38
De knusse sfeer beviel Manon. Ze was de afgelopen weken een paar keer langs het restaurant gelopen, had door de ramen naar binnen gekeken en besloten hier een keer iets te gaan eten. Er stonden ongeveer twintig tafeltjes waarvan nooit meer dan de helft bezet was. Vanavond was dat niet anders. Je kon hier tijdens het eten praten zonder erop te letten of de buren meeluisterden.
‘Ik wil iets met je bespreken,’ zei Manon terwijl ze een stuk van haar schnitzel afsneed.
‘Dus toch geen huwelijksaanzoek,’ grapte Dirck.
Manon lachte flauwtjes.
‘Jammer.’
‘Ik stop ermee,’ ging ze verder. ‘Ik heb er nog eens goed over nagedacht en ik zie het niet meer zitten om voor Rutger te werken.’
Dirck keek haar verbouwereerd aan. Hij legde zijn vork neer en boog iets naar voren.
‘Dit meen je toch niet serieus?’
Manon knikte. ‘Jawel. Kijk, ik heb nog nooit met zoveel plezier en inzet mijn werk gedaan. Dit is eigenlijk het enige wat ik kan en wat ik wil blijven doen, maar zoals het nu gaat... Ik kan het niet meer opbrengen. De instelling van Rutger, van de andere instructeurs, zo afwachtend. De leugens. Zo kunnen we toch niet samenwerken? Ik ben behoorlijk teleurgesteld, ik dacht iedereen hier te kunnen vertrouwen.
‘Val ik daar ook onder?’
Ze aarzelde. ‘Ja en nee. Als het om het werk gaat, stel jij je tegenover Rutger net zo slap op als de rest. Privé ligt het anders...’
‘Wat bedoel je precies?’
‘Ik mag je heel graag. Meer dan gemiddeld, zeg maar.’
‘Mooi, want dat heb ik ook bij jou.’ Hij legde zijn hand op die van Manon en keek haar recht in de ogen.
‘Ga niet weg, Manon. Alsjeblieft. Ik wil je graag in de buurt hebben. Het zou eeuwig zonde zijn als we elkaar niet meer konden zien.’
Ze schudde zachtjes haar hoofd. ‘Doe dit nou niet, Dirck. Ik heb het al moeilijk genoeg met mijn beslissing.’
Dirck wreef met zijn hand over zijn oogleden en zuchtte diep.
‘Prima, als ik je op persoonlijke titel niet kan overtuigen, probeer ik het door te schetsen hoe de zaken ervoor staan bij SFun.’
‘Dirck, het is niet dat ik je niet meer wil zien, maar je moet begrijpen dat ik niet kan blijven. Ik denk niet dat je me kunt overtuigen, maar ga je gang.’
‘Na die vergadering hebben Stuart en ik uitgebreid met je gesproken. Wij denken ook dat die incidenten geen toeval zijn. We staan achter je, het enige wat ontbreekt zijn bewijzen.’
‘Kletskoek,’ antwoordde Manon gedecideerd. ‘Het gaat niet zozeer om die bewijzen, dat wordt veel groter gemaakt dan het is. Wij weten dat er iets niet klopt, dat alleen moet al voldoende zijn. In plaats van Rutger op zijn huid te zitten, laat iedereen zich afschepen met smoesjes. Het is nu vier dagen geleden dat hij bij ons in het chalet was. Heb jij al iets van hem gehoord?’
‘Nee, maar mijn tegenargument is dat er ook niets meer is voorgevallen.’
Manon maakte een wegwerpgebaar.
‘Dat bedoel ik nou. Nu draai jij het dus weer om, leg je al het initiatief, dat er niet komt, bij hem neer. Jij bent al tevreden als er niets is gebeurd.’
‘Dat zei ik niet,’ wierp Dirck tegen. ‘Ik begrijp best wat jij bedoelt, maar het kan ook zomaar dat Rutger inmiddels met die Tsjechen heeft gesproken en de zaak heeft opgelost.’
‘En jou daarvan niet op de hoogte heeft gesteld?’ wees Manon hem fijntjes terecht. ‘Dat was toch de afspraak. Jij bent toch de intermediair.’
Dirck viel stil. Hij sneed zijn vlees en propte twee stukken tegelijk in zijn mond.
‘Rutger houdt veel voor ons achter,’ ging Manon verder. Je weet dat ik gelijk heb.’
Dirck wees op zijn volle mond, dus Manon ging verder.
‘Dit is veel te ver gegaan. Rutger houdt ons aan het lijntje. Ik vermoed dat hij zelf bang is voor die Tsjechen. Wonder boven wonder zijn er tot nu toe geen slachtoffers gevallen, maar als iedereen zo apathisch blijft afwachten is dat een kwestie van tijd. Dat wil ik dus niet op mijn geweten hebben. Daarom vertrek ik.’
Dirck spoelde zijn vlees weg met een slok bier. Hij keek haar berustend aan.
‘Ik begrijp het,’ zei hij. ‘Ik kan wel een heel verhaal ophangen, maar dan verval ik in herhaling. Ik respecteer je beslissing, hoe moeilijk dat ook is.’
Ze zag de oprechtheid in zijn bruine ogen en voelde hoe haar maag zich even samenkneep. Dirck betekende meer voor haar dan ze had willen toegeven. Na haar vorige relatie had ze totaal geen behoefte gehad aan een nieuwe liefde. Bovendien had ze het, godzijdank, erg druk gehad met haar nieuwe leven. Het had even geduurd, ze had weer vlinders in haar buik. Negeren was zinloos. En waarom zou in dit nieuwe leven geen plaats zijn voor een nieuwe man? Maar in deze omstandigheden was het kansloos. Ze strafte zichzelf namelijk dubbel door nu toe te geven dat ze wat voor Dirck voelde. Binnenkort zou ze vertrekken, waardoor een relatie bij voorbaat gedoemd was om te mislukken.
Ze aten verder en lieten haar vertrek of de strubbelingen bij SFun verder onbesproken. Onder protest van Manon rekende Dirck af en liepen ze langs het meer. Het was een heldere avond en het aan de overkant gelegen plaatsje Thumersbach weerkaatste de lichtjes op het bevroren water. Tussen de besneeuwde bergtoppen twinkelden ontelbare sterren. Ze bleven staan om van het uitzicht te genieten. Dirck verbrak de indrukwekkende stilte.
‘Wanneer vertrek je?’
‘Nadat ik mijn diploma heb gehaald.’
‘Ik ken de examinator. Als hij jou laat zakken blijf je nog een paar weken extra.’ Hij keek haar zelfgenoegzaam aan.
Ze keek uitdagend terug.
‘In dat geval...’
Hij gaf haar geen kans haar zin af te maken en kuste haar.