen. We hoorden Roy mee lachen en toen ik om de hoek van de deur keek. zag ik dat ze hem omhelsde en met haar hand door zijn haar woelde. Toen hij zag dat ik naar hen keek. liet hij haar snel en verlegen los.
'O, mama,' kermde hij en liep haastig naar zijn kamer.
'Waar kijkje naar, snoet?' vroeg mama aan mij.
'Niks, mama. Alles goed met Roy?'
'Ja hoor. Hij moet alleen leren wat meer een gentleman te worden. Ik ben alleen bang dat hij dat hier niet zal leren,' mompelde ze.
'Waarom niet, mama?'
'Dit is niet bepaald een plaats voor dames en voor heren,' zei ze. Toen glimlachte ze naar me. 'Maar maak je daar geen zorgen over, Rain. Jij komt op een dag ergens waar het goed is. Je komt op een heel bijzondere plaats terecht, dat weet ik zeker.'
'Waar dan, mama?' vroeg ik vol verwachting. Welke geheimen kende mama over mijn toekomst?
'Dat weet ik niet zo direct,' zei ze, 'maar ik weet dat het een heel bijzondere plaats is waar de mensen zich mooi kleden en in grote huizen wonen en mooie dingen hebben als piano's en tuinen en mooie auto's.'
'Beni gaat ook, hè. mama?' vroeg ik, met een blik op mijn zusje dat op de grond bij het poppenhuis gehurkt zat. Ze luisterde niet echt.
ik hoop het,' zei mama. 'Ik hoop dat jullie allemaal gaan.'
'En jij, mama?'
ik zal er ook zijn,' beloofde ze. 'Laat de deur maar open.'
'Wat bedoel je, mama? De deur open laten?'
Ze lachte. 'Ik dol maar een beetje, kind. Kom hier.' Ze strekte haar armen naar me uit. Ik holde naar haar toe en ze drukte me stevig tegen zich aan, gaf me een zoen op mijn voorhoofd en streek over mijn haar.
'Jij bent de koelte na de hete, brandende zon, Rain. Jij vertegenwoordigt de hoop.'
Ze liet me los en ging verder met het eten. Toen ik naar Roy 's kamer keek, zag ik dat hij in de deuropening met een zachte glimlach naar me stond te kijken.
Waarom was ik zo bijzonder? vroeg ik me af. In mijn huis voelde ik me een ster. Mama en Roy lieten me denken dat ik sprankelde als ik liep en praatte, en dat ik gezegend en beschermd was.
Geen wonder dat zelfs het kleinste sneetje, het geringste schaaf wondje, het onbelangrijkste pijntje zo schokkend leken. Langzamerhand, met het verstrijken van de dagen, moest ik die fantasie laten varen. Iemand opende de deur en liet me de wereld om ons heen zien zoals die was en ik wist dat zelfs mama en Roy de pijn niet konden voorkomen. Maar ze probeerden het - o, wat deden ze hun best ervoor.
Ik weet dat er bij die herinneringen een koele, blije glimlach om mijn mond verscheen, ook al was mijn huid zo heet van de koorts dat ik hitte uitstraalde. De hoofdpijn zakte een beetje. Ik haalde wat gemakkelijker adem en sliep verder met de mooiste herinneringen, wikkelde ze om me heen als een cocon waarin ik veilig en behaaglijk verborgen was in afwachting van de komst van de zon.
Niet lang daarna hoorde ik Victoria de trap op komen en wachtte. bad in stilte dat ze weer bij haar verstand was gekomen en besefte dat ik. als ze niet gauw iets voor me deed. zou kunnen sterven en zij de schuld zou krijgen. Gekleed in een blouse en een van haar bekende lange rokken, kwam ze binnen met een dienblad.
'Hier.' zei ze, 'je thee en toast. Dat is het enige watje voorlopig mag hebben. Wij hebben een mooie gebakken ham met honing, en die kleine aardappeltjes waar je zo van houdt. Ik wed datje het hier kunt ruiken, hè? Loopt het water je niet in de mond?'
'Jij krijgt de schuld,' fluisterde ik.
'Pardon? Probeer je iets te zeggen, Megan?'
Ik sloot mijn ogen en deed mijn best om te spreken. Ze kwam dichterbij.
'Wat was dat? Spijt het je zoals je me op school hebt behandeld? Het is te laat voor excuses. Gedane zaken nemen geen keer. Maar ze worden niet begraven. Het zal hier worden opgeslagen,' zei ze, wijzend naar haar slaap.
'Jij zult de schuld krijgen,' zei ik luider.
Eén woord drong in elk geval tot haar door.
'Schuld?' zei ze lachend. 'Ik? Waar kan ik de schuld van krijgen? Ik heb nooit moeilijkheden gehad, ben nooit naar de directeur gestuurd, heb nooit een onvoldoende voor gedrag gekregen op mijn rapport, ben nooit ongehoorzaam geweest aan mijn vader of moeder, ben nooit later thuisgekomen dan verwacht of heb vergeten te bellen als ik later kwam. Wie zou mij van iets de schuld geven?
Drink je thee en eet je toast. Als je lief bent, zal ik je een van je maffe film- of schoonheidsblaadjes brengen. Tenminste, een van de bladen die ik niet in de vuilnisbak heb gegooid.'
Ik schudde mijn hoofd.
'Stop hiermee,' mompelde ik. 'Bel de dokter.'
'Tijd voor de ham,' zei ze op zangerige toon en draaide zich om. We hoorden allebei het geluid van een deurbel en ze bleef halverwege de deur staan. De bel ging opnieuw. Ze draaide zich met een ruk om en keek me aan.
'Wie komt jou opzoeken? Als ik ziek ben, komt er nooit iemand. Je hebt een van je vriendjes gebeld, hè? Of komen ze allemaal?'
Weer werd er gebeld. Het is Austin, dacht ik. Goddank, het is Austin. Hij komt me halen, zoals hij beloofd had.
'Nou. niemand doet open,' besloot ze. 'Wie het ook is zal weggaan als we net doen of er niemand thuis is. Het is beneden donker genoeg en ik zal me heel stil houden.'
'Nee!' kermde ik.
Ze liep weg en deed de deur zachtjes achter zich dicht. Ik hoorde weer bellen en ik wachtte, maar toen hoorde ik niets meer. Mijn hart kromp ineen van teleurstelling. Het was of iemand de deken over mijn hoofd had getrokken. Ik deed mijn ogen dicht en toen ik ze weer opendeed was het zo donker in de kamer, dat ik dacht dat ik echt onder een deken lag. De bewolkte lucht belette de sterren en de maan door de ramen naar binnen te schijnen. Ik had geen natuurlijk geen idee van de tijd, dus wist ik niet hoe laat het was.
Mijn koorts was niet gezakt. Hij bleef en putte me uit. Mijn gedachten bleven afdwalen. Beelden van verschillende mensen Uitsten voor mijn ogen. Ik zag Randall Glenn in Engeland vanuit zijn bed naar me glimlachen. Ik hoorde lachen en het gegiechel van Catherine en Leslie, mijn Franse vriendinnen van de Londense toneelschool.
Toen hoorde ik iets, rechts van me. Ik keek en zag mijn oudtante Leonora in een schommelstoel in haar slaapkamer met een grote pop in haar armen. Haar verlegen dienstmeisje, Mary Margaret, stond met gebogen hoofd naast haar en keek toen naar me op. terwijl de tranen over haar wangen stroomden.
Verder naar rechts begon mama te zingen.
Ik riep haar en toen spatten ze allemaal als zeepbellen uiteen en lieten me in het donker achter.
Even later hoorde ik de deur opengaan en zag die afschuwelijke butler van mijn oudtante en oudoom. Boggs, naar me toe komen.
'Je hebt je verslapen,' zei hij beschuldigend. 'Sta op en ga je werk doen. Sta op of ik keer je bed om met jou erin. Sta op!'
Hij stak zijn hand uit en ik gilde en bleef gillen.
'Houd op!' hoorde ik Victoria snauwen. Ze knipte de lamp op het nachtkastje aan. 'Waarom schreeuw je zo? Wil je nu weer weg uit deze kamer? Wie heeft je hier gebracht? Ik niet. Ik ben even weg,
en je zet het hele huis op zijn kop. Wat een rotzooi, en ik heb geen dienstmeisje om achter je gat op te ruimen.
'O, mijn God,' riep ze uit en keek naar de smerige handdoek naast het bed. 'Walgelijk! En je stinkt. Waar is je moeder terwijl dit allemaal gebeurt, hè? In een of andere plaats aan de Middellandse Zee. waar ze ligt te zonnen, cocktails drinkt, naar muziek luistert en met Grant danst, terwijl ik hier ben achtergelaten om voor jou te zorgen.'
Ze draaide nog meer lampen aan. In elk geval is ze weer tante Victoria, dacht ik, al was dat of je dankbaar was dat de duivel gewoon maar Hitier was.
'Nou, wat moet ik nou met je beginnen? Ik kan je niet naar beneden dragen. Ik wil je niet eens aanraken, zo stink je.'
Ze staarde me aan. 'Waarom lach je?' vroeg ze.
Lachte ik?
'Vind je dit soms grappig? Denk je datje me kwetst? Belachelijke meid. Eerst kan ik je van de oprijlaan schrapen en moet ik maar zien hoe ik dat voor elkaar krijg, en nu kruip je in het bed van mijn moeder en maakt een vieze troep en moet ik dat ook opknappen.'
Ze schudde haar hoofd.
'Zelfs ik heb mijn beperkingen.' Ze zuchtte. 'Oké, ik zal mijn best doen. Ik zal een bad vullen en je erin helpen en dan zullen we zien hoe we je hier vandaan krijgen.'
'Breng... me... naar het ziekenhuis,' smeekte ik.
'Vertel me niet wat ik moet doen. Denk je dat ik iemand in huis laat nadat jij er zo'n smerige boel van hebt gemaakt? Eerst de noodzakelijke dingen.'
Ze ging naar de badkamer en liet het bad vollopen.
'Oké,' zei ze toen ze terugkwam, ik zal je ernaartoe slepen, maar je moet me helpen. Ik kan niet alles alleen. Ik ben geen verpleeghulp. Dit zou allemaal niet gebeurd zijn als je mevrouw Bogart niet had weggejaagd door je te gedragen als een hoer met die fortuinjager.'
Ik schudde hevig mijn hoofd toen ze de deken wegtrok. Ze kneep haar ogen samen en hield haar neus dicht.
'Bah!' zei ze.
Net toen ze me wilde vastpakken ging de bel van de voordeur opnieuw. Ze verstarde.
'Wie kan dat zijn op dit uur?' vroeg ze.
Er werd steeds opnieuw geheld. Wie het ook was had kennelijk besloten dit keer resultaat te boeken. Een aanhoudend ding-dong klonk beneden.
'Verdomme!' riep ze uit. Ze ging terug naar de badkamer om de kraan dicht te doen en liep toen stampvoetend mijn kamer uit. Deze keer liet de ze de deur wijdopen staan. Ik spitste mijn oren. Ik hoorde de voordeur opengaan.
'Wat wil je?' vroeg ze.
ik wil Rain zien,' zei Austin met krachtige stem.
'Je hebt wel lef zeg, om hier te komen. Ik ga direct bellen.'
'Ze is niet in haar kamer. Ik heb door het raam gekeken. Ze was er ook niet toen ik hier eerder kwam. Waar is ze? Wat is er aan de hand?'
'Dat gaatje niks aan.'
'O, jawel. Als u het me niet vertelt, ga ik naar de politie,' zei hij.
'Austin,' riep ik zo luid ik kon. ik ben hier boven, Austin! Kom me halen.'
'O ja? Ik denk dat ik de politie eerder zal bellen dan jij om ze te vragen hierheen te komen om je te arresteren omdat je hier bent binnengedrongen.'
'Austin!' riep ik. Waarom kon hij me niet horen?
'Wat is er gebeurd met de oprit bij de trap? Waarom is die weggehaald?'
'Die hebben we niet meer nodig.' zei Victoria.
'Waarom niet? Ze kan niet zelf naar buiten komen. Ik begrijp het niet. Hoe moet ze naar de dokter als ze die nodig heeft? En hoe moet ze naar buiten rijden of gereden worden om frisse lucht te krijgen?'
'Ze is hier niet meer. Ze is terug naar Engeland om bij haar echte vader te gaan wonen,' zei Victoria snel.
'Wat? Hoe kan dat?' vroeg hij verbaasd.
'Hij heeft alles geregeld. Ze stemde toe en is verdwenen. Ik denk dat ze er goed aan heeft gedaan. Ze heeft het daar beter. We verkopen dit huis toch en dat is het eind van het verhaal. Dus zou ik maar niet langer achter haar en haar geld aanjagen. Je zult er nu geen cent van zien en als je mij of deze familie nog langer blijft lastigvallen.
zal ik de politie vragen je te arresteren. Ik zal morgenochtend meteen mijn advocaten bellen en alle gerechtelijke procedures van start laten gaan.'
'Nee.' riep ik. 'Austin, geloof haar niet.' Mijn keel deed pijn van de inspanning, maar ik legde al mijn kracht in een volgende kreet. 'Austin!'
'Ik begrijp het niet.' hoorde ik hem zeggen.
'Dat is jouw probleem,' antwoordde ze.
Wanhopig hees ik me omhoog op mijn ellebogen en probeerde weer te roepen, maar ik had geen stern meer. Er kwam niets meer uit dan een hees gefluister. Wat moest ik doen?
Ik keek naar de pruikenkop naast me en nam hem in mijn armen. Toen gooide ik hem naar de deur met alle kracht die er in mijn verzwakte lichaam nog over was. Hij bereikte die niet, maar viel een meter ervoor met een klap op de grond.
'Wat was dat?' vroeg Austin.
'Die stomme dienstmeid van me die waarschijnlijk iets heeft gebroken.' zei Victoria. 'Goedenavond, jongeman. Opgeruimd staat netjes.'
Ik hoorde de deur beneden dichtvallen.
Voor mij was het of het deksel van mijn doodkist dichtviel.